• No results found

Beschouwing internationaal gebruik van drones

In document Het gebruik van drones (pagina 141-145)

6 Internationaal beleid voor het gebruik van drones

6.7 Beschouwing internationaal gebruik van drones

De analyse van de drone-wetgeving in België, Frankrijk, Duitsland, het Vere-nigd Koninkrijk, Australië en de VereVere-nigde Staten laat zien dat het drone-beleid in Nederland vergelijkbaar is met dat van de meeste van deze landen. Alleen België laat op het moment van schrijven een sterk afwijkend beeld zien, omdat er in het geheel nog geen specifiek juridisch kader voor het gebruik van drones aanwezig is.

Opvallend is dat in de meeste van de door ons onderzochte landen een onderscheid wordt gemaakt tussen (1) het commercieel en beroepsmatig gebruik van drones en (2) het gebruik van drones voor recreatieve doel-einden. Alhoewel in sommige gevallen van dezelfde platforms en payloads gebruik wordt gemaakt, geldt in de regel een lichter regime voor het recrea-tief gebruik van drones. Wel wijken de regels op detailniveau in alle door ons onderzochte landen af van de luchtvaartregelgeving die van toepassing is op het gebruik van drones tot 25 kg in Nederland. De regels met betrekking tot de gewichtsklasse(n) laten bijvoorbeeld het volgende beeld zien:

Tabel 6.1 Internationale vergelijking gewichtsklassen drones

Land Gewichtsklasse(n) bij juridisch kader voor drones Nederland 0-25 kg, 25-150 kg en >150 kg

België 1-150 kg

Frankrijk 0-2 kg, 2-25 kg, 25-150 kg en >150 kg Duitsland 0-5 kg, 5-25 kg, en >25 kg

Verenigd Koninkrijk 0-7 kg, 7-20 kg, 20-150 kg en >150 kg

Australië Geen. Maar speciaal regime voor <25 kg voor recreatief gebruik

Verenigde Staten Geen gegevens beschikbaar voor commercieel en beroepsmatig gebruik. Speciaal regime voor <25 kg voor recreatief gebruik

Hierbij valt op te merken dat sommige van de door ons onderzochte landen een lichter wettelijk regime aanhouden voor micro-drones.

Tevens is het opvallend dat de landen afwijkende maximale hoogten aanhou-den. Deze verschillen in maximale vlieghoogten voor het gebruik van drones zijn in de volgende tabel weergegeven:

Tabel 6.2 internationale vergelijking maximale vlieghoogtes drones

Land Max. hoogte commercieel en beroeps-matig gebruik

Max. hoogte recreatief gebruik Nederland 120 meter 300 meter

België Onbekend Onbekend Frankrijk 150 meter 150 meter Duitsland 100 meter 100 meter Verenigde Koninkrijk 122 meter (400 voet) 122 meter (400 voet) Australië 122 meter (400 voet) 122 meter (400 voet) Verenigde Staten onbekend 122 meter (400 voet)

Uit deze tabel blijkt dat, in vergelijking met de door ons onderzochte landen, de maximale vlieghoogte voor drones voor recreatief gebruik in Nederland afwijkt van andere landen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft naar aanleiding van de internetconsultatie aangegeven te werken aan een hoogtebeperking voor het recreatief gebruik van drones van 120 meter (400 voet).

Daarnaast kan in een tabel worden weergegeven welke minimale afstand moet worden aangehouden van personen en objecten.

Tabel 6.3 Overzicht van aan te houden minimale afstanden bij gebruik van drones in onderzochte landen

Land Minimale afstand commercieel en beroepsmatig gebruik

Minimale afstand recreatief gebruik Nederland 150 meter van personen gebouwen

-België - 40 meter van toeschouwers

100 meter van woningen of bijgebouwen 200 meter van wegen

Frankrijk 30 meter afstand van personen 30 meter afstand van personen

Duitsland -

-Verenigd Koninkrijk Specifiek m.b.t. gebruik van drones voor observatie en data verzameling:

150 meter afstand van bewoonde gebieden 50 meter van elk vaartuig, voertuig of gebouw 50 meter van personen, gebouwen, voertuigen en

vaartuigen 50 meter van personen

150 meter afstand van druk bezette gebieden en gebieden met een verzameling van meer dan 1000 mensen

