• No results found

Uitwerkingen afgenomen interviews en interviewprotocollen

In dit onderzoek is een aantal interviews afgenomen. In het overzicht hieronder staat aangegeven met wie/welke instelling een interview is afgenomen, welk interviewprotocol is gebruikt en of het interview is geaccordeerd. In verband met privacyoverwegingen zijn de verslagen in een seperaat, versleuteld document opgenomen. Deze zijn niet bijgevoegd. Voor inzage van deze verslagen kan toestemming gevraagd worden bij de auteur.

Instelling Naam Datum Interviewprotocol Geaccordeerd

Gemeente Heerlen Esther van Neerbos 15 mei 2012 A 12 juni 2012 Gemeente Maastricht Ard Costongs 17 mei 2012 A 20 juni 2012 Gemeente Sittard-Geleen Jan van de Ven

Marga Plasier John Janssens Nadia Latten 11 mei 2012 A 12 juni 2012 Centrummanagement Sittard-Geleen

Paul Kooij 29 mei 2012 B 16 juli 2012 Centrummanagement

Maastricht

Paul ten Haaf 29 mei 2012 B 12 juni 2012 Kamer van Koophandel

Limburg

Han van de Port 10 mei 2012 C 22 mei 2012 Hoofdbedrijfschap De-

tailhandel

Eric Reubsaet 31 mei 2012 / 11 juni 2012

C 16 juli 2012 Ruijters John Kirkels

Juul Vervoort

14 mei 2012 D 12 juni 2012 3W New Development Jos Neven

Robѐrt Dackus

11 mei 2012 D - Tabel 1: Overzicht geïnterviewden ten behoeve van deze thesis.

Interviewprotocol A

Dit interviewprotocol is gebruikt bij de interviews voor de gemeente Heerlen, Maastricht en Sittard- Geleen. Bij de gestelde vragen wordt aangegeven wat het doel hiervan is.

Vragen:

1. Uitleg en doel scriptie over winkelleegstand in Zuid-Limburg (door Taurean L’Ortye).

2. Welke acties onderneemt de desbetreffende gemeente om winkelleegstand in haar gemeen- te tegen te gaan?

3. Waarom faciliteert de desbetreffende gemeente diverse retailontwikkelingen c.q. uitbreidin- gen terwijl in de binnenstad veel m² wvo (Locatus, 2012a) leeg staat?

4. Faciliteert de gemeente deze ontwikkelingen omdat anders in omliggende c.q. concurreren- de gemeenten diverse nieuwe retailontwikkelingen plaatsvinden?

Doel: aan de hand van deze vragen wordt geprobeerd te achterhalen of de desbetreffende gemeente

beseft dat de leegstand ernstige vormen aanneemt in Limburg en hoe zij dit probeert te voorkomen. Bovendien wordt geprobeerd te achterhalen waarom, ondanks de negatieve cijfers, nieuw winkel- vastgoed wordt ontwikkeld.

Vragen:

5. Wordt in de desbetreffende detailhandelsvisie rekening gehouden met deze negatieve om- standigheden?

6. Wordt in deze visie rekening gehouden met concurrerende gemeenten die door nieuwe re- tailontwikkelingen invloed hebben op de detailhandel in de desbetreffende binnenstad? 7. Worden in de detailhandelsvisie oplossingen aangedragen om de winkelleegstand terug te

dringen?

Doel: het doel van deze vragen is of de detailhandelsvisies toekomstbestendig zijn en rekening wordt

gehouden met factoren die van invloed zijn op de detailhandels- en winkelvastgoedmarkt. Daarnaast wordt getracht te achterhalen of gemeenten van plan zijn ‘in te krimpen’ in plaats van uit te breiden.

Vragen:

8. Waarom/waardoor heeft/hebben de desbetreffende gemeente en omliggende gemeenten binnen dezelfde regio geen afspraken gemaakt met betrekking tot de detailhandelsvisies? 9. Zou de desbetreffende gemeente, achteraf, afstemming van deze detailhandelsvisies gepre-

fereerd hebben?

