• No results found

Analyse: het bedrag van de compensatievergoeding

In document Fiscale consolidatie in België (pagina 30-34)

4. Analyse Belgische groepsbijdrage regeling

4.4. De groepsbijdrageovereenkomst

4.4.3. De compensatievergoeding

4.4.3.4. Analyse: het bedrag van de compensatievergoeding

48. Het bedrag van de compensatievergoeding is ons inziens niet steeds logisch. Indien een vennootschap een groepsbijdrage toekent aan een verbonden vennootschap is de werkelijke betaling van een compensatievergoeding slechts opportuun indien er verschillende aandeelhouders zijn. De compensatievergoeding is immers bedoeld als garantie voor de vermogensneutraliteit in het belang van minderheidsaandeelhouders en schuldeisers.93 In hoofde van de juridische gemeenschappelijke en enige eigenaar komt die neutraliteit niet in het gedrang. Wanneer deze vennootschappen uitsluitend dezelfde aandeelhouders hebben, heeft de betaling geen zin.94 De wet eist echter altijd en zonder onderscheid de daadwerkelijke betaling.95 Dit resulteert voor heel wat vennootschappen in onnodige administratieve complexiteit.

49. Een tweede probleem vloeit voort uit het jaarlijks karakter van de regeling. De compensatievergoeding is beperkt tot de belasting “die verschuldigd zou zijn indien het, [...],

bedrag van de groepsbijdrage niet in mindering was gebracht van de winst van het belastbaar tijdperk.”96 Het gevolg van dat jaarlijks karakter is dat vergoeding slechts het vermogensvoordeel van de doterende vennootschap in het jaar van de groepsbijdrage weerspiegelt. De vergoeding laat daarentegen het toekomstig vermogensvoordeel buiten beschouwing. Het is immers waarschijnlijk dat de interactie van de groepsbijdrageregeling met artikel 207, lid 3 en 5 WIB92 ook in de toekomst vermogensvoordelen met zich meebrengt. Dat toekomstig

93 Vanhaecke, T. (2019). Fiscale consolidatie, BBB-FLASH 2019, nr. 4, 5.

94 Uiteraard op voorwaarde dat de verhoudingen in beide vennootschappen gelijk zijn.

95 Supra, nr. 40 De daadwerkelijke uitvoering is immers een geldigheidsvoorwaarde voor de

groepsbijdrageovereenkomst.

vermogensvoordeel ontstaat als de doterende vennootschap over vorige fiscale verliezen beschikt.97

50. De recente invoering van de zogenaamde minimumbelasting speelt op dit punt een belangrijke rol.98 Artikel 207, lid 5 WIB92 beperkt de aftrekken van de tweede orde tot ‘een korf’ van € 1 000 000.99 Dat bedrag is met andere woorden ten allen tijde aftrekbaar. De ‘aftrekbare korf’ bestaat bijkomend uit 70% van de vorige fiscale verliezen die € 1 000 000 overschrijden. Op die wijze vormt zich een ‘minimale belastbare basis’.100

4.4.3.4.1. Algemeen: Het voordeel van consolidatie bij vorige fiscale verliezen:

51. De volgende tabel illustreert het voordeel in hoofde van de doterende vennootschap. Vennootschap A heeft een fiscale winst van € 2 000 000 en beschikt over vorige fiscale verliezen van € 2 000 000. Haar kwalificerende dochtervennootschap B heeft een fiscaal verlies van het boekjaar van € 1 000 000.

52. In een eerste hypothese bestaat er geen groepsbijdrageovereenkomst.101 Vennootschap A heeft, na toepassing van de aftrekbeperking, een belastingschuld van € 75 000.102 Het fiscaal verlies op groepsniveau bedraagt € 1 300 000. In een tweede hypothese kent vennootschap A een groepsbijdrage van € 1 000 000 toe aan verbonden vennootschap B. De vennootschap heeft dus een resultaat van € 1 000 000 na de aftrekken van de eerste korf. Vennootschap A kan het belastbaar resultaat volledig uithollen met vorige fiscale verliezen ten belope van € 2 000 000. De wet verplicht doterende vennootschap A tot betaling van een compensatievergoeding in functie van het voordeel tijdens het aanslagjaar van de aftrek. De vergoeding bedraagt aldus slechts € 75 000 (nl. € 75 000 - € 0).

97 De aanwezigheid van de andere overdraagbare aftrekken omschreven in artikel 207, lid 5 WIB92, leidt tot

eenzelfde resultaat. (bron: Wouters, P-J. (2019). Het nieuwe fiscale consolidatiestelsel: artikel 205/5 WIB92 gewikt en gewogen. TFR 2019, afl. 567, 762.)

98 Art 207, derde en vijfde lid WIB92 en Van de Woesteyne, I. (2019). Handboek vennootschapsbelasting, Antwerpen:

Intersentia.

99 Art 207, derde en vijfde lid WIB92. en Van de Woesteyne, I. (2019). Handboek vennootschapsbelasting,

Antwerpen: Intersentia.

100 We beperken ons hier tot de aftrek van vorige fiscale verliezen om de gevolgen ten aanzien van de

vermogensneutraliteit te verduidelijken.

