• No results found

Aanscherpen grenzen Jeugdwet

In document Jeugdhulp in Amsterdam (pagina 76-79)

4.9.1 Inhoud en doel

Deze maatregel is erop gericht om jeugdigen die gebruik kunnen maken van een voorliggende voorziening uit te sluiten van toegang tot de op grond van de Jeugdwet gefinancierde (hoog)specialistische jeugdhulp. Het gaat om grofweg twee groepen

jeugdigen. De eerste groep bestaat uit 18+'ers die verlengde jeugdhulp ontvangen op basis van de Jeugdwet. Voor een deel geldt dat 18+'ers op basis van de Jeugdwet hulp kunnen ontvangen tot hun 21ste als het gaat om hulp in de vorm van pleegzorg of plaatsing in gezinshuizen. In die gevallen gaat de verlengde Jeugdwet in op hun 21e. Ook kan er sprake zijn van een reclasseringsmaatregel die tot het 23e jaar op basis van de Jeugdwet kan worden gefinancierd.148

De tweede groep zijn jeugdigen die zorg gefinancierd vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) zouden kunnen krijgen. De maatregel is erop gericht om de omvang van beide groepen binnen de specialistische jeugdhulp te verminderen. Met de maatregel is in 2019 een besparing van € 1,0 miljoen beoogd.149 Het is niet duidelijk hoe dit besparingsbedrag is bepaald. We zijn geen berekeningen tegengekomen.

4.9.2 Bereikte resultaten

Wlz

Over de omvang van de groep jeugdigen die zorg vanuit de Wlz zou kunnen ontvangen is weinig bekend. Ten behoeve van ons onderzoek is een document opgesteld met informatie over de voortgang van het project om te bekijken welke jeugdigen in aanmerking komen voor een Wlz-indicatie.150 Uit dit document blijkt dat er in 2019 een project is gestart rondom dit thema. Volgens de gemeente komen er 50 tot 200 jeugdigen in aanmerking voor een Wlz-indicatie die nu jeugdhulp op grond van de Jeugdwet ontvangen.151 Eind 2019 waren er circa 115 aanvragen voor een Wlz-indicatie ingediend bij het CIZ. Van deze aanvragen waren er 47 toegekend, 13 waren er afgewezen en de overige 55 aanvragen liepen nog. Op basis van de gemiddelde kosten per jeugdige binnen deze groep jeugdigen van € 50.000 per kind, betekent dit een jaarlijkse besparing op de kosten van jeugdhulp van circa € 2,4 miljoen.152 Aangezien in 2019 niet elke aanvraag is toegekend in januari, valt de gerealiseerde besparing in 2019 lager uit. We hebben geen informatie over de toekenningen per maand, maar uitgaande van een gelijkmatige verdeling over het gehele

jaar, zal de besparing in 2019 naar schatting 50% van de jaarlijkse besparing bedragen. In totaal is dat € 1,2 miljoen besparing in 2019.

18+

In tabel 4.14 zijn op basis van de IMJ de ontwikkelingen weergegeven van het aantal jeugdigen dat via de verlengde Jeugdwet jeugdhulp ontvangt of heeft ontvangen en de kosten die daarmee zijn gemoeid in de jaren 2018, 2019 en 2020.

Tabel 4.14 - Aantal jeugdigen 18 jaar en ouder dat specialistische jeugdhulp ontvangt in de periode 2018-2020 en de kosten die daarmee zijn gemoeid

rrrr

2018 2019 2020 (1e half jaar)

Aantal jeugdigen 18 jaar en ouder 652 491 703

Afkoop en conversie 356

B-segment 25 92 217

C-segment (incl. verblijf) 319 415 504

Met verblijfssss nb 285 355

Kosten (in €) 11.729.207 12.783.427 16.252.554tttt

Bron: IMJ Transformatiemonitor, peildatum 30-7-2020.

Tabel 4.14 laat zien dat het aantal jeugdigen dat specialistische jeugdhulp ontvangt is afgenomen van 652 in 2018 naar 491 in 2019 (een afname van 25%). Tegelijkertijd zien we dat het aantal jeugdigen van 18 jaar en ouder dat specialistische jeugdhulp ontvangt in 2020 toeneemt naar 703 (een stijging van 43%).

Voor een belangrijk deel gaat het bij deze groep om specialistische jeugdhulp in het dure C-segment (in 2019 gaat het om 85% van de jeugdigen van 18 jaar en ouder en in 2020 om 71%). Binnen het C-segment gaat het voornamelijk om een vorm van specialistische

rrrr Het aantal jeugdigen in het B- en C-segment en bij de afkoop en conversie is in 2018 opgeteld hoger dan het totaal aantal 18-plussers met jeugdhulp in de tabel. Dit komt omdat een jeugdige gedurende een kalenderjaar zowel in het B-segment als het C-segment als een conversie of afkoop traject kan hebben. Deze weliswaar ‘unieke’ cliënten tellen dan mee dan in de verschillende categorieën. Het aantal jeugdigen in het B- en C-segment is in 2019 en 2020 opgeteld hoger dan het totaal aantal 18-plussers met jeugdhulp in de tabel. Dit komt, omdat een jeugdige gedurende een kalenderjaar zowel in het B-segment als het C-segment kan zitten. Deze, weliswaar ‘unieke’, cliënten tellen dan mee in beide segmenten.

ssss Verblijf conform de definitie zoals gehanteerd in het IMJ-Transformatierapport. Voor deze definitie van verblijf zijn SPIC’s indien nodig uiteengerafeld en als er sprake is van enige vorm van verblijf is dit deel van de jeugdigen toegevoegd aan Verblijf (brede definitie).

tttt Betreft reële kosten plus verplichtingen.

jeugdhulp met verblijf (in beide jaren heeft ongeveer 70% van de trajecten in het C-segment een verblijfscomponent).

