• No results found

Analyseresultaten samengevat

In document Je hoeft niet bang te zijn! (pagina 75-90)

In deze paragraaf zullen de resultaten van de analyse Information Linking en de resultaten van de analyse geruststellingsstrategieën samengevat worden weergegeven.

68

4.3.1 Samenvatting analyse Information Linking

Uit de analyse tekstcoherentie blijkt dat zowel in het NOS Journaal als in het Jeugdjournaal teksten goed op elkaar aansluiten. In beide journaals is sprake van veel afwisseling tussen de verschillende vormen van tekstcoherentie. De makers van zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal proberen de tekstuele informatie zo divers mogelijk aan de kijker aan te bieden, en proberen op deze wijze de kijker te ondersteunen in de verwerking van de nieuwsberichten.

De vormen van tekstcoherentie die duidelijk het meest in de gesproken teksten van beide televisienieuwsuitzendingen voorkomen zijn vermeerdering, uitleg, tegenstelling en de logische linken

reden en gevolg. Door de inzet van de coherentie vermeerdering wordt de kennis van de kijker vermeerderd. De tekstuele uiting voegt meer informatie toe aan de vorige tekstuele uiting, zonder een directe verbinding te vertonen. Vooral de kennis van de volwassen kijker wordt vermeerderd. Het gebruik van de coherentievorm uitleg zorgt er voor dat de kijker de tekst goed kan begrijpen, en maakt de tekst samenhangend. Vooral het Jeugdjournaal maakt gebruik van deze coherentievorm. Ook door het gebruik van de logische linken reden en gevolg wordt samenhang in de nieuwsteksten van beide journaals gecreëerd. Dat er meerdere keren sprake is van de coherentie tegenstelling hoeft niet direct negatief te zijn, soms dient te worden voorkomen dat de kijker een onjuiste conclusie trekt uit een uiting, en in dat geval moeten de verwachtingen van de kijker worden tegengesproken. Tenslotte blijkt dat in het Jeugdjournaal meerdere keren sprake is van ‘geen coherente verbinding’ tussen tekstuele uitingen.

Overigens blijkt dat de makers van zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal meer met contextuele verbanden werken om tekstcoherentie aan te brengen, dan met expliciete verbindingswoorden. Dus zowel de volwassen kijker als de jonge kijker dienen over het algemeen zelf uit de context op te maken om welk verband het gaat, en worden ze hierin in de meeste gevallen niet geholpen door de makers middels een expliciet verbindingswoord.

Uit de analyse van de beeldcoherentie blijkt dat in beide journaals veel afwisseling is tussen de verschillende vormen van beeldcoherentie. De vormen van beeldcoherentie die duidelijk het meest in de nieuwsberichten van beide televisienieuwsuitzendingen voorkomen zijn een ‘uitwerking’, oftewel

overzicht en detail, een ‘tijdelijke uitbreiding’ in de vorm van een volgende gebeurtenis en

gelijktijdige gebeurtenis, en overeenkomst. Dit zijn coherentievormen waardoor samenhang wordt gecreëerd voor de kijker, en het verhaal in beelden goed te begrijpen zal zijn.

Maar een groot aantal beelden in de berichten van het NOS Journaal en het Jeugdjournaal blijkt geen coherente verbinding met elkaar te hebben. Het maakt het in sommige gevallen lastig voor de kijker om het verhaal, dat in beelden wordt verteld, te volgen. Dit geldt voornamelijk voor het Jeugdjournaal. Het heeft te maken met het feit dat in nieuwsuitzendingen het beeld meer dan eens wordt onderbroken door de inzet van beelden van de nieuwslezer, een correspondent, een deskundige of een schematisch beeld ter illustratie. Deze beelden hebben geen coherente verbinding met elkaar, waardoor de beelden vaak lastig te interpreteren zijn. Doordat het Jeugdjournaal geneigd is om veel aan de kijker te willen uitleggen, wordt vaak gebruik gemaakt van de inzet van schematische beelden om de gesproken tekst te illustreren. Dit is een van de redenen dat vooral in het Jeugdjournaal de samenhang tussen de beelden ontbreekt.

