• No results found

Aanbevelingen met betrekking tot het memorandum gokken

Volgens het memorandum gokken van het VAD, de CAD Limburg en de Gezinsbond dient bij elk kansspelbeleid steeds de bescherming van de speler te primeren op de rendabiliteit van de goksector. Deze organisaties stellen voor om een preventief beleid op te stellen dat gestoeld is op de vier volgende pijlers: regels en afspraken, zorg en begeleiding, informatie en sensibilisering (educatie) en omgevingsinterventies. Om te zorgen voor een geslaagd kansspelbeleid zal men deze vier pijlers evenwichtig moeten uitwerken en onderling op elkaar afstemmen.513

1. Regels en afspraken: een beschermend wetgevend kader

Het huidig wetgevend kader dient volgens de opstellers van het memorandum verder aangevuld te worden met nieuwe regels en afspraken.514 Ondertussen liggen er reeds een aantal wetgevende

initiatieven klaar, met het oog op een betere bescherming van de speler. Via deze initiatieven wil

510 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

511 Ibid., 1.

512 HOGE GEZONDHEIDSRAAD, “Gokstoornis, Advies nr. 9396”, www.hgr-css.be, Brussel: HGR; november 2017 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

513 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019, 2 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

74 men zorgen voor een verdere beperking of zelfs een verbod op reclame, het optrekken van de leeftijdsgrens naar 21 jaar voor alle kansspelen en weddenschappen, het verlagen van de online speellimiet, het optimaliseren van de identiteitscontrole en het verfijnen van de EPIS-controle. Op deze manier beantwoordt men al aan een aantal kernpunten van dit memorandum.

Daarnaast zou er wel nog werk moeten gemaakt worden van een verdere beperking van de beschikbaarheid van de kansspelen en weddenschappen. Hierbij focust men dan vooral op de ligging, de openingsuren en de toegangscontrole.515 Door de invoering van een wettelijk verplicht

convenant dat men moet afsluiten met de gemeente en een wettelijk verbod zich op bepaalde risicovolle plaatsen te vestigen, worden er al beperkende voorwaarden vastgelegd in verband met de beschikbaarheid van vaste wedkantoren.516 Zo bepaalt het convenant onder meer waar de vaste

wedkantoren zich mogen vestigen, de openings- en sluitingsuren alsook de openings- en sluitingsdagen.517 Tot op hebben ontbreekt een dergelijke regeling echter wel voor de

dagbladhandelaars. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) had nochtans voorgesteld om ook voor de dagbladhandelaars met een vergunning F2 beperkingen op te leggen met betrekking tot de ligging en de bereikbaarheid. Zo stelde ze namelijk voor om eveneens voor hen een onderlinge afstandsbeperking van 1.000 meter in te voeren en deze regel eventueel uit te breiden ten opzichte van eender welke vergunbare kansspelinrichting. Daarnaast raadde de VVSG aan om de dagbladhandelaars (met een vergunning F2) te verbieden zich op bepaalde risicovolle en gevoelige plaatsen te vestigen. Ten slotte vond ze het gepast om een maximum aantal dagbladhandels (met een vergunning F2) vast te leggen, rekening houdend met het aantal inwoners van een gemeente.518 Dergelijke beperkende regels zouden dan ook perfect passen

binnen één van de kernpunten van het memorandum om de beschikbaarheid van kansspelen te beperken.519 Door het opleggen van dergelijke vestigingsregels en het beperken van het aantal

dagbladhandels, zou de te gemakkelijke bereikbaarheid van de sportweddenschappen aangepakt kunnen worden.

Volgens het memorandum zou er bovendien nog een betere regulering van het spelaanbod (voor alle types) van kansspelen en weddenschappen moeten komen.520 Hierbij pleit het VAD voor het

vastleggen van een risicoprofiel van elk kansspel opdat de verschillende kansspelen zouden worden ingedeeld in categorieën volgens risico’s en dit onder één globale wetgeving. en waarbij dan de verschillende kansspelen zouden worden ingedeeld in categorieën volgens risico’s. Er zouden dan specifieke beschermende maatregelen kunnen gekoppeld worden aan elk kansspel, rekening houdende met het eigen risicoprofiel.521

515 Ibid.

516 Art. 43/5, eerste lid, 5 Kansspelwet. 517 Art. 43/4, §1, vierde lid Kansspelwet.

518 S. THOMAS, “Advies wetsontwerp kansspelen”, www.vvsg.be, 14 november 2018, 5-6 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

519 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019, 2 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

520 Ibid.

521 ALGEMENE CEL DRUGSBELEID, “Gokken - Synthesenota”, www.drugbeleid.be, oktober 2016, 18 en 33 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

75 Ten slotte wijst men in het memorandom ook nog op het feit dat een regelgeving slechts goed werkt indien er voldoende controles worden uitgevoerd. Het is dan ook noodzakelijk om te beschikken over een efficiënt optredend controleorgaan. Er rijzen echter vragen of de huidige Kansspelcommissie hiertoe wel in staat is.

