• No results found

Aanleiding van deze uitwerking zijn de vele discussies die plaatsvinden over dit onderwerp. Enige hiervan zijn in het vorige hoofdstuk opgenomen onder het theoretisch kader van dit onderzoek. Met deze scriptie zal de toegevoegde waarde van werkzaamheden door een accountant bij het tot stand komen van een kredietrating in kaart worden gebracht.

3.3 Afbakening

Een goede oriëntatie op het gebied van kredietratings en het tot stand komen hiervan is cruciaal geweest om te komen tot een goede afbakening en focus van dit onderzoek. Hierbij is rekening gehouden met:

A) het onderscheid tussen de verschillende ratingbenaderingen

B) de focus van dit onderzoek op de aanlevering van informatie aan een bank

C) de focus op de totstandkoming van een rating binnen het midden- en kleinbedrijf.

A) Ratingbenaderingen

Het onderscheid tussen de ratingbenaderingen; de ‘Standard Approach’ en de interne benadering is in het (theoretisch) kader van deze scriptie al aanbod gekomen. In dit onderzoek wordt de focus specifiek gelegd op de interne rating benadering, waaronder een MKB rating binnen Nederland normaliter wordt opgesteld.

In 2005 heeft er een onderzoek plaatsgevonden door DNB, gericht op het in kaart brengen van al aanwezige interne systemen voor het ontwikkelen van kredietratings (DNB 2005). Dit artikel rapporteert dat deze systemen zijn ontwikkeld door eerst een intern beleid op te stellen, wat een raamwerk bevat van belangrijke standaarden binnen de bank. Hierna vindt er een beschrijving van de processen voor de modelontwikkeling plaats, waarna er een toetsing en autorisatie plaatsvindt. DNB heeft in dit onderzoek geconstateerd dat de vijf grote Nederlandse banken in vergelijking met eerdere toetsingen van ratingsystemen, grote vooruitgang hebben geboekt in het beoordelen van ondernemingen op kredietwaardigheid. De processen blijken in 2005 niet altijd efficiënt te verlopen. Tegenwoordig zijn de interne systemen verder ontwikkeld om met de invoering van Basel II ondernemingen van een kredietbeoordeling c.q. rating te kunnen voorzien.

B) focus op de aanlevering van informatie in de totstandkoming

Wanneer een bank voor het opstellen van een kredietrating informatie opvraagt, hangt de mate en soort van de informatie af van de situatie en de (grootte) van de onderneming.

In deze paragraaf zal de aanlevering van informatie maar ook de aard van de informatie specifiek worden besproken. Deze scriptie zal vooral van toepassing zijn op dit kritieke proces; namelijk de aanlevering van juiste en betrouwbare informatie waarmee een goede beoordeling van kredietwaardigheid kan plaatsvinden.

Op welke informatie de nadruk ligt bij het beoordelen van een onderneming is afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Factoren die (mede) van belang zijn, zijn ouderdom en

omvang van de onderneming.

De ouderdom van de onderneming heeft directe invloed op de mogelijkheden die er liggen om resultaten van vorige periodes mee te nemen in de beoordeling van ondernemingen op kredietwaardigheid. Deze resultaten geven inzicht in het functioneren van een onderneming, maar bieden ook een goede verwachting voor de toekomst. Deze zijn dan ook uitermate belangrijk in het beoordelen van de kredietwaardigheid ondernemingen. Wanneer er sprake is van een sinds kort opgerichte onderneming waarbij nog geen resultaten van vorige periodes beschikbaar zijn (zoals verloop van rekeningen), dient er meer te worden gesteund op kwalitatieve aspecten om de verwachte functionering en kredietwaardigheid van de onderneming te beoordelen. Daarom zullen aspecten als de kwaliteit van het management, de omvang van de onderneming en de hoeveelheid kapitaal wat eventueel als onderpand kan dienen, een indruk geven over het toekomstige kredietrisico.

De omvang van de onderneming, dat al werd genoemd in de vorige alinea, is ook een belangrijke factor bij het bepalen van welke soort informatie te gebruiken bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van ondernemingen. Kredietaanvragen die door grote (beursgenoteerde) ondernemingen worden gedaan zijn vaak van grote omvang. Deze ondernemingen worden hoofdzakelijk door derden beoordeeld aan de hand van kwantitatieve informatie. Dit gebeurt normaliter in de vorm van inzage in de jaarrekening.

