• No results found

Intern Zorgoverleg

In document Overtuigend basisonderwijs (pagina 31-0)

6. De zorg voor de leerlingen

6.7. Intern Zorgoverleg

Mei-inoar zorgen we voor de beste ontwikkeling van uw kind

Wat doe je als je kind regelmatig wordt gepest? Als je zoon niet helemaal lekker in z’n vel zit. Of je dochter last heeft van de scheiding? Elke ouder heeft wel eens een vraag over de opvoeding en het gedrag van een kind. Veel zaken bespreek je met familie en vrienden. Maar soms is dat niet genoeg.

U kunt met uw vragen altijd terecht op uw eigen school. Daar werken de intern begeleider, de

schoolverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg en de schoolmaatschappelijk werker nauw samen. U kunt één van hen rechtstreeks benaderen wanneer u een vraag heeft.

De intern begeleider, de schoolverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker hebben een paar keer per jaar overleg om eventuele zorgen over een kind te bespreken. Ouders en ook leerkrachten kunnen advies vragen aan dit zogenoemde intern zorgoverleg (IZO). Vragen kunnen gaan over de lichamelijke ontwikkeling, de sociale ontwikkeling, emotionele problemen, gedrag; kortom alles waar een kind of gezin thuis, op school of in de vrije tijd mee te maken kan krijgen. Als u wilt kunt u hierbij aanwezig zijn, u kent uw kind immers het beste. Samen met u willen we er voor zorgen dat uw kinderen zich goed kunnen ontwikkelen.

Betere samenwerking tussen professionals

Er zijn in Fryslân veel organisaties die zich inzetten voor het welzijn van kinderen. Maar soms weten ze van elkaar niet goed wie hulp verleent aan welk kind of gezin. Dat is jammer, want hulp werkt pas echt als instellingen met elkaar afstemmen en de problemen samen met u oplossen. Daarom is de Verwijsindex ingevoerd. De Verwijsindex is een digitaal hulpmiddel om snel de hulp of ondersteuning op gang te brengen. Professionals kunnen hierin zien wie allemaal betrokken is bij uw kind. In de Verwijsindex staat geen inhoudelijke informatie, alleen de naam van de professional(s) en van het kind.

Gebiedsteams

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. Om de ondersteuning aan ouders en kinderen (en alle andere inwoners) goed te regelen gaan gemeenten werken met lokale gebiedsteams bij u in de buurt. Het Centrum Jeugd en Gezin gaat op in deze gebiedsteams.

31

Via de gemeente kunt u meer informatie over het gebiedsteam bij u in de buurt krijgen. U krijgt een overzicht van wie er in het team zit en hoe u hen kunt bereiken. Tot die tijd zijn dit onze contactpersonen en –gegevens:

Onze Intern Begeleider: Geartsje Tjeerdema

Onze School Maatschappelijk Werker: Therese Hartkamp Onze verpleegkundige Jeugd Gezondheidszorg: Gerda Loopstra 6.8. Toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen

Ouders hebben de mogelijkheid voor hun kinderen tussen verschillende scholen te kiezen en zij maken die keuze vaak welbewust. Daarbij kunnen zich situaties voordoen waarbij de school, de keuze van de ouders niet honoreert en een aangemelde leerling niet toelaat of, in het geval van het speciaal onderwijs, niet kan toelaten. Soms ook ziet het bestuur zich genoodzaakt een leerling te schorsen en/of van school te

verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer het bestuur of de schoolleider bij ernstig wangedrag van een leerling direct moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing.

Ernstig wangedrag kan bijvoorbeeld mishandeling zijn, diefstal of het herhaald negeren van schoolregels.

Verwijdering is een maatregel die genomen wordt als het bestuur concludeert dat het wangedrag dusdanig ernstig is dat de relatie tussen school en leerling (ouders) onherstelbaar verstoord is.

Een beslissing tot niet toelaten, schorsing of verwijdering moet met de uiterste zorgvuldigheid worden genomen.

Voor de aanname van leerlingen is een procedure vastgesteld, die op de school aanwezig is. Datzelfde geldt ook voor de procedures voor schorsing en verwijdering. Al deze procedures zijn vastgesteld op basis van de wettelijke vereisten hiervoor.

