• No results found

Hoofdstuk 4: Fiscale alternatieven 4.1 Inleiding

4.4 Alternatieven schenk en erfbelasting

Een hoge belasting op de overdracht van erfenissen en schenkingen draagt bij aan het verkleinen van de vermogensongelijkheid. Het voordeel van enige erfelijke ongelijkheid wordt met de belastingheffing te niet gedaan.176 Om de vermogensongelijkheid te

verkleinen is Jacobs van mening dat het optimaal is om de belastingtarieven op erfenissen en schenkingen met zeer hoge tarieven te belasten. De tarieven moeten volgens hem hoger liggen dan de belastingtarieven op vermogen, die naar zijn mening rond 30 à 35 procent moeten bedragen. Zijn argument hiervoor is dat de verkrijger geen

169 M.M. de Reus, De toekomst van box 3, WFR 2018/47 170 M.M. de Reus, De toekomst van box 3, WFR 2018/47

171L.W.D. Wijtvliet, Waar Piketty omvraagt is een betere inkomstenbelasting,

http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/waar-piketty-om-vraagt-is-een-betere-inkomstenbelasting

172M. Goudsmit, Middel dat Piketty aanreikt is erger dan de kwaal, FD 2014,

https://fd.nl/frontpage/Print/krant/Pagina/Opinie/1085011/middel-dat-piketty-aanreikt-is-erger-dan-de-kwaal

173M. Goudsmit, Middel dat Piketty aanreikt is erger dan de kwaal, FD 2014,

https://fd.nl/frontpage/Print/krant/Pagina/Opinie/1085011/middel-dat-piketty-aanreikt-is-erger-dan-de-kwaal

174L.W.D. Wijtvliet, Waar Piketty omvraagt is een betere inkomstenbelasting,

http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/waar-piketty-om-vraagt-is-een-betere-inkomstenbelasting

175L.W.D. Wijtvliet, Waar Piketty omvraagt is een betere inkomstenbelasting,

http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/waar-piketty-om-vraagt-is-een-betere-inkomstenbelasting

38 economische spanning hoeft te leveren om de erfenis of schenking te ontvangen.177

Naast Jacobs is ook Piketty voorstander van het hoger belasten van de erfenissen en schenkingen. Door hoge belastingen omtrent erfenissen en schenkingen kan het

erfenissentijdperk worden geremd.178De Werkgroep fiscaliteit stelt voor om de schenk-

en erfbelasting met 5 procent punt te verhogen.179 De extra opbrengst die hierbij wordt

behaald, moet gebruikt worden voor een verlaging van de box 1 tarieven met 0,12 procent punt. Bij een verhoging van de belastingtarieven worden de vrijstellingen die zich in de Successiewet bevinden steeds belangrijker. In de laatste alinea wordt ingegaan op een aanpassing of afschaffing van de bedrijfsopvolgingsregeling.

Ondanks het feit dat het verhogen belastingtarieven een nivellerende werking heeft op de vermogensongelijkheid, zal de verhoging het doorvoeren van de wijziging lastig worden. Zo is niet iedereen het eens met een verhoging van de tarieven. Premier Rutte, en met hem nog velen, vinden de belastingen op schenkingen en erfenissen hoog, onrechtvaardig en zien het liefst een afschaffing van de belastingen.180 Vooral de

dubbele belasting die de Successiewet veroorzaakt valt niet goed bij veel

belastingplichtigen. Kortom, een verhoging van de tarieven van de Successiewet gaat lastig worden.

Naast het verhogen van de belastingtarieven omtrent de erf- en schenk belasting is het ook een mogelijkheid om de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet te beperken of af te schaffen. De Werkgroep Fiscaliteit stelt voor om de

bedrijfsopvolgingsregeling in zijn geheel af te schaffen. De opbrengst die hieruit voortvloeit moet, net als bij de verhoging van de schenk- en erfbelasting, in een

verlaging van de box 1 tarieven worden geïnvesteerd.181 Uit onderzoek blijkt dat vooral

de top 10 procent vermogenden van deze wetgeving profiteert.182 De BOR maakt het

mogelijk om ondernemingsvermogen (bijna) onbelast over te dragen aan de verkrijger. Indien (voornamelijk) de groot vermogensbezitters hier gebruik van maken werkt de regeling denivellerend en zal een aanpassing in de wetgeving kunnen leiden tot het verkleinen van de vermogensongelijkheid.183 De Haan heeft in zijn artikel de

bedrijfsopvolgingsregeling geanalyseerd. Hij concludeert dat de

bedrijfsopvolgingsregeling een steunmaatregel is om het continuïteitsgevaar van de (familie)bedrijven in bedwang te houden.184 Doordat het gaat om een steunmaatregel

vindt de Haan een betalingsregeling beter passen dan de bedrijfsopvolgingsregeling die volgens hem tot een onwenselijke vorm van grondversmalling leidt.

