• No results found

4.2 Zijn er in de bestemmingsplannen van de Noord-Brabantse en Zeeuwse gemeenten

4.2.3 Analyse

In vijf van de Zeeuwse gemeenten en vier van de Noord-Brabantse gemeenten die zijn onderzocht, is een wijzigingsbevoegdheid voor het planologisch toestaan van plattelandswoningen opgenomen in de bestemmingsplannen voor het buitengebied. Dit is overeenkomstig de verwachting dat in een gebied met relatief veel akkerbouw, meer mogelijkheden tot het planologisch toestaan van plattelandswoningen zullen zijn. Ook zijn er twee Zeeuwse en twee Noord-Brabantse gemeenten die geen wijzigingsbevoegdheid in hun bestemmingsplan hebben opgenomen, maar de plattelandswoning wel anderszins in hun bestemmingsplan vermelden en zelfs plattelandswoningen als zodanig hebben bestemd.

Er zijn echter verschillen te zien in de begripsbepaling van de plattelandswoning in het bestemmingsplan, de voorwaarden die gemeenten stellen aan het bestemmen van de plattelandswoning en de afwegingen die zijn gemaakt om überhaupt de Wet plattelandswoningen toe te passen.

Begripsbepaling plattelandswoning in bestemmingsplan

In vrijwel elk van de bestemmingsplannen waar een wijzigingsbevoegdheid voor de plattelandswoning in is opgenomen wordt de plattelandswoning ook zo genoemd. In Reimerswaal wordt echter gesproken over een voormalig (agrarische) bedrijfswoning, waarbij inhoudelijk geen verschil is met de plattelandswoning zoals andere gemeenten deze definiëren.

Voorwaarden aan wijziging tot plattelandswoning

Wat betreft de voorwaarden om de wijzigingsbevoegdheid te gebruiken is er een groot verschil te zien in de hoeveelheid eisen waar aan voldaan moet worden. Waar de gemeente Noord-Beveland slechts eist dat er geen onevenredige belemmering in de bedrijfsvoering op nabijgelegen percelen plaatsvindt, worden in de gemeente Zundert ruim tien voorwaarden gesteld aan het mogelijk maken van een plattelandswoning.

Het kunnen garanderen van een goed woon- en leefklimaat is een voorwaarde die expliciet dan wel impliciet terug komt bij elk van de gemeenten. Wanneer het niet in de

118 Gemeente Sluis, Beleid voor (voormalig) agrarische bedrijven; januari 2008,

wijzigingsbevoegdheid zelf staat, blijkt het wel uit de toelichting bij het bestemmingsplan of uit de onderbouwing bij gerelateerde ruimtelijke plannen. Ook een veel genoemde voorwaarde is het niet onevenredig belemmeren van nabijgelegen bedrijfsactiviteiten. Verder zijn de aanwezigheid van een actief agrarisch bedrijf en een al bestaande bedrijfswoning ook veel genoemde voorwaarden. Deze zijn dan ook rechtstreeks af te leiden uit artikel 1.1a Wabo. Sommige gemeenten vermelden deze voorwaarden niet expliciet in hun bestemmingsplanregels, maar er kan vanuit worden gegaan dat zij hier wel aan toetsen. De enige gemeente die hier expliciet van af wijkt is de gemeente Reimerswaal, door op te nemen dat er geen sprake mag zijn van een werkend agrarisch bedrijf. De gemeente gaat hiermee voorbij aan het doel van de wet, en handelt, indien de betreffende bepalingen echt om plattelandswoningen gaan, in strijd met artikel 1.1a Wabo. Verder zie je in bestemmingsplannen voorwaarden die sterk gericht zijn op de specifieke landbouwactiviteiten die in het plangebied worden uitgeoefend zoals fruitteelt of de intensieve veehouderij.

De Noord-Brabantse gemeenten stellen over het algemeen meer voorwaarden aan het planologisch toestaan van plattelandswoningen dan gemeenten in Zeeland. Hoe meer en hoe specifieker de voorwaarden die gesteld worden, hoe groter de kans dat er geen ongelijke behandeling tussen verschillende aanvragen tot plattelandswoningen zal plaatsvinden. Het is dan immers duidelijk gespecificeerd waar de gemeente een aanvraag op zal beoordelen, en geeft burgers een idee van hun kans van slagen.

Afweging tot gebruik Wet plattelandswoningen

Voor zover bekend, hebben geen van de Zeeuwse gemeenten die een wijzigingsbevoegdheid voor de plattelandswoning in hun bestemmingsplan hebben opgenomen een beleidsnotitie opgesteld over hoe om te gaan met de plattelandswoning. In de provincie Noord-Brabant hebben zowel de gemeente Someren als de gemeente Zundert in elk geval beleid opgesteld over hoe om te gaan met plattelandswoningen. Hierbij moet wel voorop worden gesteld dat het opstellen van beleid een bevoegdheid is, maar de raad hiertoe niet verplicht kan worden gesteld. Dit blijkt ook uit een uitspraak van de Afdeling van 15 juli 2015 over de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied Hulst waarbij de Afdeling stelt dat “de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat hij niet is gehouden tot het vaststellen van beleid ten aanzien van plattelandswoningen”.119 Vastgesteld beleid zorgt voor een grotere rechtszekerheid bij burgers, en is in die zin een positieve ontwikkeling, maar de raad kan niet tot vaststelling worden verplicht.

Uit de wel opgestelde beleidsnotities wordt duidelijk dat de plattelandswoning als planologisch aanvaardbaar wordt gezien omdat het actuele problemen van illegale bewoning en leegstand tegen zal gaan, en de eventuele nadelen van toepassing van de wet hier niet tegen opwegen. Een afweging in meer of minder uitgebreide mate is ook te lezen in de toelichting bij bestemmingsplannen en/of beleidsnotities over het agrarisch gebied van de gemeenten Sint-Anthonis, Tholen, Sluis en Terneuzen. Wat veelal te lezen is, is dat gemeenten al te maken hebben met de problemen die de Wet plattelandswoningen probeert op te lossen, ofwel verwachten hiermee te maken te krijgen en er daarom voor kiezen een wijzigingsbevoegdheid in hun bestemmingsplannen op te nemen.

Soort agrarisch bedrijf bij plattelandswoning

In Zeeland zijn relatief veel akkerbouwbedrijven, en zoals verwacht heeft ook een groot deel van de gemeenten een wijzigingsbevoegdheid voor het planologisch toestaan van de plattelandswoning in het bestemmingsplan opgenomen. De plattelandswoningen die in Zeeland als zodanig zijn bestemd zijn ook, in lijn met de verwachting, bij akker- en tuinbouwbedrijven en niet bij (intensieve) veehouderijen. Het aantal als plattelandswoning bestemde woningen is echter relatief laag.

In Noord-Brabant zijn in vergelijking met Zeeland, zoals verwacht, minder gemeenten die een wijzigingsbevoegdheid voor het planologisch toestaan van een plattelandswoning in hun bestemmingsplan hebben opgenomen. Tegen de verwachtingen in zijn er in Noord- Brabant, in vergelijking met Zeeland, wel relatief veel plattelandswoningen als zodanig bestemd. En waar de verwachting was dat de plattelandswoning in verband met een aanvaardbaar woon- en leefklimaat niet als zodanig bestemd zou worden bij (intensieve) veehouderijen, blijkt dit in de praktijk niet het geval te zijn.

4.3 Wat verklaart het niet opnemen in het bestemmingsplan van planologische