• No results found

Allereerst heb ik mezelf voorgesteld en verteld waar mijn onderzoek overgaat Vervolgens heb ik de heer Liefaard bedankt voor zijn tijd

In document Tussen wal en schip (pagina 56-76)

en medewerking. Ook heb ik gevraagd of ik het gesprek mocht

opnemen en de heer Liefaard ging hiermee akoord.

Hoe kijkt u tegen de gestelde prejudiciële vraag van 26 oktober 2016?

Als ik je onderzoeksvraag lees dan heb je het over amv’s die net meerderjarig zijn geworden. Als je net meerderjarig bent val je niet meer onder de bescherming van het Kinderrechtenverdrag. En strikt genomen hebben ze ook geen voogd meer en daarmee raakt Nidos zijn plek kwijt. De hele noodzaak om een voogd toe te kennen is er niet meer, misschien feitelijk wel, maar niet juridisch. Juridisch gezien krijgt een amv een voogd, omdat hij onder gezag moet staan, dat kan een ouderlijk gezag zijn, een gezag van een derde of een instelling en in dit geval is dat Nidos. Op het moment dat iemand 18 jaar wordt dan krijg je te maken met meerderjarigheid en dan sta je niet meer onder gezag. Dat levert in

principie niet geen harde argumenten op.

Hoe bedoelt u?

Nou net zoals je hoort bij de overgang van minderjarigheid naar meerderjarigheid levert dat allerlei problemen op allerlei verschillende punten. Als je bijvoorbeeld in de jeugdzorg hebt gezeten dan kom je in een overgangsfase terecht en die kinderbescherming houdt dan op. Het strafrecht daarentegen is iets flexibeler. Er moet nagedacht worden over de vraag of je kinderen zomaar los kunt laten. Ze blijven natuurlijk een onderdeel van een gezin waar ze op dit moment feitelijk even geen deel van uit maken. Maar juridisch blijft het wel belangrijk ook in het licht van hun aanspraak op gezinshereniging. Ze zijn kind-af en dat is het punt.

Uiteindelijk moet nagedacht worden over de vraag of je verplicht bent als overheid om een overgangssysteem te ontwikkelen die eigenlijk voorkomt dat kinderen op hun achttiende in één keer helemaal losgelaten worden. Dat heeft juridisch wel wat voeten in de aarde. Het is niet zo makkelijk.

Waar het nu om gaat is een vreemdeling die als amv in Nederland aankomt en gedurende zijn asielprocedure meerderjarig wordt waardoor zijn recht heeft op gezinshereniging vervolgens vervalt.

Ja waar het eigenlijk om gaat is dat je als kind een land binnen komt en dan heb je meteen recht op allerlei vormen van beschermingen. Je hebt ook recht op een guardian en Nidos komt dan in beeld. De vraag is dan kan je gedurende je hele procedure aanspraak maken op deze bescherming. Als je het vergelijkt met een hele andere systeem zoals, het

jeugdstrafrecht bijvoorbeeld daar zeggen we van op het moment dat je een delict pleegt ben je kind en dat maakt dat je recht hebt om te worden bejegend als een kind gedurende de gehele procedure. Op het moment dat je 18 wordt verandert dat een klein beetje, maar je blijft bij de kinderrechter. Je krijgt een jeugdstraf in principe en dan zie je dat je een kind als kind blijft zien. Terwijl het feitelijk verandert door zijn meerderjarigheid. De vraag is of je argumenten hebt om dat hier ook te claimen. Het is best wel moeilijk want als kind kom je binnen als kind en wat er gebeurt is dat je een gezagsvoorziening krijgt en die valt op het moment dat 18 jaar wordt weg. De enige vraag die voor een asielprocedure openstaat is of je het recht houdt op de bescherming alsof je kind bent.

