• No results found

Bescherming van de (potentiële) gokker in de sport

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bescherming van de (potentiële) gokker in de sport"

Copied!
121
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESCHERMING VAN DE (POTENTIËLE)

GOKKER IN DE SPORT

Aantal woorden: 51458

Simon De Mol

Studentennummer: 01409268

Promotor: Prof. dr. An Vermeersch

Commissaris: Prof. dr. Wim Hardyns

Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de rechten Academiejaar: 2019 – 2020

(2)

II Vertrouwelijkheidsclausule

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag worden geraadpleegd en/of gereproduceerd voor persoonlijk gebruik. Het gebruik van deze masterproef valt onder de bepalingen van het auteursrecht en bronvermelding is steeds noodzakelijk.

(3)

III

VOORWOORD

Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn opleiding Rechten aan de Universiteit Gent. Graag had ik dan ook via deze weg enkele personen willen bedanken die rechtsreeks of onrechtstreeks een belangrijke bijdrage hebben geleverd bij het realiseren van deze masterproef.

In de eerste plaats zou ik graag professor An Vermeersch willen bedanken voor haar professionele adviezen en begeleiding bij het schrijven van deze masterproef.

Daarnaast zou ik zowel het VAD (en in het bijzonder Jolien Moernaut) als de Kansspelcommissie hartelijk willen bedanken voor hun verhelderende antwoorden en bereidwillige medewerking bij het voeren van dit onderzoek.

Tot slot wil ik graag mijn ouders, broer en vrienden bedanken voor hun hulp, geduld en steun gedurende de voorbije jaren.

Simon De Mol 20 mei 2020

(4)

IV

INHOUDSTAFEL

VOORWOORD ... III

INHOUDSTAFEL ... IV

INLEIDING ... 1

RELEVANTIE EN PROBLEEMSTELLING ... 5

VERGUNNINGSSTELSEL VAN DE KANSSPELEN ... 7

BELANGRIJKSTE ACTOREN ... 9

A. Kansspelcommissie ... 9

B. VAD ... 10

BESCHERMINGSMAATREGELEN ... 11

A. Wettelijke beschermingsmaatregelen ... 11

B. Beschermingsmaatregelen voorzien in de relevante Koninklijke Besluiten ... 38

HANDHAVING EN CONTROLE ... 67

A. Algemeen ... 67

B. Strijd tegen niet-vergunde (illegale) gokwebsites ... 68

C. Controle op vergunde (legale) kansspelen ... 71

D. Toekomst Kansspelcommissie?... 72

AANBEVELINGEN EN ADVIEZEN ... 73

A. Aanbevelingen met betrekking tot het memorandum gokken... 73

(5)

V

NIEUWE FENOMENEN ... 82

A. Live betting ... 82

B. Gamen en gokken ... 85

SPELERSBESCHERMING IN DE OMLIGGENDE LANDEN ... 91

A. Nederland ... 91 B. Frankrijk ... 94 C. Verenigd Koninkrijk ... 95 D. Conclusie ... 96

BESLUIT... 98

BIBLIOGRAFIE ...101

(6)

1

INLEIDING

Het verlangen van de mens om te gokken en te spelen is onuitroeibaar. Bijgevolg is het beter om deze speeldrift in een gecontroleerd circuit te leiden dan een totaalverbod te handhaven.1 Het is

vanuit die gedachte dat de Kansspelwet2 tot stand is gekomen. Via deze wet voorziet men dan ook

in een omvattend vergunningsstelsel waarbij het illegaal aanbod wordt bestreden door het invoeren van een legaal, veilig alternatief. Het basisprincipe blijft dat het aanbieden van kansspelen verboden is, tenzij men hier een voorafgaande vergunning voor verkregen heeft.3 Om toezicht te

houden op de toepassing van deze Kansspelwet werd er een instantie opgericht, de Kansspelcommissie.4

Het gokken of het deelnemen aan kansspelen zit de laatste jaren duidelijk in de lift. Sedert het legaliseren van het online gokken5 zijn het aanbod en de mogelijkheden om te gokken nog verder

toegenomen. Uit een onderzoek dat in België werd uitgevoerd in 2016 bleek dat 64% van de Belgische bevolking vanaf 18 jaar en ouder het afgelopen jaar voor geld had gespeeld op kansspelen. Rekening houdende met het bevolkingscijfer van het jaar 2016 zou dit neerkomen op ongeveer 5,7 miljoen personen die zouden deelgenomen hebben aan één of andere vorm van kansspelen.6

Alvorens dit onderzoek met als thema de bescherming van de (potentiële) gokker op (sport)weddenschappen aan te vangen, dient vooraf het onderscheid tussen een ‘actieve’ en een ‘potentiële gokker’ te worden uitgelegd. Daarna is het gepast om een korte omschrijving te geven van de begrippen ‘gokken’, ‘kansspelen’ en ‘weddenschappen’. Dit is nodig om het onderzoek te kaderen binnen de problematiek van de gokwereld.