Terugplaatsing

Soms komt het voor dat kinderen na een tijdelijk verblijf op een speciale school voor basisonderwijs, weer worden teruggeplaatst naar het basisonderwijs. Als dit gebeurt, volgen we de volgende procedure:

de directeur van het speciaal onderwijs (s.o.) overlegt met de ouders.

de directeur van het s.o. overlegt met de schoolleider van de basisschool.

de leerkracht van het s.o., waarbij het kind in de groep zit, doet schriftelijk en/of mondeling verslag van de vorderingen van het kind. Door de basisschool wordt daarna een handelingsplan opgesteld. Zo kan het kind op de basisschool dan verder gaan op zijn eigen niveau en in zijn eigen tempo.

Als een kind van deze basisschool naar een andere basisschool gaat, bijvoorbeeld door verhuizing, krijgen ze een onderwijskundig rapport mee, die bestemd is voor de volgende basisschool. De ouder(s) ontvangen daarvan een ouderafschrift.

6.9. De overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs In groep acht van de basisschool moeten de kinderen met

hun ouders een keuze maken voor het voortgezet onderwijs.

Op onze school komen de uitnodigingen van het voortgezet onderwijs binnen. Deze worden in de klas behandeld. Er wordt uitleg gegeven over de verschillende soorten niveaus en leerwegen van het voortgezet onderwijs. Bovendien wordt de nodige informatie meegegeven. Indien mogelijk wordt er een informatieavond belegd voor de ouders.

We geven de kinderen de ruimte om de “doe dagen” en de

“open dagen” van de verschillende VO scholen te bezoeken.

Wij gaan op onze school niet in groepsverband het

voortgezet onderwijs bezoeken. Wij vinden dit een eerste verantwoordelijkheid van de ouders en bovendien maken dan ook de ouders kennis met de scholen voor voortgezet onderwijs.

Bij het verlaten van de school, na groep 8, krijgen de leerlingen een bewijs van uitschrijving mee.

32 Plaatsingswijzer VO

Vanaf het schooljaar 2013-2014 worden alle adviezen gegeven op basis van de ‘Plaatsingswijzer’.

Met de Plaatsingswijzer wordt de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs gebaseerd op de meerjarige ontwikkeling van de leerling, zoals die zichtbaar wordt in het leerlingvolgsysteem van de school. Bij de Plaatsingswijzer staan de gegevens uit het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 centraal. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van de leerling bij:

• Begrijpend lezen

• Rekenen en wiskunde

• Technisch Lezen

• Spelling

De eerste twee onderdelen tellen hierbij het zwaarst. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website www.plaatsingswijzer.nl. Wij gebruiken de Plaatsingswijzer als instrument om tot een bindend schooladvies te komen. De leerkracht nodigt de ouders en de betreffende leerling van groep 8 uit voor een bezoek op school om over de schoolkeuze te praten. Ouders, leerlingen en leerkrachten proberen samen tot de juiste schoolkeuze te komen.

Op de inschrijfformulieren worden de wensen/ adviezen van school, ouders en kinderen aangegeven en vervolgens vóór 1 maart opgestuurd door de leerkracht.

Het Voortgezet Onderwijs plaatst de leerling in een bepaalde groep. Er is jaarlijks contact tussen het Voortgezet Onderwijs en onze school. Bovendien worden regelmatig de rapportcijfers doorgestuurd naar onze school. Op deze wijze volgen en bewaken wij, of de plaatsing goed is geweest en of onze school een goede aansluiting heeft bij het vervolgonderwijs. Hier kunnen wij als school eventueel de nodige

maatregelen voor treffen.

Eindtoets en Schoolkeuze Vanaf schooljaar 2014/2015 heeft het basisonderwijs te maken met de verplichte Centrale Eindtoets

Basisonderwijs. Deze wordt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) door het College voor Toetsen en Examens (CvTE) uitgebracht. Dit betekent dat het vanaf dat moment voor alle leerlingen van het regulier basisonderwijs in groep 8 verplicht is om een eindtoets te maken.

Wij hebben sinds 2015-2016 “Route8”

(http://route8.nl) als centrale eindtoets

gebruikt. Deze eindtoets is volledig adaptief. Dit houdt in dat de toets afgebroken wordt, zodra de leerling zijn eindniveau heeft gehaald. Dit betekent dus niet meer 3 dagen zweten, zoals we dit gewend waren bij de CITO eindtoets, maar 1 of 2 dagdelen een eindtoets maken op eigen niveau. Deze toets past goed bij onze visie.

De centrale eindtoets wordt in schooljaar 2019-2020 afgenomen in april 2020.

