• No results found

Afhankelijke variabelen

In document Verhaal halen (pagina 37-41)

5: Geheel verhalend Verhalende structuur, karakterisering en acties

3.3.3 Afhankelijke variabelen

Algehele waardering

De eerste afhankelijke variabele is de algehele waardering die de lezer heeft voor het gelezen artikel. Dit mogelijke effect is als variabele gekozen, omdat bijna alle onderzoekers en journalisten noemen dat lezers verhalende journalistiek mogelijk meer waarderen. Het vergroten van de algehele waardering lijkt daarmee een soort overkoepelend doel van verhalende journalistiek. Voor zover bekend is er echter nog helemaal geen onderzoek gedaan naar de algehele waardering van verhalende artikelen. Daarnaast is deze variabele gekozen omdat het een erg interessant aspect is voor de praktijk. Immers, journalisten hopen altijd dat lezers hun artikelen waarderen. De algehele waardering is gedefinieerd als ‘het rapportcijfer dat de lezer aan het artikel geeft’. Deze variabele wordt via één directe vraag gementen, namelijk via een rapportcijfer. Hier is voor gekozen omdat deze numerieke antwoordschaal voor vrijwel iedereen bekend is en de cijfers 1 t/m 10 voor iedereen ongeveer dezelfde betekenis hebben

31 Masterscriptie Hedwig Dijkstra | Verhaal halen

(Dijkstra et al., 2014). Daarnaast heeft dit als voordeel dat de onderzoeker nu niet voor de respondent hoeft te bepalen uit welke onderdelen de ‘algehele waardering’ zou bestaan, maar dat de respondent zelf kan bepalen wat voor hem zorgt voor de waardering (O’Keefe, 2002). Omdat dit onderzoek zich niet specifiek richt op één medium, wordt in de vraagstelling zowel een krant als een nieuwswebsite als medium genoemd. In tabel 4 is het item weergegeven waarmee de variabele ‘algehele waardering’ is gemeten.

Item Algehele waardering

Als ik dit artikel in de krant of op een nieuwswebsite zou lezen, zou ik het artikel het volgende rapportcijfer geven: (1 t/m 10)

Tabel 4: item van variabele ‘algehele waardering’

Transportatie in het verhaal

De tweede afhankelijke variabele is de transportatie. Volgens Van Krieken et al. (2015) zijn er twee vormen van transportatie mogelijk: bij de ene vorm richt de lezer zich volledig op de tekst en vergeet hij de wereld om zich heen, bij de andere vorm heeft de lezer het gevoel zelf bij het verhaal aanwezig te zijn. Ondanks dat deze twee vormen natuurlijk veel met elkaar te maken hebben, hebben Van Krieken et al. (2015) in hun onderzoek alleen een verband gevonden tussen een verhalende vertelvorm en de tweede vorm van transportatie. Daarom wordt in dit onderzoek alleen gekeken naar deze tweede vorm, zodat nagegaan kan worden welke specifieke verteltechnieken voor deze vorm van transporatie zorgen. In dit onderzoek wordt daarom de volgende definitie van het begrip ‘transportatie’ aangehouden: ‘de mate waarin de lezer het gevoel heeft aanwezig te zijn bij de nieuwsgebeurtenis’. De items voor deze variabele zijn overgenomen uit het onderzoek van Van Krieken et al. (2015). Twee van deze items zijn omgekeerd gemaakt, door het woordje ‘niet’ toe te voegen. Deze items zijn geschikt om de variabele ‘transportatie’ te meten, omdat ze allemaal gaan over de mate waarin de lezer het gevoel heeft aanwezig te zijn bij de nieuwsgebeurtenis. In tabel 5 zijn de zes items weergegeven. Uit de betrouwbaarheidsanalyse blijkt dat de samenhang tussen deze zes vragen hoog is, want Cronbach’s α is hoger dan .70. Daarom mogen deze zes vragen tezamen gezien worden als één variabele. In paragraaf 3.5 wordt uitgebreider ingegaan op het creëren van één variabele aan de hand van meerdere items.