Met een ‘actieve gokker’ wordt bedoeld degene die reeds effectief is overgegaan tot het gokken en die dus vooral bescherming nodig heeft tegen de risico’s van het gokken. Onder een ‘potentiële gokker’ daarentegen wordt verstaan de toekomstige gokker die nog niet is overgegaan tot het gokken. Hier zal men dan eerder preventief dienen te wijzen op de gevaren en de risico’s van het

1 N. HOEKX, “De wet op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de speler”, RW 2009-10, (1330) 1330.

2 Wet 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, BS 30 december 1999. Volgens art. 2 wet 10 januari 2010 tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen, BS 1 februari 2010 werd het opschrift van de wet van 7 mei 1999 vervangen door “Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers" (hierna: Kansspelwet).

3 Art. 4, §1 Kansspelwet.

4 Art. 9 Kansspelwet; N. HOEKX, “De wet op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de speler”, RW 2009-10, (1330) 1330.

5 Art. 25 wet 10 januari 2010 tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen, BS 1 februari 2010; deze wet voerde het huidige art. 43/8 Kansspelwet in.

6 E. DE DONDER en E. COGHE, “Factsheet gokken”, VAD, www.vad.be, 2018, 1 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); E. DE DONDER, “Factsheet gokken”, VAD, www.vad.be, 2019, 2 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(7)

2 gokken. Indien er hierna gesproken zal worden over de ‘(potentiële) gokker’, dan zal zowel de ‘actieve’ als de ‘potentiële gokker’ bedoeld worden.

‘Gokken’ is de overkoepelende term voor spelen waarbij iemand inzet op een bepaald spelresultaat dat volledig volgens toeval tot stand komt. Men zet een bepaald bedrag in met de kans hierbij extra geld te winnen of te verliezen7. De Belgische Kansspelwet hanteert echter het begrip ‘kansspelen’

en geeft hiervoor de volgende definitie in artikel 2, 1°: “Elk spel, waarbij een ingebrachte inzet van om het even welke aard, hetzij verlies van deze inzet door minstens één der spelers, hetzij een winst van om het even welke aard voor minstens één der spelers of inrichters van het spel tot gevolg heeft en waarbij het toeval een zelfs bijkomstig element is in het spelverloop, de aanduiding van de winnaar of de bepaling van de winstgrootte”. Volgens deze omschrijving dienen bij een kansspel dus de volgende kenmerken cumulatief aanwezig te zijn: een spelelement, een inzet, een kans op winst of verlies en een uitkomst van het spel door toeval8.

De Kansspelwet geeft onder artikel 2, 5° een verdere definitie van wat er onder een ‘weddenschap’ dient te worden verstaan. Een weddenschap is namelijk een kansspel waarbij elke speler een inzet inbrengt en waarbij winst of verlies wordt opgeleverd die niet afhangt van een daad gesteld door de speler, maar van de verwezenlijking van een onzekere gebeurtenis die zich voordoet zonder tussenkomst van de spelers.

De meest voorkomende kansspelen in België zijn casinospelen, automatische spelen in speelautomatenhallen, caféspelen, online kansspelen, televisie- en belspelletjes, online weddenschappen, weddenschappen in wedkantoren en via krantenwinkels.9

Het onderzoek zal zich verder beperken tot de weddenschappen. In België zijn er drie soorten weddenschappen: weddenschappen op evenementen of gebeurtenissen, weddenschappen op sportevenementen en weddenschappen op paardenrennen.10 Deze laatste categorie van

weddenschappen zal geen onderdeel uit maken van het onderzoek. Ook de weddenschappen aangeboden door de Nationale Loterij vallen buiten deze studie.

Meer specifiek zal de focus wel liggen op weddenschappen11 met betrekking tot de sport. Gokken

op sportwedstrijden, zoals voetbalmatchen, blijkt immers de meest populaire vorm van online

7 Ibid.

8 M. DE BOCK, T. DEFILLET, S. MELIS en F. WIJGAERTS, “Dossier Gokken”, VAD, www.vad.be, 2016, 9 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

9 E. DE DONDER en E. COGHE, “Factsheet gokken”, VAD, www.vad.be, 2018, 1 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

10 KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De kansspelen”, rubriek “Weddenschappen” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

11 Weddenschappen met een beperkte inzet en een beperkte winstmogelijkheid (plaatselijke pronostieken) worden door de Kansspelcommissie beschouwd als gezelschapsspelen, waardoor deze niet onder de Kansspelwet vallen (zie art. 3, 3 Kansspelwet; KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De commissie”, rubriek “Recent nieuws”, “Weddenschappen met een beperkte inzet en een beperkte winstmogelijkheid (plaatselijke pronostieken)”, 7 mei 2014, hernomen op 9 mei 2018 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(8)

