• No results found

Bestanddelen art 177 Sr en FCPA 177 Sr (Actieve omkoping) FCPA

4.3 Aanwijzing Openbaar Ministerie

Met betrekking tot de beleidregels die het Openbaar Ministerie heeft opgesteld, de Aanwijzing opsporing en vervolging buitenlandse corruptie172, zal ik ten eerste ingaan op de factoren die meewegen bij de opportuniteitsbeoordeling en ten tweede op de inrichting van het handhavingssysteem. Deze Aanwijzing is vergelijkbaar met de FCPA Resource Guide, maar dan veel minder extensief. Voor omkoping gepleegd binnen Nederland is er de Aanwijzing opsporing en vervolging ambtelijke corruptie in Nederland,173 deze zullen wij

hier buiten beschouwing laten.

De landelijke corruptieofficier van justitie coördineert de opsporing en vervolging van corruptiedelicten, hij of zij zit bij het Landelijk Parket te Rotterdam. Met de specialistische kennis die de corruptieofficier in huis heeft geeft hij gevraagd en ongevraagd advies aan het lokale openbaar ministerie. Verder is hij ook verantwoordelijk voor de screening van signalen en projectvoorbereiding, zoals dit gebeurt door de Rijksrecherche. Voor het opsporen van corruptie in binnen- en buitenland is volgens de Aanwijzing primair de Rijksrecherche belast.

170 Aanwijzing opsporing en vervolging buitenlandse corruptie, http://wetten.overheid.nl/BWBR0032624/2013- 01-01.

171 Wetsvoorstel klokkenluiders.

172 http://wetten.overheid.nl/BWBR0032624/2013-01-01. 173 http://wetten.overheid.nl/BWBR0030298/2011-08-01.

53

Indien meldingen binnen komen worden deze voorgelegd aan de Coördinatiecommissie Rijksrecherche (CCR), deze bepaalt uiteindelijk of men doorgaat met de zaak en welk OM- onderdeel zich hierover zal ontfermen. Het is echter mogelijk dat ook andere diensten zoals de FIOD of ECD een corruptiezaak betrekken bij verwant onderzoek dat al wordt uitgevoerd. Naar aanleiding van een business case die door de FIOD werd gepresenteerd aan het OM wordt nu ook 20 miljoen geïnvesteerd in een samenwerking tussen OM en FIOD. Het doel is witwassen en corruptie voorkomen, in het kader van de intensivering van fraudebestrijding, met een vooruitzicht op extra inkomsten uit ‘afgepakt’ geld voor de begroting van Veiligheid en Justitie.174 Dit zou een bedrag zijn dat oploopt tot 80 miljoen in 2020.

4.3.1 Ontnemen en Ne bis in idem

De Nederlandse handhavingspraktijk bouwt veel ervaring op in het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel. In het OESO-rapport uit 2012 wordt deze expertise ook positief beoordeeld.175 In de begroting van Veiligheid en Justitie verwacht men dat de investeringen en kosten voor een redelijk gedeelte ook worden gedekt door inkomsten uit grote schikkingen, zoals die met SBM Offshore en Vimpelcom.176 Indien de Nederlandse autoriteiten tot transactie of vervolging over willen gaan, moeten zij er wel voor waken dat zij dit doen vòòr het bedrijf in het buitenland veroordeeld wordt. Vanwege het ne bis in idem- beginsel is sanctionering vanuit Nederland dan wellicht niet meer mogelijk, in de Aanwijzing is ook opgenomen dat dit gegeven tegen vervolging pleit.

In de Verenigde Staten heeft het Supreme Court geoordeeld dat het ne bis in idem- beginsel, oftewel het verbod op double jeopardy, niet van toepassing is indien de straf wordt opgelegd door twee verschillende soevereine machten, dit wordt wel de dual sovereignty

doctrine genoemd.177 Dit leerstuk is gebaseerd op de common law-gedachte dat strafbare gedragingen een vergrijp tegen de soevereiniteit van de staat zijn.178 Indien de wet in de jurisdicties van twee soevereine staten is overtreden door een persoon, ontstaan er twee aparte delicten. Indien dus reeds is veroordeeld op grond van de FCPA kan de Nederlandse staat geen actie meer ondernemen, heeft een bedrijf een boete opgelegd gekregen krachtens de

174 Brief Tweede Kamer Ontwerpbegroting 2016 Veiligheid en Justitie,

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2015/11/20/kabinet-investeert-in-veiligheid-en-justitie, geraadpleegd op 21 mei 2016.

175 OESO Phase 3 report, p. 5.

176 Zie begroting, Brief Tweede Kamer Ontwerpbegroting 2016 Veiligheid en Justitie, p. 9. 177 Alastine 2012, p. 1332.

54

Nederlandse strafwet, dan kunnen Amerikaanse autoriteiten nog wel over gaan op sanctionering. Indien Nederland het ‘afpakken’ als belangrijk beleidspunt wil verwezenlijken, zal het OM zich proactief moeten opstellen in de opsporing van corruptie (en hier wellicht afspraken met de VS over maken).

4.3.2 Opportuniteit

Wat betreft de factoren die meewegen in de opportuniteitsafweging wordt in de aanwijzing verwezen naar artikel 5 van het OESO anti-corruptieverdrag. Bij de prioritering van zaken wordt onder andere de omvang van de steekpenningen, betrokkenheid van invloedrijke ambtenaren of politici en de kans op succesvolle vervolging genoemd. Er wordt nog wel apart vermeld dat de officier van justitie zich niet mag laten beïnvloeden door nationaal economisch belang, het effect op relaties met een andere Staat of de identiteit van betrokken natuurlijke of rechtspersonen. Men kan zich afvragen of economische belangen daadwerkelijk nooit invloed hebben op het vervolgingsbeleid. Het valt namelijk wel op dat brievenbusvennootschappen gezeteld in Nederland vrijwel buiten schot blijven; firma’s die een vrij gemakkelijke inkomstenbron vormen van ongeveerd 1 miljard euro per jaar aan belastinggelden.179 De recente schikking met Vimpelcom is hier de uitzondering op. Aan de andere kant blijft de opportuniteitsafweging bij buitenlandse omkopingszaken altijd een complexe aangelegenheid, met name indien een relatief beperkte opsporingscapaciteit is. Men kan zich voorstellen dat het Openbaar Ministerie er dan voor kiest in te zetten op zaken die zij met de minste moeite rond krijgen, dichtbij de Nederlandse burgers staan en voor Veiligheid en Justitie het meeste geld opbrengen.