69

Uit de resultaten van de analyse tekst-beeld coherentie blijkt dat de belangrijkste vorm van het linken van tekst en beeld in zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal het specificeren is. Overwegend is er in beide journaals sprake van het feit dat het beeld de tekst specificeert, en vormt het beeld een

illustratie van de gesproken tekst. In beide journaals is dus de belangrijkste informatie verbaal van aard en ondersteunen de beelden de gesproken tekst. Maar in sommige gevallen draagt het beeld de hoofdinformatie en is de tekst nodig om de kijker nadere aanwijzingen te geven hoe hij naar het beeld dient te kijken. In deze gevallen specificeert de gesproken tekst het beeld en is er sprake van

verankering. Door het specificeren van de tekst of het beeld wordt er samenhang gecreëerd voor de kijker. Daarnaast blijkt in het Jeugdjournaal een groot aantal keer sprake te zijn van de tekst-beeld coherentie uitleg, waarbij de tekst het beeld parafraseert, of vice versa, en waardoor samenhang voor de kijker wordt gecreëerd, waardoor de kijker het nieuws op de juiste wijze kan interpreteren en begrijpen.

4.3.2 Samenvatting analyse geruststellingsstrategieën

Allereerst zal worden ingegaan op de resultaten van de geruststellingsstrategieën op het niveau van het nieuwsbericht. Vooral in het Jeugdjournaal wordt gebruik gemaakt van de geruststellingsstrategie het

geven van uitleg, door veelvuldig gebruik te maken van de inzet tekstcoherentie uitleg, de inzet tekst-beeld coherentie uitleg en de inzet van een deskundige. Ook wordt er meerdere keren gebruik gemaakt van de logische linken reden en gevolg. Door deze logische linken krijgt de kijker iets meer achtergrondinformatie, oftewel de reden van iets en wat dit voor een gevolg heeft, waardoor hij zich een beter beeld van de situatie kan vormen. In het NOS Journaal wordt in mindere mate deze strategie ingezet.

Wat betreft de geruststellingsstrategie het brengen vanuit het eigen belevingsperspectief blijkt dat zowel de kijkers van het NOS Journaal als de kijkers van het Jeugdjournaal worden benaderd vanuit hun eigen belevingsperspectief, middels respectievelijk een formeel taalgebruik en ‘harde’ woordkeus, en een informeel taalgebruik en ‘zachte’ woorden die het leed enigszins verzachten.

In zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal wordt gebruik gemaakt van de geruststellingsstrategie het geven van positief nieuws. Maar de makers van het Jeugdjournaal zetten deze strategie beduidend vaker in, middels het geven van oplossingen en het doen van positieve uitingen, dan de makers van het NOS Journaal. De geruststellingsstrategie aandacht schenken aan de

reacties van de kijker wordt zowel door het NOS Journaal als het Jeugdjournaal een aantal keer ingezet, al dient vermeld te worden dat in de schokkende nieuwsberichten van het journaal voor volwassen vaker emotionele reacties worden getoond, dan in het journaal voor jongeren.

Wat betreft de resultaten van de geruststellingsstrategieën op shotniveau kan allereerst worden vermeld dat de strategie het vermijden van schokkende beelden door beide journaals niet wordt ingezet. Zowel in het NOS Journaal als het Jeugdjournaal worden schokkende beelden getoond, al wordt in het journaal voor volwassenen vaker gebruik gemaakt van de inzet van schokkende beelden. Ook van zeer schokkende beelden, zoals beelden van lijken. Het blijkt dat het Jeugdjournaal schokkende beelden enkel toont indien dit nodig is voor de volledigheid van een correcte situatiebeschrijving, terwijl dit in het NOS Journaal niet het geval is.

In het NOS Journaal is bij meer dan de helft van de schokkende beelden geen gebruik gemaakt van de geruststellingsstrategie een camerapositie op afstand, en zijn schokkende beelden vanuit een medium

70

shot, close up of extreme close-up gefilmd. Daarentegen wordt in het Jeugdjournaal bij 62,5 procent van de schokkende beelden gebruik gemaakt van de geruststellingsstrategie een camerapositie op

afstand, oftewel van een long shot of total shot. In het NOS Journaal wordt bij 42,2 procent van de schokkende beelden gebruik gemaakt van de strategie het vermijden van dramatische geluiden en

muziek. De kijker wordt dus bij meer dan de helft van de schokkende beelden geconfronteerd met dramatische geluiden. In het Jeugdjournaal wordt de kijker bij meer van de helft van de schokkende beelden wel beschermd tegen dramatische geluiden en muziek. Er wordt namelijk bij 56,3 procent van de schokkende beelden gebruik gemaakt van deze geruststellingsstrategie.

