• No results found

Beleidsprioriteit «Gevechtskracht»

In document Ambitieus, maar haalbaar (pagina 65-68)

11 STARTNOTITIE DEFENSIE

11.1 Beleidsprioriteit «Gevechtskracht»

11.1.1 Vraagstelling

De Tweede Kamer vraagt ten aanzien van de beleidsprioriteit «Gevechts-kracht» onderstaande gegevens.

aandeel personele kosten t.o.v. materiële kosten in de gevechtskracht 1999;

aandeel gevechtskracht in totale uitgaven van defensie 1999; en

afname gevechtskracht (gesplitst in materiële en personele kosten) ten gevolgen van de bezuinigingen op de begroting van Defensie.

11.1.2 Het beleidsveld

11.1.2.1 Algemene beschrijving

De hoofddoelstellingen van Defensie staan onder andere vermeld in de Hoofdlijnennotitie van het Ministerie van Defensie. Eind januari 1999 boden de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken deze notitie aan de Tweede Kamer aan. De notitie bevat de uitgangspunten en richtlijnen voor de in het Regeerakkoord aangekondigde Defensienota 2000.

De Hoofdlijnennotitie stelt dat de krijgsmacht moet kunnen bijdragen aan:

• de bescherming van de integriteit van het eigen en het bondgenoot-schappelijk gebied;

• de bevordering van de internationale rechtsorde, waaronder begrepen de bevordering van veilige en stabiele verhoudingen in de periferie van het NAVO-verdragsgebied;

• de ondersteuning en hulpverlening zowel voor de uitvoering van civiele overheidstaken in Nederland als internationaal.

Volgens de ministers leiden de internationale ontwikkelingen tot een grotere nadruk op paraatheid, inzetbaarheid, flexibiliteit, mobiliteit en internationale inpasbaarheid van militaire eenheden.

11.1.2.2 Financieel belang

Een koppeling met begrotingsartikelen is in principe mogelijk. De personele en materiële kosten zijn opgenomen in de begroting. Omdat

«gevechtskracht» niet duidelijk is gedefinieerd kan niet precies worden aangegeven wat het financieel belang van de beleidsprioriteit is. Het totale begrote financieel belang voor de krijgsmachtonderdelen bedraagt voor 1999 circa f 10,5 miljard.

In de brief van de Tweede Kamer wordt melding gemaakt van bezuini-gingen op de Defensiebegroting. De in de Hoofdlijnennotititie beschreven voornemens hebben echter niet alleen betrekking op de structurele bezuiniging van f 375 miljoen. Op sommige terreinen wordt de krijgs-macht ingekrompen; op andere terreinen is daarentegen juist sprake van vernieuwing of intensivering. De Hoofdlijnennotitie, die op dit moment in de Tweede Kamer in behandeling is, geeft met de genoemde voorstellen voor vernieuwing en bezuinigingen de richting aan die in de komende Defensienota 2000 verder zal worden uitgewerkt. Hierin zal ook het nieuwe Strategic Concept van de NAVO worden verwerkt.

11.1.2.3 Concreetheid en meetbaarheid doelstellingen

De Tweede Kamer vraagt informatie over gevechtskracht. Wat hieronder

precies moet worden verstaan is niet duidelijk. Het ministerie van

Defensie gebruikt meestal de term operationele inzetbaarheid/gereedheid.

Deze wordt gevormd door personele en materiële gereedheid en geoefendheid/activiteiten van de eenheden.

Voor de inzet van de Nederlandse krijgsmacht zijn de operationele doelstellingen (die voor iedere krijgsmachtdeel zijn vastgesteld) van belang. Deze doelstellingen bepalen de gewenste beschikbaarheid van de middelen van de krijgsmacht, uitgedrukt in gereedheidstermijnen en/of inzetduur. Daarnaast zijn er diverse normen voor de geoefendheid van personeel.

In eerder Rekenkameronderzoek naar inzetbaarheid (1991 en 1994) concludeerde de Rekenkamer dat het meten van de operationele

inzetbaarheid niet goed mogelijk was, omdat binnen Defensie geen eisen gesteld zijn aan de kwaliteit van het meetinstrumentarium en dat voor de betrouwbaarheid van de registratie-instrumenten geen normen geformu-leerd bleken te zijn. In het kader van een voorgenomen onderzoek naar inzetbaarheid heeft de Rekenkamer de minister van Defensie in december 1998 gevraagd naar een concreet plan om tot verbetering van de meting van inzetbaarheid te komen. De minister antwoordde in maart 1999 dat hij als gevolg van dit verzoek en de voorstellen van de Tweede Kamer besloten heeft de implementatie van de kengetallen voor de operationele gereedheid te versnellen.

De algemene Defensiedoelstellingen en de doelstellingen op de lagere managementniveaus zullen in meetbare termen worden geformuleerd, zodat het ontwikkelen van operationele gereedheidskengetallen en het meten van de operationele gereedheid mogelijk wordt. Volgens de minister zullen operationele gereedheidsdoelstellingen opgenomen worden in de begroting 2000. Met ingang van de begroting 2003 dienen kengetallen ontwikkeld te zijn voor meting van de realisatie van de doelstellingen. Deze kengetallen dienen gepresenteerd te kunnen worden in de begroting.

