• No results found

Aanpassen verwijsproces OKT

In document Jeugdhulp in Amsterdam (pagina 59-64)

4.4.1 Inhoud en doel

Deze maatregel is erop gericht om het aantal verwijzingen vanuit het OKT naar het C-segment te verminderen. Daartoe zijn met het OKT aantal prestatieafspraken gemaakt voor 2019:123

Het OKT behandelt 80% van de cliënten zelf zonder inzet van specialistische jeugdhulp (dit is een verhoging van 5% ten opzichte van 2018) en verwijst maximaal 20% van de cliënten naar de specialistische jeugdhulp.

Minimaal 70% van de verwijzingen naar het B-segment.

Ook wordt er ingezet op meer verwijzingen in het C-segment naar de goedkopere intensiteiten van jeugdhulp:

Binnen C-niet-Duurzaam: 60% verwijzingen naar Perspectief trajecten.

Binnen C-Duurzaam: 60% verwijzingen naar de Duurzaam-licht trajecten.

Daarnaast kregen de verwijzers de beschikking over ‘bandbreedtes’ van de tarieven per SPIC om het kostenbewustzijn te vergroten. Om de verwijzing naar het segment te stimuleren wordt een verdere stapeling van trajecten in het B-segment mogelijk gemaakt om zo het verschil tussen de tarieven in het B- en C-segment te verkleinen.124

Met de maatregel om het verwijsproces via de OKT's aan te passen wordt een besparing van € 6,4 miljoen beoogd. Dit bedrag is gebaseerd op een verwachte gewijzigde

instroomverhouding in het B- en C-segment vanuit de OKT's (70-30%). Dat zou moeten leiden tot bijna 30% lagere kosten voor de nieuwe instroom.125 Het mogelijke

besparingsbedrag is in juni 2019 nogmaals bevestigd op basis van halfjaarcijfers 2019.iiii126

4.4.2 Bereikte resultaten

Percentage cliënten zelf behandeld

In de Jaarrapportage 2019 van het OKT zien we dat het aantal jeugdigen dat door het OKT is geholpen, is afgenomen van 12.318 in 2018 naar 11.631 in 2019 (een afname van 9%).

Echter, het percentage jeugdigen dat door het OKT zelf is geholpen zonder dat zij zijn doorverwezen naar specialistische jeugdhulp, ligt in 2019 op de afgesproken 80%. Een toename van 1% ten opzichte van 2018.127

Veranderingen in het verwijsproces

We kijken eerst naar het aantal verwijzingen vanuit het OKT (inclusief de jeugdartsen die binnen het OKT werken) naar trajecten in het B- en C-segment en hoe zich dat heeft ontwikkeld in de periode 2018, 2019 en 2020 (zie tabel 4.3).

iiii Bij de inschatting van de mogelijke besparing is er niet gecorrigeerd voor aanpassing van de tarieven voor 2019. De beoogde besparing kan daarmee zowel worden gerealiseerd door de tariefaanpassing als door een ander verwijspatroon.

Tabel 4.3 - Verwijzingen van het OKT (inclusief jeugdartsen) naar trajecten in het B- en C-segment in de periode 2018-juli 2020

jjjj

Prestaties 2018 2019 2020 (1e half jaar )

B-verwijzingen 788 1.128 518

C-verwijzingen 1296 945 523

Totaal 2.084 2.073 1.041

Aantal cliënten SJH (B&C) 1.978 1.864 967

Gem.# verwijzingen SJH (B&C) per cliënt 1,05 1,11 1,08

% B 38% 54% 50%

Bron: IMJ-toegang SPIC-tarieven, 13-8-2020. Bewerking RMA.

Tabel 4.3 laat zien dat het totaal aantal verwijzingen vanuit het OKT (inclusief de

jeugdartsen) naar specialistische jeugdhulp in 2019 bijna gelijk is gebleven. In 2019 zijn er in totaal 2.073 verwijzingen naar specialistische hulp geweest vanuit het OKT en de jeugdartsen. In 2018 waren dat er 2.084. Het aantal cliënten dat is doorverwezen naar specialistische jeugdhulp daalt sterker van 1.978 cliënten in 2018 naar 1.864 in 2019. De mogelijkheden vanaf 2019 om te stapelen in het B-segment en te starten met een traject in het B-segment dat later wordt gevolgd door een traject in het C-segment, zijn er de

oorzaak van dat er in 2019 en 2020 iets meer verwijzingen per cliënt zijn dan in 2018.