Doel: in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (Provincie Limburg, 2011b) is opgenomen dat regio-

gemeenten bestuurlijke afspraken maken en daarmee de detailhandelsvisies op elkaar afstemmen. In de praktijk is dit niet gebeurd en deze vragen moeten achterhalen waarom dit niet is gebeurd.

Vragen

10. De gemeente heeft ook diverse voornemens op de planning staan om te (her) ontwikkelen. Waarom worden deze plannen uitgevoerd?

11. Waarom gaat het in veel gevallen om uitbreiding van het huidige winkelaanbod? Is dit inte- ressanter voor ontwikkelaars/beleggers? En welke rol speelt de gemeente hierin?

12. Is de gemeente van plan om detailhandelsbestemmingen in haar grenzen te schrappen (wij- zigen van bestemmingsplan)?

13. Op welke manier wil de gemeente het overaanbod van winkels aanpakken (instrumenten etc.)?

Doel: in de vorige vragen is gesteld welke acties de gemeente verricht, op de lange termijn, om de

winkelleegstand tegen te gaan. Met deze vragen wordt geprobeerd te achterhalen wat de gemeente op de korte termijn van plan is en/of ze ook bereid is rigoureus winkelpanden te schrappen.

Vragen:

14. Wat voor rol zou de Provincie volgens de gemeente hierin kunnen spelen en hoe zou ze dit moeten aanpakken (instrumenten, subsidies, etc.)?

15. Zou de Provincie Limburg een provinciale verordening moeten opstellen om de detailhandel in Limburg te structureren?

Doel: deze laatste vragen moeten inzichtelijk maken of gemeenten ‘de hulp’ van de Provincie met

betrekking tot de detailhandels- en winkelvastgoedmarkt ondersteunen en/of gemeenten positief tegenover een invoering van de provinciale ruimtelijke verordening staan.

Einde

Interviewprotocol B

Dit interviewprotocol is gebruikt bij de interviews voor het Centrummanagement van Maastricht en Sittard-Geleen. Bij de gestelde vragen wordt aangegeven wat hiervan het doel is.

Vragen:

1. Uitleg en doel scriptie over winkelleegstand in Zuid-Limburg (door Taurean L’Ortye). 2. In welke straten (A-, B-, of C-winkelstraten) bevindt zich hoofdzakelijk winkelleegstand? 3. Welke acties worden ondernomen om winkelleegstand in de desbetreffende gemeente op

korte termijn terug te dringen?

Doel: met deze vragen wordt geprobeerd te achterhalen welke acties het Centrummanagement op

korte termijn onderneemt om leegstand terug te dringen. Bovendien kan het aangeven in welke win- kelstraten de meeste leegstand voorkomt.

Vragen:

4. Hoe ervaren ondernemers de demografische krimp in Zuid-Limburg, de opkomst van het in- ternetwinkelen en de te verwachten daling van consumentenbestedingen? Hoe gaan zij hier op inspelen?

5. Welke toekomstige gevolgen, met betrekking tot winkelleegstand, kunnen bovengenoemde aspecten hebben voor de binnenstad?

Doel: omdat een centrummanager de belangen van de ondernemers en vastgoedeigenaren verte-

genwoordigt, wordt aan de hand van deze vragen geprobeerd inzichtelijk te maken, hoe zij omgaan met bepaalde factoren. Bovendien is het van belang om van de centrummanager te horen hoe deze factoren, in de toekomst, de winkelstructuur zullen beïnvloeden en welke voorbereidingen hiervoor getroffen worden.

Vragen:

6. Welke invloed hebben retailontwikkelingen (ook perifeer) in de regio (Zuid-Limburg) in rela- tie tot de desbetreffende binnenstad? Zal hierdoor de winkelleegstand toenemen?