3 gokken te zijn.12 Volgens het WK-rapport van de Kansspelcommissie hebben bepaalde

sportevenementen (zoals het wereldkampioenschap voetbal, Ronde van Frankrijk en Wimbledon) een invloed op de populariteit van sportweddenschappen. Zo stelde de Kansspelcommissie vast dat er 150.127 nieuwe registraties op goksites werden gedaan tijdens het WK Voetbal 2018.13 De

goede resultaten van de Rode Duivels op deze kampioenschappen hebben hierbij zeker een grote invloed gehad op het stijgend gokgedrag in België. De enorme reclamebudgetten die worden uitgetrokken voor deze sportwedstrijden hebben bovendien gezorgd voor een nog grotere stijging van het aantal gokkers.14

In verband met het onderzoek naar weddenschappen op sportwedstrijden dient er eveneens gekeken te worden naar het gokgedrag van de (top)sporters zelf. Er is namelijk gebleken dat topsporters regelmatig overgaan tot gokken op eigen wedstrijden.15 Volgens de Kansspelwet is het

eenieder verboden om deel te nemen aan enig kansspel indien hij een rechtstreekse invloed kan hebben op het resultaat daarvan.16 Gokken op eigen wedstrijden betekent bijgevolg een inbreuk

tegen de Kansspelwet. In dit onderzoek zal er dan ook aandacht besteed worden aan de bescherming die (top)sporters op dit gebied nodig hebben. Het is immers aangewezen om de (top)sporter te beschermen tegen de verleiding tot het gokken op hun eigen wedstrijden.

In dit onderzoek gaat de aandacht uit naar de (sport)weddenschappen die zowel offline (in wedkantoren en krantenwinkels) als online afgesloten worden. Zoals blijkt uit de laatst gepubliceerde jaarverslagen van de Kansspelcommissie blijven de bruto-inkomsten van de on- en offline weddenschappen in stijgende lijn gaan. In 2017 noteerde men een totaalbedrag van €289.855.936,52 bruto-inkomsten ten opzichte van €247.497.065,48 in 2016.17 Hierbij valt het op

dat vooral de bruto-inkomsten van de online weddenschappen procentueel fors stijgen. Uit het jaarverslag 201718 blijkt namelijk dat die bruto-inkomsten in 2016 gestegen zijn met 33,65% ten

opzichte van 2015. Volgens het jaarverslag 201819 stegen die bruto-inkomsten in 2017 nogmaals

12 A. J. VAN ROOIJ, M. M. P., VANDEN ABEELE en J. VAN LOOY, “Gambling and Gaming in Belgium: Opportunities and Risks associated with Online Digital Gambling”, Ghent, Belgium: imec-mict-Ghent University, 2017, 8 (Highlights).

13 KANSSPELCOMMISSIE, “WK-rapport 2018”, www.gamingcommission.be, 2 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

14 N. TANGHE, “Gokken wordt (iets) moeilijker, maar de kritiek blijft”, De Standaard, www.standaard.be/cnt/dmf20190211_04169679, 12 februari 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); E. DE DONDER en E. COGHE, “Factsheet gokken”, VAD, www.vad.be, 2018, 6 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

15 JVH, “N-VA neemt gokkende topsporters én hun entourage in vizier”, Het Nieuwsblad, www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20190120_04116067, 20 januari 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); X, “3 profvoetballers veroordeeld voor gokken op eigen wedstrijden”, www.n-va.be/persbericht/3-profvoetballers-veroordeeld-voor-gokken-op-eigen-wedstrijden, 26 januari 2017 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

16 Art. 4, §3 Kansspelwet.

17 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 41 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

18 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2017”, www.gamingcommission.be, 36 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

19 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 41 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(9)

4 met 25,55% ten opzichte van 2016, ondanks het feit dat er in dat jaar geen groot sportevenement plaatsvond. Niettegenstaande dat de bruto-inkomsten van de online weddenschappen procentueel forser stijgen, blijven de bruto-inkomsten van de offline weddenschappen het grootste aandeel vertegenwoordigen van de totale inkomsten.20

De alsmaar stijgende interesse in en deelname aan weddenschappen brengt ons naadloos bij het eigenlijke onderwerp van dit onderzoek, namelijk de bescherming die men dient te voorzien voor elke (potentiële) gokker. Dergelijke bescherming is nodig om de spelers te beschermen tegen allerlei risico’s van het gokken. Er kunnen namelijk verschillende problemen ontstaan die een bescherming noodzakelijk maken.21

Na een korte toelichting van de relevantie van dit onderzoek, zal het huidig Belgisch vergunningsstelsel kort besproken worden. Dit is nodig om de weddenschappen te kunnen plaatsen in hun wettelijke context. Vervolgens zullen de belangrijkste actoren op het vlak van bescherming en preventie toegelicht worden, om nadien over te gaan naar de bespreking van de eigenlijke beschermingsmaatregelen. Hierbij zal de aandacht zowel uitgaan naar de beschermingsmaatregelen voorzien in de wet als deze voorzien in de relevante koninklijke besluiten. Bij de uiteenzetting van deze maatregelen zal er ook naar de toekomst gekeken worden aan de hand van nog hangende wetsvoorstellen, aangevuld met een persoonlijke kritische benadering. Nadien zal de controle en handhaving van de Kansspelwet en diens uitvoeringsbesluiten aan bod komen. Alvorens over te gaan tot de bespreking van een aantal nieuwe fenomenen, zullen er eerst nog een reeks aanbevelingen en adviezen vanuit het welzijns- en gezondheidsperspectief besproken worden. Tot slot zal er gekeken worden naar een aantal relevante aspecten betreffende de spelersbescherming in het buitenland.