Kwantitatieve gegevens kunnen een goede indruk van de financiële positie van een onderneming geven, maar de nadruk op kwalitatieve variabelen is met de komst van Basel II veel groter geworden. Back (2005) verklaart in de conclusie van zijn onderzoek het volgende:

“The primary results showed that the model based on non-financial variables classified better than the financial ratio model, especially in classifying bankrupt firms and firms with payment delays. These results are interesting as in principle financial statements are not a necessity in separating healthy firms from bankrupt firms or from firms with payment delays”.

Wanneer de koppeling naar het MKB wordt gemaakt, blijkt hier kwalitatieve informatie vaak een grotere plaats in te nemen bij een beoordeling. Ter illustratie: Wanneer er sprake is van een vennootschap onder firma met twee eigenaren of zelfs een onderneming waarbij het eigendom bij één enkele persoon ligt, wordt het aspect ‘continuïteit’ veel belangrijker bij het beoordelen van het totale kredietrisico.

C) De totstandkoming van een rating binnen het midden- en kleinbedrijf

In de vorige paragraaf is de aard van de informatie nader beschreven die normaliter als basis dient voor een kredietrating. Vooral bij kleinere ondernemingen is niet altijd een duidelijk overzicht hoe een rating tot stand komt. De omvang van de onderneming is genoemd als een van de factoren die de afweging van kwalitatieve en kwantitatieve informatie beïnvloed in het beoordelen van de kredietwaardigheid van een onderneming. Deze factor zal hier verder worden uitgewerkt.

Indeling van ondernemingen op basis van omvang

De ondernemingen binnen Nederland waar banken mee te maken krijgen c.q. die kredieten aanvragen bij deze financiële banken worden in tabel 3 weergegeven. Deze scriptie richt zich op de eerste twee categorieën die samen het MKB van Nederland vormen. Dit zijn de ondernemingen die na 2008 in meerdere mate met de term ‘kredietrating’ te maken krijgen.

Wanneer een ondernemer die binnen het MKB valt (volgens wet 2:397 BW) een krediet aanvraagt bij een bank, leidt dit tot een reeks van gebeurtenissen waarbij de ondernemer zelf verantwoordelijkheid is voor het aanleveren van informatie.

Omvang onderneming Kleine ondernemingen met personeel (<50 werknemers) Middelgrote onderneming (50-250 werknemers) Grote (beursgenoteerde) onderneming (250< werknemers) Richtlijnen voor

solvabiliteitsbeslag Rating Rating

Uitbesteding van kredietbeoordeling

(Moody’s, S&P) Factoren die voor

bepalen overwegend belangrijk zijn voor het

bepalen van de kredietrating/minimale

solvabiliteitsbeslag

Gedragscodes, kwalitatieve factoren, evt

aangevuld met jaarrekening Kwantitatieve factoren, jaarrekening evt aangevuld met kwalitatieve factoren

Bij zelf opstellen van een rating wordt hier

veelal gebruik gemaakt van externe

bronnen. Verklaring over de financiële verantwoording Samenstellingsverklaring Samenstellingsverklaring/ controle accountantsverklaring (wettelijke) Controle accountantsverklaring Globale omvang van het

aantal ondernemingen in het MKB

80 % 20 %

Tabel 3. Raten van ondernemingen van verschillende omvang

Bij grote bedrijven waarbij een bank grote hoeveelheden krediet heeft uitstaan kunnen interne financiële analisten worden ingezet om de onderneming te monitoren in financiële zin. Hier kan worden gedacht aan het uitvoeren van cijferanalyses betreffende de solvabiliteit/liquiditeit van een onderneming. Omdat de kredietaanvragen in het MKB van veel kleinere omvang zijn is dit niet acceptabel, de kosten hiervoor zullen namelijk te hoog liggen. Hierdoor zal een bank bij de aanvraag van een krediet, maar ook tussentijds, vaker de onderneming verzoeken om inzicht te verschaffen in de (financiële) staat van de onderneming.

