• No results found

Belang van de creatieve industrie: waarde en werkgelegenheid

bovengemiddelde groei De creatieve industrie is in de afgelopen decennia op het netvlies van beleids-

3.3 Belang van de creatieve industrie: waarde en werkgelegenheid

Een belangrijk deel van het onderzoek naar de creatieve industrie, nationaal maar ook internationaal, bestaat uit inventarisaties van het economische belang van de sector. Daarbij zijn de omvang van de bedrijvigheid, het aantal banen en de gereali- seerde omzet en toegevoegde waarde de belangrijkste indicatoren. Dit onderzoek dient vaak om de stelling te onderbouwen dat de creatieve industrie een bovenge- middelde economische groei laat zien.

Cross Media Monitor van Stichting iMMovator is een langlopend project in Nederland, waarin sinds 2006 de ontwikkeling van de creatieve industrie in Nederland wordt bijgehouden, gekoppeld aan de ontwikkeling van de sector ICT.

31

Het project gebruikt verschillende databronnen, onder meer LISA4, een databe-

stand van banen in sectoren en bedrijfstakken. Een tweede relevante bron vormen de nationale rekeningen van het CBS, op basis waarvan omzet en toegevoegde waarde worden berekend. De laatste editie van de Cross Media Monitor studie stamt uit 2012, met 2011 als meest recente jaar waarover gerapporteerd is (Rutten, Koops & Nieuwenhuis, 2012a, 2012b, 2012c). Voor deze publicatie is, aanvullend op het materiaal en de inzichten uit de Cross Media Monitor 2012, voor een aantal grootheden de actuele stand berekend op basis van recentere versies van het LISA-databestand. In het bijzonder is daarbij gekeken naar het aantal banen in de creatieve industrie en de daarbinnen onderscheiden deelsectoren: kunst en cultureel erfgoed, media- en entertainmentindustrie en creatief zakelijke dienst- verlening. 5 Ook is de ontwikkeling van de creatieve industrie in de belangrijkste

cross-media-steden van Nederland geanalyseerd en bevat dit hoofdstuk een paragraaf over de recente ontwikkelingen in de creatieve industrie van Rotterdam.

3.3.1 Aantal banen 2000-2011

Tabel 3.1 laat zien dat de hoeveelheid banen in de creatieve industrie vanaf de eeuwwisseling tot en met 2011 sneller is gegroeid dan in de economie in haar geheel. Het aantal banen in de creatieve industrie is met gemiddeld drie procent per jaar toegenomen, terwijl dat voor de totale economie slechts 0,9 procent was. Voor de meer recente jaren 2009, 2010 en 2011 was het groeipercentage van de creatieve industrie lager dan in de hele periode 2000-2011. In de periode 2009-2011 groeide het aantal banen in de creatieve industrie gemiddeld met 1,9 procent per jaar, tegen een krimp van 0,2 procent voor de economie in haar geheel.

Het groeipercentage van de creatieve industrie is in de jaren 2009-2011 in opwaartse zin vertekend als gevolg van een administratieve maatregel uit 2008. Die maatregel verplichtte individueel werkende ondernemers (ZZP’ers) zich te laten registreren bij de Kamer van Koophandel, waardoor in het bijzonder veel onafhankelijk werkende kunstenaars in de statistieken verschenen. Dat uitte zich onder andere in een forse toename van het aantal banen in de scheppende kunsten (negen procent) en de podiumkunsten (5,7 procent), die naar alle waarschijnlijkheid voor een belangrijk deel te wijten was aan de verplichte

registratie (Rutten, Koops & Nieuwenhuis, 2012a, p.19-23). Gevolg daarvan is dat de kwaliteit van de statistieken is verbeterd, maar tegelijkertijd ook dat de vergelijk- baarheid met de voorafgaande jaren lastiger is, de feitelijke groei wordt overschat.

4 LISA staat voor Stichting Landelijk Informatiesysteem Arbeidsplaatsen en Vestigingen.

32 In 2011 was de creatieve industrie verantwoordelijk voor 3,5 procent van de banen

in Nederland. Een deelsector van de creatieve industrie laat in de jaren 2009-2011 echter een krimp in het aantal banen zien. In de media- en entertainmentindu- strie gingen namelijk ruim drieduizend banen verloren, wat neerkomt op een gemiddelde jaarlijks negatieve groei van 1,7 procent, ruim meer dan de daling in de economie in haar geheel van 0,2 procent. In de creatieve zakelijke dienstverlening was wel sprake van groei in de jaren 2009-2011: 1,8 procent gemiddeld per jaar (Rutten, Koops & Nieuwenhuis 2012a, p.19-23).