20 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2017”, www.gamingcommission.be, 36 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 41 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

21 De mogelijke problemen met betrekking tot het gokken komen in het volgende hoofdstuk (Relevantie en probleemstelling) aan bod.

(10)

5

RELEVANTIE EN PROBLEEMSTELLING

De verleiding tot het gokken op sportwedstrijden wordt in de huidige maatschappij steeds meer en meer aangewakkerd. De gokindustrie vertoont zich namelijk vaker in het straatbeeld door zijn overvloedige reclame en sponsoring van sportploegen en sportevenementen. Als voorbeeld van deze alomtegenwoordigheid van de gokreclame en de sponsoring, kan het Belgisch voetbal worden aangehaald. Zo stelt men vast dat intussen reeds vijftien van de zestien eersteklasseclubs in het Belgische voetbal gesponsord worden door gokbedrijven. Daarnaast sponsoren zij ook nog de reguliere voetbalcompetitie zelf en de bekercompetitie.22 Bijgevolg wordt iedereen die nog maar

een interesse heeft in sport, keer op keer onvermijdelijk geconfronteerd en in contact gebracht met het gokken. Ook is de gokreclame nadrukkelijk aanwezig in de sportstadions en tijdens de (live-) sportuitzendingen. Bovendien zorgt de constante reclame er tevens voor dat vele gokverslaafden hervallen.23

Ook de minderjarigen komen op deze manier reeds op jonge leeftijd in aanraking met de gokwereld. Zo wordt het gokken aan de jeugd voorgesteld als een doodnormale activiteit zonder al te veel veel risico. Daarnaast heerst er een misvatting bij jongeren dat kennis van de sport hen zal helpen bij het voorspellen van de uitslag en bijgevolg zal bijdragen tot het winnen van echt geld via sportweddenschappen.24 De vrees bestaat dan ook dat ze de risico’s niet zullen inzien die

verbonden zijn aan het gokken.

Zonder het economisch belang van de goksector te willen negeren, mag er toch niet vergeten worden dat het hier over risicovolle bezigheden gaat. Zo vestigt de Kansspelcommissie de aandacht op financiële problemen of schulden die kunnen optreden bij excessief gokken. Daarnaast wijst zij ook op andere risico's die een sterke negatieve impact kunnen hebben op de speler en zijn omgeving: isolatie, lichtgeraaktheid, conflicten, echtscheiding, angst en zelfmoordgedachten zijn andere gevolgen van excessief gokken.25 Van haar kant waarschuwt de

Druglijn voor de gevaren van gokverslaving, sociale/familiale problemen, geldproblemen en problemen met werk of school als gevolg van overmatig gokken.26 Ook de Hoge Gezondheidsraad

en de Algemene Cel Drugsbeleid uiten hun sterke bezorgdheid over de toenemende gokverslaving

22 N. TANGHE, “Gokken wordt (iets) moeilijker, maar de kritiek blijft”, De Standaard, www.standaard.be/cnt/dmf20190211_04169679, 12 februari 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020). 23 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, Parl.St. Kamer 2018-19, nr. 54-3327/010, 11, verantwoording bij art. 18.

24 VAD (persbericht), “Wedden op het WK: Altijd prijs?!”, VAD, https://www.vad.be/assets/3581, 29 juni 2018 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); F. WIJGAERTS en J. MOERNAUT, “Wedden op het WK: altijd prijs?!”, VAD, https://www.vad.be/artikels/detail/wedden-op-het-wk-altijd-prijs, 29 juni 2018 (laatst

geconsulteerd op 20 mei 2020).

25 KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De bescherming van de speler” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

26 DRUGLIJN, “Risico’s van gokken”, www.druglijn.be/drugs-abc/gokken/risicos-van-gokken (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(11)

6 in België en willen door hun aanbevelingen de beleidsmakers wijzen op de noodzaak van een betere bescherming van de (potentiële) gokker.