1.1 Zorg en begeleiding

Met deze tweede pijler richt het memorandum zich vooral op het welzijn van en de zorg voor de (problematische) gokkers. Zo stelt men voor om door middel van sensibiliseringscampagnes de gokproblematiek bespreekbaar te maken en het taboe hierover te doorbreken. Verder dient er meer vorming en opleiding te komen over deze materie bij eerstelijnszorgverstrekkers en hulpverleners. Ook raadt men in het memorandum aan om binnen de hulpverlening meer ervaringsdeskundigen in te zetten. Daarnaast wil men aandacht voor een meer gedifferentieerd en specifiek hulpverleningsaanbod voor problematische gokkers. Ook kwetsbare groepen tracht men te beschermen door te voorzien in een systematische screening met het oog op een tijdige detectie van gokproblemen. Ten slotte zou er eveneens aandacht moeten besteed worden aan de familie en omgeving van de persoon met gokproblemen.522

Met het oog op een betere zorg en begeleiding van de gokkers werd er ondertussen een wetsvoorstel523 ingediend dat ook een actieve zorgplicht wil opleggen aan de aanbieders van

kansspelen naar analogie met de aanpak in Nederland.524 Men wil dat de aanbieders een

preventiebeleid uitwerken dat er zoveel mogelijk op gericht is om verslaving bij de gokkers tegen te gaan.525 In dit beleid dient de aanbieder uiteen te zetten hoe hij deze zorgplicht zal invullen.

Minimale elementen van dit beleid zijn het doelgroepenbeleid, de indicatoren voor risicovol speelgedrag en het risicoprofiel.526

Verder dienen de aanbieders de speler voldoende te informeren over de (risico’s van) kansspelen. Deze informatie moet de speler helpen om een weloverwogen keuze te maken om deel te nemen aan kansspelen.527 Deze verplichting om de speler te informeren over de mogelijke risico’s van

gokken bestaat in feite reeds voor de online kansspelen en weddenschappen via notificaties en pop-ups.528

522 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019, 2 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

523 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wat de zorgplicht betreft, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 55-0958/001 (hierna: wetsvoorstel zorgplicht); Dit wetsvoorstel tracht een nieuw art. 61/1 in de Kansspelwet in te voeren. Dit wetsvoorstel is tot op heden (20 mei 2020) nog steeds hangend in de Kamer. 524 Wetsvoorstel zorgplicht, toelichting, 6 (supra vn. 521).

525 Wetsvoorstel zorgplicht, wetsvoorstel, art. 2, 10 (supra vn. 521).

526 Wetsvoorstel zorgplicht, artikelsgewijze toelichting bij art. 2, 7 (supra vn. 521). 527 Ibid.

76 Daarnaast zullen de aanbieders de nodige voorzieningen moeten treffen om de speler zo veel mogelijk inzicht te geven in zijn speelgedrag. Hieronder valt onder meer het spelersprofiel en het zichtbaar maken van de spelersrekening. Tevens dient de speler de nodige feedback te krijgen over zijn speelgedrag.529 Op te merken valt dat er in het verslag aan de Koning bij het koninklijk

besluit van 25 oktober 2018530 reeds gesproken werd over de verplichte invoering door de online

vergunninghouders van een ‘tracking systeem’ dat alle gedragingen van de klant dient op te volgen en te analyseren teneinde vroegtijdig ingrijpen mogelijk te maken.531 Deze verplichting tot het geven

van inzicht in het speelgedrag van de speler werd dus in feite reeds ingevoerd voor de online kansspelen.