Het doel van de Centrale Eindtoets is dat er een ‘objectief tweede gegeven’ komt. Het advies van de basisschool is leidend geworden bij de plaatsing naar het voortgezet onderwijs. Als de uitslag hoger is dan het schooladvies dan moeten wij een heroverweging maken. Omdat wij de leerlingen gedurende hun hele schoolloopbaan volgen is een dergelijke toets vaak een bevestiging van wat wij als personeel al weten.

33 Uitstroom 19/20

Afgelopen jaar verlieten 10 kinderen onze school;

De uitstroompercentages van het schooljaar 2019-2020 waren als volgt:

6.10. Jeugdgezondheidszorg Uw kind en de jeugdgezondheidszorg

De jeugdgezondheidszorg volgt de gezondheid en ontwikkeling van kinderen van 0-19 jaar. De GGD is partner binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Alle kinderen ontvangen op 5-jarige leeftijd en in groep 7 een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek door de doktersassistent, arts of verpleegkundige.

Voorafgaand aan het onderzoek ontvangen de ouders/verzorgers een vragenlijst.

5-jarige kinderen

Dit onderzoek bestaat uit een uitgebreid lichamelijk onderzoek en een gesprek over opvoeding, gedrag en gezondheid, zoals groei, motoriek, spraak en taal.

Groep 7

Dit is een onderzoek van de lichamelijke groei en een gesprek over opvoeding, gedrag, sociale ontwikkeling.

Ouders, kinderen of de school (in overleg met ouders) kunnen bij vragen of zorgen altijd terecht bij de jeugdgezondheidszorg voor een extra onderzoek of gesprek. U kunt zelf contact opnemen met de jeugdarts of –verpleegkundige van GGD Fryslân Jeugdgezondheidszorg via 088 22 99 444.

Preventieve logopedie

Vergoeding vanuit de gemeente voor preventieve logopedie is per 1 januari 2014 komen te vervallen. Dit betekent dat het aan scholen zelf is om de screening voor 5-jarigen te doen. Deze screening zal door de leerkrachten zelf uitgevoerd worden. Daarnaast kunnen, op verzoek van ouders, leerkrachten of schoolarts, kinderen uit andere groepen worden gescreend.

Preventieve logopedie is erop gericht om stoornissen op het gebied van stem, spraak, taal en gehoor in een vroeg stadium op te sporen, zodat vroegtijdig hulp kan worden geboden. Tijdens de screening wordt gelet op articulatie, taal, stem, vloeiendheid van het spreken, spreken met nasale stem, en afwijkend

mondgedrag. Tevens wordt gelet op eventuele aanwijzingen voor gehoorproblemen.

Wanneer er naar aanleiding van de screening twijfels zijn ten aanzien van bepaalde punten of als er aanwijzingen zijn dat nader onderzoek en/of behandeling nodig is, dan wordt contact opgenomen met de ouders. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de resultaten van

de screening.

34 6.11. Hoofdluis

Omdat hoofdluis een hardnekkig probleem kan zijn, willen we in de schoolgids hier aandacht aan besteden.

Luizen zijn geen springbeesten zoals vlooien; vliegen kunnen ze al evenmin. Ze kunnen alleen maar lopen:

van de ene haar op de andere haar en van het ene

hoofd op het andere hoofd. Kinderen hebben de meeste kans om besmet te raken met luizen. Ze stoeien, hangen elkaar om de nek of zitten tijdens het spelen met hun hoofden zeer dicht bij elkaar. Besmetting met luizen kan dus iedereen overkomen, dat heeft niets met lichaamshygiëne te maken. Als je hoofdluis oploopt, merk je in het begin helemaal niets. Pas na een tijdje krijg je jeuk op je hoofd. Krabben is het gevolg. Hoofdluis is vast te stellen door het haar met een speciale kam te kammen boven een wit vel papier.

De luizen zijn gemakkelijk te herkennen tegen een witte achtergrond. Op het hoofd treft men de luizen meestal aan achter de oren en in de nek. De neten zijn gemakkelijker te vinden:

witte stipjes aan de haren die er met gewoon kammen niet uit te krijgen zijn.

Het is natuurlijk wel van belang dat wanneer u hoofdluis hebt ontdekt bij uw kind(eren), u dit goed gaat aanpakken. Voor informatie over hoe de hoofdluis te behandelen kunt u terecht op onze website of op de website van GGD Fryslân. http://www.ggdfryslan.nl/819/hoofdluis/

Wilt u, wanneer uw kind besmet geraakt is met hoofdluis, dit even op school melden.

