• No results found

Beleidsprioriteit «Congestiekans hoofdwegennet»

In document Ambitieus, maar haalbaar (pagina 80-84)

13 STARTNOTITIE VERKEER EN WATERSTAAT 13.1 Beleidsprioriteit «Waterhuishouding»

13.2 Beleidsprioriteit «Congestiekans hoofdwegennet»

13.2.1 Vraagstelling

De Tweede Kamer vraagt ten aanzien van de beleidsprioriteit «congestie-kans hoofdwegennet» onderstaande gegevens.

Welke prestaties zijn geleverd om de congestiekans op het HWN terug te dringen (te meten in de indicatoren: aandeel HWN waarop de 2%, resp. 5% congestiekans wordt overschreden en het aantal voertuig-verliesuren)

Welke maatregelen en de middelen die daarmee samenhangen hebben wel of niet bijgedragen aan het terugdringen van de congestiekans?

13.2.2 Het beleidsveld

13.2.2.1 Algemene beschrijving

Een belangrijke voorwaarde voor economische groei in ons land is een goede bereikbaarheid van onze economische centra over weg, water en spoor. In het Structuurschema Verkeer en Vervoer II (SVV-II) is hiervoor beleid ontwikkeld. De uitvoering van de nota heeft achterstand opgelopen, daarom is de nota Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB) opgesteld, dat een intensivering van en actualisering van het SVVII-beleid inhoudt, specifiek gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid van de stadsgewesten.

Doelstelling van het beleid is het reduceren van de congestiekans.

Formeel is niet de congestiekans, maar bereikbaarheid onderwerp van beleid. Deze doelstelling is uitgewerkt in het SVV-II en het SWAB. Voor zowel het SVV-II als het SWAB zijn doelstellingen geformuleerd. Voor het SVV-II is de bereikbaarheidsdoelstelling geconcretiseerd in een

congestiekans in 2010 van 2% voor achterlandverbindingen met mainports en 5% voor het overige hoofdwegennet. Het SWAB heeft als doelstelling doorstroming van het economisch verkeer rond steden en geen structurele files op achterlandverbindingen buiten de randstad.

Om de bereikbaarheid en mobiliteit te bevorderen worden veel instru-menten ingezet, die moeilijk los van elkaar kunnen worden gezien.

Voorbeelden van maatregelen en instrumenten zijn verbeterde verkeersin-formatie, vervoermanagement, benuttingsmaatregelen en extra OV in de spits. Daarnaast zijn er maatregelen genomen als toeritdosering, verkeers-signalering, prijsbeleid, afremmen autosolisme, aanleg carpoolfaciliteiten, ingebruikname spitslijnen etc. De instrumenten zijn dus velerlei en spelen vaak ook een rol bij de realisatie van andere beleidsdoelen. Naast

bevorderen bereikbaarheid en mobiliteit spelen verkeersveiligheid en milieudoelstellingen een rol.

De congestiekans HWN heeft raakvlakken met een aantal departementen.

Naast het eigen prijsbeleid van het ministerie in de vorm van rekening-rijden, wordt ook een prijs gelegd op mobiliteit in de vorm van brandstof-accijns opgelegd door het Ministerie van Financiën. VROM heeft zowel vanuit de ruimtelijke ordeningstaak (VINEX-locaties) als vanuit de milieuhoek (OV, geluidsoverlast) te maken met de congestiekans. Het Ministerie van Economische Zaken heeft met het bedrijventerreinenbeleid ook invloed op het verminderen van de congestiekans. Het beleid met betrekking tot flexibele werktijden van SZW beoogt ook de congestiekans te verminderen.

13.2.2.2 Financieel belang

De instrumenten die ingezet worden in het kader van «bereikbaarheid»

vallen onder diverse begrotingsartikelen of artikelonderdelen. Het aspect bereikbaarheid (en dus congestie) is verweven in vele vervoersmaatre-gelen die gericht zijn op de vraag- en aanbodkant. Zowel toeritdoseringen (geleiding) als spitsvoorzieningen in het stads- en streekvervoer (aanbod) spelen bijvoorbeeld een rol. Per afzonderlijk instrument is wel een

koppeling te leggen met de uitgaven. Voor het «congestiebeleid» is sprake van een toerekeningsprobleem. Daarnaast zijn er maatregelen te vinden bij andere begrotingshoofdstukken die de congestiekans beïnvloeden. Het is daarom ook moeilijk een totaal financieel belang aan te duiden.

