• No results found

Afhankelijke variabele

In document Compact schrijven in nieuwsberichten (pagina 34-41)

3.1 Opzet en design

3.2.2 Afhankelijke variabele

Compact schrijven, ook wel kort schrijven, staat centraal als afhankelijke variabele. Om niet alleen te kijken of nieuwsberichten zijn ingekort, maar ook te onderzoeken waar en hoe en op welke inhoud is ingekort zijn tevens kenmerken van nieuwsberichten meegenomen. Door ook deze kenmerken te analyseren kon in de conclusie vergeleken worden waar in de nieuwsberichten mogelijk veranderingen te ontdekken zijn in compact schrijven. Hieronder is de operationalisering van de kenmerken van compact schrijven en de nieuwsberichten beschreven. Deze kenmerken staan door elkaar heen. De kenmerken van compact schrijven en de nieuwsberichten zijn beschreven per onderdeel van een nieuwsbericht; kop, subkop, lead, subtitel, body/slot en kenmerken in het gehele nieuwsbericht. Deze verschillende onderdelen hangen samen met een strakke structuur hanteren van Asbreuk en de Moor (2007).

Kop

Hieronder staan de kenmerken van een kop beschreven gecombineerd met compact schrijven volgens de literatuur van Asbreuk en de Moor (2007) en Hicks en Holmes (2002). Tabel 4 Operationalisering kenmerken van compact schrijven en een nieuwsbericht in de kop Kop Titel bovenaan een nieuwsbericht Blikvanger Dikgedrukt Informatief Lengte (korte woorden, telegramstijl, concreet) Trekt de aandacht van de lezer. Dit kan door de grootte van de kop, maar het kan ook de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van het verhaal

Vet geschreven

De kop geeft het onderwerp van het nieuwsbericht aan

De kop is vaak kort geschreven, in korte woorden en in telegramstijl om de aandacht van de lezer te trekken

Subkop

Hier zijn de kenmerken van de subkop te vinden volgens Asbreuk en de Moor (2007) en

Tabel 5 Operationalisering kenmerken van compact schrijven en een nieuwsbericht in de subkop Subkop De onderkop die soms voorkomt onder de kop Lengte Geeft extra informatie over kop Geeft achtergrond Geeft context weer Subkoppen zijn kort, zodat de behoefte aan extra informatie voor de lezer groter is Wijdt iets meer over het onderwerp uit dan de kop Geeft achtergrondinformatie over de kop Geeft de context van het verhaal weer Lead

De kenmerken van de lead volgens Asbreuk en de Moor (2007), Schellens en Steehouder (2008) en Whitaker, Ramsey en Smith (2012). Tabel 6 Operationalisering kenmerken van compact schrijven en een nieuwsbericht in de lead Lead De eerste alinea van een verhaal Basisuitspraak van bericht Belangrijkste nieuwsfeiten Vijf W’s en H. Lengte Een zin Belangrijkste info staat vooraan Waar en wanneer staan bij werkwoord Begint met plaats- en tijdsaanduiding 1 alinea Bevat de kern van het verhaal; het hoofdthema. Is vaak in één zin geformuleerd Belangrijkste nieuws van het verhaal Wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe vraag

Een lead moet direct zijn. Dit betekent kort geschreven en niet langer dan 35 woorden. Omdat de lead kort is mag hij niet langer zijn dan één zin. Deze zin vat de eerste paragraaf samen De eerste woorden zijn de belangrijkste woorden van het verhaal. Deze staan dus vooraan. De andere W en H vragen staan meestal vooraan in de lead, maar de waar- en wanneer vraag zijn terug te vinden bij de actie, oftewel het werkwoord.

Voor de leesbaarheid wordt vaak begonnen met een plaats- en tijdsaanduiding. Bijvoorbeeld: Den Haag – 3 september.

Enkele zinnen vormen samen één alinea.

Subtitel De kenmerken van een subtitel volgens Whitaker, Ramsey en Smith (2012). Tabel 7 Operationalisering kenmerken van compact schrijven en een nieuwsbericht in de subtitel Subtitels Kleine titels tussen alinea’s in het verhaal Deelt langere

stukken tekst op De functie van subtitels is om langere stukken tekst op te delen. Het komt weinig voor in nieuwsberichten omdat deze al kort zijn.

Body/Slot

Hieronder volgen de kenmerken van de body/slot volgens Asbreuk en de Moor (2007), Schellens en Steehouder (2008) en Whitaker, Ramsey en Smith (2012).

