• No results found

5-1. Bedieningsfuncties op voorpaneel (zie Sectie 5-2)

1 2 4 5

6 7 8

9 10

3

Stop

5-2. Beschrijving van bedieningsfuncties voorpaneel (zie Sectie 5-1)

Bedieningsfuncties voor het starten van de motor

1 Voorgloeischakelaar

Gebruik deze schakelaar om de starthulp in te schakelen voor het opstarten in koud weer (zie de startinstructies hierna).

2 Motorbedieningsschakelaar

Gebruik deze schakelaar om de motor te star-ten, het motortoerental te kiezen (als de las-groep een automatische stationairoptie heeft) en de motor uit te zetten.

In de werktoerentalstand loopt de motor op las/stroomsnelheid. In de werktoerental/stati-onairstand (optie) loopt de motor op statio-nairsnelheid bij nullast en op lassnelheid bij belasting.

3 Stophendel van de motor

Gebruik deze hendel om de motor te stoppen als de motorbedieningsschakelaar niet werkt.



De stophendel sluit de brandstoftoevoer af. Desondanks zal de stophendel de mo-tor niet laten stoppen als de momo-tor brand-stofrijke lucht kan aanzuigen vanuit de atmosfeer (olieraffinaderijen)

Starten:

OPMERKING − Geen ether gebruiken.



Als de motor niet start, laat de motor dan eerst volledig tot stilstand komen voordat u hem weer probeert te starten.

Boven 325 F (05 C): Verdraai de motorbesturingsschakelaar naar startstand.

Laat de motorbesturingsschakelaar los als de motor loopt.

Onder 325 F (05 C): Draai de motorbestu-ringsschakelaar op de werktoerental/station-airstand. Druk de voorgloeischakelaar 60 se-conden in. Draai aan de startschakelaar om te starten. Laat de startschakelaar en voor-gloeischakelaar los als de motor loopt.

Stoppen: Draai de motorbesturingsschakelaar op Off.

Meters en signaallampen van de motor



Zie hoofdstuk 5-6 voor complete informa-tie van de brandstof/uren meter 4 Brandstofmeter/urenmeter

Gebruik de meter om het brandstofniveau en de bedrijfsuren te controleren, of wanneer de olie vervangen moet worden.

Zet de startschakelaar op de stand “Run” of

“Run/Idle” om het brandstofniveau of de be-drijfsuren te controleren, wanneer de motor niet loopt

5 Motorindicatielampjes

Het lampje gaat branden en de motor stopt als de temperatuur boven 230°F (110° C) of de oliedruk van de motor is lager als 69kPa.



Normale motortemperatuur is 82 tot 95°C. Normale oliedruk is 207 tot 414 kPa.

OPMERKING − Laat de motor niet lopen voordat het probleem is opgelost.

Lasregelfuncties

6 Contrastekker afstandsbediening Gebruik deze aansluiting om afstandbe-dieningen,draadaanvoersystemen en ge-reedschap aan te sluiten.

Wanneer een afstandbediening aangesloten is, zal de machine automatisch om schakelen naar het gebruik met afstandbediening (zie Sectie 4-11).

Wanneer een afstandbediening is aangeslo-ten, zal het lasvermogen bepaald worden door de combinatie van spanning/stroom in-stellingen op het bedieningspaneel en die op de afstandbediening.

Wanneer er geen afstandbediening is aange-sloten, worden de spanning/stroom instellin-gen gemaakt op het bedieningspaneel.



Als een defecte afstandbediening aange-sloten is op RC14 ,of wordt verwijderd tijdens gebruik, zal het display HELP 25 tonen (zie Sectie 7-12). Verwijder de fout-code door de machine te stoppen en te herstarten of door de processchakelaar te verdraaien.

7 Proces/contactor−schakelaar

Zie Sectie 5-3 voor informatie over de proces/

contactor−schakelaar.

8 Spanning/Stroom regelknop

Gebruik de regelknop om de stroom in te stellen op de stand: Beklede elektrode of TIG.

Als de proces/contactorschakelaar op enige stand voor MIG−lassen staat, moet u deze bedieningsfunctie gebruiken om de spanning te regelen. Met de spanning/stroom schakelaar op de stand afstandbediend, zal de regelknop een limiet instellen op de stand Beklede elektrode of TIG, maar heeft geen in-vloed op de stand MIG.

Lasmeters (optie)



De meters om de lasstroom af te lezen worden ook gebruikt om HELP foutcodes te tonen (zie Sectie 7-12).

9 DC Voltmeter

De voltmeter geeft de voor ingestelde spanning (MIG lassen) weer met contactor uit en de actuele uitgangsspanning met de con-tactor ingeschakeld. De voltmeter meet de spanning op de laskabelaansluitingen, dit wijkt iets af door spanningsval over de kabels en koppelingen.

Schakel de contactor uit en zet de proces-schakelaar op MIG stand om de lasspanning in te stellen. Draai met de regelknop naar de gewenste spanning. Na het lassen wordt eerst de actuele lasspanning en daarna de in-gestelde spanning weergegeven.

10 DC Ampèremeter

De ampèremeter geeft de ingestelde stroom (Beklede elektrode en TIG) weer wanneer niet gelast wordt, en de actuele stroom tijdens lassen.