Denkpauze

Als ouders kun je nu ook aanspraak maken op gezinsherening met meerderjarige kinderen maar andersom kun je als individueel alleenstaande kind die net meerderjarig is geen aanspraak maken. Kijk je bent natuurlijk nooit kind-af. Je bent wel meerderjarig, maar je blijft kind van je ouders dus een lid van je gezin. Daarop zou je kunnen baseren dat de aanspraak op gezinshereniging blijft dan bestaan, omdat je geen kind-af bent met je 18 jarige leeftijd en je dus ook een behoefte blijft houden om herenigd te worden. En als je dat andersom redeneert dan is de vraag waarom je die kinderen dan anders bejegent dan deze kinderen en daar zit een gelijkheidsargument in. Het punt is dat je dat gelijkheidsargument moet kunnen baseren op algemene mensen rechterlijke verdragen of op de Nederlandse

grondwet. Want het Kinderrechtenverdrag werkt in principe niet meer en kan je niks meer mee doen. Je hebt een sterke argument als je zegt, je bent weliswaar meerderjarig

geworden maar je bent geen kind-af. Ik ben nog steeds kind en dat was ik ook toen ik hier kwam en dat belang bij hereniging had ik toen en dat blijf ik nog steeds hebben.

Denk pauze

Door de verlenging van de beslistermijn voor asielprocedure is de situatie problematischer geworden en daar kunnen die kinderen niks aan doen. Door de beslistermijn te verlengen staat de staat mogelijk in weg om een hereniging te laten plaats vinden en art 8 EVRM staat voor de bescherming van gezinsleven. Is dat wel proportioneel? De vraag is, of toen het beleid werd veranderd wel voldoende nagedacht is over de kwetsbare positie van de kinderen, want daar zijn ze in zekere zin de slachtoffer van. De vraag is ook of meer

kinderen daar de slachtoffer van mogen zijn. Hun belangen wordt al geraakt op het moment dat ze dus 16 of 17 jaar zijn en in een asielprocedure terechtkomen. Ze worden

geconfronteerd met de realiteit dat ze hoe dan ook over hun meerderjarigheidsgrens gaan en dat is op zich wel een sterke argument. Is het beleid dan voldoende bewust geweest of is er voldoende nagedacht bij die beleidswijzigingen van de impact op kinderen, want ze zijn op dat moment nog kinderen. Je trekt ze eigenlijk naar die meerderjarigheid in vanwege die verlening van die termijn en de staat zal wel goede redenen hebben om dat te doen, want ze konden die hele toestroom niet binnen 6 maanden aan. Het is bijzondere situatie die om bijzondere stappen vraagt en een daarvan was helaas dat wij de termijn moesten verlengen. Dan kom je weer met de gelijkheidsargument en dan is de vraag of je dan toch niet die groep kinderen niet moet zien als gelijk aan de groep die eerder werd bejegend binnen die 6 maanden beslistermijn. Want als je tempo had gemaakt dan had je ze volledig als kind moeten zien en dan had je een sterker argument gehad om die gezinshereniging te

bepleiten. Omdat jij langzaam bent met die procedure worden die kinderen in de tussen tijd 18 jaar oud en dat is niet fair. Je kunt ze niet zomaar helemaal laten vallen.

Wat vond u van de rechterlijke toetsing in m.b.t. dit materie voordat er een prejudiciële vraag werd gesteld?

Je ziet tegenwoordig vaker dat de lagere rechtspraak afwijkt van bijvoorbeeld wat de Hoge Raad uitdraagt. Dat is een zekere activisme onder de rechters. Dit laat zien dat lagere rechters niet zomaar gecharmeerd zijn van wat de hoogste rechter voorschrijft. Het is een spannende ontwikkeling, want de Afdeling is er om de rechtseenheid te bewaken en de kwaliteit van de rechtspraak te bewaken en dan ga je als lagere rechter afwijken. In zekere zin tast het wel de rechtszekerheid aan. Het wordt voor mensen daardoor onzeker en dat is een nadeel, maar wel charmant dat lagere rechters het proberen. In ieder geval lijkt het mij een verdedigbare positie van de lagere rechters om te kijken naar de leeftijd bij

binnenkomst. De Afdeling is vaak formalistisch en rigide en de lagere rechtspraak misschien wat reëler. En dat lijk je hier ook wel te zien.

Wat vindt u van de stelling dat een asielvergunning die met terugwerkende kracht ingaat naar de aanvraagdatum als peilmoment genomen dient te worden voor de beoordeling van een mvv-aanvraag?

