• No results found

De aansprakelijkheid van de curator

5. De Maclou norm

5.2 Het arrest Maclou

5.2.2 De aansprakelijkheid van de curator

De curator kan in zijn hoedanigheid of pro se aansprakelijk zijn. Het onderscheid tussen aansprakelijkheid q.q. en pro se is om meerdere redenen van belang. 265 Allereerst in verband met de draagplicht, want bij aansprakelijkheid q.q. ontstaat een boedelschuld en wordt de onrechtmatige gedraging van de curator aan de boedel toegerekend. De curator q.q. bindt met zijn rechtshandelingen de boedel, welke in het maatschappelijk verkeer gelden als

handelingen van de boedel.266 Indien een vordering uit onrechtmatige daad jegens de curator q.q. wordt ingediend en toegewezen, dient de faillissementsboedel deze schade dus te

vergoeden.267 Bij aansprakelijkheid pro se is de curator in privé aansprakelijk en dient hij de schade te voldoen uit zijn privé vermogen.268 Ten tweede is het onderscheid tussen

aansprakelijkheid q.q. en pro se van belang met betrekking tot de toetsnorm. Voor de

persoonlijke aansprakelijkheid van de curator geldt de Maclou norm. De Hoge Raad meende dat uit het Maclou arrest volgde dat voor het aannemen van persoonlijke aansprakelijkheid de curator een persoonlijk verwijt van zijn handelen moet kunnen worden gemaakt.269 Dit is aan de orde indien hij heeft gehandeld, terwijl hij redelijkerwijs behoorde in te zien dat hij onjuist handelde.270 De Hoge Raad heeft bij de specificatie van de Maclou norm expliciet gesteld dat hem een persoonlijk verwijt moet kunnen worden gemaakt. AG Hartkamp heeft in zijn conclusie in het arrest Maclou/Curatoren Van Schuppen al eerder betoogd dat de curator pas persoonlijk aansprakelijk is indien hij in strijd handelt met de door hem in acht te nemen zorgvuldigheid, mede gelet op zijn beleidsvrijheid, en hem daarvoor een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt.271 De Maclou norm is dus gericht op de bijzondere en objectieve positie van de curator.

In de literatuur bestaat verwarring of naast de persoonlijke aansprakelijkheid van de curator de Maclou norm ook van toepassing is voor zijn aansprakelijkheid in hoedanigheid.272 Zo stelt Spinath dat er geen grond is om voor de aansprakelijkheid van de curator q.q. af te wijken van de normale maatstaven van de onrechtmatige daad van artikel 6:162 BW, want hij is een deelnemer aan het maatschappelijk verkeer en voor de curator gelden dezelfde regels

265 Faassen 2010, p. 24.

266 Spinath, TOP 2010/5, p. 175; Hoge Raad 6 april 1979, NJ 1980/34 (Kleuterschool Babbel) 267 Hoge Raad 19 april 2013, NJ 2013/291, m. nt. FV (Koot Beheer/Tideman)

268

Faassen 2010, p. 24.

269 Boeve & de Ruijter, TFZI 2014 nr. 4, p. 145. 270 Polak 2011, p. 213.

271

Hoge Raad, 19 april 1996, NJ 1996/727 m. nt. WMK

272

44 als voor iedere andere deelnemer.273 Om te beoordelen of een gedraging van de curator in hoedanigheid kan worden toegerekend aan de boedel, wordt deze gedraging getoetst aan de normale onrechtmatige daadnorm van artikel 6:162 BW.274 In de visie van Spinath geldt echter ten aanzien van de aansprakelijkheid van de curator pro se een bijzondere norm, de Maclou norm. Voor de aansprakelijkheid pro se meent Spinath dat er een hogere

aansprakelijkheidsdrempel geldt, omdat de curator rekening dient te houden met

tegenstrijdige belangen en deze zorgvuldig dient af te wegen.275 Voor aansprakelijkheid pro se moet de curator ook een persoonlijk verwijt kunnen worden gemaakt.276 Schilfgaarde meent dat de Maclou norm moet worden gelezen tegen de achtergrond van de karakterisering van de taak van de curator. De curator heeft voor zijn taakuitoefening een ruime