Items Transportatie Betrouwbaarheid

Tijdens het lezen, had ik het gevoel dat ik aanwezig was bij de gebeurtenissen in het artikel

α = .78 Tijdens het lezen had ik een levendige voorstelling van de

nieuwsgebeurtenis

Tijdens het lezen voelde het alsof ik aanwezig was op de plekken die werden omschreven

Tijdens het lezen, leek het alsof ik aanwezig was in het verhaal Tijdens het lezen zag ik de gebeurtenissen niet voor me* Toen ik het artikel las, was ik niet met mijn gedachten bij de nieuwsgebeurtenis*

Tabel 5: items van variabele ‘transportatie’

Emotionele betrokkenheid

Op basis van het onderzoek van Van Krieken et al. (2015) is ook besloten om de emotionele betrokkenheid verder te onderzoeken. Van Krieken et al. concluderen namelijk dat verhalende verteltechnieken kunnen zorgen voor verhoogde emotionele betrokkenheid, maar dat het nog niet duidelijk is welke verteltechnieken dat precies bewerkstelligen. Het is daardoor kansrijk en interessant om ook de emotionele betrokkenheid als variabele toe te voegen. De definitie die in dit onderzoek wordt aangehouden is gebaseerd op Van Krieken et al., en luidt: ‘de mate waarin de lezer zich emotioneel verbonden voelt bij een nieuwsgebeurtenis.’ De eerste vier items voor

32 Masterscriptie Hedwig Dijkstra | Verhaal halen

deze variabele zijn overgenomen uit het onderzoek van Van Krieken et al. (2015). Deze items zijn geschikt om de emotionele betrokkenheid te meten, omdat ze gaan over de mate waarin de lezer zich emotioneel verbonden voelt met de nieuwsgebeurtenis. De laatste twee items zijn zelf bedacht, omdat Van Krieken et al. niet meer items voor emotionele betrokkenheid hanteren. Deze laatste twee items zijn omgekeerd en gaan in op wat het artikel met de lezer deed. Daarom zijn ook deze items geschikt om de emotionele betrokkenheid te meten. In tabel 6 zijn de zes items te lezen en is te zien dat Cronbach’s α met een waarde van .85 hoog genoeg is.

Items Emotionele betrokkenheid Betrouwbaarheid

Het artikel had een invloed op mijn emoties

α = .85 Dit artikel beïnvloedde mijn gevoelens

Het artikel raakte me

Ik vond dit nieuwsartikel aangrijpend Het artikel deed me niets*

Ik ervaarde het artikel als afstandelijk*

Tabel 6: items van variabele ‘emotionele betrokkenheid’

Toegankelijkheid

Ten derde wordt de toegankelijkheid van het artikel gemeten. Op basis van de literatuur die in paragraaf 2.2 is besproken, wordt de toegankelijkheid gedefinieerd als ‘de mate waarin de lezer vindt dat het artikel op een begrijpelijke manier is geschreven’. Het gaat hier dus uitdrukkelijk niet om het praktische aspect van toegankelijkheid (zoals: kan ik het artikel makkelijk vinden op internet?), maar om het mentale aspect. Reden dat voor deze variabele is gekozen, is dat diverse auteurs noemen dat verhalende journalistiek een nieuwsgebeurtenis toegankelijker kan maken. Uit het onderzoek van Emde et al. (2016) blijkt dat verhalende journalistiek niet altijd beter wordt begrepen dan traditionele journalistiek. Emde et al. hebben echter gekeken naar het daadwerkelijke begrip en niet naar de mate waarin de lezer het artikel als toegankelijk ervaart. Echter, diverse auteurs noemen dat lezers door verhalende journalistiek het artikel als meer toegankelijk ervaren, en niet persé dat lezers het artikel inhoudelijk ook beter begrijpen. Daarom wordt in dit onderzoeke niet gekeken naar het daadwerkelijke begrip, maar naar de mate waarin de lezer vindt dat het artikel toegankelijk geschreven is. Vanwege dit onderscheid in ervaren toegankelijkheid en daadwerkelijke begrip, is er bewust niet gekozen voor items die inhoudelijke vragen stellen over het nieuwsartikel. In plaats daarvan wordt gevraagd naar wat de lezer van de begrijpelijkheid van het artikel vond. Omdat er voor zover bekend geen items beschikbaar zijn die deze vorm van toegankelijkheid meten, zijn de items voor deze variabelen zelf bedacht. De items gaan allemaal over de vraag in welke mate de lezer het artikel als ‘begrijpelijk’ ervaarde. Daarom zijn deze items geschikt om de toegankelijkheid te meten zoals die hierboven gedefiniëerd is. De items zijn gepresenteerd in tabel 7, waar ook te zien is dat uit de betrouwbaarheidsanalyse een Cronbach’s α van .82 komt.

