• No results found

deel ii criteria

2.8 Het analyseschema

Voornoemde methodologische (verantwoordings)dimensies en verantwoor-dingselementen hebben geleid tot het volgende analyseschema.

Analyseschema (als instrument in hoofdstuk 4 uitgewerkt als MethChoice Legal Research)

Probleemstelling: Centrale onderzoeksvraag

Deelvragen

Verantwoording Nieuwswaarde;

Wetenschappelijke relevantie

Maatschappelijke relevantie of praktisch nut Inhoudelijke verankering of theoretisch kader Onderzoeksfuncties (tot en met vooronderzoek)

Bronnen Literatuur en documenten

Wetgeving en jurisprudentie Personen en overige bronnen

Verantwoording Selectie en verantwoording onderscheiden bronnen

Methoden

Klassiek-juridische methoden

Verantwoording: Toetsingskader Rechtsvergelijking

Niet-juridische methoden

Documentanalyse, historische studies, overig bureauonderzoek Casestudy en observatie

3 Methode

3.1 Inleiding

3.1.1 Methodologische verantwoording van dit onderzoek

Dit hoofdstuk bevat een overzicht en de verantwoording van de in deze studie gehanteerde methoden. Aan de hand van het proces van gegevensverzameling, -analyse en interpretatie (3.3 t/m 3.5) worden de daarbij gebruikte methoden ge-noemd en stap voor stap uitgelegd. Op verschillende plaatsen in deze disserta-tie wordt aandacht besteed aan de verantwoording van de gebruikte methoden. Om zoveel mogelijk doublures te voorkomen zal in dit hoofdstuk daarom re-gelmatig worden verwezen naar de desbetreff ende onderdelen. Het is evenwel mogelijk dat er toch enige overlap is met hoofdstuk 4 en in mindere mate met hoofdstuk 5. De hoofdstukken 3, 4 en 5 zijn namelijk ook los van elkaar toegan-kelijk en leesbaar. Dit hoofdstuk bevat een enigszins technische opsomming van de in het onderzoek gezette stappen en is geschreven voor de hierin geïn-teresseerde lezer. Dit hoofdstuk vermijdt wel zoveel mogelijk technisch jargon. Op de website van de Tilburgse methodologiegroep voor recht en rechtsweten-schap is een Engelstalige technische bijlage geplaatst, waarin dieper wordt in-gegaan op de verantwoording van de toegepaste methoden en technieken.1

Het hoofdstuk begint met het onderzoeksdesign van het onderzoek, gevolgd door een uitleg over de selectie en getrokken steekproef van de onderzochte proefschriften in 3.2. In 3.6 wordt de structuur van het onderzoek samengevat. Het hoofdstuk eindigt met een paragraaf over de beperkingen en grenzen van dit onderzoek.

3.1.2 Design

Dit onderzoek kan gekwalifi ceerd worden als een empirische studie, meer in het bijzonder een inhoudsanalyse van 90 proefschriften. Het onderhavige on-derzoek is evaluatief-verklarend van aard met de nadruk op evaluatief.

De evaluatie richt zich op de “expositie” van methodologische keuzes in ju-ridische proefschriften, dat wil zeggen, op de wijze waarop juju-ridische promo-vendi de lezers van hun proefschriften informeren over de belangrijkste me-thodologische keuzes die gedurende het onderzoek zijn gemaakt. De aandacht gaat hier uit naar de verantwoording van de gekozen probleemstelling, de ge-selecteerde bronnen en de gebruikte methoden. In hoofdstuk 4 wordt de wijze waarop het evaluatieve deel plaatsvindt uiteengezet.

Daarnaast is onderzocht of de resultaten van de evaluatie signifi cante samen-hang vertonen met specifi eke profi elkenmerken van de proefschriften, zoals bijvoorbeeld de (disciplinaire) herkomst en de methodologische aard ervan. De rapportage hiervan is terug te vinden in hoofdstuk 5. Tenslotte wordt een aantal meer beschouwende verklaringen in de vorm van een viertal denkrichtingen naar voren gebracht bij de interpretatie van de gevonden resultaten (hoofd-stuk 6).