Bovendien zullen de aanbieders maatregelen moeten nemen om de speler, indien zijn gedrag daartoe aanleiding geeft, te helpen in de matiging van zijn speelgedrag. Dit dient dan te gebeuren op basis van de registratie en analyse van de gegevens betreffende zijn speelgedrag.532 Bij

vermoeden van onmatige deelname of bij kansspelverslaving zullen de aanbieders het gedrag van de speler moeten onderzoeken in een persoonlijk onderhoud.533 Indien dat onderzoek zou leiden

tot een redelijk vermoeden dat het speelgedrag aanleiding zou kunnen geven tot schade aan zichzelf of aan naasten, dan zouden de aanbieders de speler tijdelijk moeten uitsluiten of hem minstens adviseren de tijdelijke uitsluiting aan te vragen bij de Kansspelcommissie (zoals bedoeld in art. 54, §3, 1 Kansspelwet). Indien de speler, na een advies tot uitsluiting van de aanbieder, zich toch niet laat uitsluiten, dan zullen de aanbieders de Kansspelcommissie hiervan op de hoogte moeten brengen.534

De mogelijkheid voor de aanbieder om de speler tijdelijk uit te sluiten tot deelname, lijkt op het eerste zicht een zeer drastische maatregel. Deze maatregel houdt namelijk een forse inperking in op de autonomie van de speler. Nochtans zou dit toch aan te raden zijn voor de doelgroep van problematische gokkers. Deze probleemspelers vertonen immers een aanhoudend onvermogen om weerstand te bieden aan de drang tot spelen en lopen bijgevolg een hoog risico op kansspelverslaving.535 Om hen te beschermen lijkt deze maatregel dus toch op zijn plaats. Het valt

echter wel aan te bevelen dat deze uitsluiting door de aanbieders beperkt dient te blijven tot de echte probleemgevallen en dat dit slechts uitzonderlijk kan toegepast worden.

Ten slotte voorziet het wetsvoorstel dat de aanbieders alle gegevens en analyses in verband met het speelgedrag van de gokker beschikbaar dienen te stellen voor onderzoek naar kansspelverslaving. Deze informatie zal men steeds op een anonieme wijze moeten verstrekken.536

Deze laatste maatregel zou dan ook een uitstekende aanvulling kunnen vormen op de reeds

529 Wetsvoorstel zorgplicht, artikelsgewijze toelichting bij art. 2, 7 (supra vn. 521). 530 KB online weddenschappen 2018.

531 Verslag aan de Koning bij het KB online weddenschappen 2018, artikelsgewijze bespreking art. 6. 532 Wetsvoorstel zorgplicht, artikelsgewijze toelichting bij art. 2, 7 (supra vn. 521).

533 Ibid.

534 Wetsvoorstel zorgplicht, wetsvoorstel, art. 2, 10-11 (supra vn. 521).

535 Wetsvoorstel zorgplicht, artikelsgewijze toelichting bij art. 2, 8 (supra vn. 521). 536 Wetsvoorstel zorgplicht, wetsvoorstel, art. 2, 11 (supra vn. 521).

77 bestaande mogelijkheid voor de Kansspelcommissie om alle nuttige informatie op te vragen voor wetenschappelijk onderzoek naar gokgedrag, -verslaving en –preventie.537

In het kader van een betere bescherming van de gokkers, lijkt een actieve zorgplicht in hoofde van de aanbieders mijns inziens een doeltreffende maatregel, zeker voor wat betreft de problematische gokkers die kampen met een hoog risico op gokverslaving. Het ‘recht’ om mensen aan het gokken te brengen, moet immers samengaan met de ‘plicht’ voor de aanbieders om zorg te dragen.538

1.2 Informatie en sensibilisering (educatie)

Volgens de indieners van het memorandum zou er meer neutraal wetenschappelijk onderzoek nodig zijn om noodzakelijke kennis in verband met de gokproblematiek te verwerven. Onderzoek kan immers helpen om meer gerichte informatie te bekomen die dan op haar beurt kan bijdragen tot meer effectieve beschermende maatregelen. De kansspelaanbieders zelf beschikken logischerwijs over zeer waardevolle informatie met betrekking tot het speelgedrag van gokkers. Deze gegevens zouden dan ook anoniem ter beschikking kunnen gesteld worden voor verder onderzoek. Bovendien zouden ze eveneens aangewend kunnen worden voor preventieve doeleinden of in het kader van vroegdetectie en –interventie.539 Het nieuwe artikel 14/1

Kansspelwet maakt het reeds mogelijk voor de Kansspelcommissie om nuttige informatie op te vragen met het oog op onderzoek naar gokgedrag, -verslaving en –preventie. In het nieuw voorgestelde artikel 61/1 Kansspelwet wil men aan de aanbieders ook nog de verplichting opleggen om alle gegevens en analyses (verzameld in het kader van een actieve zorgplicht) beschikbaar te stellen voor onderzoek naar kansspelverslaving.