Ingevolge de invloed van het internet en het bijhorende online gokken is de kansspelmarkt zeer sterk en snel geëvolueerd. Uit een onderzoeksrapport27 van de Universiteit Gent blijkt dat de

sportweddenschappen de leider zijn in de online kansspelen. De bevraagde spelers drukken vooral hun bezorgdheid uit over de laagdrempeligheid en de anonieme sfeer bij het online gokken. Bovendien wijzen zijzelf op het gebrek aan sociale controle en het verslavingsrisico. Daarenboven wordt online gokken gekenmerkt door het gemak, de beschikbaarheid en het comfort waarmee deze online kansspelen kunnen worden gespeeld.28 In tegenstelling tot bij de offline kansspelen, is

het immers mogelijk voor de speler van online kansspelen om van gelijk waar en op gelijk welk moment over te gaan tot gokken. De directe nabijheid van computers, tablets en smartphones maken het voor (potentiële) spelers extra gevaarlijk om zich te verliezen in (overmatig) gokken. Het online gokaanbod neemt alsmaar toe en er worden bovendien ook steeds meer risicovollere (sport)weddenschappen aangeboden op het internet. We verwijzen hierbij vooral naar de live weddenschappen waarbij de spelers kunnen wedden tijdens de wedstrijden zelf en waar de tijd tussen de inzet en het resultaat steeds maar korter wordt. Daarnaast dringen er ook steeds meer en meer gokelementen binnen in het gamen, dat vooral populair is bij de jongeren. De scheidingslijn tussen gamen en gokken wordt hierdoor bij momenten heel vaag. Dit kan men onder andere vaststellen in recente fenomenen, zoals de weddenschappen op ‘eSports’ en ‘Fantasy Sports’. Ook het fenomeen van de ‘loot boxes’ draagt bij tot een grotere verwevenheid van gamen en gokken.

Hieruit volgt dat dit onderzoek zijn relevantie vindt in het feit dat er nog steeds nood is aan een hogere mate van bescherming van de gokkers in het kader van (sport)weddenschappen. Tegelijkertijd dient men ook in te zetten op een grotere bewustmaking van de risico’s met betrekking tot gokken.

27 A. J. VAN ROOIJ, M. M. P., VANDEN ABEELE en J. VAN LOOY, “Gambling and Gaming in Belgium: Opportunities and Risks associated with Online Digital Gambling”, Ghent, Belgium: imec-mict-Ghent University, 2017.

28 F. WIJGAERTS, “Het woord aan de online gokker”, VAD, www.vad.be/artikels/detail/het-woord-aan-de-online-gokker, 29 januari 2018 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(12)

7

VERGUNNINGSSTELSEL VAN DE KANSSPELEN

Voor een goed begrip van dit onderzoek, is het nodig om eerst een kort overzicht te geven van de verschillende soorten vergunningen en kansspelinrichtingen in België. Op deze manier kan men zien waar de weddenschappen zich situeren ten opzichte van de andere kansspelen.

België beschikt over een gesloten vergunningsstelsel voor wat betreft de kansspelen en weddenschappen. Het aantal vergunningen (voor de meeste kansspelen) is dan ook wettelijk beperkt.29 De vergunningen worden verleend door de Kansspelcommissie.30

In België zijn er negen soorten vergunningen:

1. De vergunning klasse A voor kansspelinrichtingen klasse I (casino’s);

2. De vergunning klasse B voor kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen); 3. De vergunning klasse C voor kansspelinrichtingen klasse III (drankgelegenheden); 4. De vergunning klasse D voor het personeel dat in een casino, speelautomatenhal of

wedkantoor werkt;

5. De vergunning klasse E voor de verkoop, verhuur, leasing, levering,

terbeschikkingstelling, invoer, uitvoer, productie en diensten inzake onderhoud, herstellingen en uitrusting van kansspelen;

6. De vergunning klasse F1 voor de inrichters van weddenschappen; 7. De vergunning klasse F2 voor het aannemen van weddenschappen in

kansspelinrichtingen klasse IV (wedkantoren en bookmakers) of voor het aannemen van weddenschappen buiten kansspelinrichtingen klasse IV (dagbladhandel);

8. De vergunning klasse G1 voor televisiespelen (belspelen);

9. De vergunning klasse G2 voor kansspelen via andere media zoals radiospelen en spelen via de gedrukte pers.31

Naast deze negen soorten vergunningen bestaan er ook nog drie aanvullende vergunningen. Deze drie aanvullende vergunningen (A+, B+ en F1+) zijn in het leven geroepen om de vergunninghouders van klasse A, B en F1 toe te laten de reële kansspelen (offline) ook uit te baten via het internet (online). In 2019 werd de vergunning klasse F1P toegevoegd voor de inrichting van weddenschappen op paardenwedrennen.32

Zoals reeds eerder vermeld, beperkt dit onderzoek zich tot de weddenschappen. De offline weddenschappen worden enkel georganiseerd in kansspelinrichtingen klasse IV, zowel in de vaste

29 N. HOEKX, “Hoofdstuk 1 – Wettelijk kader in de onderzochte landen” in Kansspelen op het internet, Gent, Uitgeverij Larcier, 2011, 38, nr. 63.