Items Toegankelijkheid Betrouwbaarheid

Deze nieuwsgebeurtenis is makkelijk te begrijpen

α = .82 Dit artikel geeft een heldere uitleg van de nieuwsgebeurtenis

In het artikel wordt de nieuwsgebeurtenis op een begrijpelijke manier verteld

Door het artikel weet ik waar de nieuwsgebeutenis over gaat Ik snap niet waar deze nieuwsgebeurtenis over gaat*

In het artikel wordt de nieuwsgebeurtenis onduidelijk uitgelegd*

33 Masterscriptie Hedwig Dijkstra | Verhaal halen

Lezersloyaliteit

De lezersloyaliteit wordt gedefinieerd als ‘de mate waarin de lezer trouw is aan een krant of nieuwswebsite die zulke artikelen publiceert’. Een logische manier om lezersloyaliteit te meten, is in een experiment waarin naar het gedrag van de lezer wordt gekeken. Echter, die setting is binnen deze scriptie niet mogelijk. Toch is gekozen om lezersloyaliteit wel te meten. Reden daarvan is dat een aantal onderzoekers (o.a. Hartsock, 2007; Neveu, 2014; Johnston & Graham, 2012) herhaaldelijk noemt dat verhalende journalistiek lezers terug kan brengen naar de krant en lezers ook bij zich kan houden. Het is daarnaast een erg interessante variabele voor de journalistieke praktijk, omdat journalistieke redacties de ambitie hebben zoveel mogelijk trouwe lezers aan zich te binden. Zeker in deze tijd van snelle online media, zijn lezers steeds minder trouw aan één medium en wisselen ze steeds van media (Hartsock, 2007). Het is daardoor van groot belang om te weten of verhalende journalistiek inderdaad voor meer lezersloyaliteit zorgt. Daarnaast is dit effect voor zover bekend nog niet eerder onderzocht, wat het des te interessanter maakt. Doordat het effect nog niet eerder is onderzocht, zijn er ook geen items bekend waarmee deze variabele gemeten kan worden. Daarom zijn de items zelf bedacht op basis van de gegeven definitie. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat artikelen via zowel online als gedrukte kanalen verspreid kunnen worden, door drie items per kanaal te formuleren. Daarnaast is een onderscheid gemaakt tussen het willen lezen van een artikel en het actief kopen van een krant of openen van een website. Dit omdat ook in de praktijk er een verschil kan zijn tussen deze twee processen, want het ‘willen lezen’ van een artikel is laagdrempeliger dan het proactieve proces van een krant kopen of een website bezoeken. Op basis van deze criteria zijn zes items voor de lezersloyaliteit geformuleerd, zie tabel 8. Omdat de items allemaal ingaan op de mate waarin de lezer trouw is aan een medium die zulke artikelen plaatst, zijn deze items geschikt om de lezersloyaliteit te meten. De samenhang tussen deze items is hoog (.91), wat inhoudt dat de items gezamenlijk één variabele kunnen vormen.

Items Lezersloyaliteit Betrouwbaarheid

Een krant met zulke artikelen zou vaker willen lezen

α = .91 Als ik weet dat een krant dit soort artikelen plaatst, zou ik die

krant nog wel eens kopen

Als ik dit artikel op een nieuwswebsite tegen zou komen, zou ik artikelen van die website vaker willen lezen

Ik zou nieuwswebsites die zulke artikelen plaatsen, geregeld bezoeken

Als ik dit artikel in een krant zou lezen, zou ik die krant niet meer willen ontvangen*

Nieuwswebsites die zulke artikelen plaatsen zou ik niet meer willen bezoeken*

Tabel 8: items van variabele ‘lezersloyaliteit’