Tabel 3.1: Aantal banen 2011, banengroei 2000-2011 en 2009-2011 in de creatieve industrie in Nederland Deelsectoren Banen 2011 2000-2011Groei ( aantal) Groei 2000-2011 (% per jaar) Groei 2009-2011 (aantal) Groei 2009-2011 (% per jaar)

Kunsten en cultureel erfgoed 98.874 39.808 4,8% 10.445 5,7%

Media- en entertainmentindustrie 89.296 7.142 0,8% -3.122 -1,7%

Creatief zakelijke dienstverlening 92.280 31.369 3,8% 3.223 1,8%

Creatieve industrie 280.450 78.319 3,0% 10.546 1,9%

Totale economie 8.065.110 729.740 0,9 % -29.030 -0,2 %

Bron: Rutten Koops & Nieuwenhuis, 2012a.

3.3.2 Omzet 2000-2010

In de omzetontwikkeling vanaf de eeuwwisseling steekt de creatieve industrie minder positief af bij de economie in haar geheel dan in de banenontwikkeling. In 2010 zet de creatieve industrie 32,8 miljard euro om. Dat is 2,9 procent van de omzet in de totale economie. De gemiddelde omzetgroei van de creatieve industrie ligt in de periode 2000-2010 met 1,3 procent licht boven het gemiddelde van 1,1 procent voor de economie in haar geheel (Rutten, Koops & Nieuwenhuis, 2012a, p. 30-33) Bij de verdeling van de totale omzet van de creatieve industrie over de verschil- lende deelsectoren in figuur 3.1 valt het aanzienlijke verschil ten opzichte van de verdeling van het aantal banen over dezelfde deelsectoren op (vgl. figuur 2.1). Meer dan de helft van de omzet van de creatieve industrie komt uit de media- en entertainmentindustrie. De andere twee deelsectoren dragen om en nabij een kwart bij. De omzet per werknemer is in de media- en entertainmentindustrie aanmerkelijk hoger dan die in de twee andere deelsectoren. Het feit dat juist de banengroei in de media- en entertainmentindustrie negatief is, weegt zwaar door in de omzetontwikkeling van de gehele creatieve industrie.

33

Die is in de voorbije jaren onder druk komen te staan als gevolg van de

economische crisis en de ontwrichtende werking van digitalisering in deze sector.6

Tabel 3.2 laat zien dat de omzet in de totale creatieve industrie in 2008-2010 daalde met een miljard euro (-1,5 procent). Dat is verhoudingsgewijs meer dan de teruggang van de totale economie, die met -1,4 procent kromp. Banengroei in de creatieve industrie (zie tabel 3.1) gaat gepaard met een daling van de omzet (Rutten, Koops & Nieuwenhuis, 2012a, p.30-33). In 2008-2010 maakte de creatieve industrie daarmee de claim economisch beter te presteren dan de rest van de economie, in omzettermen niet langer waar. Die conclusie wordt onderstreept door gegevens uit onderzoek van Nieuwenhuis en Koops waaruit blijkt dat de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in haar geheel is teruggelopen van 15 miljard euro in 2008 naar 13,7 miljard euro in 2011. Alle drie de deelsectoren van de creatieve industrie laten vanaf 2008 consequent een daling zien. De toegevoegde waarde van de media- en entertainmentindustrie daalt van 7,6 naar 7 miljard

6 Ontwikkelingen als digitalisering en convergentie hebben grote consequenties voor de creatieve indus-

trie, in het bijzonder voor de media- en entertainmentindustrie. Grote traditionele bedrijven verliezen terrein aan nieuwe spelers. Op basis van de nu gehanteerde statistieken stellen we krimp vast voor de creatieve industrie. Belangrijke vraag is of de omzet en toegevoegde waarde zich verplaatst naar bedrijven, bijvoorbeeld naar aanbieders van online content, die door de huidige werking van de creatieve industrie niet in de statistieken van de creatieve industrie verschijnen, of dat de omzet de creatieve indus- trie verlaat doordat de gecreëerde waarde simpelweg afneemt. Hier ligt een belangrijke methodische uitdaging voor de toekomst, zowel voor de registratie van activiteiten als voor de te hanteren analyses. Hier is, uitgaande van bestaande definities, vooralsnog de aanname gedaan dat de sector krimpt. Figuur 3.1: Creatieve industrie in Nederland. Verdeling van omzet over

deelsectoren (2010)

Bron: LISA en CBS/Bewerking TNO en Creating 010

Creatief