30 Art. 4, §1 en art. 9 Kansspelwet; KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De commissie”, rubriek “Bevoegdheden” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

31 Art. 25, eerste lid Kansspelwet; I. MUYLDERMANS, J. MOERNAUT en F. WIJGAERTS, “Wat zegt de wet over gokken”, VAD, www.vad.be/assets/wetgeving_gokken, 2019, 3-6 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020). 32 I. MUYLDERMANS, J. MOERNAUT en F. WIJGAERTS, “Wat zegt de wet over gokken”, VAD, www.vad.be/assets/wetgeving_gokken, 2019, 3 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(13)

8 (=wedkantoren) als in de mobiele (=bookmakers).33 Een mobiele kansspelinrichting is een tijdelijke

inrichting die wordt uitgebaat ter gelegenheid, voor de duur en op de plaats van een evenement, een sportwedstrijd of een sportcompetitie. In deze kansspelinrichtingen mogen geen andere weddenschappen aangenomen worden dan deze die betrekking hebben op dat evenement, die wedstrijd of die competitie.34 Bijkomend worden er ook in de vaste wedkantoren maximaal twee

automatische kansspelen toegelaten waarbij er gegokt mag worden op virtuele (sport)evenementen.35 Bij uitzondering kunnen er echter wel nog sportweddenschappen, als

nevenactiviteit, aangenomen worden door dagbladhandelaars.36 Naast deze offline

weddenschappen bestaan er eveneens online weddenschappen. Voor het uitbaten van de online weddenschappen dient men te beschikken over een vergunning F1+.37 Al deze weddenschappen

zullen het voorwerp uitmaken van dit onderzoek in het kader van de bescherming van de speler.

33 Art. 43/4, §1 en 2 Kansspelwet.

34 Art. 43/4, §2, vijfde en zesde lid Kansspelwet. 35 Art. 43/4, §2, derde lid, derde streepje Kansspelwet. 36 Art. 43/4, §5, 1° Kansspelwet.

(14)

9

BELANGRIJKSTE ACTOREN

Vooraleer over te gaan tot een bespreking van de effectieve beschermingsmaatregelen, dient eerst een korte voorstelling gegeven te worden van een aantal belangrijke actoren op het vlak van de bescherming van de (potentiële) gokkers in de Belgische gokwereld. Hierbij springen vooral de Kansspelcommissie en het Vlaams Expertisecentrum voor alcohol, drugs, psychoactieve medicatie, gokken en gamen (hierna “VAD” genoemd) in het oog.

A. KANSSPELCOMMISSIE

De Kansspelcommissie maakt deel uit van de Federale Overheidsdienst Justitie met aan het hoofd de Minister van Justitie. De Kansspelcommissie zelf wordt geleid door een magistraat die optreedt als voorzitter. De huidige voorzitter is mevrouw Magali Clavie. Deze commissie komt in principe elke maand samen, met uitzondering van de zomervakantie.38

De bevoegdheden van de Kansspelcommissie zijn drieledig.39 Zo verstrekt zij adviezen aan de

regering en het parlement. Dit kan gaan van ondersteuning bij ontwerpen van koninklijke besluiten, over advies bij wetswijzigingen tot antwoorden op aan kansspelen gerelateerde vragen.40

Daarnaast beslist zij over het toekennen van de verschillende types vergunningen die in de Kansspelwet voorzien zijn.41 Tenslotte treedt ze ook nog op als controleorgaan en kunnen

vastgestelde inbreuken leiden tot eventuele strafrechtelijke of administratieve sancties.42 Bij het

uitoefenen van haar bevoegdheden beschouwt de Kansspelcommissie de bescherming van de speler als één van haar voornaamste taken.43

Op haar website44 vestigt de Kansspelcommissie de aandacht op de volgende

beschermingsmaatregelen: het toegangsverbod voor minderjarigen en uitgesloten spelers bij weddenschappen, een opgave van adressen per provincie waar men terecht kan voor hulp bij gokproblemen, het ter beschikking stellen van een gokfolder voor probleemspelers, het aanbieden van een gratis telefoonlijn: SOS SPELEN: 0800 / 35.777, de organisatie van een preventiecampagne voor jongeren van 14-18 jaar door het aanbieden van een film (“BLUF!”), een pedagogisch dossier en een educatief gezelschapsspel. Verder verwijst de Kansspelcommissie

38 KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De commissie” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

39 Zie art. 9 Kansspelwet: “”kansspelcommissie” … een advies-, beslissings- en controleorgaan inzake kansspelen”; KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De commissie”, rubriek “Bevoegdheden” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

40 Art. 20 Kansspelwet; KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De commissie”, rubriek “Bevoegdheden”, subrubriek “Advies” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

41 Art. 21 Kansspelwet;

42 Art. 15/1, 15/2 en 15/3 Kansspelwet; KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De commissie”, rubriek “Bevoegdheden” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

43 KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De bescherming van de speler” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(15)

10 ook nog naar haar Facebookpagina waarop de spelers geïnformeerd worden over Belgische acties en initiatieven in verband met de bescherming van de spelers. Tot slot wordt de speler doorverwezen naar de website www.gokhulp.be die speciaal ontwikkeld werd door de Kansspelcommissie, in samenwerking met CAD-Limburg en Le Pélican. Deze tweetalige website bevat een informatiegedeelte met drie korte zelftests en daarnaast twee kosteloze en anonieme hulpprogramma’s (een online zelfhulpprogramma en een online begeleidingsprogramma).