3.2 De steekproef

3.2.1 90 proefschriften, negen faculteiten, vijf kerndisciplines

De technische bijlage bevat een aparte paragraaf waarin wordt uitgelegd hoe de selectie van de 90 onderzochte proefschriften heeft plaatsgevonden. Samen-gevat komt het op het volgende neer. De op grond van dit onderzoek gedane uitspraken hebben betrekking op een verzameling juridische proefschriften verdedigd aan de Nederlandse juridische faculteiten sinds de invoering van het aio-stelsel. De reden om voor proefschriften te kiezen is uitgelegd in 1.3. Dis-sertaties zijn wetenschappelijk en krachtens (alle) Nederlandse universitaire promotiereglementen moeten methodologische keuzes in dissertaties worden verantwoord. Daarmee vormen juridische dissertaties een geschikte popula-tie2 om de doelstelling van dit onderzoek te realiseren (i.c. inzicht verschaff en in de wijze waarop methodologische keuzes in juridisch wetenschappelijk on-derzoek worden verantwoord).

Aan negen van de dertien Nederlandse universiteiten behalen juristen doorgaans hun doctorsgraad.3 Er wordt op vele deelgebieden binnen het recht onderzoek gedaan en gepromoveerd. Voor dit onderzoek is een hoofdinde-ling gemaakt van vijf kerndisciplines (Privaatrecht, Staats- en bestuursrecht, Strafrecht, Europees en internationaal recht, en Recht in combinatie met een niet-juridische wetenschap verder “Recht en….” te noemen). Uit het totale aantal juridische proefschriften is uit die negen juridische faculteiten en de vijf voornoemde kennisgebieden een (deel)populatie van naar schatting 450 proefschriften gevormd.4 Hiermee kan een beeld over de gehele breedte van de rechtswetenschap worden gegeven.

Het zal niet verbazen dat het binnen het kader van een proefschrift niet mo-gelijk is geweest om die proefschriften allemaal te onderzoeken. Uit het aantal van bij benadering 450 is een steekproef getrokken. Die steekproef bestaat uit

2 Slotboom 2001: een populatie is het geheel van elementen met een gemeenschappelijke waarneem-bare eigenschap waarin men geïnteresseerd is.

3 De negen Nederlandse juridische faculteiten zijn die van Amsterdam – UvA, Amsterdam – VU, Gronin-gen, Leiden, Maastricht, NijmeGronin-gen, Rotterdam, Tilburg en Utrecht.

4 Om te voorkomen dat onderzoeksuitkomsten gedomineerd worden door lokale onderzoeksculturen, of door de omvang van specifi eke faculteiten of disciplines met een relatief hoge promotiefrequentie, is gekozen voor een domein met een onevenredige allocatie: per stratum (faculteiten, disciplines) is steeds eenzelfde aantal proefschriften geselecteerd. Gegeven de output van de minst productieve faculteit in het minst productieve vakgebied moet dat aantal worden gesteld op maximaal tien, meest recente proef-schriften uit elke discipline per faculteit. De theoretisch geconstrueerde populatie van dit onderzoek om-vat derhalve 450 proefschriften (zie technische bijlage op internet, Appendix 1, Tabel 1).

3 Methode

een selectie van 90 juridische proefschriften, die verdedigd zijn in de periode maart 1999 – juni 2006.5 Theoretische en praktische overwegingen liggen ten grondslag aan de keuze van die 90. Op grond van het gekozen betrouwbaar-heidsniveau (95%) en de maximaal toegelaten afwijking (20%) is berekend dat een aantal van 90 proefschriften6 geselecteerd moest worden.7 Bij de bepaling van de maximale afwijking is ook rekening gehouden met de arbeidsintensi-teit van het onderzoek: een pilot (zie hieronder 3.3.2.2 en 4.4.1) heeft duidelijk gemaakt dat een aantal van 90 proefschriften het maximum was dat – gege-ven de ontwikkeling van het analyse-instrument (hoofdstuk 4), de benodigde analysetijd per proefschrift en de daarop volgende verwerking van verzamelde data – nog onderzocht kon worden.

Ten aanzien van het kennisgebied “Recht en …” als kerndiscipline is door de deskundigen tijdens de gehouden expertmeeting (zie 3.3.2.3 en 3.5.1) opgemerkt dat deze categorie voor een deel uit met elkaar onvergelijkbare proefschriften bestaat en daardoor eigenlijk als samenhangend cluster moeilijk gehandhaafd kan worden. Geadviseerd is om in elk geval de proefschriften op het gebied van rechtsgeschiedenis, rechtstheorie en rechtsfi losofi e uit deze groep af te schei-den. Zij verschillen te veel van de proefschriften die echt op het snijvlak liggen van bijvoorbeeld “recht en informatisering” “law & economics”, rechtssociologie etc. Dit advies is overgenomen. De proefschriften op het gebied van rechtsge-schiedenis, rechtstheorie en rechtsfi losofi e, vier in getal, vormden bovendien een dusdanig klein cluster dat de uitspraken voor die categorie achterwege zijn gebleven.