beleidsvrijheid en onder omstandigheden kan voorrang van maatschappelijke belangen gerechtvaardigd zijn.277 Indien er geen aansprakelijkheid in hoedanigheid is voor de curator kan, vanwege de hogere aansprakelijkheidsdrempel, evenmin sprake zijn van

aansprakelijkheid pro se. In beginsel is dus aansprakelijkheid q.q. een voorwaarde voor aansprakelijkheid pro se, maar het feit dat een curator in hoedanigheid handelt sluit echter niet uit dat hij in privé aansprakelijk is.278 De curator is persoonlijk aansprakelijk indien hij niet handelt in hoedanigheid en zijn handelingen schade toebrengen aan derden, bijvoorbeeld omdat de curator opzettelijk een onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak van een derde heeft vernietigd.279 In dat geval wordt de boedel benadeeld en dient de curator uit zijn privé vermogen de geleden schade aan de boedel te betalen. Het zou onwenselijk zijn als in dat geval de curator in hoedanigheid aansprakelijk is en de boedel derhalve de schade die de boedel zelf heeft geleden, moet vergoeden. Het is ook mogelijk voor een schuldeiser om de boedel én de curator pro se aan te spreken voor het geleden nadeel.280 Dat kan de schuldeiser doen indien het bijvoorbeeld voorzienbaar is dat de boedel niet toereikend is om de schade te vergoeden, want dan heeft het geen zin om de curator q.q. aan te spreken. De schade moet namelijk uit de boedelopbrengsten worden vergoed. Het uitgangspunt is volgens Spinath dat de boedel niet wordt benadeeld en daardoor zal volgens Spinath aansprakelijkheid pro se pas

273 Spinath, TOP 2010/5, p.175; Boeve en de Ruijter, TFZI 2014 nr. 4, p. 144. 274 Faassen 2010, p. 25.

275 Wessels 2015, p. 225-226; Hoge Raad 24 februari 1995, NJ 1996/472 m. nt. WMK; Hoge Raad 19 december

2003, NJ 2004/293 m. nt. PVS (Mobell Interplan)

276

Spinath, TOP 2010/5, p. 175.

277 Hoge Raad 19 december 2003, NJ 2004/293 m. nt. PVS (Mobell Interplan) 278 Spinath, TOP 2010/5, p. 176; Faassen 2010, p. 25.

279

Spinath, TOP 2010/5, p. 176.

45 aan de orde komen als sprake is van een negatieve boedel. In dat geval wordt volgens Spinath aansprakelijkheid gekoppeld aan verhaalbaarheid. 281

In tegenstelling tot Spinath oordeelt AG Timmerman dat de Maclou norm in beginsel ook geldt wanneer de boedel op grond van een onrechtmatige daad aansprakelijk is voor het handelen van de curator q.q.. Daarbij meent Timmerman dat bij persoonlijke

aansprakelijkheid van de curator een schending van de Maclou norm minder snel wordt aangenomen dan voor het handelen van de curator q.q.. Bij het aannemen van persoonlijke aansprakelijkheid wordt wat (meer) terughoudendheid betracht. Het verschil is gelegen in de persoonlijke verwijtbaarheid.282

De Hoge Raad oordeelde dat de handelswijze van de curator q.q. wordt getoetst aan de

maatstaven van artikel 6:162 BW en niet aan de Maclou norm.283 Daarbij heeft de Hoge Raad in acht genomen dat de curator bij zijn taakuitoefening deelneemt aan het maatschappelijke verkeer en zich ook dient te houden aan de normen die in het verkeer gelden.284 Of sprake is van aansprakelijkheid q.q. moet beoordeeld worden aan de hand van de gewone

onrechtmatige daadsnorm. Indien de curator persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld, geldt de Maclou norm. Zolang de curator niet handelt buiten zijn wettelijke bevoegdheden zal men niet snel toekomen aan aansprakelijkheid pro se, maar wellicht wel aan aansprakelijkheid in hoedanigheid.285 De curator is bijvoorbeeld persoonlijk aansprakelijk indien hij een ongeval veroorzaakt terwijl hij op weg is naar de standplaats van de schuldenaar, want dat ligt niet in de normale uitoefening van zijn vereffeningsbewind. De curator is dus slechts gebonden aan zijn wettelijke taak en krijgt daarbij veel vrijheid, waardoor voor de curator pro se bij de toetsing aan de Maclou norm terughoudendheid is geboden.286