B. VAD

Het VAD staat voor het Vlaams expertisecentrum voor alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie, gokken en gamen. Zij is de officiële partnerorganisatie van de Vlaamse overheid in het kader van het preventiebeleid van alcohol- en andere drugproblemen. Het VAD is in feite een vereniging zonder winstoogmerk die verschillende Vlaamse organisaties overkoepelt die zich allemaal specialiseren in preventie, vroeginterventie, harm reduction, hulpverlening en onderzoek. De werking van het VAD bestaat voornamelijk uit het verzamelen en verwerken van informatie, het ontwikkelen van preventiemethodieken en het organiseren van vorming.45 Vertrekkend vanuit het

welzijns- en gezondheidsperspectief kan het VAD dan ook gezien worden als het aanspreekpunt voor alles wat te maken heeft met deze thematiek.46 Zo speelt het VAD dus een belangrijke rol in

het kader van het onderzoek naar en de preventie tegen risicovol gokken. Daarnaast vertegenwoordigt het VAD ook een belangrijke rol in het debat over een betere bescherming van de (potentiële) gokker.

Voor de beantwoording van allerlei vragen over drank, drugs, pillen, gokken en gamen kan men terecht bij de publiekservice van het VAD, de DrugLijn. Iedereen kan een beroep doen op dit informatie- en communicatiekanaal. Naast het beantwoorden van dergelijke vragen via telefoon, mail, Skype of chat kan men op haar website (www.druglijn.be) ook terecht voor online vroeginterventie met tests en online zelfhulp. Daarnaast stelt de DrugLijn heel wat informatie- en sensibiliseringsmateriaal (zoals brochures, affiches en postkaartjes) ter beschikking aan het grote publiek.47

De DrugLijn blijkt ook meer en meer een belangrijkere rol in te nemen. De voorbije jaren kon men namelijk een duidelijke piek vaststellen in het aantal contacten. Ook het aantal vragen over gokken nam in 2018 opnieuw toe.48

45 VAD,www.vad.be, onder hoofdrubriek “Over VAD” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

46 VAD, “VAD-jaarverslag 2018”, VAD, www.vad.be/artikels/detail/vad-jaarverslag-2018, 20 juni 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

47 DRUGLIJN, www.druglijn.be, onder hoofdrubriek “Over ons”, rubriek “Onze werking” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); VAD,www.vad.be, onder hoofdrubriek “Over VAD” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020). 48 T. EVENEPOEL, “Jaarcijfers 2018: aantal vragen aan De DrugLijn blijft pieken”, VAD, www.vad.be/artikels/detail/jaarcijfers-2018-aantal-vragen-aan-de-druglijn-blijft-pieken, 27 mei 2018 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(16)

11

BESCHERMINGSMAATREGELEN

In dit hoofdstuk zal er eerst een overzicht gegeven worden van de belangrijkste beschermingsmaatregelen die opgenomen zijn in de Kansspelwet. Daarna zullen de meest relevante koninklijk besluiten in het kader van de bescherming van de (potentiële) gokker besproken worden. Deze beschermingsmaatregelen zullen steeds voorzien zijn van de nodige kritische commentaar waarbij de aandacht vooral zal uitgaan naar eventuele toekomstige beschermingsmaatregelen.

A. WETTELIJKE BESCHERMINGSMAATREGELEN

De Belgische Kansspelwet voorziet een apart hoofdstuk dat volledig gewijd is aan de bescherming van de spelers.49 De hierna volgende bespreking zal zich dan ook in hoofdzaak baseren op de

artikelen die voorzien zijn in dat hoofdstuk. Daarnaast zullen er ook nog een aantal andere beschermingsmaatregelen aan bod komen die eerder onrechtstreeks zorgen voor een betere bescherming van de (potentiële) gokkers.

1. Verbod tot toegang en deelneming op basis van de leeftijd (leeftijdsgrens)

1.1. Huidige regelgeving

De kansspelwet voorziet als een eerste belangrijke beschermingsmaatregel in een aantal leeftijdsgrenzen met betrekking tot de weddenschappen. Leeftijd is immers één van de meest effectieve maatregelen om risico- of probleemgokken tegen te gaan50.