Als beleidsinstrumenten voor het bereiken van de geformuleerde hoofddoelstelling kunnen onder meer worden beschouwd werving, selectie en opleiding, deelname aan (internationale) oefeningen, aanschaf-procedure materieel, bedrijfsvoerings-instrumentarium. Deze opsomming is niet limitatief.

In het kader van Defensie activiteiten worden ook meer informele instrumenten gebruikt, zoals bijvoorbeeld onderhandelingen in

NAVO-verband en bilaterale gesprekken tussen ministers van Defensie die soms leiden tot zogenoemde memorandums of understanding etc.

Aan deze genoemde instrumenten zijn deels concrete, maar niet altijd meetbare, doelen verbonden. Er is geen duidelijkheid over tijdstip waarop hoofddoelstelling gerealiseerd wordt. Bij de doelstellingen lager in de hiërarchie is dit soms wel het geval.

11.1.3 Gevraagde gegevens

11.1.3.1 Soort gegevens en afdekking beleidsterrein

De Tweede Kamer vraagt uitsluitend gegevens over uitgaven. Hierdoor is het niet mogelijk inzicht te krijgen in de relatie doelen, prestaties en uitgaven.

Omdat de term «Gevechtskracht» niet gedefinieerd is, is niet aan te geven in hoeverre het beleidsveld wordt afgedekt. De Tweede Kamer vraagt informatie over overhead. Wanneer kosten als overhead gekarakteriseerd moeten worden is diffuus; bijvoorbeeld de kosten van het

kerndepartement kunnen als overhead worden aangemerkt maar ook de kosten van de staven op de krijgsmachtdelen.

11.1.3.2 Haalbaarheid gevraagde gegevens

Er is binnen Defensie veel beleidsinformatie beschikbaar. Het is de vraag of deze informatie de gevraagde informatie in voldoende mate zal kunnen opleveren. Of en in welke mate beleidsinformatie relevant is, zal blijken uit de reeds eerder aangehaalde doelstellingenoperatie.

Met betrekking tot de betrouwbaarheid van de gegevens kan worden gemeld dat het financieel beheer bij Defensie, zo is gebleken uit Reken-kamer onderzoeken, te wensen over liet. Zo is er bijvoorbeeld sprake van tekortkomingen in het materieel beheer, worden regels inzake Europese aanbesteding niet nageleefd en vertoont de administratieve organisatie en interne controle diverse tekortkomingen. Voor alle Defensie-onderdelen zijn verbeterplannen opgesteld. Bij twee onderdelen (de KL en de DICO) is een bezwaaronderzoek ingesteld om na te gaan of dit leidt tot daadwerke-lijke verbeteringen. De algemene conclusie is dat Defensie voor wat betreft de KL en de DICO voldoende resultaten heeft bereikt maar dat bij de overige onderdelen meer als gevolg van verkeerde prioriteitstelling, nauwelijks verbeteringen zijn gerealiseerd.

Wat het inzicht in de kosten betreft streeft het ministerie ernaar dat in het jaar 2001 elke organisatie-eenheid tot op het niveau van

resultaat-verantwoordelijke eenheid een zodanig kosten inzicht moet hebben dat dit een zelfstandige factor vormt bij de afweging van de inzet/gebruik van middelen in relatie tot de totstandbrenging van produkten en diensten.

De door de Tweede Kamer gevraagde gegevens zijn in de tijd te verge-lijken. Jaarlijks kunnen deze gegevens worden opgeleverd.

In het licht van de activiteiten binnen het ministerie van Defensie ligt het voor de hand om de resultaten van de doelstellingenoperatie af te wachten en op basis daarvan de gewenste informatie te bepalen. Dit betekent natuurlijk niet, dat de Tweede Kamer in de tussentijd verstoken moet blijven van relevante informatie. Als de Tweede Kamer akkoord gaat met de voorgestelde invulling van de bezuinigingstaakstelling, dan dient zij de voortgang en realisatie via concrete informatie te kunnen volgen.

11.1.4 Overzicht aandachtspunten

Onderstaande tabel geeft de belangrijkste aspecten van de analyse weer en vermeldt of er sprake is van een direct aandachtspunt. In de startnotitie is in de corresponderende paragraaf meer informatie over het

aandachtspunt opgenomen en zijn eventueel aanbevelingen geformu-leerd.

Aandachtspunten

Doelen/doelstellingen

Concreetheid/meetbaarheid X

Koppeling begrotingsartikelen o

Departementsoverstijgend n.v.t.

Overige n.v.t.

Gevraagde gegevens

Vraag betreft geen prestaties X

Afdekking beleidsveld nb

Overige n.v.t.

Doelen/doelstellingen Aanwezigheid informatie

Jaarlijkse oplevering o

Afhankelijkheid derden n.v.t.

Betrouwbaarheid nb

Aansluiting aanwezige kengetallen nb

Overige n.v.t.

X aandachtspunt

o geen direct aandachtspunt

n.v.t. niet van toepassing

nb niet bekend

In document Ambitieus, maar haalbaar (pagina 65-68)