Kijken we naar de verwijspercentages naar het B-segment, dan zien we een sterke stijging van 38% in 2018 naar 54% in 2019. In 2020 lijkt het percentage verwijzingen naar het B-segment weer wat te dalen naar 50%, maar deze cijfers zijn voorlopig en gebaseerd op het eerste half jaar van 2020. Zowel in 2019 als in 2020 blijft het percentage verwijzingen naar het B-segment ruim beneden de beoogde 70%.

Naast de doelstelling om van alle verwijzingen 70% naar het B-segment te verwijzen, was het doel van de maatregel ook om binnen het C-segment 60% van de niet-Duurzame trajecten (perspectief en intensief) te verwijzen naar de goedkopere Perspectief trajecten en eveneens 60% van de Duurzame trajecten te verwijzen naar de goedkopere

Duurzaam-jjjj Bij de bepaling van het aantal verwijzingen hebben we het jaar waarin het recht op een traject ontstond als uitgangspunt genomen, omdat dat het moment is dat het OKT een verwijzing maakt. De daadwerkelijke zorg kan in het daaropvolgende jaar worden ingezet. Deze benadering wijkt af van die van de gemeente waarbij het jaar van zorg leidend is. Hierdoor kunnen verschillen met de cijfers van de gemeente ontstaan.

licht trajecten. In tabel 4.4 hebben we de resultaten voor 2018, 2019 en 2020 (t/m juli) op een rij gezet.

Tabel 4.4 - Verwijzingen in het C-segment door het OKT uitgesplitst naar intensiteit, 2018-2019

C- Segment 2018 2019 2020 (1e half jaar)

Niet-Duurzaam

Perspectief 291 124 55

Intensief 485 364 235

Totaal niet-Duurzaam 776 488 290

% perspectief 38% 25% 19%

Duurzaam

Licht 233 184 107

Midden 34 10

Zwaar 287 162 93

Verblijf 77 23

Totaal Duurzaam 520 457 233

% Duurzaam-licht 45% 40% 46%

Bron: IMJ-toegang SPIC-tarieven, 13-8-2020. Bewerking RMA.

Tabel 4.4 laat zien dat zowel het aantal niet-Duurzame trajecten in 2019 ten opzichte van 2018 is afgenomen van respectievelijk 776 naar 488 verwijzingen (een daling van 38%) als ook het aantal Duurzame trajecten is gedaald van 520 naar 457 (een daling van 11%).

Deze afnames zijn in lijn met de toegenomen verwijzingen naar het B-segment.

Kijken we naar het percentage verwijzingen naar de Perspectief trajecten binnen de categorie niet-Duurzaam dan zien we een daling van het percentage in 2019 ten opzichte van 2018 (25% versus 38%). Het beoogde doel (60% verwijzingen naar Perspectief binnen de niet-Duurzame trajecten) wordt niet gehaald. Alhoewel de cijfers voor 2020 op een half jaar gebaseerd zijn, lijkt het percentage verwijzing naar Perspectief trajecten verder af te nemen.

Als we kijken naar percentage verwijzingen naar de trajecten Duurzaam-licht, dan zien we dat dit percentage varieert tussen de 40% in 2019 en 46% in de eerste helft van 2020. Ten opzichte van 2018 is het percentage verwijzingen naar het Duurzaam-licht traject gedaald van 45% naar 40% in 2019. In geen van de jaren wordt het beoogde percentage van 60%

gehaald.

Kostenbesparing

Bij het in beeld brengen van de kostenbesparing van deze maatregel spelen twee zaken die een directe vergelijking van de kosten tussen 2018 en 2019 moeilijk maken:

In 2018 is afgerekend op werkelijke kosten, maar daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen kosten voor trajecten in het B- en in het C-segment. Die informatie is nodig om een goede vergelijking op kosten te maken. De informatie over de tarieven is wel beschikbaar voor trajecten in het B- en C-segment maar ongeschikt om een vergelijking met 2019 maken. De tarieven zijn in 2019 namelijk aangepast richting de werkelijke kosten.

Het aantal cliënten is ten opzichte van 2018 afgenomen, waardoor absolute bedragen niet zonder meer met elkaar vergeleken kunnen worden.