Zet de processchakelaar op de stand Bekle-de elektroBekle-de of TIG stand om Bekle-de stroom in te stellen. Draai de met de regelknop naar de ge-wenste stroom. Na het lassen wordt eerst de actuele lasstroom en daarna de ingestelde stroom weergegeven.

!

De aansluitklemmen komen on-der spanning te staan als de Proces/Contactorschakelaar op de stand Lasklemmen altijd Aan staat en de motor loopt.

1 Proces/contactor−schakelaar 2 PositionLasklemmen altijd Aan –

TIG Lift Arc positie 3 Afstandsbediening

Aan/Uit−schakelaar vereist – TIG, HF vereist of strijkstart

4 Afstandsbediening

Aan/Uit−schakelaar vereist − Gevulde draad positie

5 PositionLasklemmen altijd Aan – Draad

6 PositionLasklemmen altijd Aan – Beklede elektrode positie

Gebruik deze schakelaar om het las-proces en de aan/uit−regeling van de lasuitgangsspanning te kiezen (zie on-derstaande tabel).

Zet de schakelaar in de stand afstands-bediening Aan/Uit−schakelaar vereist om de lasuitgangsspanning aan en uit te zetten met een afstandsbediening aan-gesloten op de 14-pin stekker.

Zet de schakelaar in de stand Lasklem-men altijd Aan om steeds lasuit-gangsspanning te krijgen als de motor draait.

Gebruik de Lift-Arc TIG stand voor TIG om de Lift-Arc TIG start te kunnen ge-bruiken. (zie Sectie 5-4).

5-3. Proceskeuze-schakelaar

Ref 804 444−C / Ref 287 125−A

1

2

3 4

5 6

Instellingen van de Proces/Contactorschakelaar

Instellingen van de schakelaar Proces Uitgangsspanning aan/uit Automatisch stationair van de motor (optie) PositionLasklemmen altijd Aan −

TIG Lift Arc TIG Lift-Arc (GTAW) Ingeschakeld Actief

Afstandsbediening Aan/Uit−schakelaar vereist − TIG,

HF vereist of strijkstart

TIG met Hoogfrequent−unit, Puls−unit,

of afstandbediening Inschakelen via 14 pol. aansl. Actief Afstandsbediening

Aan/Uit−schakelaar vereist − Gevulde draad

Gevulde draad met draadaanvoersysteem werkend op

vaste voedingsspanning

Inschakelen via 14 pol. aansl. Actief

PositionLasklemmen altijd Aan − Gevulde draad

Gevulde draad met draadaanvoersysteem werkend op de

lasspanning

Ingeschakeld Actief

5-4. TIG Lift-Arc t met kratervuller en Auto-Stop t functie

WM Marketing

Boogstart met Lift-Arc

Het lassen beëindigen met kratervuller

Het stoppen van de las met Auto-Stop:

1 2

1

2 1

2

3 3

Boogstart met Lift-Arc

Lift−Arc wordt gebruikt voor TIG wanneer HF niet is toegestaan.

Zet de Processchakelaar op de stand Lift−Arc.

Sluit gas aan

1 Aanraken of strijken 2 In een hoek optillen

Raak met de wolfraamelektrode het werkstuk op de plaats waar de las moet beginnen. Langzaam de elektrode optillen. Er ontstaat nu een lasboog.

Beschermgas aan laten staan en elektrode verwijderen. Vervuiling van het werkstuk voorkomen door gebruik te maken van Automati-sche kratervuller of automatiAutomati-sche stop.

Het lassen beëindigen met kratervuller:



Momentschakelaar nodig om de kratervuller te starten.

1 Tijdens lassen 2 Druk op de

momentschakelaar om de kratervuller te starten (lastroom neemt af).

3 Toevoer van het

beschermgas blijft enige tijd nog aanwezig.

Het stoppen van de las met Auto-Stop:

1 Tijdens lassen 2 Til de toorts op om de

Auto-Stop Arc te stoppen.

3 Beweeg de toorts weer terug naar de las om deze te voorzien van beschermgas en vervuiling tegen te gaan.

OF

5-5. Afstandsbediening CC modellen

1 Afstandbediening connector RC14

Sluit optionele afstandsbediening aan op RC14 (zie Sectie 4-11).



Wanneer een afstandbediening wordt aange-sloten, wordt deze automatisch herkend.

Werking van de afstandbedieningis af-hankelijk van de stand van de proceskeuze schakelaar.

Voorbeeld: Afstandsbediening op stand gevulde draad

Regel met de afstandbediening Zet regelaar op 205A

Stel proces in

Voorbeeld: Afstandbediening TIG

Regel met de afstandbediening Zet regelaar op 205 A

In voorbeeld:

Proces = Gevulde draad afst. bed.

Min = 20 A DC Max = 205 A DC

Max (205 A DC)

Min (20 A DC)

In voorbeeld:

Proces =TIG afst. bed.

Min = 20 A DC Max = About 205 A DC

Max (205 A DC)

Min (20 A DC) Sluit

afstandbedi-ening aan op RC14

Sluit afstandbedi-ening aan op RC14

Stel proces in 1

5-6. Beschrijving brandstof/uur-meter

SECTIE 6 − DE BEDIENING VAN DE