Naast de vraag naar meer degelijk onderzoek, dient er ook meer aandacht uit te gaan naar preventie. Dit wil men meer specifiek doen onder de vorm van educatie en sensibilisering van kinderen, jongeren en jongvolwassenen.540 Educatie en voorlichting is één van de belangrijkste

pijlers waarop het VAD wil inzetten om de gokproblematiek, vanuit een welzijns- en gezondheidsperspectief, aan te pakken. Door een vroegtijdige vorming op school tracht men de jongeren in contact te brengen met het thema gokken en de gokverslaving.541 Volgens het VAD

zou de pedagogische context van een school immers de uitgelezen plaats zijn om in te zetten op verslavingsthema’s zoals gokken.542

Het VAD stelt hiervoor in de eerste plaats een educatief lespakket ‘You bet!’ ter beschikking van de scholen. Dit educatief lespakket werd door het VAD in samenwerking met CAD Limburg

537 Art. 14/1 Kansspelwet.

538 Wetsvoorstel zorgplicht, samenvatting, 1 (supra vn. 521).

539 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019, 3 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

540 Ibid.

541 Dit blijkt uit een persoonlijk gesprek op 24 februari 2020 met Jolien Moernaut (medewerker van het VAD).

542 VAD, www.vad.be, onder hoofdrubriek “Preventie & hulpverlening”, rubriek “Onderwijs” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

78 ontwikkeld en richt zich vooral op de doelgroep 16-18-jarigen. Op deze manier geven ze informatie over onder andere de wetgeving inzake kansspelen, maar ook inzicht in de factor 'toeval' en de risico's verbonden aan kansspelen. Dit pakket omvat een digitaal spelbord (eveneens ‘You bet!’ genaamd) en de preventiefilm ‘Bluf!’, die ontwikkeld werd door de Kansspelcommissie. Daarna volgt er dan een nabespreking. Deze nabespreking concentreert zich voornamelijk op de voor- en nadelen van gokken en risico’s verbonden aan kansspelen, zoals geldverlies, verlies van vriendenkring en relaties en crimineel gedrag. Via de bespreking trachten ze jongeren te motiveren om een eigen mening te vormen over deelname aan kansspelen.543

Daarnaast stelt het VAD nog een gids ter beschikking van de scholen, genaamd ‘Gids voor een Drugbeleid op School’. Via deze gids tracht men de schoolbesturen actief in te schakelen. De bedoeling hierbij is dat scholen een preventiebeleid zouden uitwerken waarbij onder andere de gokproblematiek aan bod kan komen. Deze gids vormt voor iedere school een leidraad om een eigen ‘Drugbeleid op School’ (DOS) uit te werken. Hierin kan men dan, naast een toelichting van het preventiebeleid, specifieke regels en afspraken vastleggen alsook nog andere informatie opnemen over zorgbegeleiding en omgevingsfactoren op en rond de school. Op deze manier worden de drie andere pijlers van het memorandum via educatie samengebracht.544

Uit een gesprek met het VAD blijkt dat er wel degelijk belangstelling is voor en toepassing wordt gemaakt van deze aangereikte hulpmiddelen. Momenteel heeft het VAD echter geen echt zicht op het aantal scholen dat gebruikmaakt van deze educatieve hulpmiddelen.545

Zeer recentelijk heeft het VAD ook nog een nieuw draaiboek ontwikkeld onder de titel ‘Leerlijn verslavingspreventie in het onderwijs’. Via deze Leerlijn wil het VAD gezondheidsthema’s, waaronder het gokken, in de onderwijspraktijk verankeren.546 Dit nieuwe draaiboek is een praktisch

instrument dat gestructureerd is per graad (van de eerste kleuterklas tot het zesde middelbaar) en per verslavingsmiddel (gaande van allerlei drugs tot gamen en gokken). Per graad kan men dan de aanbevolen en de aangepaste lesmaterialen gebruiken.547 Met het gebruik van deze Leerlijn

kan men dus verder invulling geven aan deze pijler inzake educatie. 1.3 Omgevingsinterventies: reclame en marketing

543 I. BAETEN, “You bet!”, VAD, www.vad.be/artikels/detail/you-bet, 24 februari 2017 (laatste geconsulteerd op 20 mei 2020); VAD, “You bet!”, www.vad.be/materialen/detail/you-bet, 2016 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

