• No results found

C Ruwe data good-practices (school en rt)

1. Op welke manier verkrijgt school inzicht in de ontwikkeling van de executieve functies van zijn leerlingen?

Leerkrachten

De school werkt met ZIEN! van ParnasSys, een sociaal emotioneel volginstrument. In de onderbouw werkt de school met de leerlijnen. Binnen de leerlijnen bevindt zich een checklist/ afvinklijst rondom sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Ik als leerkracht vul deze in omdat ik daarin een aantal EF ’s herken. Echter dit is geen schoolafspraak. Ik vind de leerlijnen wel fijn omdat daarin mee gekeken wordt naar o.a. emotieregulatie, volharding, taakaanpak etc. Dit zijn voor mij naast welbevinden en betrokkenheid vaardigheden die getraind moeten worden.

Op dit moment is er op onze school nog geen instrument in gebruik waarmee de ontwikkeling van de executieve functies specifiek in beeld wordt gebracht. Dit jaar is er een werkgroep gevormd die zich bezighoudt met de didactische doorgaande lijn binnen ons onderwijs. In die werkgroep geldt het vaststellen van en werken met een doorgaande lijn in de ontwikkeling van executieve functies als een van de belangrijkste speerpunten. Dit is nodig om te kunnen werken met een weektaak (waar we in de loop van volgend schooljaar mee willen gaan starten).

Intern begeleiders

Leerkrachten zijn op de hoogte van de verschillende soorten executieve functies. Tijdens groeps- en leerlingbesprekingen komen de EF ter sprake als er over werkhouding gesproken wordt. Wij nemen zelf nog geen echte testen als de BRIEF af of zo. Bij incidentele leerlingen worden wel vragenlijsten ingevuld om zicht te krijgen.

School verkrijgt inzicht in de ontwikkeling van de executieve functies d.m.v.:

. kennis van-/ervaring met deze kinderen waardoor herkenning van zwakke executieve functies. Welke hulp hebben sommige kinderen nodig bij het aanleren van leergewoontes.

. tijdens de groepsbesprekingen wordt besproken welke steun deze leerlingen geboden kan worden op groepsniveau d.m.v. ondersteunende vaardigheden.

. tijdens groepsbesprekingen worden “kind kenmerken” besproken. Hierdoor ontstaat inzicht in de executieve functies van individuele leerlingen.

. kennis is opgedaan van de executieve functies middels nascholing (Adelante).

. observaties van de leerkracht, intern begeleider of externe specialist. Samen sparren over interventies die ingezet kunnen worden binnen de structuur in de klas.

. artikelen/boeken lezen of digitale kennisplatforms volgen m.b.t. de ontwikkeling van de executieve functies en de tips die gegeven worden.

. kennisoverdracht door externe specialisten waarbij de executieve functies vaak in combinatie met een ontwikkelingsstoornis of diagnose worden besproken.

RT-er

Ja, dit komt binnen het eerste gesprek altijd aan bod. Ik vraag naar concentratie en aanpak van het leren en gedrag op school. Bij middelbare scholieren vraag ik explicieter naar planning van huiswerk.

Naar de executieve functies vraag ik niet specifiek benoemd planning en organisatie, werkhouding en motivatie bespreek ik wel. Ik wil weten hoe ouders dat stukje terugzien bij hun kind, of juist niet terugzien. Ook vraag ik de leerling zelf naar zijn motivatie, naar hoe hij omgaat met planning, hoe denkt hij over zijn eigen werkhouding. Wat gaat goed, wat kan beter. En welke hulp heeft hij nodig, wat wil hij?

2. Welk instrument voor sociaal emotionele ontwikkeling hanteren jullie op school? Welke executieve functies zijn hier in terug te vinden?

Leerkrachten ZIEN!

Leerlijnen ParnasSys

Zie boven….mijn antwoord: emotieregulatie, volharding, taakinitiatie, organisatie.

47

We maken gebruik van SCOL. Hieruit kan informatie worden gehaald m.b.t. de volgende executieve functies:

- Inhibitie - Taakinitiatie - Emotieregulatie - Planning en organisatie - Zelfregulatie

Intern begeleiders

We werken met de SCOL.

Persoonlijk vind ik dat deze lijst nog niet echt specifiek kijkt naar de EF.

De worden vragen gesteld die horen bij:

Respons inhibitie, Emotie regulatie, Doelgericht doorzettingsvermogen.

Wat me opvalt is dat er geen vragen rondom Flexibiliteit zijn.

En als je doorklikt op de i van info bij de vragen krijg je wel info over stoornissen en beperkingen, maar niet over EF.

We hanteren ZIEN, een product van Driestar Onderwijsadvies, in samenwerking met ParnasSys.

. Graadmeters: betrokkenheid, welbevinden. Deze indicatie-uitspraken beïnvloeden het leerrendement.

De executieve functies die hierin terug te vinden zijn, zijn o.a.: aandacht, betrokkenheid, leergedrag van het kind, inzicht in eigen leergedrag, volgen van instructie, doorzettingsvermogen,

. Sociale vaardigheden: sociaal initiatief, sociale flexibiliteit, sociale autonomie, impulsbeheersing, inlevingsvermogen. Deze indicatie-uitspraken wijzen op een mogelijke zorgbehoefte t.a.v. één van de vijf sociale vaardigheden.

De executieve functies die hierin terug te vinden zijn, zijn o.a.: eigenaarschap, flexibiliteit, starten en vasthouden van een taak, eigen zaken regelen, veerkracht tonen, zelfmonitoring.