Australië - 30 meter van mensen, gebouwen, voertuigen en vaartuigen

Verenigde Staten -

-Uit de tabel is – in vergelijking met de door ons onderzochte landen – af te leiden dat de Nederlandse minimale afstand van 150 meter van mensen en gebouwen als algemene regel voor commercieel en beroepsmatig gebruik van drones relatief ver is te noemen in vergelijking met andere landen. Daar-bij moet wel worden aangetekend dat een ontheffing kan worden verleend

voor het aanhouden van een kleinere afstand tot personen en objecten. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft dan ook aangegeven dat deze ontheffing bijvoorbeeld regelmatig wordt verleend bij het commercieel en beroepsmatig gebruik van drones voor inspecties van windmolens of gebou-wen. Daarnaast is het in vergelijking met de andere door ons onderzochte landen opvallend dat geen minimale afstand van drones bij het recreatief gebruik van drones in Nederland wordt voorgeschreven. Daarbij kan wel worden opgemerkt dat als algemene luchtverkeersregel geldt dat personen niet in gevaar mogen worden gebracht bij het gebruik van drones.237 Uit deze regel kan dan ook worden afgeleid dat drones niet te dicht bij personen mogen vliegen.

Ten slotte is het opvallend dat in sommige landen de luchtvaartautoriteiten ook expliciet voorwaarden stellen aan de verwerking van persoonsgegevens en natuurbescherming. In Duitsland wordt bijvoorbeeld een verklaring omtrent de verwerking van persoonsgegevens standaard vereist bij de ver-gunningsaanvraag. Daarnaast gelden er bijvoorbeeld in zowel Duitsland als Frankrijk bijzondere bepalingen ter bescherming van natuurgebieden. Het overzicht van landen die in dit hoofdstuk aan bod zijn gekomen, geeft weliswaar een beeld van verschillende belangrijke ontwikkelingen, maar is verre van compleet. Het valt buiten de reikwijdte van dit onderzoek om alle landen te bespreken, maar ook in landen als Japan, Israël, Canada, Zuid-Afrika en Zwitserland zijn ontwikkelingen te bespeuren die mogelijk interes-sant zijn.238 Verschillende voorbeelden afkomstig uit deze landen zijn in hoofdstuk 3 aan bod gekomen. Een dieper rechtsvergelijkend onderzoek zou meer inzicht kunnen verschaffen.

Alles bij elkaar valt op dat alle onderzochte landen om redenen van lucht-vaartveiligheid regelgeving hanteren die terughoudend is als het gaat om al te ruime mogelijkheden voor het gebruik van drones. Tegelijkertijd wordt in veel landen onderzocht of de regelgeving voldoende is toegerust voor de toe-komstige ontwikkelingen en is er discussie over welke vormen van gebruik van drones juridisch mogelijk zouden moeten zijn. Nederland is geen koplo-per hierin, maar ligt wat betreft maatschappelijke discussie over het gebruik van drones en discussie over eventuele aanpassingen van wet- en regelgeving ook zeker niet achter op de ontwikkelingen in andere landen.

237 Zie voor een vergelijkbare opmerking p. 9 van het informatieblad ‘Kurzinofmation über die Nutzung von unbe-mannten Luftfahrtsystemen’ van het Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur in Duitsland. 238 Finn et al. (2014, p. 364-377) hebben ook andere landen in aanmerking genomen in hun rechtsvergelijking

naar de toepasselijke luchtvaartwetgeving bij het gebruik van drones.

7 Conclusies

In dit rapport is verkennend onderzoek uitgevoerd naar drones. Daarbij is getracht zoveel mogelijk facetten van het onderwerp mee te nemen in ons onderzoek. De hoofdvraag is dan ook breed geformuleerd en luidt als volgt:

Wat zijn de verwachte kansen en bedreigingen van het gebruik van dro-nes, in hoeverre bieden de huidige wettelijke kaders ruimte voor deze kansen en voor maatregelen tegen deze bedreigingen en, voor zover die ruimte er niet is, wat zijn de contouren van de wet- en regelgeving die daarvoor wel ruimte zou bieden?

In dit hoofdstuk geven wij antwoord op de bovenstaande onderzoeksvraag door de eerste vijf deelvragen te beantwoorden (paragraaf 7.1). Deze deelvra-gen zijn uitgebreid aan bod gekomen in de hoofdstukken 2 tot en met 6. De laatste deelvraag (‘Wat zijn de contouren van de benodigde wet- en

regelgeving om voorbereid te zijn op het gebruik van drones?’) wordt in een aparte paragraaf van dit hoofdstuk besproken (paragraaf 7.2). Ten slotte wor-den suggesties gedaan voor vervolgonderzoek naar het gebruik van drones (paragraaf 7.3).

In document Het gebruik van drones (pagina 141-145)