Geloofwaardigheid

De geloofwaardigheid wordt in dit onderzoek gedefinieerd als ‘de mate waarin de lezer gelooft dat het artikel naar waarheid is geschreven’. Uit het theoretisch kader blijkt dat de opvattingen over de invloed van verhalende verteltechnieken op de geloofwaardigheid van een artikel, nogal uiteenlopen. Sommige auteurs noemen dat een verhalend artikel als geloofwaardiger kan worden gezien, terwijl andere auteurs vermoeden dat de geloofwaardigheid juist kan verminderen door het gebruik van verhalende verteltechnieken. Daarom is ervoor gekozen de geloofwaardigheid verder te onderzoeken, zodat nagegaan kan worden welke redenering juist is. In een onderzoek van Hoeken & Sinkeldam (2013) is een aantal items gevonden dat de geloofwaardigheid van een tekst meet. Deze items zijn iets herschreven, zodat ze zijn toegespits op dit onderzoek. De items gaan in op zowel de geloofwaardigheid van het artikel zelf, als de mate waarin de journalist als geloofwaardig overkomt. Het betreft onderstaande eerste vier items. Daarnaast zijn in lijn met deze items, nog twee omgekeerde items toegevoegd, zodat er in

34 Masterscriptie Hedwig Dijkstra | Verhaal halen

totaal zes items zijn die de geloofwaardigheid meten. Omdat al deze items ingaan op de mate waarin de lezer gelooft dat het artikel naar waarheid is geschreven, zijn deze items geschikt omde geloofwaardigheid te meten. In tabel 9 zijn die items weergegeven, evenals de uitkomst van de betrouwbaarheidsanalyse.

Items Geloofwaardigheid Betrouwbaarheid

Als ik dit artikel in een krant tegen zou komen, zou ik het geloven dat het arikel de juiste weergave geeft van wat er is gebeurd

α = .84 Als dit artikel in een krant zou staan, zou ik er vanuit gaan dat

de feiten in dit artikel kloppen

Ik veronderstel dat de schrijver van dit artikel eerlijk is over wat er is gebeurd

Dit nieuwsartikel is geschreven door een deskundige journalist

De journalist komt op mij over als een onbetrouwbare schrijver*

Als ik dit artikel in de krant zou lezen, zou ik vermoeden dat de gebeurtenissen niet werkelijk zo zijn gegaan*

Tabel 9: items van variabele ‘geloofwaardigheid’

Aandacht van de lezer

Tot slot heerst onder journalisten en onderzoekers het idee dat verhalende journalistiek ervoor kan zorgen dat de lezer sneller aandacht geeft aan het artikel. Dit is een variabele die zeker voor de praktijk erg relevant is. Immers, redacties willen graag dat hun artikelen de aandacht trekken, zeker in het huidige medialandschap waar media echt moeten strijden voor de aandacht van de lezer (Hartsock, 2007). Ondanks deze relevantie, is deze variabele voor zover bekend nog nooit onderzocht in het kader van verhalende journalistiek. Daarom wordt deze variabele in dit onderzoek meegenomen. De definitie van aandacht luidt in dit onderzoek als volgt: ‘de mate waarin de lezer bereid is om aandacht te geven aan het artikel’. In eerdere onderzoeken zijn geen stellingen gevonden die de aandacht van de lezer meten, daarom zijn de stellingen uit dit onderzoek zelf bedacht. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat deze variabele bestaat twee onderdelen, namelijk enerzijds het in eerste instantie opmerken van het artikel en anderzijds het daadwerkelijk willen lezen van het artikel. De items gaan over de mate waarin de lezer bereid is om aandacht te geven aan het artikel, daarom zijn deze geschikt om deze variabele mee te meten. De items van deze laatste afhankelijke variabele en de bijbehorende waarde voor Cronbach’s α zijn weergegeven in tabel 10.

Items Aandacht Betrouwbaarheid

Dit artikel zou mijn interesse wekken als het in de krant zou staan

α = .92 Mijn oog zou vallen op dit artikel als het in de krant zou staan

Dit artikel zou ik lezen als het in de krant zou staan

Als dit artikel in de krant zou staan, zou het direct bekijken Ik zou dit artikel niet opmerken als het in de krant zou staan* Ik zou geen aandacht geven aan dit artikel als het in de krant zou staan*

Tabel 10: items van variabele ‘aandacht’

In document Verhaal halen (pagina 37-41)