RT

Bij basisschoolleerlingen komen de executieve functies binnen gesprekken met de leerkracht altijd aan bod. Bij middelbare scholieren niet altijd (ook minder gesprekken)

Zelden. Ik heb sowieso weinig contact met de scholen (VO).

3. Hoe verwerken jullie deze inzichten?

Leerkrachten

Ik verwerk deze in de rapportage en in mijn speelwerklessen. De overige kleutergroepen

werken met moetwerkjes en keuzewerkjes. Verder wordt er naar mijn idee te weinig naar gekeken.

Er wordt wel gekeken, benoemd maar om te komen tot actie en hoe je dit dan kunt doen, volgens mij is daar een wereld te winnen.

De inzichten uit SCOL worden verwerkt in een groepsplan gedrag. Dit leidt echter (nog) niet op een focus t.a.v. de executieve functies.

Intern begeleiders

Als een leerlingen moeite heeft met bepaalde EF wordt dit in het Groepsoverzicht opgenomen.

Maar dit is nog weinig specifiek.

Als er vraagtekens en zorgen zijn over de EF dan wordt contact gezocht met de Ergotherapeute om het te laten bekijken en om mee te werken.

We zijn bezig met een traject rondom Beertje Tim (3 t/m 8) en Ijsbeertje Tom (kleuters). Erik Sluijsmans van het Dienstencentrum is afgelopen schooljaar begonnen in cluster 3/4, dit schooljaar 5/6, komend schooljaar 1/2 en 7/8. Dit is in feite de methodiek van Meichenbaum. Maar dan niet voor één kind specifiek, maar als aanpak voor de hele groep.

De inzichten worden digitaal verwerkt in ParnasSys. Middels ZIEN wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen systematisch in kaart gebracht. ZIEN laat de leerkracht achter het gedrag

48

de zorgbehoefte zien. De concrete doelen en suggesties zijn helpend om een leerling of groep planmatig te ondersteunen.

Voor de groepen 2 t/m 8 worden de Graadmeters en Sociale Vaardigheden rond de herfstvakantie ingevuld en rond de voorjaarsvakantie voor leerlingen waar je een plan voor hebt gemaakt of waar je vragen over hebt. Je kunt als leerkracht vergelijken of het functioneren van deze kinderen optimaal blijft en je kunt effecten van interventies bekijken.

De leerlingen vanaf groep 5 vullen rond de voorjaarsvakantie ook twee leerlingvragenlijsten in. De vragenlijst Leer- en Leefklimaat en de vragenlijst Sociale Vaardigheden. De eerste vragenlijst bevraagt ook de onderdelen betrokkenheid en welbevinden (evenals de leerkrachtvragenlijst). Hoe ziet het kind zichzelf?

De tweede vragenlijst bevat stellingen t.a.v. sociale veiligheid.

Tijdens de groepsbespreking worden de verkregen inzichten besproken en waar nodig een plan opgesteld op groepsniveau of leerlingniveau. Dit wordt meegenomen in het oudergesprek.

RT-er

Naast leerstofinhoudelijke doelen geef ik ook doelen m.b.t. de executieve functies aan waarbij ik op de lange termijn een kleine stap wil bereiken (bijvoorbeeld; gebruik van een kladblaadje om

rekenstappen te noteren)

Voor het VO schrijf ik geen HP. De eerder benoemde functies (vraag 1) neem ik wel mee in hoe ik met de leerling werk, hoe ik hem aanspreek op o.a. zijn werkhouding. Ik maak soms concrete afspraken. Houdt hij zich daaraan? En zo niet, wat is niet gelukt? Waar liep je tegenaan? Wat kan ik (en/of je omgeving) doen om je te helpen?

4. Heb je het idee dat jullie nog iets missen? Waar heeft school nog behoefte aan?

Leerkrachten

Ik zou zeggen, kennis en vaardigheden om dit daadwerkelijk te trainen en te zien hoever een kind in deze vaardigheden staat. Hoe doe je dit dan? Wat is hiervoor nodig?

Er moeten nog veel stappen worden gezet op dit gebied:

- Niet alle teamleden beschikken over voldoende inhoudelijke kennis m.b.t. executieve functies;

- Er moet een methode worden geïmplementeerd waarmee volgens een doorgaande lijn aan de ontwikkeling van de executieve functies kan worden gewerkt.

Intern begeleiders

We hebben op het moment een expertisegroep EF op school. Deze expertisegroep is opgezet om ons als school meer te specialiseren in de EF en er beter op in te spelen. Zij zitten nu vooral nog in de literatuurfase als ik me niet vergis.

Sommige leerkrachten zijn onbewust bekwaam. Ze zetten interventies in die kinderen helpen in de ontwikkeling m.b.t. de executieve functies maar zijn zich niet hiervan bewust. Niet alle leerkrachten verdiepen zich immers in de materie. Als intern begeleider is het zaak om ze bewust bekwaam te maken, zonder dat ze veel literatuur moeten lezen.

Er is behoefte aan: handige tips om de ontwikkeling te stimuleren en spellen die je kunt gebruiken om de vaardigheid te oefenen. Een overzicht of kaarten waarop de verschillende executieve functies beschreven staan.

RT

Een goed, vrij beschikbaar overzicht / lijst met daarop de executieve vaardigheden die een rol spelen en mogelijke aanpak hierbij zou ik heel prettig vinden. Zodat je hiernaar kunt verwijzen in gesprekken en dit kunt gebruiken als leidraad.

Voor mij zou aanvullende informatie en/of uitwisseling met het VO fijn zijn. Zodat je dan samen een plan van aanpak kunt maken.

49

50

Bijlage VIII Routekaart 1

Routekaart 1