• No results found

4. Het gebruik van pragmatische argumentatie in adviserende gezondheidsteksten van

4.3 Pragmatische argumentatie in de adviserende voorlichtingstekst over alcohol

4.3.2 Anticiperen op kritische vragen in de voorlichtingstekst over alcohol

Aan de hand van de in de vorige paragraaf besproken tekstfragmenten wordt getoond hoe de schrijver van de adviserende voorlichtingstekst over alcohol anticipeert op de kritische vragen die verwacht kunnen worden bij het naar voren brengen van pragmatische argumentatie.

Anticiperen op kritische vragen in tekstfragment 9

(9) (1 Alcohol drinken (X) is onwenselijk)

1.1a Alcohol drinken (X) is schadelijk voor je hersenen (Y)

1.1a.1a Je kunt minder goed leren en je karakter kan veranderen (kritische vraag 1)

1.1a.1a.1 Bij een drinker gebeurt er duidelijk minder in zijn hersenen (kritische vraag 2)

(1.1a.1b Minder goed kunnen leren en een veranderend karakter zijn onwenselijk)

(1.1b Schade aan je hersenen (Y) is onwenselijk)

(1.1a-1.1b’ Als alcohol drinken (X) schadelijk is voor je hersenen (Y), en schade aan je hersenen (Y) is onwenselijk, dan is het drinken van alcohol (X) onwenselijk)

41

Zoals te zien is in bovenstaande reconstructie van pragmatische argumentatie wordt er in tekstfragment 9 geanticipeerd op zowel de eerste als de tweede kritische vraag. Beide vragen worden hieronder besproken.

Kritische vraag 1: Is schade aan de hersenen daadwerkelijk onwenselijk?

De schrijver van de adviserende voorlichtingstekst anticipeert op de eerste kritische vraag door een argument te geven waaruit blijkt dat schade aan de hersenen daadwerkelijk onwenselijk is. Het pragmatische argument wordt ondersteund door een ander pragmatisch argument, namelijk ‘Je kunt minder goed leren en je karakter kan veranderen’. Minder goed kunnen leren kan door de doelgroep als een daadwerkelijk onwenselijk gevolg worden gezien aangezien de jongeren op school zitten, veel moeten leren en presteren. Daarnaast zal een veranderend karakter onwenselijk zijn, omdat jongeren tijdens de adolescentiefase veel waarde hechten aan vriendschap en liefde. Een veranderend karakter kan ervoor zorgen dat vriendschappen of liefdes verbroken worden en dat is onwenselijk.

Kritische vraag 2: Leidt het drinken van alcohol daadwerkelijk tot schade aan de hersenen?

Dat het drinken van alcohol daadwerkelijk tot schade aan de hersenen leidt blijkt uit het ondersteunende pragmatische argument waarin wordt gesteld dat je door het drinken van alcohol ‘minder goed kunt leren en je karakter kan veranderen’. Daarnaast wordt dit pragmatische argument ondersteund door een ander argument. In de paragraaf ‘Zoek de verschillen’ (zie bijlage A) wordt namelijk de hersenactiviteit van twee jongens van 15 jaar met elkaar vergeleken: een drinker en een niet-drinker. Met het argument ‘Bij de drinker gebeurt duidelijk minder in zijn hersenen’ wordt er gewezen op het feit dat een jonge drinker daadwerkelijk schade aan zijn hersenen oploopt. Het argument dat de oorzaak daadwerkelijk leidt tot het onwenselijke resultaat wordt dus niet alleen door middel van pragmatische argumentatie ondersteund, maar ook door vergelijkingsargumentatie.

42

Kritische vraag 3: Zijn er andere factoren die aanwezig moeten zijn naast alcohol drinken om schade aan de hersenen te creëren?

De schrijver van de adviserende voorlichtingstekst over alcohol speelt niet in op de derde kritische vraag. Alcohol kan een zodanige schade aanrichten aan de hersenen dat het niet nodig is andere factoren erbij te betrekken. Andere factoren die de gezondheid van de jongeren kunnen aantasten, zoals roken, worden in aparte voorlichtingsteksten van de GGD besproken.

Anticiperen op kritische vragen in tekstfragment 10

(10) (1 Alcohol drinken (X) is wenselijk)

1.1a Met een biertje op (X) voel je je goed, praat je makkelijker en laat je je eerder gaan (Y) (kritische vraag 4)

(1.1b Je goed voelen, makkelijk praten en je eerder laten gaan (Y) zijn wenselijk)

(1.1a-1.1b’ Als alcohol drinken (X) ervoor zorgt dat je je goed voelt, je makkelijker praat en je je eerder laat gaan (Y), en je goed voelen, makkelijk praten en je eerder laten gaan (Y) zijn wenselijk, dan is het drinken van alcohol (X) wenselijk)

Kritische vraag 4: Heeft het drinken van alcohol ook gewenste bijwerkingen?

In tekstfragment 10 wordt geanticipeerd op de vierde kritische vraag. De derde alinea van de voorlichtingstekst over alcohol ‘Ieder voordeel heeft zijn nadeel’ (zie bijlage A) begint met de zinnen: ‘Veel mensen vinden alcohol drinken lekker, gezellig en leuk. Met een biertje op voel je je goed, praat je makkelijker en laat je je eerder gaan’. In deze alinea worden er dus positieve of gewenste gevolgen van het drinken van alcohol genoemd om zo te anticiperen op kritiek die de doelgroep kan hebben op de tekst. De schrijver van de tekst brengt na dit argument echter meteen twee tegenargumenten naar voren waardoor de sterkte van het oorspronkelijke argument afneemt. In de daaropvolgende zinnen wordt het drinken van alcohol namelijk afgeraden, want ‘Jongeren hebben namelijk eerder onveilige seks met alcohol op’, ‘en sommigen hebben onder invloed van alcohol een erg kort lontje’.

43

Het is in dit geval belangrijk om op de enigszins positieve effecten van alcohol drinken in te spelen, aangezien jongeren tijdens het experimenteren wellicht deze positieve effecten hebben ervaren. Wanneer de jongeren slechts negatieve effecten van alcohol drinken te zien krijgen terwijl zij zelf positieve effecten hebben ervaren, zal er eerder weerstand optreden dan wanneer er geanticipeerd wordt op de mogelijke kritische reactie van de doelgroep.

Kritische vraag 5: Kunnen de genoemde resultaten ook op andere manieren bereikt worden? Op de vijfde kritische vraag wordt door de schrijver in de voorlichtingstekst over alcohol niet geanticipeerd. De schrijver had ervoor kunnen kiezen om andere risicogedragingen zoals roken of drugsgebruik mee te nemen in de tekst. Echter is deze voorlichtingstekst bedoeld om jongeren te informeren over alcoholgebruik en ze af te raden alcohol te drinken. Informatie over de gevolgen van andere risicogedragingen is te vinden in de andere voorlichtingsteksten van de GGD.