• No results found

Assessment en evaluatie is ondersteunend aan ontwikkeling van specifieke metacognitieve vaardigheden en professionele competenties.

A. Rol van coach/mentor/SLB tav. assessment;

o Helpen zonder overnemen (niet voorzeggen of voordoen);  Helpen doelen helder te krijgen

 Helpen valkuilen te vermijden

 Helpen de student in de richting van bronnen te sturen  Helpen met het ontwikkelen van vaardigheden

 Helpen met het uiteenrafelen van een probleem

o Tijdens leerproces switchen tussen directe instructie en het begeleiden van het zelfstandig leren;

 Directe instructie;

- Help de student verwerken en integreren van de kennis - Help de student bij het verdiepen van de kennis

- Ontwerp activerende opdrachten zodat de student betekenis kan opbouwen.

 Begeleiden van het zelfstandig leren;

- Laat studenten in een logboek het voortgangsproces bijhouden.

- Plan assessments, portfoliogesprekken waarin wordt nagegaan wat de student wel en niet kunnen. De student maakt een vervolgplan voor verdere ontwikkeling. De coach switcht daarin tussen directie instructie en begeleiden van zelfstandigheid. - De coach houdt het leren leren bij; bespreekt de voortgang van

het leerplan

- De coach geeft feedback B. Motiveren van de student:

o Specifieke docent/coach/mentor/ SLB rollen:  Maak motivatie altijd bespreekbaar.

 Ga uit van de individuele behoeften, doelen, drijfveren en interesses van de student.

 Nodig de student uit tot leren.  Geef erkenning voor zijn/haar inzet.

 Maak zichtbaar en duidelijk aan de student dat motivatie een continu, veelomvattend en ontwikkelend proces is.

o Idiosyncratisch;

 Iedere student is een uniek individu.

 Leer de student kracht en energie te verdelen.  Wees je bewust van een wisselende motivatie. o Rekening houden met de context waarin geleerd wordt;

 Balans tussen uitdagen en overvragen.

Master Onderzoek | P. R. Moltmaker 54  De leeromgeving die zintuiglijk beleefd wordt; wat ziet en hoort de student in en rondom de les (ruis, grote van studentengroep, studieruimte etc.).

o Rekening houden met sociale- en culturele factoren;  Houd rekening met sociaal wenselijk gedrag.  Houd rekening met de wens ‘ergens bij te horen’.  Houd rekening met de culturele afkomst van de student  Houd rekening met sociale woonleefsituatie.

o Innerlijke en externe drijfveren voor motivatie van de student;

 Houd rekening met motivatie van de student vanuit zichzelf en motivatie factoren veroorzaakt door anderen.

 Houd rekening met persoonlijke doelen die de student aangeeft en doelen waarvan de student zich ook niet bewust is.

C. Zelfbeeld en zelfvertrouwen van de student:

o Ga in op het zelfbeeld van de student; bespreek dat overtuigingen van zichzelf, zich gedurende de tijd ontwikkelen.

o Leg verband tussen ontwikkeling en zelfbeeld, zelfbegrip en eigenwaarde van de student. Leer studenten positief over zichzelf te spreken.

o Bespreek met de student de doeltreffendheid van het zelfbeeld, zelfbegrip en eigenwaarde;

 Onderzoek samen met de student de oorsprong van de verantwoordelijkheid; ligt dat bij zichzelf of bij een ander.

 Onderzoek de stabiliteit; welke factoren maken het zelfbeeld, zelfbegrip en eigenwaarde stabiel of onstabiel.

 Onderzoek het vermogen van de student zelf een verband te leggen tussen succesfactoren of falen en het vermogen die factoren te beïnvloeden.

 Onderzoek en bespreek aangeleerde hulpeloosheid en/of faalangst; bespreek de overtuigingen van falen. Bepaal samen met de student een stappenplan.

o Houd rekening met verschillen in geslacht.

o Houd rekening met de verschillen in cultuur; normen en waarden. o Behandel alle studenten gelijk

o Geef positieven en/of passende feedback

o Benadruk op een positieve manier de inzet en verantwoordelijkheid van de student.

o Leg samen met de student verband tussen de persoonlijke overtuigingen van de student en competenties in het kader van het beroep (vakbekwaamheid); studenten hun zelfbeeld ontwikkeld zich positiever als er een relatie wordt gelegd met (beroeps)talenten.

o Creëer een leeromgeving waarin het resultaat en de waarde van hetgeen geleerd is, geaccentueerd wordt.

D. Bevorderen persoonlijk leren: o Het leren leren;

Master Onderzoek | P. R. Moltmaker 55  Leer studenten de leervaardigheden die nodig zijn om leertaken uit te

voeren; oriënteren, plannen, uitvoeren en evalueren

 Wees helder over het doel van de leertaak en over wat de leertaak precies van studenten vraagt.

 Leer studenten eisen te stellen aan hun denken.  Ga de dialoog aan.

 Vertoon zelf het gewenste gedrag

 Vervul een voorbeeld rol door gebruik te maken van hardop denken o Reflectie en Metacognitie (proces van reflectie en evaluatie op eigen denken

en leren):

 Op het gebied van kritisch denken. Vervul een voorbeeld rol tav; precies en accuraat zijn, helder en duidelijk zijn, open staan voor suggesties, beheers impulsiviteit, neem een standpunt in waar nodig, houd rekening met anderen.

 Op het gebied van creatief denken; geef studenten de ruimte zelf met oplossingen te komen en laat doorzettingsvermogen zelf zien. Gebruik metaforen en analogieën om studenten anders te leren zien. Gebruik brainstormtechnieken.

 Op het gebied van zelfregulatie en zelfsturing; laat studenten korte en lange termijn doelstellingen formuleren en laat ze praten (in een groep) over hoe ze de doelen nastreven. Bevorder zelfsturing door tijdens groepswerk rollen te verdelen en feedback te geven over de uitvoering van die rol. Laat studenten reflecties over denken bijhouden in een logboek. Laat studenten eigen positieve selftalk formuleren. Wees kritisch over eigen denkproces als docent, eigen planning, materiaal gebruik, omgaan met feedback, evalueer en gebruik dit om de studenten te laten leren.

E. Werk met een portfolio.

o Zorg dat studenten het doel en nut van portfolio begrijpen

o Maak het portfolio toegankelijk voor bijdragen van de student zelf, maar ook van docenten

o Plan regelmatig portfoliogesprekken, ongeacht of er sprake is van voortgang o Geef criteria voor bewijsvoering

o Evalueer proces en product (bewijsvoering) van de student o Zorg er voor dat het portfolio goed georganiseerd wordt

o Geef de student studietijd voor samenstellen en invullen van het portfolio F. Evaluatie;

o Zelf evaluatie van de student o Formatieve evaluatie

o Summatieve evaluatie o Diagnostische evaluatie

Master Onderzoek | P. R. Moltmaker 56