101 Dit is de situatie in tabel 1.

102 Het resultaat voor de korf van € 2 000 000 vermindert met de beperkte aftrek van vorige fiscale verliezen (€ 1

000 000 + € 700 000), geeft een belastbaar resultaat van € 300 000. De verschuldigde belasting bedraagt aldus: € 300 000 * 0,25 = € 75 000.

Geen consolidatie:

A B

belastingschuld 75 000 0

fiscaal verlies 300 000 1 000 000

Tabel 1: algemeen voordeel van consolidatie bij fiscale verliezen - geen consolidatie

Wel consolidatie:

A B

belastingschuld 0 0

compensatievergoeding 75 000 0

fiscaal verlies 1 000 000 0

Tabel 2: algemeen voordeel van consolidatie bij fiscale verliezen - consolidatie

53. Door de toekenning van de groepsbijdrage behoudt vennootschap A een overdraagbaar fiscaal verlies van € 1 000 000. Die verliezen kunnen in latere boekjaren worden afgezet tegen toekomstige winsten. De annuïteit van de groepsbijdrageregeling resulteert met andere woorden voor vennootschap A in een tweede besparing in de toekomst.103 Dit brengt vermogensneutraliteit in het gedrang aangezien de wetgever niet voorziet in een overeenkomstige compensatie tijdens dat later boekjaar. De Commissie voor boekhoudkundige normen bevestigt deze interpretatie in haar CBN-advies betreffende groepsbijdragen.104 De groepsbijdrageregeling heeft dankzij de compensatievergoeding een vermogensneutraal karakter onder voorbehoud van toekomstige winsten bij de doterende vennootschap.

4.4.3.4.2. Invloed op de compensatievergoeding

54. Vorige fiscale verliezen hebben ook een invloed op de omvang van de compensatievergoeding. Vennootschap A is een compensatievergoeding van € 250 000

103 Gebaseerd op: Wouters, P-J. (2019). Het nieuwe fiscale consolidatiestelsel: artikel 205/5 WIB92 gewikt en

gewogen. TFR 2019, afl. 567, 763.

104 CBN-advies 2019/06 – groepsbijdrage. Advies van 5 juni 2019. Geraadpleegd via https://www.cbn-

verschuldigd 105 bij afwezigheid van vorige fiscale verliezen.106 In het tegenovergestelde geval is het verschuldigde bedrag evenwel lager. Indien de doterende vennootschap A een vorig fiscaal verlies van € 2 000 000 kan afzetten tegen haar winst, is vennootschap B slechts gerechtigd op een compensatievergoeding van € 75 000.107 De verklaring voor dat verschil is wederom dat de vergoeding slechts de verschuldigde belastingen van het huidige aanslagjaar in rekening neemt.

Hypothese 1: Zonder vorige fiscale verliezen:

A B

belastingschuld 250 000 0

compensatievergoeding 250 000 /

fiscaal verlies 0 0

Tabel 3: invloed op de compensatievergoeding – zonder vorige fiscale verliezen

Hypothese 2: Met vorige fiscale verliezen:

A B

belastingschuld 0 0

compensatievergoeding 75 000 /

fiscaal verlies 1 000 000 0

Tabel 4: invloed op de compensatievergoeding – met vorige fiscale verliezen

55. De doterende vennootschap A geniet met andere woorden op lange termijn een dubbel voordeel. Het bedrag van de verschuldigde compensatievergoeding blijft enerzijds beperkt tot de belastingbesparing van één belastbaar tijdperk. De vennootschap beschikt anderzijds in volgende tijdperken over een groter vorig fiscaal verlies van € 1 000 000.108 Het bedoelde voordeel speelt bijvoorbeeld indien diezelfde vennootschap het jaar nadien een fiscaal resultaat vóór de korf van € 2 000 000 behaalt. De eerdere toekenning van de groepsbijdrage aan vennootschap B heeft tot gevolg dat de vennootschap dit jaar beschikt over een vorig fiscaal

105 A reduceert met de toekenning van de groepsbijdrage aan B haar belastbaar resultaat tot € 1 000 000, wat leidt

tot een belastingschuld van € 1 000 000 * 0.25 = € 250 000.

106 Zie tabel 3 107 Zie tabel 4

verlies van € 1 000 000.109 Het belastbaar resultaat na de korf hierdoor slechts € 1 000 000 zodat de belastingschuld over twee jaar slechts € 250 000 bedraagt.110 Bij gebrek aan vorige fiscale verliezen verdubbelt de belastingschuld.111

56. Een effectieve vermogensneutraliteit in het belang van schuldeisers en minderheidsaandeelhouders vereist dat vennootschap B op evenredige wijze de vruchten van dat voordeel kan plukken. De minderheidsaandeelhouder van de ontvangende vennootschap ziet immers door de groepsbijdrage fiscale verliezen in rook opgaan.112 Vennootschap A geniet ten aanzien van vennootschap B een disproportioneel voordeel door de toekenning van een groepsbijdrage.

In document Fiscale consolidatie in België (pagina 30-34)