Toch is het mogelijk om met behulp van een aantal aannames een schatting te maken van de besparing die de veranderde verwijsverhoudingen in 2019 ten opzichte van 2018 hebben opgeleverd. Daarbij gebruiken we het gemiddelde tarief per verwijzing voor het B- en C-segment zoals dat in 2019 is bepaald.kkkk We schatten op basis van dit tarief de kosten in 2018. Dezelfde exercitie voeren we uit voor 2019. Hier betreft het echter geen schatting, maar een berekening van de kosten. De totaalbedragen voor 2018 en 2019 kunnen echter niet zonder meer met elkaar vergeleken worden, omdat het aantal cliënten in beide jaren verschilt. Daarom is het nodig om voor beide jaren de gemiddelde kosten per cliënt te bepalen. Het verschil in dit gemiddelde bedrag vermenigvuldigd met het aantal cliënten in 2019, levert het geschatte besparingsbedrag ten opzichte van een ongewijzigde

verwijsverhouding op.

In tabel 4.5 presenteren we de geschatte besparing van deze maatregel.

kkkk De aanname daarbij is dat de gemiddelde werkelijk kosten voor trajecten in het B- en C-segment in 2018 niet wezenlijk zullen afwijken, omdat de tarieven voor 2019 zijn aangepast richting

werkelijke kosten.

Tabel 4.5 - Geschatte besparing kosten van aanpassing verwijsproces OKT

2018 2019 Verschil

B-segment

Aantal verwijzingen OKT 788 1.128

Gem € per verw 2019 (OKT) (in €) 4.211 4.211

C-segment

Aantal verwijzingen OKT 1.296 945

Gem € per verw 2019 (OKT) (in €) 28.931 28.931

Kosten (verw*gem €) (in €) 40.813.362 32.090.230

Aantal cliënten (via OKT) 1.978 1.864

Gemiddelde kosten per cliënt (in €) 20.634 17.216 -3.418

Besparing instroom 2019

(# cliënten*verschil gemiddelde kosten) (in €)

-6.370.896

Bron: IMJ-toegang SPIC-tarieven, 13-8-2020. Bewerking RMA.

Wij komen op basis van deze berekening tot een geschatte de besparing van € 6,4 miljoen van deze maatregel. Dit is echter een totaalbesparing die voor een deel in 2019 en voor een deel in 2020 zal vallen, omdat niet iedereen in de maand januari instroomt. Op basis van de instroomgegevens in 2019 via het OKT schatten we dat circa 65% van de besparing in 2019 terechtkomt en de rest in 2020. Dit betekent een geschatte besparing van € 4,1 miljoen in 2019. De resterende besparing van de verwijzingen in 2019 van € 2,3 miljoen wordt naar verwachting in 2020 gerealiseerd.

4.4.3 Effect van de maatregel goed in beeld?

De gemeente heeft goed in beeld welk percentage cliënten dat de OKT’s zelf, zonder verwijzing, helpen. Ze gebruikt hiervoor de jaarrapportage van het OKT. Hieruit blijkt dat zowel in 2018 als in 2019 het doel wordt gehaald om minimaal 80% van de jeugdigen zelf te helpen.

De gemeente heeft de met het OKT afgesproken prestaties over veranderde

verwijspatronen niet goed in beeld. In het Dashboard beheersmaatregelen zijn weliswaar

percentages opgenomen over verwijzingen naar het B-segment, en binnen het C-segment verwijzingen naar Perspectief en Duurzaam-licht trajecten. Maar het is niet duidelijk hoe deze percentages zijn bepaald. Het heeft er alle schijn van dat bij de berekening van de percentages geen rekening is gehouden met de nieuwe trajectcategorieën Duurzaam-midden en Duurzaam-verblijf, waardoor alle percentages te hoog zijn ingeschat. Daarnaast is men met het bijhouden van het Dashboard beheersmaatregelen eind 2019 gestopt. Wel worden de afspraken met het OKT in het IMJ continu gemonitord, maar zoals gezegd worden de percentages door een foutieve berekening te hoog ingeschat.

De gemeente heeft de effecten van deze maatregel niet goed in beeld. In de Evaluatie beheersmaatregelen wordt een ingeschatte besparing van deze maatregel gepresenteerd van € 2,4 miljoen. Het is onduidelijk waar dit bedrag op is gebaseerd. Wij hebben laten zien dat het geschatte besparingsbedrag van deze maatregel aanzienlijk hoger ligt dan waar de gemeente van is uitgegaan. We schatten het besparingsbedrag van de aangepaste verwijsverhouding in 2019 voor 2019 op € 4,1 miljoen en voor 2019 en 2020 gezamenlijk op € 6,4 miljoen.

In document Jeugdhulp in Amsterdam (pagina 59-64)