Tabel 4.14 laat verder zien dat de kosten die met deze jeugdhulp gemoeid zijn, gestaag toenemen van € 11,7 miljoen in 2018, naar € 12,8 in 2019 en naar verwachting naar

€ 16,3 miljoen in 2020. De kosten zijn in 2019 ten opzichte van 2018 met € 1,1 miljoen gestegen. En naar verwachting stijgen in 2020 de kosten ten opzichte van 2018 met € 4,5 miljoen. We kunnen op basis van deze cijfers niet concluderen dat de maatregel geen effect heeft gehad. Daarvoor is het noodzakelijk om de groep 18+ die terecht jeugdhulp op grond van de Jeugdwet ontvangt te onderscheiden van de groep 18+ die ook op grond van een andere voorziening hulp zou kunnen ontvangen. Die informatie is niet bekend.

4.9.3 Effect maatregel goed in beeld?

Wlz

De groep jeugdigen die op grond van de Jeugdwet in Amsterdam specialistische jeugdhulp ontvangt en waarvan de gemeente, verwijzers of aanbieders vinden dat de problematiek dusdanig is dat een financiering op grond van de Wlz gerechtvaardigd zou zijn, is bij de gemeente voldoende bekend. Een inventarisatie van het aantal jeugdigen dat in

aanmerking zou komen voor een Wlz-indicatie en die jeugdhulp op grond van de Jeugdwet ontvangen, leverde in 2019 meer dan 100 aanvragen voor een Wlz-indicatie op, waarvan er 47 zijn gehonoreerd. De gemeente geeft aan dat de gemiddelde kosten van deze groep per jeugdige € 50.000 bedragen.153 Uitgaande van dat bedrag levert deze maatregel een totale besparing op van € 2,4 miljoen per jaar. In 2019 is dat lager - € 1,2 miljoen - omdat niet elke aanvraag in januari is toegekend en de besparing dus betrekking heeft op een deel van het jaar. Het is opmerkelijk dat dit resultaat in geen enkel beleidsstuk van de gemeente wordt vermeld, ondanks dat de gemeente het wel in beeld heeft. In de evaluatie van de beheersmaatregelen wordt alleen gemeld dat de gerealiseerde besparing van de aanscherping van de grenzen aan de Jeugdwet nog moet worden vastgesteld.

18+

Lange tijd had de gemeente de omvang van het aandeel 18+ in de specialistische jeugdhulp niet goed in beeld. Het dashboard dat is bedoeld voor de monitoring van de

beheersmaatregelen bevatte in geheel 2019 geen informatie over de 18+-doelgroep. Pas in 2020 is er de mogelijkheid binnen het IMJ gekomen om de omvang van de doelgroep en de daarmee gepaard gaande kosten voor specialistische jeugdhulp in beeld te brengen.154 Vanaf dat moment is de doelgroep 18+ goed in beeld. Het is echter niet duidelijk welk deel van de 18+-doelgroep nu terecht jeugdhulp op grond van de Jeugdwet ontvangt

(pleegzorg, gezinshuis, jeugdreclassering) en welk niet deel niet. Daarmee is de omvang van de groep 18+'ers die in aanmerking komt voor een andere voorziening (WMO, Zvw) niet bekend. En kan ook niet worden vastgesteld of de kostenstijging voor hulp aan jeugdigen 18+ wordt bepaald door de groep die ook via een andere voorziening hulp zou kunnen krijgen. Of door een toenemende groep 18+ die wel op basis van de Jeugdwet hulp kan krijgen.

Daarnaast zijn we geen documenten tegengekomen waarin duidelijk werd gemaakt dat de kosten van de specialistische jeugdhulp aan 18+'ers sterk stijgt in de periode 2019-2020.

Het Dashboard beheersmaatregelen wordt sinds eind 2019 niet meer bijgehouden.

Wel is bij de gemeente bekend waarom de uitstroom van deze groep uit de Jeugdwet zo moeizaam verloopt. Het belangrijkste knelpunt vormen de wachtlijsten voor Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang Jongvolwassenen (MOJ). De wachttijd voor screening voor Beschermd Wonen bedraagt zes maanden en voor MOJ acht weken. Na screening is de wachttijd voor een Beschermd Wonen plek erg lang. Voor MOJ is dit korter en bedraagt de wachttijd twee tot drie maanden. Aanbieders worden wel gestimuleerd om jeugdigen zo vroeg mogelijk aan te melden, zodat de intake kan plaatsvinden. Complicerende factor hierbij is dat aanmelding pas vanaf de leeftijd van 17,5 jaar kan.155

Naast de beperkte doorstroom naar Beschermd Wonen wordt ook het Woonplaatsbeginsel genoemd als kostenopdrijvende factor. Het Woonplaatsbeginsel houdt in dat zodra een jeugdige de leeftijd van 18+ bereikt, niet langer de gemeente van herkomst

verantwoordelijk is voor de kosten van de geleverde zorg, maar de gemeente waarin de zorg geleverd wordt. Voor gemeentes waarin meer complexe zorg wordt aangeboden, zoals in Amsterdam, betekent dit een grote kostenpost. Het Woonplaatsbeginsel wordt wel aangepast in de Jeugdwet, maar dit is pas voorzien in 2022. Om hoeveel jeugdigen het in deze groep precies gaat, wordt momenteel uitgezocht.156

In document Jeugdhulp in Amsterdam (pagina 76-79)