De kinderen hebben zeker hier heel veel baat bij en dat is direct in hun belang een toetsing, zoals het toen was en niet nu. Over het algemeen heeft onze immigratiebeleid te weinig oog heeft voor de zeer kwetsbare positie van jonge gezinsleden. Het streng vasthouden aan die 18-jaar-grens is heel problematisch. Hij wordt heel vaak gehanteerd, maar je ziet gewoon dat het belang om herenigd te zijn met je gezin niet zomaar weg gaat als je 18 jaar wordt. Als je vanuit dat perspectief kijkt is er alle reden om jongvolwassenen een sterkere positie te geven, maar kun je er ook inderdaad voor pleiten om te toetsen gelet op de

omstandigheden die golden toen het kind binnenkwam en zijn asielaanvraag inging. Zo denk ik dat men wat minder risico loopt om de rechten van kinderen te schenden en

verwaarlozen.

Welke argumenten zouden volgens u bijdrage kunnen leveren aan de amicus curiae brief?

De menselijke kant laten zien in je brief en niet alleen op strikte juridische argumenten zitten, maar ook de impact van het ontzeggen van gezinshereniging naar voren brengen. Dat het verschil tussen 18 – en + heel erg schrijnend is en niet goed te rijmen valt met de omgekeerde situatie. Laat de rechter voelen hier neem je een beslissing over. Neem gelijkheidsargumenten en overgangsregels naar 18 jaar. Amv’s op hun achttiende laten vallen is een onverantwoordelijke manier van omgaan met kinderen. Want ze zijn kind en belanden in een bepaalde procedure die zolang duurt dat ze op een gegeven moment 18 jaar worden. Vervalt daarmee zijn behoefte om herenigd te worden met zijn ouders; nee? Een ander argument zou je wellicht kunnen vinden in het feit dat jongvolwassen veel minder autonoom zijn dan we verwachten. Het belang van hereniging bij net meerderjarige is evident aanwezig.

Wat vindt u van het Nederlandse gezinsherenigingsbeleid voor derdelanders?

Die is heel formeel en rigide. Nederland is weleens op zijn vingers getikt door internationale rechters met waar ben je mee bezig je maakt het zo formeel. Natuurlijk zijn er altijd

tegenargumenten, zoals het aanzuigende effect en risico’s dat kinderen gebruikt worden of ingezet worden, maar heel overtuigend zijn die argumenten niet. Het gaat niet in een keer om heel veel gezinnen. Nederland mag best ruimhartiger zijn. Vanuit beleidsperspectief heb ik het nooit zo begrepen dat er zo strikt mee wordt omgegaan, want het levert alleen maar heel veel meer gedoe op en veel beslissingen die genomen moeten worden en dat juridische

getouwtrek daar worden mensen niet gelukkiger van. Daarnaast kost het ook nog eens veel geld. Het komt gewoon door de wens om een strikt immigratiebeleid te voeren. We willen niet uitdragen dat we ruimhartig zijn, want dat zou een aanzuigend effect kunnen hebben. Tegelijkertijd moeten we reëel zijn. Een land mag zijn immigratiebeleid voeren en daar horen ook regels bij. Wat ik heb begrepen is dat Nederland zich erg formeel opstelt en daar is Nederland over teruggefloten en ook over het uit elkaar trekken van gezinnen.

Hoe bedoelt u?

Bijvoorbeeld bij het uitzetten van een ouder. Daar heeft het hof van Straatsburg gezegd, daar moet je het belang van het kind echt een plek geven. Ook in andere gezinskwesties, zoals de detentie van kinderen en vreemdelingenbewaring. Een kind moet dan kiezen of hij weg wil bij de ouders of samen met de ouders vast wil zitten. Dat zijn natuurlijk onmogelijke keuzes. Het is zo kwetsend. Zoveel negatieve impacts heeft dit op kinderen, vooral bij hun kansen op ontwikkeling. De vluchtelingenstroom hebben we mede zelf veroorzaakt, het is een onderdeel van onze eigen verantwoordelijkheid. Wij moeten ons realiseren dat deze mensen niet allemaal terug gaan en terug kunnen. Er moet nagedacht worden over hoe deze mensen een bestaan aangeboden kan worden. Dan moeten dit soort zaken

ruimhartiger bekeken worden en dan heb je er waarschijnlijk meer aan op lange termijn als samenleving. Er zitten heel veel kansen. Het helpt niet om mensen te traumatiseren of formele hobbels te laten nemen. We hebben een door angst geregeerd systeem. Bang om aanzuigende werking te veroorzaken.