Tenslotte blijkt dat in beide journaals de schokkende beelden slechts een maal worden ingezet, waardoor er in zowel in het NOS Journaal als in het Jeugdjournaal bij 100 procent van de schokkende beelden gebruik wordt gemaakt van de strategie het vermijden van herhalen van schokkende beelden.

71

5

.

Conclusie

Terroristische aanslagen, gezinsdrama’s, oorlogen, moorden en natuurrampen domineren het nieuws van vandaag. Onderwerpen die voor volwassenen al nauwelijks te bevatten zijn, laat staan voor een kind. De laatste decennia hebben verschillende meta-analyses aangetoond dat blootstelling aan mediageweld tot een toename in agressief gedrag kan leiden. Daarnaast tast het geweld het kritische denkvermogen van de jeugd aan en wordt er een verkeerd beeld van de werkelijkheid gegeven, dat veelal angst inboezemt. Onderzoeken naar het geweld in de media richten zich in de meeste gevallen op films en computerspellen. Maar dat er behoefte is naar meer onderzoek naar het geweld in televisienieuwsuitzendingen is een feit. Uit onderzoek blijkt namelijk dat 48 procent van de zeven- tot twaalfjarigen wel eens bang wordt van het journaal voor volwassenen. En maar liefst 43 procent van de zeven- tot achtjarigen en 28 procent van de negen- tot twaalfjarigen voelt zich wel eens angstig na het zien van het Jeugdjournaal (Walma van der Molen, et al. 2002). Onderzoeken naar de mogelijke effecten van schokkende nieuwsberichten richten zich voornamelijk op het jonge publiek. Over de eventuele effecten van blootstelling van volwassenen aan schokkend nieuws is weinig bekend.

Dit onderzoek richt zich op vraag hoe het NOS Journaal en het Jeugdjournaal in hun tekst- en beeldinzet omgaan met schokkende nieuwsberichten. In de eerste plaats wordt er gekeken, middels de theorie Information Linking van Van Leeuwen (2005) hoe de nieuwsmakers van zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal door middel van tekst, beeld en de combinatie van tekst en beeld samenhang creëren in de nieuwsberichten. Er wordt antwoord gegeven op de vraag hoe de kijker ondersteund wordt in de verwerking van het nieuwsbericht. Welke rol speelt daarin de gesproken tekst? En hoe valt de visuele ondersteuning van die verbale (nieuws)teksten te karakteriseren? En in de tweede plaats zal worden bepaald of de nieuwsmakers van zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal tijdens de berichtgeving van schokkende onderwerpen rekening houden met de eventuele angstgevoelens van het publiek door het inzetten van een of meerdere geruststellingsstrategieën.

Het televisiemedium is een voorbeeld van multimodale communicatie waarbij de verschillende informatievormen waarmee de nieuwskijkers geconfronteerd worden (taalgeluiden, beeld, geluid, muziek) als semiotic resources worden beschouwd waaruit kijkers een betekenis kunnen opmaken. Allereerst kan worden gesteld dat zowel in het NOS Journaal als het Jeugdjournaal teksten goed op elkaar aansluiten. In beide journaals is sprake van veel afwisseling tussen de verschillende vormen van tekstcoherentie, en is er veelal sprake van de coherentievormen vermeerdering, uitleg, reden, gevolg en tegenstelling. Door de inzet van de coherentie vermeerdering wordt de kennis van de kijker vermeerderd. Het gebruik van de coherentievorm uitleg zorgt er voor dat de kijker de tekst goed kan begrijpen, en maakt de tekst samenhangend. Vooral het Jeugdjournaal maakt gebruik van deze coherentievorm. Ook door het gebruik van de logische linken reden en gevolg wordt samenhang in de nieuwsteksten van beide journaals gecreëerd. Dat er meerdere keren sprake is van de coherentie

tegenstelling hoeft niet direct negatief te zijn, soms dient te worden voorkomen dat de kijker een onjuiste conclusie trekt uit een uiting, en in dat geval moeten de verwachtingen van de kijker worden tegengesproken. Overigens blijkt dat de makers van zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal meer met contextuele verbanden werken om tekstcoherentie aan te brengen, dan met expliciete verbindingswoorden. Dus zowel de volwassen kijker als de jonge kijker dienen over het algemeen zelf uit de context op te maken om welk verband het gaat, en worden ze hierin in de meeste gevallen niet geholpen door de makers middels een expliciet verbindingswoord.