Een relatief goedkope en betrouwbare bron van informatie die bij derden kan worden verkregen zijn debiteurenbestanden van telefoonmaatschappijen, zoals Vodafone. Ook speciale datahandelaren bieden deze informatie aan. Andere bronnen om inzicht te krijgen in het betaalgedrag van klanten zijn de KvK en het BKR. Het aantrekken van relatief betrouwbare informatie van derden is niet altijd een optie. Deze moeten namelijk vaak tegen hoge kosten worden gemaakt. De afweging van extra voordelen door betere risicobeheersing enerzijds en hogere kosten, die hiervoor gemaakt moeten worden anderzijds is vaak doorslaggevend.

Wanneer een onderneming informatie aan de bank dient aan te leveren kan dit zijn in de vorm van de jaarrekening, het investeringsplan, ondernemingsplan en/of een informatieboekwerk waarin alle relevante informatie van de onderneming is vermeld. Deze informatie dient normaliter inzicht te geven in de verwachting van de komende vijf jaren. Indien gewenst, kan hier door een bank in bepaalde gevallen een prognose bij worden aangevraagd. Inzicht en kennis van de (financiële) staat van een onderneming wat door een bank dient te worden verkregen, is afhankelijk van de mate waarin de ondernemer informatie volledig en tijdig aanlevert. De ondernemer dient hiervoor niet alleen financiële informatie, maar ook niet-financiële informatie zoals het beheersen van bedrijfsprocessen, de administratieve organisatie en het op orde hebben van het interne risico- en beheersingssysteem inzichtelijk te maken voor de bank. Het tijdig aanleveren van de juiste en volledige informatie is een ‘must’ om de onzekerheid bij een bank minimaal te houden waardoor een positief risicoprofiel kan worden behaald. Op deze manier kunnen de rentevoorwaarden voor het aantrekken van krediet zo laag mogelijk worden gehouden. De onderneming verzamelt de gegevens en stuurt deze op, waarna deze door de bank wordt ingevoerd in het IRB proces en een kredietrating ontstaat die samen met de kredietvoorwaarden aan de ondernemer wordt gecommuniceerd.

In figuur 2 (onderstaand) is deze globale totstandkoming in kaart gebracht.

2.Aanvragen krediet

3.Opvragen financiële informatie

4. Opgevraagde info

5.Ontstane rating + kredietvoorwaarden 1.Controle op jaarrekening (verklaring)

Figuur 2. Huidige situatie in totstandkoming van een rating op basis van IRB.

Bank

1. Bepalen Variabelen info 2. Reconciliatie BE Balans 3. Invoer gegevens

5. Uitvoeren rating proces 1. Accountant 1. Samenstelling/Controle op jaarrekening Ondernemer 1. Verzamelen en verwerken opgevraagde (financiële) informatie

In bovenstaande figuur is de samenstelling en/of controle van de jaarrekening ook weergegeven. In de eerdere matrix, waarin de ondernemingen werden gecategoriseerd op basis van omvang, is zichtbaar dat de samenstellingsverklaring binnen het MKB overwegend van toepassing is. Van een (wettelijke) controle van de jaarrekening is niet altijd sprake. Dit wil zeggen dat er dan geen zekerheid is afgegeven over de betrouwbaarheid van te gebruiken (financiële) kwantitatieve informatie. Indien er wel een controle is verricht en een redelijke mate van zekerheid is gegeven betreffende de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving, dan valt niet uit te sluiten dat dit gevolgen zal hebben voor de kredietrating. Het risicoprofiel dat door de bank aan de onderneming wordt toegekend zal meer positief zijn, aangezien de bank meer zekerheid heeft en het risico op onvolledige/onjuiste informatie beperkt is.

3.4 Stellingen

Deze scriptie is geschreven om de rol van een accountant in het totale ratingproces in kaart te brengen om zo bij te kunnen dragen aan eventuele verbetering van dit proces. Deze verkenning zal deels op basis van informatie uit de praktijk worden uitgevoerd met als doel waar mogelijk proposities op te stellen. Voor het verzamelen van relevante informatie middels interviews zijn een viertal stellingen in het leven geroepen. Deze stellingen zijn opgesteld in lijn met de uitwerking van een tweetal deelvragen. Deze zijn in de probleemstelling al opgenomen.