Bijlage

Naam : Hemme Battjes

Functie: Hoogleraar Europees Asielrecht

Datum : 3 februari 2017 om 12:30 uur

Duur : 30 min

Kanaal : Face to face Plaats : Universiteit Amsterdam in het Inituim op de 2de verdieping bij de rode banken.

Allereerst heb ik mezelf voorgesteld en verteld waar mijn onderzoek overgaat. Vervolgens heb ik de heer Battjes bedankt voor zijn tijd en medewerking. Ook heb ik gevraagd of ik het gesprek mocht opnemen en de heer Battjes ging hiermee akoord.

Hoe kijkt u tegen de gestelde prejudiciële vraag van 26 oktober 2016?

Het is sowieso afwachten van wat het Hof gaat zeggen, maar mijn vermoeden is dat het Hof de regeling waarbij de leeftijd wordt gehanteerd naar het moment van aanvraag zal kiezen. Ik denk dat het hof gaat zeggen dat het niet strijdig is met het Unie recht. Maar wat ik persoonlijk denk ik is dat er veel voor te zeggen is om ze als minderjarige te behandelen.

Wat vond u van de rechterlijke toetsing in m.b.t. dit materie voordat er een prejudiciële vraag werd gesteld?

Ik denk dat de lijn van de Afdeling in stand zal blijven. Die uitspraak van rechtbank

Roermond oordeelde afwijkend van de Afdeling, uit mijn hoofd vond ik hun argumentatie niet een winnende zaak. Deze zaken vind ik niet buitengewoon schokkend er zijn veel hardere zaken geweest in Nederland.

Hoe bedoelt u?

Je kan denken aan een uitspraak waar het om een man ging die uit Rwanda kwam. Een deel van zijn gezin werden vermoord en hij was zelf bij de slachtpartij bewusteloos geraakt. Van andere had hij gehoord dat zijn vrouw en kinderen overleden waren. De man wist weg te komen en vraagt asiel in Nederland. Hij vertelt ook in zijn asielrelaas dat iedereen van zijn gezinsleden omgekomen zijn. In ieder geval na het verkrijgen van zijn vergunning en ruim na die drie-maanden-termijn voor het indienen van een mvv-aanvraag krijgt hij te horen van het Rode kruis dat een dochter van hem is opgedoken. Hij vraagt vervolgens

gezinshereniging op grond van art. 29 lid 2 vw 2000 en dat werd toen geweigerd, omdat die drie maanden termijn verstreken is. De rechtbank probeerde dat wel te doorbreken op grond van diepe argumentatie. Ook daar was de Afdeling heel hard in en zei nee. Dat laat zien hoe

formalistisch in Nederland wordt omgegaan met termijnen. Dan is de zaak die zich nu afspeelt bij het hof een relatief matige zaak uiteindelijk.

Welke argumenten zouden volgens u bijdrage kunnen leveren aan de amicus curiae brief?

(Lange denkpauze) Je kunt denken aan argumenten, zoals een staat die niet mag

profiteren van eigen traagheid.

Wat vindt u van het Nederlandse gezinsherenigingsbeleid voor derdelanders?

Je kunt een politieke oordeel hebben en wenselijk vinden dat het ruimer zou moeten zijn. Wat ik uit jurisprudentie zie is dat er een gelijkheidsbeginselredenering wordt gevolgd. Want als je bijvoorbeeld tot je achttiende mag blijven waarom ook niet je eenentwingtigste, omdat het kinderrechtenverdrag in sommige gevallen de grens voor meerderjarige bij 21 jaar legt en niet bij 18 jaar. Het recht werkt nu eenmaal met arbitraire grenzen en we weten allemaal dat de grens tussen minderjarigheid en meerderjarigheid arbitrair is.

