• No results found

Beantwoording van de onderzoeksvragen

5.7 Dierlijk botmateriaal L.M. Kootker

5.9.3 Beantwoording van de onderzoeksvragen

In de Bijzondere Voorschriften bij de vergunning zijn verschillende onderzoeksvragen gesteld die betrekking hebben op de vindplaatsen uit de IJzertijd. Deze worden hieronder beantwoord op basis van hetgeen tijdens het onderzoek aangetroffen is.

— Maakt de site deel uit van de periferie van de ijzertijdnederzetting of van de kern? Van de meeste gereconstrueerde erven uit de IJzertijd is de kern opgegraven. Rondom de

huisplattegronden 4 en 5 in het noordoostelijk deel van het terrein is een ruime zone opgegraven, waarbij is te zien dat buiten een straal van 25 m rondom de huizen geen structuren meer worden aangetroffen. De enige structuur die ontbreekt bij deze erven is een waterput. Van waterputten is bekend dat deze iets buiten de erven aangelegd kunnen zijn in een laagte of depressie. In dit geval zouden deze structuren dan buiten het plangebied ten noordwesten van de huizen gezocht dienen te worden.

De vindplaats uit de Vroege IJzertijd in het zuidelijk deel lijkt eveneens grotendeels te zien opgegraven, al zouden er richting het zuidoosten nog structuren verwacht kunnen worden. Huis 7 ligt zeer dicht langs de grens van het plangebied, waardoor verwacht kan worden dat een deel van het erf zich buiten het plangebied bevindt.

In en rondom de erven van huis 6 en 7 liggen nog een groot aantal spiekers, die op basis van oriëntatie niet direct aan deze erven zijn toe te wijzen. Een huisplattegrond die aan deze spiekers gekoppeld kan worden, is in deze zone echter niet aangetroffen. Wellicht hebben we hier te maken met de periferie van een nederzetting, die dan ten zuidoosten van het plangebied dient te worden gezocht. Het is ook mogelijk dat er sprake is van een akkercomplex, waarbij de spiekers te midden van de akkers zijn geplaatst. Ook in dat geval kunnen we spreken van activiteiten in de periferie.

Uit de Midden-IJzertijd is een vrijwel compleet erf opgegraven in het noordwestelijk deel. De huisplattegrond is slecht bewaard gebleven, maar verder zijn alle elementen van een erf aanwezig. Helaas kon de waterput niet volledig worden opgegraven. Een tweede erf ligt iets verder naar het zuiden. Daarvan ontbreekt het huis, waarbij niet duidelijk is in welke richting deze gezocht dient te worden. Gezien de slechte conservering van huis 8 kan de plattegrond niet bewaard zijn gebleven in deze zone.

191 Ervynck 2004.

192 Koot & Berkvens 2004; Kranendonk et al. 2006; Kooistra 2007. 193 Kooistra 2007.

— Loopt de nederzetting verder door op de aangrenzende percelen?

De nederzettingen lopen vrijwel zeker verder onder de aangrenzende percelen. De huisplaatsen liggen op de flank van een dekzandrug, die van het zuidwesten richting het noordoosten loopt. Deze rug bevindt zich ook in de naastgelegen percelen, zodat hier ook huisplaatsen te verwachten zijn. Ook in de zuidoostelijke zone is te zien dat de nederzettingen nog niet volledig zijn opgegraven, zodat ook in zuidoostelijke richting nog sporen uit de IJzertijd zijn te verwachten.

— Hoe kunnen de sporen van ijzersmelting geïnterpreteerd worden?

Zowel tijdens het vooronderzoek als de opgraving zijn geringe aanwijzingen voor ijzersmelting gevonden. Het betreft slak en de brokken ruw ijzer, die wijzen op de productie en het smeden van ijzer. Daarnaast is ook verspreid verbrande leem aangetroffen, die indirect kunnen wijzen op metaalbewerking aangezien de ovenwanden uit leem konden bestaan.

De geringe hoeveelheid slak, ruw ijzer en verbrande leem en de verspreiding van de stukken kunnen er op duiden dat de slak niet op de onderzoekslocatie zelf is ontstaan maar daar later door bijvoorbeeld agrarische activiteiten is beland. Dit geldt met name voor de ijzerproductie waarbij in de regel grote hoeveelheden slak gevormd worden. Tijdens de opgraving zijn ook geen sporen aangetroffen, die kunnen wijzen op een ovenconstructie of metaalbewerkingsactiviteiten. De sporen waarin slak of verbrande leem zijn aangetroffen, geven verder geen aanknopingspunten voor het proces van ijzersmelting.

— Welke activiteiten hebben plaatsgevonden op de site?

De lokale populatie in de IJzertijd was grotendeels zelfvoorzienend. Op de akkers werden tenminste gerst, emmertarwe en lijnzaad verbouwd. De laatste werd mogelijk op hakvruchtakkers geplant, al kunnen daar ook andere gewassen zijn verbouwd. De woonstalhuizen laten zien dat ook het houden van vee een belangrijke activiteit was. Rund en schaap/geit zorgden voor vlees- en melkproducten. Daarnaast werden in de nabijgelegen bossen eikels, hazelnoten, framboos, braam en vlier verzameld. In de directe omgeving zal waarschijnlijk ook ijzer zijn bewerkt, maar hiervan zijn op de vindplaats zelf geen sporen van teruggevonden.

6 Zandsteenwinning

P.L.M. Hazen 6.1 Inleiding

Binnen het plangebied bevinden zich afzettingen uit het Tertiair. Het gaat om matig grove, enigszins glauconiethoudende en fossielrijke zanden uit het Eoceen (56-34 miljoen jaar geleden). Aan de top van deze zanden komen meerdere banken van kalkzandsteen voor. De zandsteenbanken hellen licht van zuid naar noord; in het zuidelijk deel van het plangebied liggen deze afzettingen hoger dan in het noordelijk deel. In het centrale deel liggen deze zandsteenbanken zeer dicht (ca. 50 cm) onder het maaiveld. Hier dagzoomde het zandsteen in het archeologisch sporenvlak (afb. 6.1). In het zuiden worden de banken afgedekt door een dekzandpakket.

De ligging van het zandsteen kort onder het maaiveld maakte winning van het materiaal rendabel. Binnen het plangebied zijn in een zone van ca. 8.000 m2 sporen van zandsteenwinning teruggevonden (afb. 2.3).

6.2 De sporen van zandsteenwinning

Sporen van zandsteenwinning zijn onder te verdelen in meerdere categorieën: — Opsporen van de zandsteenbanken

— Winning van het zandsteen — Verwerking van het zandsteen

Daarnaast kunnen er ook sporen verwacht worden, die in relatie staan tot de zandsteenwinning. Hierbij valt te denken aan behuizing voor ambachtslieden. Ook het gebruik van het terrein na de winning is een interessant aspect van het onderzoek. Te Kampenhout zijn sporen van het opsporen en de winning van het zandsteen teruggevonden.