544 N. DE PAEPE, “Drugbeleid op School”, VAD, www.vad.be/artikels/detail/drugbeleid-op-school, 1 maart 2016 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); VAD, “Drugbeleid Op School (DOS)”, www.vad.be/materialen/detail/drugbeleid-op-school-dos, 2018 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); N. DE PAEPE, “Gids voor een Drugbeleid op School”, VAD, www.vad.be/assets/gids_drugbeleid_op_school, 2018, 4 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

545 Dit blijkt uit een persoonlijk gesprek op 24 februari 2020 met Jolien Moernaut (medewerker van het VAD). 546 E. COGHE, N. DE PAEPE en E. DE DECKER, “Leerlijn verslavingspreventie in het onderwijs”, VAD, www.vad.be/assets/leerlijn_verslavingspreventie, 2020, 4 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

547 N. DE PAEPE, “Leerlijn alcohol, tabak, gamen, gokken, cannabis en andere illegale drugs”, VAD, www.vad.be/artikels/detail/leerlijn-alcohol-tabak-gamen-gokken-cannabis-en-andere-illegale-drugs, 20 april 2020 (laatst geconsulteerd 20 mei 2020).

79 Dagelijks wordt men geconfronteerd met gokreclame in het straatbeeld, online en op televisie. De reclame zorgt in feite voor een normalisatie van het gokken. Ter illustratie kan hier men denken aan het WK voetbal 2018, waar men getuige was van een invasie aan reclame.548 Het VAD had

toen samen met De DrugLijn de preventiecampagne ‘Altijd Prijs’ opgezet. Met deze campagne wou men ingaan tegen het beeld dat door de reclame wordt verspreid, namelijk dat wedden op sportwedstrijden een ‘doodnormale activiteit’ is. De campagne speelde daarenboven ook in op de misvatting dat hoe meer je van voetbal kent, hoe beter je de uitslag kan voorspellen en dus kan winnen. De preventiecampagne verwees via filmpjes en online advertenties naar de website ‘altijdprijs.org.’ Via deze website vond je allerlei informatie over de risico’s van wedden op sportwedstrijden en tools om je eigen risico in te schatten en om te berekenen hoeveel tijd en geld je besteedde aan wedden.549 Na deze WK-campagne wou het VAD blijven sensibiliseren en

informeren over de risico’s van wedden op sportwedstrijden. Zo heeft men een nieuwe campagne gelanceerd aan de hand van een nieuwe affiche met het beeld van een toiletrol bedrukt met bankbiljetten en een tekst met de bewustmaking over de risico’s bij deelname aan sportweddenschappen.550

Bovendien stelt men vast dat de reclame intussen ook in het gamen is binnen geslopen door gokelementen toe te voegen (zie bijvoorbeeld loot boxes). De indieners van het memorandum wijzen er dan ook op dat men de gokreclame verder wettelijk aan banden dient te leggen om vooral de meest kwetsbare groepen (zoals jongeren) te beschermen. Hierbij benadrukken ze dat gokreclame nog meer de aandacht zal vestigen op het gokken an sich.551

Ten tijde van het opstellen van het memorandum, bestond er reeds een koninklijk besluit van 25 oktober 2018 waarbij men beperkende reclameregels had opgelegd voor de online kansspelen en weddenschappen. Ondertussen beschikt de Koning552 nu ook over de mogelijkheid om striktere

reclameregels uit te werken voor ‘alle’ kansspelen en weddenschappen. Zoals reeds eerder vermeld, bestaan er op dit moment bovendien enkele wetgevende initiatieven die nóg een stap verder proberen te gaan. Via deze initiatieven poogt men namelijk om in de Kansspelwet zelf beperkende reclamemaatregelen op te nemen of zelfs een (totaal)verbod op reclame te bekomen. In het kader van een betere bescherming van de (potentiële) gokker, vallen deze initiatieven zeker en vast toe te juichen.

548 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019, 3 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

549 VAD (persbericht), “Wedden op het WK: Altijd prijs?!”, VAD, https://www.vad.be/assets/3581, 29 juni 2018 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); F. WIJGAERTS en J. MOERNAUT, “Wedden op het WK: altijd prijs?!”, VAD, https://www.vad.be/artikels/detail/wedden-op-het-wk-altijd-prijs, 29 juni 2018 (laatst

geconsulteerd op 20 mei 2020).

550 J. MOERNAUT, “Het toilet, de plek om het over wedden op sportwedstrijden te hebben”, VAD, www.vad.be/artikels/detail/het-toilet-de-plek-om-het-over-wedden-op-sportwedstrijden-te-hebben, 30 augustus 2018 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

551 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019, 3 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

80