Ter recapitulatie:

* In welke mate kan de accountant werkzaamheden verrichten om de aanlevering van informatie aan een bank efficiënt en betrouwbaar te laten verlopen?

* Wat kan een accountant voor haar cliënten betekenen om de relatie met de banken te verbeteren?

De volgende stellingen zullen worden gehanteerd:

Stelling 1: “Een accountant kan meerwaarde bieden in het totale ratingproces door beoordelingen te geven betreffende de juistheid/volledigheid van informatie die door een onderneming aan een bank wordt geleverd”

Stelling 2: “Door de opschoning (reconciliatie) van de bedrijfseconomische balans, zoals normaliter als onderdeel van de jaarrekening is opgenomen, te laten verrichten door een gespecialiseerde derde kan dit proces met een hogere efficiëntie en betrouwbaarheid worden uitgevoerd”

Stelling 3: “Een proces waarin een accountant kwalitatieve en kwantitatieve ratinginformatie aanlevert aan een bank, leidt tot een grotere betrouwbaarheid en is in de huidige financiële markt gewenst”

Stelling 4: “Er liggen kansen voor een accountant om voor haar cliënten (ondernemingen) overige diensten te verrichten die gericht zijn op het verbeteren van de positie in de relatie met een bank”

3.5 Onderzoeksmethodologie

3.5.1 Kwalitatief onderzoek; verkennend onderzoek

Wat vooraf ging aan het schrijven van deze scriptie, is veel oriëntatie aan de hand van literatuur en eigen waarneming, maar ook gesprekken met de personen Witt en Pasmooij (die later in deze scriptie worden genoemd). Deze personen gaven inzicht in belangrijke gebeurtenissen en discussies ten aanzien van de kredietrating. Hier werd al snel de vraag gesteld: kan een accountant invloed uitoefenen en zo meerwaarde bieden in de totstandkoming van een kredietrating?

Witt en Pasmooij leken hier redelijk van overtuigd. Na de verdere verkenning op dit onderwerp via gesprekken met Hagoort, Jutte en Dekker bleken dezen een geheel andere perceptie te hebben ontwikkeld. Hiernaast zijn op het terrein van de kredietrating en de financiële markt veel recente ontwikkelingen gaande waarbij nog veel onduidelijk is. Deze bevindingen en gebeurtenissen leidden tot de moeilijkheid een algehele conclusie te vormen. Dit is voor mij reden geweest om dit onderzoek in de vorm van een verkenning uit te voeren en deze scriptie zo ook in te richten met als doel om onder de huidige omstandigheden de rol van de accountant in het kredietratingsproces zo goed mogelijk in kaart te brengen.

3.5.2 Wat kan de waarde van deze verkenning zijn?

In de inleiding is reeds de relevantie van deze scriptie voor verschillende instanties en beroepsgroepen behandeld. Hierbij gaat het niet alleen om de relevante kennisname van dit onderwerp zoals de algemene informatie die in de inleidende hoofdstukken is opgenomen. De verdere verkenning vanuit de praktijk die hierna zal worden vastgelegd geeft een uitwerking van de onderzoeksvraag. Hierbij zal de (potentiële) rol van een accountant in het totale kredietratingsproces, waarin een onderneming wordt beoordeeld op kredietwaardigheid, in kaart worden gebracht. Het uiteindelijk doel hierbij is een zo’n juist mogelijk beeld te geven van de mogelijkheden die aanwezig zijn om de accountant te integreren in dit proces, zodat op basis hiervan mogelijk gezocht kan worden naar verbeteringen om zo toegevoegde waarde te bieden voor de onderneming en/of bank.

3.5.4 Methode voor het verzamelen van informatie

Op basis van eigen waarneming is bij het ratingkantoor Finan te Zwolle informatie verzameld over de basisbeginselen van een kredietrating, zoals de betekenis van een kredietrating, het proces waarmee een deze tot stand komt, maar ook welke informatie hiervoor benodigd is. Verdere uitwerking van deze scriptie is gebaseerd op informatie welke is verkregen aan de hand van wetenschappelijke literatuur en overige kwalitatieve bronnen, in het bijzonder door het afnemen van interviews.