Tabel 8

Operationalisering kenmerken van compact schrijven en een nieuwsbericht in de body/het slot Kernzin aan begin Uitwerking van basisuitspraak Nieuwe informatie Eerste paragraaf is essentie van nieuwsbericht Hier staat het hoe en waarom Geeft achtergrondinformatie (Gaat dieper in op W’s en H) Een kernzin is één zin die het onderwerp van het verhaal samenvat. Dit wordt ook wel de basisuitspraak van de alinea genoemd.

Daarna volgt de uitwerking van de kernzin.

In de body staat geen nieuwe informatie. Het is uitsluitend een uitwerking van wat eerder is besproken. In de eerste paragraaf staat de belangrijkste informatie over het onderwerp. Het is gebruikelijk dat pas in de body het hoe en waarom aan bod komt, terwijl de andere W- en H-vragen reeds in de lead zijn besproken. De body geeft achtergrondinformatie over het onderwerp van het verhaal.

In het hele nieuwsbericht aanwezig Hier staan kenmerken beschreven die in het hele nieuwsbericht voorkomen, aldus Asbreuk en de Moor (2007), Renkema (2009), Schellens en Steehouder (2008) en Whitaker, Ramsey en Smith (2012). Tabel 9

Operationalisering kenmerken van compact schrijven en een nieuwsbericht die in het hele nieuwsbericht aanwezig zijn

Piramidestructuur Het belangrijkste nieuws staat vooraan, gevolgd door minder belangrijk nieuws. Het onderste deel kan als het ware worden afgeknipt zonder dat dit consequenties heeft voor de belangrijkste inhoud van het verhaal.

Duidelijke centrale

vraag Bij het bedenken van een onderwerp van een verhaal, vraagt een journalist zich af wat de kern is van het onderwerp en formuleert hier een vraag bij.

Vijf W’s en H De waar, wanneer, waarom, wat, wie en hoe-vraag die in een nieuwsbericht staan.

1 bron aanwezig Voor compact schrijven geldt één bron per genre.

Regels Het aantal regels tellen om de compactheid te meten van het nieuwsbericht. Meestal is een nieuwsbericht niet langer dan 30 regels.

Woorden Het aantal woorden tellen om de compactheid te meten van het nieuwsbericht. Een nieuwsbericht is ongeveer 400 woorden lang. Alinea’s Het aantal alinea’s tellen om de compactheid te meten van het

nieuwsbericht. Een nieuwsbericht telt vaak één tot drie alinea’s. 1 onderwerp Aangezien een nieuwsbericht compact is, behandelt het één

onderwerp. Geen lange en

ingewikkelde zinnen Als een zin lang is, is hij ook vaak ingewikkeld. Lange zinnen zijn zinnen langer dan 60 woorden. Lijdende vorm De lijdende vorm is de passivitis. Dit zijn werkwoorden als: wordt, worden, word….door, werd….door”. Dit heet ook wel de tante Doortjesstijl. Vermijd de passivitis en gebruik de bedrijvende vorm om de tekst aantrekkelijker te maken.

Omslachtige

uitdrukkingen Gebruik niet meer woorden dan nodig zijn. Een voorbeeld van een omslachtige zin is: “In een gestaag tempo kwam het naar beneden druppelen”. In plaats daarvan had “het regent” ook volstaan.

Tangconstructies Een tangconstructie behelst een zinsdeel dat bij elkaar hoort, maar in de tekst ver uit elkaar staat. Met ver uit elkaar wordt bedoelt het ene deel staat vooraan in de zin terwijl het andere deel achteraan staat. Een voorbeeld: “Geert Wilders heeft vanochtend om 11.00 uur in de Tweede Kamer met veel bombarie zijn standpunt over de

gemaakt” hoort bij elkaar maar staat in deze zin ver uit elkaar. Dubbele

ontkenningen Een dubbele ontkenning staat gelijk aan een dubbele negatie. Twee keer of vaker een dubbele ontkenning in één zin gebruiken zorgt ervoor dat de zin moeilijk leesbaar wordt. Vermijdt dus “niet….niet” of “nooit….niet” in één zin.

Naamwoordstijl Door zelfstandige naamwoorden te gebruiken komt er minder actie in een tekst, dit heet naamwoordstijl. Het is beter om werkwoorden te gebruiken die actie aangeven en waarvan de tekst minder passief wordt. Een voorbeeld van naamwoordstijl is: “de beweging – bewegen”. Vaak eindigen naamwoordstijlen op –ing of –atie. Daarnaast kan het de vorm hebben van “het + infinitief werkwoord”, zoals: “het aanschouwen van”.