7. Hoe ervaren ondernemers en vastgoedeigenaren een uitbreiding van de winkelvloeropper- vlakte?

8. Is er behoefte aan een eenduidige detailhandelsvisie op regionaal niveau (Zuid-Limburg) om zodoende duidelijkheid te creëren en daarmee het overaanbod van winkelvloeroppervlakt terug te dringen?

Doel: het achterhalen wat binnenstadsondernemers en vastgoedeigenaren van winkelvastgoed in de

binnenstad vinden van winkeluitbreidingen en/of zij vinden dat de Provincie moet ingrijpen op de detailhandels- en winkelvastgoedmarkt.

Vragen:

9. Kan een inschatting worden gemaakt van het “soort” eigenaar (institutionele belegger, parti- culiere eigenaar) van de leegstaande winkelpanden?

10. Wat zijn de oorzaken van de winkelleegstand (incourant pand, slechte ligging etc.)?

11. Is het een optie voor vastgoedeigenaren om huidige winkels “weg te bestemmen” uit het be- stemmingsplan? Of zijn er andere mogelijkheden waardoor zij winkelleegstand proberen te- rug te dringen?

12. Welke maatregelen c.q. initiatieven vinden vastgoedeigenaren (en ondernemers) belangrijk om winkelleegstand voor de lange termijn terug te dringen?

Doel: hiermee wordt geprobeerd te achterhalen welke acties vastgoedeigenaren belangrijk vinden

om de winkelleegstand terug te dringen en/of zij een voorstander zijn van rigoureus ingrijpen.

Einde

Interviewprotocol C

Dit interviewprotocol is gebruikt bij de interviews voor de Kamer van Koophandel Limburg en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Bij de gestelde vragen wordt aangegeven wat hiervan het doel is.

Vragen:

1. Uitleg en doel scriptie over winkelleegstand in Zuid-Limburg (door Taurean L’Ortye). 2. Welke rol speelt de KvK/HBD binnen de detailhandel in Zuid-Limburg?

3. Hoe kijkt de KvK/HBD aan tegen de problematiek van winkelleegstand in Zuid-Limburg? 4. Wordt binnen de huidige detailhandelsvisies van gemeenten rekening gehouden met detail-

handelsontwikkelingen in aangrenzende gemeenten, demografische krimp en de toename van het winkelen via internet?

Doel: het achterhalen welke rol is weggelegd voor de KvK/HBD in dit proces en wat zij vinden hoe

door gemeenten wordt omgegaan met winkelleegstand.

Vragen:

5. Heeft de KvK/HBD gemeenten erop gewezen om dergelijke bestuurlijke afspraken te maken met betrekking tot het afstemmen van gemeentelijke detailhandelvisies?

6. Zo nee, gaat de KvK/HBD gemeenten binnen bepaalde regio’s wijzen op dergelijke afspraken en welke rol gaat de KvK/HBD hierin spelen?

Doel: de Provincie verwachtte dat gemeenten onderling de detailhandelsvisies op elkaar zouden af-

stemmen. Met deze vraag wordt geprobeerd te achterhalen of de KvK/HBD gemeenten hierop heb- ben gewezen, omdat dit in het belang is van de Limburgse detailhandels- en winkelvastgoedmarkt.

Vragen:

7. Waarom worden er nog plannen gemaakt voor ontwikkelingen van nieuwe winkelruimten in Zuid-Limburg? En waarom willen voornamelijk grote gemeenten nieuw winkelvastgoed toe- voegen? Is hierin een concurrentiestrijd gaande tussen gemeenten?

8. Heeft dit te maken met afspraken (vanuit het verleden) tussen projectontwikkelaars en ge- meenten en zijn er geen mogelijkheden om deze afspraken aan te passen?

9. Wijst de KvK/HBD projectontwikkelaars en gemeenten op het overaanbod aan winkels? En hoe wil de KvK/HBD dit probleem aanpakken?