13.2.2.3 Concreetheid en meetbaarheid doelstellingen

De doelstellingen voor congestiekansen in het SVV-II zijn concreet en meetbaar geformuleerd. Voor het SWAB is de eerste doelstelling,

doorstroming van economisch verkeer en de tweede geen structurele files op achterlandverbindingen buiten de randstad. De doelstellingen zijn geoperationaliseerd in de indicatoren «aantal voertuig-verliesuren» en in

«congestiekansen».

De doelen zijn gesteld voor middellange termijn. Het doel van het SVV moet bereikt zijn in 2010 en voor het SWAB geldt dat de filelast in 2005 terug moet zijn gebracht tot het niveau van 1990. Er zijn geen jaardoelen.

De moeilijkheid bij het reduceren van de congestiekans en de voertuig-verliesuren, is dat het ministerie van V&W slechts invloed heeft op een deel van de belangrijke factoren die congestie veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn het groeiend autobezit, en groei van de economische bedrijvigheid. Dit hoeft dan niet te betekenen dat de genomen maatre-gelen niet werken, maar het is dan lastig om te bepalen welk effect de maatregelen hebben gehad. Daarnaast is van belang dat door maatre-gelen die aangrijpen op de aanbodkant, het effect van de maatremaatre-gelen die gericht zijn op de vraagkant «gesaldeerd» kan worden.

13.2.3 Gevraagde gegevens

13.2.3.1 Soort gegevens en afdekking van het beleidsterrein De gevraagde gegevens hebben betrekking op de prestaties en de middelen die het ministerie heeft geleverd en ingezet om congestie terug te dringen. Daarnaast wordt gevraagd naar het effect van deze prestaties.

Het beleidsveld wordt voor de maatregelen van V&W, in principe afgedekt door de vragen. De maatregelen van andere ministeries blijven buiten beschouwing.

13.2.3.2 Haalbaarheid gevraagde gegevens

De opgetreden congestiekans en de voertuig-verliesuren worden jaarlijks in de verantwoording (IF) opgenomen in de vorm van het percentage rijkswegen dat de maximaal toelaatbare congestiekans overschrijdt en de index voertuig-verliesuren. Deze indicatoren zijn echter niet de resultante van de gezamenlijke maatregelen ter voorkoming van congestie. Ook externe (autonome) factoren zoals de groei van het wagenpark, zijn hierop in belangrijke mate van invloed. Om het effect te kunnen meten moet een volledig inzicht bestaan in de vraag welke factoren hoe en in welke mate van invloed zijn op de congestiekans. Om deze reden is de vraag van de Tweede Kamer naar de bijdrage van elke maatregel afzonderlijk moeilijk te beantwoorden. Er kan bijvoorbeeld niet worden vastgesteld dat toerit dosering voor 0,1% bijdraagt aan het verminderen van de congestiekans.

Door het ontwikkelen en toepassen van modellen probeert het ministerie vat te krijgen op deze materie.

Informatie over de congestiekans en de voertuig-verliesuren kan wel grotendeels betrouwbaar op het ministerie worden verzameld. De gegevens sluiten aan bij bestaande kengetallen die in de begroting van het infrastructuurfonds zijn opgenomen. De informatie is vergelijkbaar in de tijd en kan jaarlijks worden opgeleverd. Ook voor de genomen maatregelen en de middelen die daarmee samenhangen, geldt dat deze informatie geleverd kan worden. Het gaat dan wel om veel gedetailleerde informatie; een mogelijkheid zou zijn om meer geaggregeerde informatie te vragen.

13.2.4 Overzicht aandachtspunten

Onderstaande tabel geeft de belangrijkste aspecten van de analyse weer en vermeldt of er sprake is van een direct aandachtspunt. In de startnotitie is in de corresponderende paragraaf meer informatie over het aandachts-punt opgenomen en zijn eventueel aanbevelingen geformuleerd.

Aandachtspunten

Doelen/doelstellingen

Concreetheid/meetbaarheid o

Koppeling begrotingsartikelen X

Departementsoverstijgend X

Overige X1

Gevraagde gegevens

Vraag betreft geen prestaties o

Afdekking beleidsveld o

Overige X2

Aanwezigheid informatie

Jaarlijkse oplevering o

Afhankelijkheid derden n.v.t.

Betrouwbaarheid nb

Aansluiting aanwezige kengetallen o

Overige n.v.t.

X aandachtspunt

o geen direct aandachtspunt

n.v.t. niet van toepassing

nb niet bekend

1Het verband tussen beleidsinspanningen en het niveau van de congestie is erg moeilijk te leggen.

2Door onder andere de moeilijke toerekeing van effect aan de maatregelen tezamen (zie ook voetnoot1, blz. 19) is uitsplitsing van effect naar maatregel niet realistisch.

In document Ambitieus, maar haalbaar (pagina 80-84)