Verleden tijd De verleden tijd zorgt voor afstand tot de lezer. Vermijd deze werkwoordstijd, zoals: “ik werkte”.

Tegenwoordige tijd Een lezer is meer betrokken bij het verhaal als het in de tegenwoordige tijd is geschreven. Hanteer deze werkwoordstijd, zoals: “ik werk”.

3.3 Materiaal

Voor dit onderzoek zijn nieuwsberichten onderzocht. Dit zijn berichten die in de krant verschijnen en als functie hebben de lezer te informeren over een actueel onderwerp door middel van een korte tekst. In een aantal zinnen en alinea’s worden de belangrijkste nieuwsfeiten gepresenteerd en antwoord gegeven op de wie, wat, wanneer, waar, waarom en hoe vragen. Verder is het de structuur van een nieuwsbericht dat de belangrijkste informatie vooraan staat weergegeven. Tot slot heeft het qua vormkenmerk dat het niet langer dan 400 woorden is, meestal één tot drie alinea’s lang is en maximaal 20 tot 30 regels bevat (Schellens & Steehouder, 2008; Asbreuk & de Moor, 2007). Deze kenmerken, en overige kenmerken, zijn te vinden in Tabel 2.

Omdat nieuwsberichten dus kort zijn, is het interessant om te onderzoeken hoe en of deze nieuwsberichten korter zijn geworden door de tijd heen. Daarnaast is het interessant om te kijken of de nieuwsberichten de kenmerken in Tabel 2 ook bezitten.

Andere genres zijn niet gekozen. Een achtergrondverhaal of recensie zijn bijvoorbeeld langer en hier heeft de journalist meer ruimte om te schrijven, terwijl een nieuwsbericht juist beknopt moet zijn en de journalist moet selecteren wat wel en geen nieuwswaarde heeft. Wat zet hij vooraan en wat niet (Asbreuk & de Moor, 2013)?

Keuze kranten en corpus

Drie kwaliteitskranten zijn onderzocht. Dit zijn de Trouw, het NRC en het Parool. Het onderwerp van de nieuwsberichten is Prinsjesdag en de Troonrede. Vandaar dat alleen op de maand september is gezocht. In deze maand komt het nieuws over Prinsjesdag en de Troonrede naar buiten omdat de derde dinsdag van september Prinsjesdag is. Prinsjesdag is gekozen omdat het een jaarlijks terugkomende gebeurtenis is. Het kon dus over een langere periode van tijd geanalyseerd worden.

Het totale corpus bestaat uit 55 nieuwsberichten. De distributie van de nieuwsberichten over de kranten en jaargangen staat in Tabel 10.

Het bijzondere aan de verzameling is dat alle nieuwsberichten voor-, na de overgang en van nu zijn geanalyseerd. Een selectie van de nieuwsberichten maken was geen optie omdat hiervoor soms te weinig nieuwsberichten aanwezig waren. Hierdoor zou geen eerlijke vergelijking ontstaan. Om deze reden is de Volkskrant niet onderzocht, omdat hiervoor te weinig nieuwsberichten waren in de drie tijdsperiodes. Bovendien komt het analyseren van alle nieuwsberichten ten goede aan de betrouwbaarheid van het onderzoek. Zo kan een meer generaliserende uitspraak worden gedaan. Alle nieuwsberichten zijn immers onderzocht (Baxter & Babbie, 2003). Daarentegen zijn weinig nieuwsberichten van nu (N = 11) en van het Parool (N = 11) onderzocht. Daarom zijn niet alleen nieuwsberichten op de voorpagina van de kranten geselecteerd, maar ook op de eerstvolgende pagina’s in de katernen: ‘Binnenland, Nederland, Vandaag, In het nieuws en Nieuws’. Door meer katernen mee te nemen in het onderzoek, werd het aantal nieuwsberichten vergroot. Om de homogeniteit van de nieuwsberichten te waarborgen is geen krant zoals de Telegraaf gekozen. Bij de Telegraaf ligt de nadruk op sensatie en daardoor zou de inhoud mogelijk kunnen verschillen met een kwaliteitskrant (Bakker & Scholten, 2009, p.19). Door drie kwaliteitskranten te analyseren is de kans groter dat de ondertoon van de kranten hetzelfde is en het onderzoek meer valide (Baxter & Babbie, 2003).