72

In beide journaals is veel afwisseling tussen de verschillende vormen van beeldcoherentie. De vormen van beeldcoherentie die duidelijk het meest in de nieuwsberichten van beide televisienieuwsuitzendingen voorkomen zijn een ‘uitwerking’, oftewel overzicht en detail, een ‘tijdelijke uitbreiding’ in de vorm van een volgende gebeurtenis en gelijktijdige gebeurtenis, en

overeenkomst. Dit zijn coherentievormen waardoor samenhang wordt gecreëerd voor de kijker, en het verhaal in beelden goed te begrijpen zal zijn. Maar een groot aantal beelden in de berichten van het NOS Journaal en het Jeugdjournaal blijkt geen coherente verbinding met elkaar te hebben. Het maakt het in sommige gevallen lastig voor de kijker om het verhaal, dat in beelden wordt verteld, te volgen. Dit geldt voornamelijk voor het Jeugdjournaal.

De visuele ondersteuning van de gesproken tekst in zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal laat zich in de meeste gevallen kenmerken door illustrerende beelden. In beide journaals is dus de belangrijkste informatie verbaal van aard. Maar in sommige gevallen draagt het beeld de hoofdinformatie en is de tekst nodig om de kijker nadere aanwijzingen te geven hoe hij naar het beeld dient te kijken. In deze gevallen specificeert de gesproken tekst het beeld en is er sprake van

verankering. Door het specificeren van de tekst of het beeld wordt er samenhang gecreëerd voor de kijker.

In het NOS Journaal worden schokkende beelden niet vermeden. Meerdere keren wordt de volwassen kijker geconfronteerd met beelden van interpersoonlijk geweld of natuurgeweld, of diens gevolgen zoals lijken, bloed of schreeuwende mensen. Ook beelden van lijken, die als zeer schokkend kunnen worden ervaren, worden niet uit de weg gegaan, zelfs niet als het een lijk van een kind betreft. Meer dan de helft van deze schokkende beelden is niet gefilmd vanuit een camerapositie op afstand. Dit betekent dat close ups en medium shots van lijken, bebloede slachtoffers en bombardementen de huiskamer van de volwassen kijker binnendringen. En bij meer dan de helft van de schokkende beelden maken emotieversterkende geluiden, zoals huilende en schreeuwende mensen, de schokkende beelden extra indringend. Het NOS Journaal stelt zich op als ruwe leermeester, veronderstelt bereidheid van de kijker om met de schokkende beelden om te gaan. Ook in de tekstuele uitingen van het NOS Journaal worden schokkende feiten niet vermeden en wordt er gesproken over doden en moordpartijen. Door middel van zowel tekst, ofwel taalgeluiden, als beeld wordt de volwassen kijker op de hoogte gesteld van de schokkende gebeurtenissen in de wereld.

Kortom, er wordt door het NOS Journaal een realistisch beeld van de schokkende werkelijkheid gegeven zonder verzachtingen of weglatingen. Dit lijkt in overeenstemming te zijn met een van de doelstellingen van het NOS Journaal, het bieden van een waarachtige voorstelling van de werkelijkheid.

Maar je kan je afvragen of in dit streven naar een waarachtige voorstelling van de werkelijkheid geen enige vorm van sensatie te bespeuren is. Want is het voor een juist begrip van het nieuwsbericht noodzakelijk dat de kijker welgeteld negen seconden wordt blootgesteld aan het beeld van een lijk? En dient de kijker allereerst overspoeld te worden met beelden van gewonde mensen schreeuwend om hulp alvorens het proces van de betekenisvorming in gang kan worden gezet?

