• No results found

4 De reikwijdte van de aansprakelijkheid van voetbalclubs

4.4 De Club als slachtoffer?

Zoals eerder in dit hoofdstuk is behandeld, werd artikel 14 UEFA DR ontwikkeld om de strijd tegen Racisme in het voetbal aan te gaan. Binnen het voetbal is geen plaats voor racistische uitingen, aldus de UEFA. Clubs worden gesanctioneerd zodra hun Supporters zich schuldig maken aan racistische uitingen, zelfs in geval deze gedragingen niet direct aan de Club toe te rekenen zijn. Vorenstaande is een duidelijke uitwerking van de leer van de Strikte

Aansprakelijkheid.

Doorgaans richten Supporters zich tot de tegenpartij en niet tegen de eigen Club. Wat nou als de Supporters zich niet richten tot de tegenpartij maar tot de Club welke zei zeggen te ondersteunen? Uit de zaak GNK Dinamo Zagreb v. UEFA (hierna: "GNK Dinamo") blijkt het volgende:

GNK Dinamo v. UEFA

Tijdens een wedstrijd van GNK Dinamo keerden de Supporters van GNK Dinamo zich tegen de president van de Club door te zingen: “Mamic, gipsy get out of my temple”. Waarbij zij in feite zongen: “Mamic, zigeuner ga weg uit mijn tempel”.49 Met “tempel” bedoelden de Supporters het stadion van GNK Dinamo. Zowel de Control & Disciplinary Body als de Appeals Body van de UEFA hebben de term als zijnde racistisch aangemerkt en de Club gesanctioneerd op grond van artikel 14 UEFA DR.

De zaak is voor de CAS gekomen en GNK Dinamo heeft zich verdedigd op het feit dat zij van mening zijn dat dat de uitspraken niet als racistisch aangemerkt konden worden. Dit was op grond dat de uitingen gericht waren aan de President van de Club, welke zich niet beledigt voelde door de uitspraken van de Supporters.

De CAS heeft in deze zaak bevestigd dat het doel van de Supporters niet noodzakelijk was om racistische uitspraken te doen. Bij de beoordeling van of de uitspraken racistisch zijn dient onder andere rekening gehouden te worden met de achtergronden van zowel de personen welke de racistische uitingen doen als die van hen tot wie de racistische uitingen gericht zijn. In dit geval heeft de CAS geoordeeld dat de uitingen inderdaad racistisch zijn. Zij baseerden zich op het feit dat het niet noodzakelijk was om te refereren aan het woord “gypsy (vertaald: zigeuner)”, daar de uitingen een vijandige ondertoon hadden. Bovendien was het algemeen bekend dat de President van GNK Dinamo een supporter is van de Roma afkomst, een etnische minderheid waarvan het Europese Hof van de Rechten van de Mens algemeen erkend heeft dat er vaak sprake is van Racisme jegens Roma.

32 ECA, de Europese belangenverenigingen voor voetbalclubs heeft zich in haar “Legal Bulletin”50 uitgesproken over deze zaak. Zij wijzen erop dat de CAS in deze zaak niet heeft meegenomen dat er voorafgaand aan de betreffende wedstrijd onenigheid was tussen de Club en haar eigen Supporters. Deze onenigheid is van invloed geweest op het handelen van de Supporters tegen de Club en haar President.

ECA is van mening dat een zaak als GNK Dinamo bij uitstek een voorbeeld was voor toepassing van artikel 17 lid 3 UEFA DR:

“The disciplinary measures enumerated in Article 14 of these regulations are standard measures and can be reduces or increased by the competent disciplinary body only under exceptional circumstances”.

Uit artikel 17 lid 3 UEFA DR volgt dat, zodra de omstandigheden dit toelaten, zowel de Control & Disciplinary Body, de Appeals Body, als de CAS mogen besluiten tot limitering van de

minimumstraffen van artikel 14. ECA is van mening dat in deze zaak een dergelijke

omstandigheid is voorgekomen, daar het een uitzonderlijke situatie is dat Supporters zich tegen hun eigen Club keren. Tevens is het lastig voor Clubs om dit te reguleren.

Conclusie

Ook al hebben de Control & Disciplinary Body, de Appeals Body en de CAS de mogelijkheid om minimumstraffen welke volgen uit artikel 14 UEFA DR te limiteren, zijn zij niet snel geneigd dit te doen. In het uitzonderlijke geval dat de Supporters zich tegen hun eigen Club keren, en de Club in principe geen blaam treft, krijgen zij als organisator toch een boete opgelegd.

Geconcludeerd kan worden dat Strikte Aansprakelijkheid, ook daadwerkelijk Strikte

Aansprakelijkheid betreft in de enge zin van het woord. Zodra Supporters de Disciplinary Rules schenden, dan is de Club in alle gevallen aansprakelijk zelfs indien de schending op de eigen Club gericht is.

4.5 De verhouding tussen aansprakelijkheid en de algemene beginselen van het privaatrecht

4.5.1 Disciplinaire maatregelen

Naar aanleiding van mijn interviews met de ECA en Feyenoord Rotterdam heb ik begrepen dat de Clubs de sancties op dit moment buitenproportioneel vinden.