Doel: het achterhalen van de reden waarom gemeenten/projectontwikkelaars nog nieuw winkelvast-

goed ontwikkelen en/of deze organisaties inzien dat ‘iets’ aan het overaanbod gedaan moet worden.

Vragen:

10. Wat voor een rol zou de Provincie volgens de KvK/HBD hierin kunnen spelen en hoe zou zij dit moeten aanpakken (via instrumenten, subsidies, etc.)?

11. Zou de Provincie, achteraf, alsnog een verordening moeten opstellen om de detailhandel in Limburg te structureren?

Doel: deze laatste vragen moeten inzichtelijk maken of de KvK/HBD vindt of de Provincie moet ingrij-

pen met betrekking tot de detailhandels- en winkelvastgoedmarkt en/of zij positief tegenover een invoering van de provinciale ruimtelijke verordening staan.

Einde

Interviewprotocol D

Dit interviewprotocol is gebruikt bij de interviews voor Ruijters (makelaar) en 3W New Development (ontwikkelaar). Bij de gestelde vragen wordt aangegeven wat hiervan het doel is.

Vragen:

1. Uitleg en doel scriptie over winkelleegstand in Zuid-Limburg (door Taurean L’Ortye). 2. Hoe ervaren marktpartijen de problematiek van winkelleegstand in Zuid-Limburg?

3. Zal de winkelleegstand in Zuid-Limburg verslechteren als niet wordt ingegrepen door de de- mografische krimp, koopkrachtdaling en het internetwinkelen?

4. Hoe kan worden ingegrepen om winkelleegstand te voorkomen? Dient de wetgeving te wor- den aangepast, subsidies, bepaalde (nieuwe) instrumenten, etc.?

Doel: het achterhalen van de oorzaken van winkelleegstand, hoe deze marktpartijen dit erva-

ren/hierop inspelen en hoe zij denken dat dit het toekomstige winkellandschap in Limburg zal beïn- vloeden.

Vragen:.

5. Waarom worden plannen gemaakt om nieuwe retailontwikkelingen mogelijk te maken? Is er een concurrentiestrijd gaande tussen gemeenten om nieuwe, modernere winkelvloeropper- vlakte toe te voegen aan het huidige aanbod om zodoende consumenten aan te trekken uit andere gemeenten?

6. Waarom kunnen deze plannen niet geschrapt worden? Heeft dit te maken met afspraken uit het verleden?

7. Hoe kan het winkeloveraanbod aangepakt worden? Moeten bestemmingsplannen flexibeler gemaakt worden? Of zijn er andere, nieuwe regels nodig?

Doel: van marktpartijen te horen krijgen waarom nog steeds nieuw winkelvastgoed wordt toege-

voegd aan het bestaande winkelaanbod en hoe dit overaanbod aangepakt dient te worden.

Vragen:

8. Worden er überhaupt nog beleggers c.q. investeerders en ondernemers gevonden voor deze ontwikkelingen gezien de marktomstandigheden en de demografische krimp?

9. Welke gevolgen heeft dit voor de huurprijsontwikkeling?

Doel: het achterhalen of nieuwe initiatieven nog wel verkocht kunnen worden aan een belegger in

deze tijd en/of de huurprijzen dalen door een toenemende leegstand.

Vragen:

10. Wat voor een rol zou de Provincie hierin kunnen spelen en hoe zou zij dit moeten aanpakken (instrumenten, subsidies, etc.)?

11. Zou de Provincie Limburg een provinciale verordening moeten opstellen om de detailhandel in Limburg te structureren?

Doel: deze laatste vragen moeten inzichtelijk maken of marktpartijen vinden dat de Provincie moet

ingrijpen met betrekking tot de detailhandels- en winkelvastgoedmarkt en/of zij positief tegenover een invoering van de provinciale ruimtelijke verordening staan.

Einde