Wat vindt u van de stelling dat een asielvergunning die met terugwerkende kracht ingaat naar de aanvraagdatum als peilmoment genomen dient te worden voor de beoordeling van een mvv-aanvraag?

Ik vind de datum van de aanvraag voor asiel mag gelden als een peildatum. De kern van vluchtelingschap is dat je aanspraak krijgt op bescherming van een land waar je helemaal niks mee te maken hebt, omdat je in je land van herkomst bedreigd wordt. Daarom heb je recht op bescherming elders. Dat betekent dat de beschermingsbehoefte die ontstaat op het moment dat je de grens overgaat en in het Vluchtelingenverdrag staat niks over

asielprocedure, maar het is natuurlijk logisch dat wij die hebben om een zaak ordentelijk te laten gaan. Maar ik vind dat procedurele vereisten nooit in weg mogen staan van een materiële aanspraak. Dus ook niet als je bijvoorbeeld per ongeluk te laat bent met het indienen van je gronden. Ik vind wel dat een asielaanvraag in Nederland gezien wordt als een bestuurlijk rechtelijke vergunning net zoals een bouwvergunning. Ik zelf zou zeggen dat wanneer een betrokken voldoet aan een vluchtelingdefinitie ze naar het moment van

binnenkomst moeten kijken.

Bijlage

Uitwerking interview met de heer klaassen

Naam : Mark Klaassen Functie: Universitair docent en onderzoeker Gezinsherenigingsrecht

Datum : 25 januari 2017 om 13:30 uur Duur : 65 min Kanaal : Face to face Plaats : Universiteit Leiden (Kamer B0.05)

Allereerst heb ik mezelf voorgesteld en verteld waar mijn onderzoek overgaat. Vervolgens heb ik de heer Klaassen bedankt voor zijn tijd en medewerking. Ook heb ik gevraagd of ik het gesprek mocht opnemen en de heer Klaassen ging hiermee akoord.

Waar gaat het onderwijs over die u aan de verschillende nareisteams van de IND geeft?

Ik vertel in algemeen over artikel 8 EVRM en ik kan daar eigenlijk niet veel over zeggen, want ik doe het niet naar aanleiding van de gestelde prejudiciële vraag. Het onderwijs aan de IND is heel interessant, want we hebben het over verschillende casusposities en we bespreken die met de mensen van verschillende nareis-teams van de IND. Daar bespreken we ook hoe je omgaat met amv’s die gedurende de asielprocedure of vlak voor nareis aanvraag wordt ingediend 18 jaar worden. Het is een inhoudelijke cursus over hoe je artikel 8 EVRM moet toepassen. We hebben het over de Afdelingsjurisprudentie waarin het

peilmoment, namelijk het moment dat de nareis-aanvraag wordt ingediend wordt genomen. Dit kan nadelig zijn voor een statushouder die minderjarig was toen hij een asielaanvraag deed. Dat is op dit moment de stand van zaken. De Afdeling heeft dit bekrachtigd en rechtbank Amsterdam die is eromheen gegaan en heeft het hof van justitie vragen gesteld.

Hoe kijkt u tegen de gestelde prejudiciële vraag van 26 oktober 2016?

Er zitten hier twee kanten aan. Enerzijds kan men stellen dat het peilmoment het moment van de nareisaanvraag wordt. Je laat bijvoorbeeld die asielaanvraag heel lang duren. Dan heeft iemand die recht heeft om zijn gezin over te laten komen op het moment dat hij 16 of 17 jaar is en asielaanvraag ingediend. Vreemdeling wordt 18 en je zegt nee, het peilmoment is na zijn aanvraag en daardoor is het niet meer mogelijk om je ouders te laten komen. Want artikel 8 EVRM, waar je vervolgens op kan toetsen is veel moeilijker of de drempel is daar veel hoger. Ook zou je kunnen zeggen het recht op gezinshereniging moeilijker wordt

gemaakt wat je uit de Gezinsherenigingsrichtlijn zou kunnen halen. Tussen asielaanvraag en nareisaanvraag in zit ergens een streepje en dat is het moment van statusverlening. Op het moment van de asielaanvraag tot de statusverlening is een persoon nog niet binnen de

In document Tussen wal en schip (pagina 56-76)