Zo werd Feyenoord na de rellen in Nancy veroordeeld tot een geldboete en diskwalificatie uit de UEFA league. Feyenoord geeft aan dat de geldboete niet alleen ervaren werd als buitengewoon hoog, maar dat de diskwalificatie voor de Club ook verstrekkende gevolgen in het algemeen

33 had. Zo waren er reeds 25.000 kaarten voor de daaropvolgende wedstrijd tegen Tottenham Hotspur verkocht. Dit resulteerde in een situatie dat de maatregelen niet alleen straffende gevolgen maar ook vergaande financieel-economische gevolgen hadden. Zo is Feyenoord naar schatting veel geld verloren door de diskwalificatie uit het toernooi. Hierbij dient met niet alleen te denken aan de kaartverkoop, maar ook bijvoorbeeld merchandise en betaalde licentiekosten voor het uitzenden van de wedstrijd.

Proportionaliteit & subsidiariteit

Een doel van de UEFA bij het opleggen van de sancties is om indirect een invloed te creëren op het gedrag van de Supporters. De UEFA heeft geen directe tuchtrechtelijke invloed op

individuele Supporters, echter hebben zij alleen tuchtrechtelijke invloed op de voetbalbonden en Clubs zelf. De voetbalbonden en de voetbalclubs hebben een verantwoordelijkheid om te voldoen aan de standaarden welke opgesteld zijn door de UEFA regelgeving. Indien de Clubs zich onttrekken van deze verantwoordelijkheid, door bijvoorbeeld te beweren dat zij alles wat naar redelijkheid hebben gedaan om onregelmatigheden door Supporters te voorkomen, en indien Supporters toch nog kunnen handelen in strijd met de disciplinaire regelgeving, dan is er voor de UEFA geen enkele mogelijkheid om toch de misdragingen te kunnen bestraffen zelfs indien de aard van de gedraging, hoe dan ook een misdraging is van de supporter.51

Clubs hebben in diverse uitspraken aangevoerd dat de maatregelen te ver gaan. Volgens CAS jurisprudentie mag de opgelegde maatregel niet kennelijk en grof disproportioneel zijn in relatie tot de overtreding.52 De CAS stelt zich tevens ten doel dat zij door middel van tuchtrechtspraak het hooliganisme willen uitwissen in de sportwereld. Hooliganisme heeft niets te maken met voetbal. De UEFA en de voetbalbonden voeren een constante strijd tegen het fenomeen. De CAS stelt zich op het standpunt dat wanneer Clubs herhaaldelijk gesanctioneerd worden, ook zware sancties verdienen. De CAS stelde zich bij de Feyenoord zaak vandaar op het standpunt dat de diskwalificatie niet buiten proportioneel was gelet op het doel om hooliganisme uit de sport te weren. Indien de Club gediskwalificeerd was, kon men ook geen schade meer

aanrichten. De maatregel was dermate geschikt om het doel te bereiken.53 De CAS kiest er dan ook niet voor om een andere maatregel op te leggen en houdt de beslissing van de Appeals Body in stand.

Ook in de Fenerbahҫe-zaak54 was de Club ervan overtuigd dat de opgelegde maatregel buitenproportioneel was. Zij werden veroordeeld tot de eerstvolgende wedstrijd te spelen zonder publiek en een diskwalificatie voor de UEFA Club competitie voor het volgende seizoen en tot slot kregen zij ook nog een boete opgelegd van EUR 60.000,=.

51 CAS 2007/A/1217 Feyenoord Rotterdam v. UEFA, r.o. 11.10.

52 CAS 2007/A/1217 Feyenoord Rotterdam v. UEFA, r.o. 12.4.

53 CAS 2007/A/1217 Feyenoord Rotterdam v. UEFA, r.o. 12.9 – 12.10.

34 Ook in deze zaak bevestigd de CAS dat zij bevoegd zijn om de opgelegde maatregelen te

verminderen indien deze buiten proportioneel zijn in relatie tot de overtredingen. De CAS stelt in deze zaak vast dat de Club voor deze maatregelen eerder was veroordeeld tot een

disciplinaire maatregel. De wedstrijd waarbij het vuurwerk naar binnen werd gegooid, was om die reden ook al afgesloten voor publiek. De CAS oordeelt dat, nu er weer overtredingen zijn begaan, de eerder opgelegde maatregelen geen effect hebben gehad op de Club om herhaling te voorkomen. Voorts oordeelt de CAS dat de Club meer voorzorgsmaatregelen had moeten treffen om onregelmatigheden te voorkomen en zij hadden zelfs rekening dienen te houden met het gooien van vuurwerk van buitenaf gelet op het feit dat de wedstrijd met afgesloten deuren werd gespeeld. Gelet op het feit dat de Club herhaaldelijk de “Disciplinary Rules” overtreed, oordeelt de CAS dat de maatregelen niet buitenproportioneel zijn.55

Conclusie

Uit de uitspraken blijkt dat de Strikte Aansprakelijkheid, daadwerkelijk strikt is. Voor het beoordelen van de proportionaliteit neemt de CAS het doel mee van de UEFA om het

voetbalvandalisme de kop in te drukken. Zodra er sprake is van herhaling van een voorval zal er niet zo snel sprake zijn van buitenproportionaliteit. Daarnaast bevestigd de CAS dat de

maatregelen bij uitstek geschikt zijn als afschrikkende werking om herhaling te voorkomen. De CAS kiest er niet voor om een andere maatregel op te leggen en hiermee lijkt zij te bevestigen dat ook aan het subsidiariteitsbeginsel is voldaan nu er geen betere andere mogelijkheid is om het voetbalvandalisme te bestrijden.

35