Uw melding wordt vertrouwelijk behandeld en wij kunnen door middel van een e-mail/ briefje de andere ouders adviseren om weer goed te gaan controleren.

Het afgelopen jaar is een enkele keer hoofdluis waargenomen. We hebben daarop adequaat gereageerd door extra controle uit te laten voeren door een aantal “luizenmoeders”. Zij zullen ook het komend schooljaar regelmatig de kinderen op hoofdluis controleren.

6.12. Rookvrij schoolterrein

Meester van der Brugschool heeft vanaf 2019/2020 een rookvrij schoolterrein!

Een gezonde leeromgeving vinden wij belangrijk.

Daarom heeft onze school vanaf 2019/2020 een rookvrij schoolterrein. Er mag dan nergens meer op het schoolplein gerookt worden. Dit geldt voor iedereen: leerkrachten, ondersteunend personeel, ouders en bezoekers. Ook tijdens ouderavonden en andere activiteiten buiten schooltijd.

Waarom een rookvrij schoolterrein?

Vanaf 2020 moeten alle scholen een rookvrij schoolterrein hebben. Onze school wil leerlingen een gezonde en rookvrije leeromgeving bieden. Uit onderzoek blijkt dat ‘zien roken, doet roken’. Kinderen en jongeren beginnen gemakkelijker en eerder met roken als ze roken in hun omgeving zien. Een rookvrij schoolterrein helpt leerlingen niet te starten met roken en voorkomt ongewenst meeroken.

Wij vragen u ook om zelf niet te roken buiten het schoolplein bij de ingang van het plein of/en bij het hek in het zicht van de leerlingen. Bijvoorbeeld bij het brengen en ophalen van leerlingen.

Alvast onze dank voor uw medewerking! Met elkaar dragen we bij aan een gezonde leeromgeving voor onze kinderen.

35

7. De leraren

7.1. Personeel

Heel belangrijk zijn de mensen die aan onze school werken. Zij zorgen voor:

• een goede relatie met de kinderen.

• de kinderen geloven in eigen mogelijkheden.

• een onafhankelijke, zelfstandige houding.

Om te weten of wij deze kwaliteiten beheersen, brengen wij dit in kaart met behulp van het vastleggen van een aantal schoolcompetenties met daaraan gekoppeld een aantal leerkrachtcompetenties. Wij proberen onszelf te verbeteren/ ontwikkelen in deze competenties. Onze eigen ontwikkelingen leggen we vast in een Bekwaamheidsdossier.

De teamleden besteden veel tijd aan samenwerken en overleg, naar aanleiding van vastgestelde ontwikkelpunten. We kijken bij elkaar en bij andere scholen, om ons te verbeteren en ontwikkelen. We laten ons via deze ontwikkelpunten op diverse gebieden bijscholen.

Gelske Veltman en Anneke Bruinsma zullen het komende cursusjaar in oktober de herhalingslessen BHV volgen. Dit is bedrijfshulpverlening. Deze cursus bestaat uit EHBO, brandbestrijding en

ontruimingsoefening.

7.2. Vervanging

Op onze school werken op dit moment ongeveer elf personeelsleden. Een aantal daarvan werkt parttime.

Er zijn momenten waarop vervanging nodig is. Op school hebben we een procedure afgesproken omtrent vervangingen (ook als dit niet lukt).

Dit kan zijn bij: ziekte, arbeidsduurverkorting, buitengewoon verlof of scholing.

Meestal zoeken wij dan een leerkracht uit de vervangingspool van de Stichting Palludara. Als er in het geheel geen invalkracht gevonden kan worden, wordt intern naar een oplossing gezocht. Door interne verschuiving kan dan misschien toch worden vervangen.

7.3. Stagiaires

Jaarlijks kunnen er bij ons studenten op school zijn van de Stenden Hogeschool, Friesland College en/ of ROC De Friese Poort. In overleg met de student(e) wordt bepaald in welke groepen stage wordt gelopen.

De betreffende groepsleerkracht is op dat moment de verantwoordelijke persoon met betrekking tot de student en de Hoge School. In overleg met de student(e) wordt een stage programma gemaakt. Om de student(e) veel ervaring op te laten doen geven wij enige ruimte. De betreffende groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het jaarprogramma van die groepen. De stage mag het programma niet zo doorkruisen dat de gestelde doelen van onze school en groep niet gehaald worden.

36

8. De ouders

8.1. Het belang van de betrokkenheid van de ouders

Als personeel, ouderraad, medezeggenschapsraad en activiteitencommissie vinden wij de betrokkenheid van de ouders enorm belangrijk. Wij informeren u over belangrijke gebeurtenissen op school.

Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welzijn van uw kind. Van uw vragen en opmerkingen kunnen wij leren en, indien nodig, kunnen wij eventuele problemen oplossen.

Ook zullen wij als school een beroep doen op ouders om aan activiteiten mee te doen.

Wij willen samen school zijn, als personeel, ouders en leerlingen; de deur staat altijd voor u open.

8.2. Contact School - Ouders

Regelmatig vindt er contact plaats tussen de school en u als ouder. Wij zien de leerkrachten als professionals en ouders als deskundigen van hun kind.

Via het ouderportaal Social Schools. Alle ouders krijgen een inlogcode voor Social Schools als zij de kinderen bij ons inschrijven. In deze app worden nieuwsberichten, agenda-items, gespreksplanningen en oproepen geplaatst.

Ongeveer 15 maal per jaar krijgen de ouders een nieuwsbrief via de e-mail. Mocht er geen e-mailadres aanwezig zijn, dan geven we uw kind het mee naar huis.

Huisbezoeken. De ouders worden in uitzonderlijke gevallen bezocht door de betrokken groepsleerkracht.

Voor ouders is er 1x in de 2 jaar gelegenheid om een ochtend in de groep te komen kijken.

Rapport. Het rapport geeft u informatie over de vorderingen van uw kind en wordt 2x per jaar uitgereikt. Deze rapporten kunnen eventueel besproken worden. (zie daarvoor de agenda)

Voor u als ouders zijn er nog de informatie en “tien minuten gespreksavonden”.

De deuren staan altijd voor ouders open. We willen een laagdrempelige school zijn waarbij ouders en leerkrachten samen optrekken en samenwerken. Dit vanuit ieders eigen verantwoordelijkheden.

Eén keer per jaar wordt er een jaarvergadering/ thema-avond gehouden. Dan wordt door de school en verschillende geledingen verantwoording afgelegd.

De informatieavonden voor groep 1 - 8 zijn in september. In de week voorafgaand aan deze

informatieavonden, kunt u een bezoek brengen in de groepen. Zo proeft u even de sfeer en kunt u onze werkwijze bekijken.

De “tien minuten gespreksavonden” voor groep 1 - 8 zijn in november, februari en juni. Op deze gespreksavonden kunt u de resultaten van uw kind(eren) met de betreffende leerkracht bespreken. De precieze data vindt u in de jaarplanning die u aan het begin van het jaar ontvangt.

We hebben drie maal per jaar een schoolkrant: “Brêgenijs”. Hierin komen de kinderen aan het woord.

Eventuele mededelingen kunnen ook via deze schoolkrant aan u worden doorgegeven.

Tevens proberen we alle nodige informatie (voor- en achteraf), foto’s en andere belangrijke zaken op onze website te plaatsen. Tevens maken we gebruik van een Facebookaccount en een Twitteraccount (@mrvdbrugschool).

Hebt u vragen, kom dan gerust voor of na schooltijd, of maak een afspraak. De deuren staan altijd open!

8.3. Informatie vragen

De deuren staan altijd open voor ouders. U kunt ons altijd aanspreken en indien nodig maken we een afspraak. Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt.

Dat is op onze school niet anders. U bent altijd welkom om dergelijke punten te bespreken of om een klacht in te dienen. Samen streven we naar een goede oplossing en komen we er niet uit, dan bespreken we wie ingeschakeld moet worden om het probleem wel op te lossen.

37 8.4. De Activiteitencommissie (A.C.)

De A.C. die uit 9 personen bestaat, (zie namenlijst achter in de schoolgids) verricht het hele jaar werkzaamheden. Onder andere ter ondersteuning van de leerkrachten.

In de periode rond december is er altijd veel te doen.

• Cadeautjes inpakken, foto’s maken tijdens het Sinterklaasfeest enz.

• Meehelpen tijdens het kerstfeest met traktaties klaarzetten en rondbrengen.

• De kerstboom in de hal wordt door de A.C. versierd.

• Rond de jaarwisseling zetten enkele A.C.-leden altijd de klimtoestellen binnen en zetten die later ook weer buiten.

• Eén of twee keer per jaar hebben we een klusdag. Dan worden bijvoorbeeld bepaalde toestellen op

• Eén of twee keer per jaar hebben we een klusdag. Dan worden bijvoorbeeld bepaalde toestellen op

In document Overtuigend basisonderwijs (pagina 31-0)