De makers van het Jeugdjournaal denken van niet. Hoewel het Jeugdjournaal de confrontatie met gewelddadig nieuws zeker niet uit de weg gaat, tracht het journaal haar jonge publiek te beschermen tegen de kwalijke invloeden afkomstig van de modi tekst, beeld en geluid.

73

In de eerste plaats blijkt dat de jonge kijker in mindere mate geconfronteerd wordt met schokkende beelden, dan de volwassen kijker. Overigens worden extreem schokkende beelden van lijken niet getoond. Het Jeugdjournaal lijkt schokkende beelden enkel te tonen indien dit nodig is voor de volledigheid van een correcte situatiebeschrijving. Kinderen worden voornamelijk via tekstuele uitingen ingelicht over schokkende feiten, waarbij gebruik wordt gemaakt van woorden die het leed enigszins verzachten. De visuele ondersteuning van de gesproken tekst beperkt zich in deze gevallen hoofdzakelijk tot omgevingsbeelden en beelden die op impliciete wijze duiden op het leed.

Ook wordt bij 62,5 procent van de schokkende beelden gebruik gemaakt van een camerapositie op afstand. Dit betekent dat de beelden vanuit een long shot of total shot gefilmd zijn, waardoor de beelden minder indringend op het beeldscherm verschijnen. Daarnaast worden eerder genoemde emotieversterkende geluiden bij meer dan de helft van de schokkende beelden vermeden. Het Jeugdjournaal is niet op sensatie belust, in tegendeel.

Tevens streeft het Jeugdjournaal er naar om haar jonge publiek gerust te stellen door het geven van uitleg. In de eerste plaats wordt de kijker in de gesproken tekst ondersteund door veel uitleg te gegeven, zodat de jonge kijker alles begrijpt en op de juiste wijze kan interpreteren. Het sturen van dit interpretatieproces is het uiteindelijke doel van de makers van het Jeugdjournaal. Er is sprake van een eenvoudig taalgebruik en waar dat niet het geval is wordt nadere uitleg gegeven voor een beter begrip. Daarnaast is er meerdere keren sprake van het feit dat de tekst het beeld parafraseert, of vice versa. Door veel uit te leggen wordt de kans dat kinderen misinterpretaties maken kleiner. Ook de inzet van deskundigen draagt bij aan een beter begrip van het nieuwsbericht. Als kinderen beseffen wat er gaande is en dit goed kunnen interpreteren zullen ze minder snel angstig worden. Daarentegen wordt in de nieuwsitems van het NOS Journaal minder uitleg gegeven, doordat de makers veel als bekend veronderstellen bij hun volwassen publiek.

Door de minimale inzet van schokkende beelden en geluiden, het vermijden van beelden van lijken, het overwegende gebruik van een camerapositie op afstand en het geven van uitleg wordt er een minder bedreigend en begrijpelijk beeld van de werkelijkheid gecreëerd. Dit werkt geruststellend voor kinderen. De cultivatietheorie gaat er vanuit dat blootstelling aan veel negatief nieuws leidt tot de ontwikkeling van een somber en gewelddadig wereldbeeld. Dit willen de makers van het Jeugdjournaal kennelijk voorkomen door naast het geweld ook positief nieuws te benoemen, en de kans dat het nog eens gebeurt als minimaal te presenteren. Een enkele keer wordt de kijker op directe wijze gerustgesteld in de gesproken tekst: “Je hoeft niet bang te zijn.”

Opgroeiende kinderen moeten worden beschermd tegen het leed dat via het beeldscherm de huiskamer binnendringt, en dienen indien nodig te worden gerustgesteld. In de eerste plaats is dit de taak van de ouders. Maar het Jeugdjournaal neemt haar rol als informatiebron voor kinderen serieus en houdt rekening met het feit dat dit niet adequaat door de ouders wordt gedaan, of dat een groot aantal jonge kijkers het Jeugdjournaal zonder een volwassene ziet. Uit dit onderzoek blijkt dat het Jeugdjournaal naast haar informatieve taak, ook deze geruststellende taak op zich neemt.

Er kan dus gezegd worden dat zowel het NOS Journaal als het Jeugdjournaal rekening houden met hun kijker. Door het juist inzetten van de semiotic resources, en vooral hun combinaties, met name ten

In document Je hoeft niet bang te zijn! (pagina 75-90)