177 B. Jacobs,’Hoe moet kapitaalinkomen worden belast?*’, S&D 2015/72, afl. 3., p. 5-21 178 T. Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw, Amsterdam: De Bezige Bij 2014, p. 395-509

179Rijksoverheid, Rapport werkgroep Fiscaliteit 2016, p. 128

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/07/06/rapport-werkgroep-fiscaliteit

180J. Witteman, Erfbelasting is helemaal niet doodzonde en past bij het ‘liberale idee van gelijke startkansen’, de

Volkskrant 2018, https://www.volkskrant.nl/economie/erfbelasting-is-helemaal-niet-doodzonde-en-past-bij-het-

liberale-idee-van-gelijke-startkansen-~bf56a45b/

181Rijksoverheid, Rapport werkgroep Fiscaliteit 2016, p. 125

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/07/06/rapport-werkgroep-fiscaliteit

182 D. Hwan & J. de Vries, De invloed van de fiscale wetgeving op de vermogensongelijkheid in Nederland,

MAB 2015/89, p. 446-451

183 D. Hwan & J. de Vries, De invloed van de fiscale wetgeving op de vermogensongelijkheid in Nederland,

MAB 2015/89, p. 446-451

39

4.5 Subconclusie

In dit hoofdstuk zijn de fiscale alternatieven besproken van de eigenwoningregeling, de vermogensrendementsheffing en van de schenk- en erfbelasting. De subvraag die wordt beantwoord is: Welke alternatieve fiscale maatregelen zijn er mogelijk om de

vermogensongelijkheid in Nederland te verkleinen?

In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat er allerlei alternatieven zijn om de huidige wetgeving aan te passen. Zo is het mogelijk om de eigen woning in box 1 te blijven belasten, door de huidige regelgeving iets te wijzigen met als gevolg een

verlaging van de hypotheekrenteaftrek. Voorts kan worden gekozen om de eigen woning over te brengen naar box 3. In box 3 kan de woning op verschillende wijze in de heffing worden betrokken. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een vrijstelling in box 3. Een vrijstelling kan leiden tot een verkleining van de vermogensongelijkheid, doordat de belastingplichtige met een lage woningwaarde relatief minder belasting hoeven te betalen. Tot slot kan ook worden gekozen voor defiscalisering van de eigen woning. Indien voor defiscalisering van de woning wordt gekozen zal de waarde van de huizen dalen. Dit is negatief voor de eigenwoningbezitters, zij zullen bij defiscalisering van de eigen woning er op achteruit gaan.

De vermogenswinstbelasting lijkt een goed alternatief voor de

vermogensrendementsheffing in box 3. De vermogenswinstbelasting belast het

daadwerkelijk genoten rendement, waardoor deze belasting het meest eerlijk is. Het is nadelig dat de vermogenswinstbelasting veel complexiteit met zich mee brengt.

Toch zou het instellen van deze belasting zorgen voor een kleinere

vermogensongelijkheid. De kleine spaarders, meestal de minder vermogenden, hoeven namelijk niet meer belasting te betalen over de opbrengsten die ze nooit daadwerkelijk hebben behaald. Bij het forfaitaire heffing gebeurde dit wel. Daarnaast komt Piketty met het alternatief om een wereldwijde progressieve vermogensbelasting in te stellen. Om dit doel te bereiken is er fiscale transparantie en goede informatie-uitwisseling nodig tussen alle belastingdiensten. Op de korte termijn is dit moeilijk om te realiseren, maar volgens Wijtvliet gaat het de goede kant op met de wereldwijde fiscale transparantie en de informatie-uitwisseling.

Ook een verhoging van de belastingtarieven van de schenk- en erfbelasting hebben een positieve invloed op de verkleining van de vermogensongelijkheid. Toch is niet iedereen voorstander van deze verhoging. Door velen, waaronder premier Rutte van de VVD, wordt de schenk- en erfbelasting als onrechtvaardig ervaren. Het wordt daarom moeilijk om een verhoging van de belastingtarieven in de Successiewet door te voeren. Een andere mogelijkheid is om de bedrijfsopvolgingsregeling aan te passen. Uit onderzoek blijkt dat voornamelijk de rijkste Nederlanders van de regeling profiteren, waardoor de regeling denivellerend werkt.

In dit hoofdstuk is de laatste subvraag beantwoord. Er is gekeken naar eventuele fiscale alternatieven voor de eigenwoningregeling, de vermogensrendementsheffing en de schenk- en erfbelasting. In het volgende hoofdstuk worden de subvragen herhaald, en met de antwoorden op de subvragen wordt de centrale vraag beantwoord.

40

Hoofdstuk 5: Conclusie