• No results found

Beoordelen van een debat of discussie

Als denkvaardigheden voortdurend worden geoefend kunnen we die denkstappen ook gaan gebruiken in de boordeling van leerlingen in een debat: het gaat dan niet zozeer om spreekvaardigheid en verbaal kunnen boksen of overtuigen dat meer punten oplevert, maar meer om criteria als:

een adequate vergelijking kunnen maken

goede categorieën hanteren (b.v. invalshoeken kunnen onderscheiden)

goed gebruik van leerstof/begrippen

inductief/deductief redeneren

oorzaak gevolg/samenhang – oplossings redenering kunnen maken

een waardendilemma te kunnen schetsen

afweging kunnen maken: leren betwijfelen?

2.9 Conclusies

De hoofdvraag in dit artikel was hoe we bij maatschappijleer leren voor reproductie kunnen vermijden en een hoger niveau van leren kunnen bereiken. Besproken is wat de mogelijke oorzaken zijn van een op reproductie gerichte toets praktijk en er is bekeken hoe door middel van het systematisch gebruiken en oefenen van denkstappen en denkvaardigheden bij leerlingen een attitude van kritisch denken ontwikkeld zou kunnen worden. Doel is een burger die niet alleen participeert, maar ook met distantie en betrokkenheid kritisch nadenkt over maatschappelijke problemen en oplossingen en daarbij ook zijn eigen opvattingen leert onderzoeken en betwijfelen. Drie denkvaardigheden lijken heel centraal te staan in het curriculum van maatschappijleer en maatschappijwetenschappen; vergelijken, classificeren en causaal redeneren (oorzaken/samenhangen). Zij werden tot nu toe niet expliciet opgenomen en beschreven in de eindtermen als vaardigheden die leerlingen in toetsen, examens, of opdrachten zouden moeten kunnen tonen en toepassen op de verschillende kennisdomeinen. Er wordt wel verwoord dat leerlingen een adequate argumentatie moeten kunnen tonen om hun standpunt te onderbouwen, maar hoe leerlingen dat moeten doen en kunnen leren, dat is niet duidelijk genoeg verwoord in de eindtermen en de lesboeken. Er is opgemerkt dat dat merkwaardig is: vergelijken, classificeren en causaal redeneren, vormen de kern van sociaal wetenschappelijke denken. Burgers zouden basale kennis moeten hebben in het leren redeneren en generaliseren en conclusies trekken over maatschappelijke vraagstukken (maatschappijleer). En voor maatschappijwetenschappen spreekt dat helemaal vanzelf. Vergelijken, classificeren en causaal redeneren zitten nu nog verborgen in de leerstof: in theorieën (over criminaliteit, over media etc.), in visies van politieke stromingen en partijen, in het bespreken van maatschappelijke vraagstukken en problemen rond het functioneren van de verzorgingsstaat, de pluriforme samenleving, de rechtstaat, de democratie en het functioneren van de media. Ook in het nieuwe programma voor maatschappijwetenschappen, hangen de hoofd- en kernconcepten met elkaar samen en dwingt alleen al een hoofdconcept als verandering om te leren denken in causale verbanden/correlaties en vergelijkingen.

Over vergelijken is opgemerkt dat het gaat om het leren vergelijken (als onderdeel van kritisch leren denken), maar dat vergelijken ook bijdraagt aan het motiveren en verwonderen van leerlingen. Leerstof krijgt meer

betekenis en kan beter doorgrond en kan daardoor beter worden begrepen en onthouden.

Het lijkt wenselijk dergelijke denkvaardigheden niet alleen in een vaardighedendomein op te nemen. Juist het verbinden van vaardigheden met de kennis domeinen maakt dat het helderder wordt, waartoe leerlingen bepaalde kennis zouden moeten ‘‘hebben’’. Kennis die weinig bijdraagt aan het inzicht in en kunnen analyseren van bijvoorbeeld het ontstaan van de problematiek in een multiculturele samenleving, is misschien minder nuttig dan het leren van detailkennis die weinig bijdraagt aan het denken over problemen en oplossingen.

In die zin zal het verbinden van vaardigheden met de inhoudelijke leerstof ook bijdragen aan het selecteren van leerstof: wellicht is het ook een middel om te voorkomen dat onze vakken verder uitwaaieren in ’inch deep, mile wide’ lessen. Maar het meest van belang is dat maatschappijleer en maatschappijwetenschappen op die manier denkgereedschap aandraagt en oefent, waarmee leerlingen later zelfstandig toekomstige maatschappelijke problemen kritischer kunnen overdenken: inclusief hun eigen mening daarover.

Over de auteur

Gerard Ruijs is socioloog en hij is werkzaam als vakdidacticus aan de Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam en hij is docent Maatschappijleer/ Maatschappijwetenschappen.

LITERATUUR

Bonney, C.R. & Sternberg, R.J. (2010). Learning to think critically. In R.E. Mayer & P.A. Alexander (Eds.), Handbook of Research on Learning and Instruction (pp. 166-196). New York: Routledge.

Bransford, J. e.a. (2008). How people learn. Brain, mind, experience, and school. Washington D.C.: National Academy Press.

Brookhart, S.M. (2010). How to assess higher thinking skills in your classroom. Alexandria, Virginia: ASCD.

Fadel, A. (2009). ‘Frame reflectie’: 5 frames ten aanzien van het Midden Oosten conflictt; Ontwerp lessen maatschappijleer. Amsterdam: ILO/UvA.

Fennema, M., Lezing Docentendag NVLM 2011.

Jacobs, J. (2012). Ontwerp pluriforme samenleving: maatschappijleer. Amsterdam: ILO/UvA

Jacobs. J (2012). Lessen hogere denkvaardigheden: probleem-oorzaak- gevolg redeneringen met de theorieën over criminaliteit. Amsterdam: ILO/UvA.

Lucassen, L. (2010). De Mythe van de Linkse Kerk: immigratie en polarisatie, de Groene 23-6-2010

Marzano,. R.J. & Kendall, J.S. (2007). The New Taxonomy of Educational Objectives. California: Corwin Press.

Marzano, R.J. & Miedema, W. (2005). Leren in vijf dimensies. Assen: van Gorcum.

Marzano, R.J. e.a. (2010). Wat werkt in de klas. Tilburg: Bazalt.

Niemi, R.G. & Junn, J. (1998). Civic Education. What Makes Students Learn.

New Haven: Yale University Press.

Olgers, A.A.J., Schra, E.L. & Veldman, M.C. (2009). Seneca, niet voor

school, maar voor het leven leren wij. Lesboek voor

maatschappijleer. Budel: Damon.

Rexwinkel, R & Veldhuis, R. (2007). Maatschappijleer over de grens.

Amsterdam: Pro Demos.

Ruijgrok, K. (2012). Kritisch leren denken en leren redeneren; ontwerples rond hogere denkvaardigheden. Amsterdam: ILO/UVA.

Schuijt, B. e.a. (2007). Thema’s maatschappijleer, lesboek Havo. Wormerveer: Essener.

Torney-Purta, J. e.a. (2000). Creating Citizenship: Youth Development for Free and Democratic Society. Institute for Child Study. University of Maryland.

Velthorst, G., Oosterheert, I., & Brouwer. N (2011). Onderzoekend leren: de nieuwsgierigheid voorbij. Kenniscentrum Wetenschap en Techniek (VELON).

Westheimer, J. & Kane, J. (2004). ‘What kind of citizen? The politics of education for democracy’, American educational research journal, 41, 2, 237 – 269.

FILM

Apted, M. (1964). Seven Up. Londen (film).