Tabel 10

Corpus van kranten (N = 55)

Krant Voor de overgang Na de overgang Nu Totaal

Trouw 15 8 4 27 NRC 10 2 5 17 Parool 5 4 2 11 Totaal 30 14 11 55 De nieuwsberichten zijn verzameld via LexisNexis, de online krantendatabase. 3.4 Betrouwbaarheid en validiteit Betrouwbaarheid en validiteit zijn al kort aangestipt in de voorgaande deelhoofdstukken van hoofdstuk 3. Om compact schrijven te kunnen analyseren is gekozen voor drie tijdperiodes. Door drie tijdsperiodes te kiezen kan gekeken worden of er een verschil is tussen deze periodes. Over de drie tijdsperiodes zijn alle nieuwsberichten op de voorpagina’s en eerste secties van de kranten meegenomen in het onderzoek. Hoewel teksten vaak at random of systematisch verzameld worden, is dat nu niet het geval. Dit komt ten goede aan de betrouwbaarheid van het onderzoek, omdat alle nieuwsberichten zijn meegenomen. Echter is het wel een vorm van probability sampling omdat specifiek is gekozen voor alle nieuwsberichten. De achterliggende reden is omdat anders niet voldoende nieuwsberichten geanalyseerd konden worden. Hierdoor is de verdeling van het aantal nieuwsberichten scheef, zoals te zien in Tabel 10. Dit leidde ertoe dat niet alle data statistisch geanalyseerd kon worden. Om dit te ondervangen is het onderzoek deels kwalitatief, zodat te kleine data geïnterpreteerd konden worden aan de hand van literatuur. Bovendien versterken de kwantitatieve en kwalitatieve analyse elkaar op deze manier. Voor zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve deel is aan hetzelfde analyseschema vastgehouden, bovendien is alleen manifeste data onderzocht. Dit heeft als voordeel dat het onderzoek makkelijk te herhalen is voor een andere onderzoeker. De scheve verdeling in data had ondervangen kunnen worden door andere kranten te analyseren, echter moet de inhoud van de nieuwsberichten homogeen zijn. Hierdoor zijn zoals eerder aangekaart geen populaire kranten geanalyseerd

4. Analyse en Resultaten

U bent aangekomen op het derde tussenstation. Dit station behandelt de analyse en resultaten van de verschillende deelvragen. Om uw geheugen na deze lange reis op te frissen, volgt hier een herhaling van de deelvragen:

1. Wat zijn de karakteristieke kenmerken van nieuwsberichten voor de invoering naar het tabloidformaat?

2. Wat zijn de karakteristieke kenmerken van nieuwsberichten na de invoering naar het tabloidformaat?

3. Wat zijn de karakteristieke kenmerken van nieuwsberichten van nu?

4. Wat zijn de verschillen of overeenkomsten in nieuwsberichten binnen een krant? 5. Wat zijn de verschillen of overeenkomsten in nieuwsberichten tussen de drie kranten? Achtereenvolgend worden deze deelvragen besproken op dit tussenstation. Bij het bespreken van elke afzonderlijke deelvraag komt eerst het kenmerk kop aan bod, vervolgens de lead, subtitels, body en tot slot de kenmerken die in het hele nieuwsbericht voorkomen. De resultaten worden beschreven aan de hand van inferentiële en descriptieve statistiek. Hierbij worden p-waardes van 0,05 of lager als significant beschouwd.

Dit hoofdstuk bestaat uit vijf paragrafen en vijf sub paragrafen. In de sub paragrafen komen eerst de kenmerken van de kop aan bod, vervolgens de lead en subtitels, de body, kenmerken in het hele nieuwsbericht en daarna is een statistische toets uitgevoerd in 4.4 en 4.5 om te kijken of er een verschil te vinden is tussen de kranten voor de invoering naar het tabloidformaat. Tot slot worden de resultaten in de samenvatting van de deelvragen gelinkt aan literatuur. Het codeerschema is te vinden in bijlage I. De SPSS output is te vinden in bijlage III. Tot slot zijn de analyseschema’s te vinden in bijlage IV en de nieuwsberichten zelf in bijlage V. 4.1 Karakteristieke kenmerken van nieuwsberichten voor de invoering naar het tabloidformaat

Aan de hand van tabellen wordt in dit deelhoofdstuk gekeken welke karakteristieke kenmerken de nieuwsberichten bezaten voor de overgang naar het tabloidformaat. In de tabellen zijn de verschillende kenmerken te vinden die de kop en subkop bezitten. Hierbij is

In document Compact schrijven in nieuwsberichten (pagina 34-41)