Vooreerst geldt er zowel een verbod tot toegang als een verbod tot deelneming aan weddenschappen voor minderjarigen in kansspelinrichtingen klasse IV (vaste en mobiele wedkantoren).51 Verder bestaat er een verbod tot deelneming aan weddenschappen voor

minderjarigen buiten kansspelinrichtingen klasse IV (de zogenaamde dagbladhandelaars).52

Daarnaast is er ook een verbod tot deelneming aan online weddenschappen voor minderjarigen.53

Ten slotte voorziet de wetgever in een verbod tot deelneming aan automatische kansspelen in vaste kansspelinrichtingen klasse IV voor personen jonger dan 21 jaar.54 Het gaat hier over de

49 Hoofdstuk VI: Maatregelen ter bescherming van spelers en gokkers (art. 54-62 Kansspelwet).

50 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers en tot wijziging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, Parl.St. Kamer BZ 2019, nr. 55-0384/001, (hierna: wetsvoorstel algemene bescherming gokker nr. 55-0384/001), 19.

51 Art. 54, §1, eerste en tweede lid Kansspelwet. 52 Art. 54, §1, derde lid Kansspelwet.

53 Art. 54, §1, vierde lid Kansspelwet. 54 Art. 54, §1, vijfde lid Kansspelwet.

(17)

12 twee automatische kansspelen op virtuele (sport)evenementen die voorzien zijn in art. 43/4, §2, derde lid, laatste streepje Kansspelwet.55

1.2. Toekomstige regelgeving?

Terwijl de leeftijdsgrens voor de weddenschappen bij vaste of mobiele wedkantoren, bij dagbladhandelaars of op online websites op 18 jaar bepaald is, heeft men de leeftijdsgrens voor casinospelen en speelautomaten daarentegen op 21 jaar vastgelegd.56 De wetgever ging er

namelijk van uit dat deze weddenschappen minder verslavend zouden zijn dan de andere kansspelen. Men verwees hiervoor naar de “short-odd” en “long-odd” theorie: waar bij casinospelen en speelautomaten de speler onmiddellijk zijn resultaat kent, moet er bij de weddenschappen toch nog steeds worden gewacht op het resultaat van het spel waarop wordt gewed (zoals de einduitslag van een sportmatch).57

Er gaan echter steeds meer stemmen op om deze leeftijdsgrens van 18 jaar op te trekken naar 21 jaar, vooral ingevolge de populaire sportweddenschappen en de gemakkelijke bereikbaarheid van online weddenschappen.58 In de nog hangende wetsvoorstellen59 wordt er dan ook voorgesteld om

voor alle kansspelen en weddenschappen de leeftijdsgrens gelijk te stellen op 21 jaar. Voor deze gelijkschakeling van de leeftijdsgrens kunnen een aantal bedenkingen aangehaald worden. Ten eerste neemt men een verhoogde activiteit van (problematisch) gokgedrag waar. Het volstaat hierbij te verwijzen naar de steeds stijgende omzet van weddenschappen en kansspelen60 alsook

de toename die jaar na jaar wordt vastgesteld van het aantal uitsluitingen61 geregistreerd via het

EPIS-systeem.62

55 Wedden op virtuele evenementen werd algemeen geregeld bij het Koninklijk Besluit van 22 december 2010 tot vaststelling van de lijst van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse IV, BS 29 december 2010; Wedden op virtuele sportevenementen werd geregeld bij het Koninklijk Besluit van 4 mei 2018 betreffende kansspelen over virtuele sportevenementen in de vaste kansspelinrichtingen klasse IV, BS 9 mei 2018.

56 Art. 54, §1, eerste en vierde lid Kansspelwet.

57 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, van de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten, van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, Parl.St. Kamer 2008-09, nr. 52-1992/001, (hierna: wetsontwerp nr. 52-1992/001), 44, bespreking art. 52.

58 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wat de leeftijdsgrens betreft, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 55-0701/001, (hierna: wetsvoorstel nr. 55-0701/001), 6.

59 Ibid., 6-8; Wetsvoorstel algemene bescherming gokker nr. 55-0384/001, 19-20 (supra vn.49).

60 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 41 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020): hieruit blijkt namelijk dat de omzet van de online weddenschappen in 2017 met 25,55% gestegen is en bij de offline weddenschappen met 6,51%, dit ten opzichte van 2016.

61 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 17 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(18)

13 Ten tweede kan de vraag gesteld worden of men met betrekking tot de huidige sportweddenschappen nog een onderscheid dient te maken tussen voornoemde ‘long-odds’ en ‘short-odds’. Vandaag kan er immers tijdens sportwedstrijden op zo’n divers aantal zaken gegokt worden, zoals op de ploeg die de eerste gele kaart krijgt in een voetbalwedstrijd, wie de eerste goal maakt, enz. Dit fenomeen noemt men ‘in-game betting’63. Bij dit soort weddenschappen kan men

dus gokken op een gebeurtenis die nog steeds aan de gang is. Bij ‘in-game betting’ kunnen gokkers zelfs tijdens de match hun weddenschappen nog aanpassen afhankelijk van het verloop van de match. Aldus veranderde de risicograad van dit soort weddenschappen van ‘weinig verslavend’ naar een ‘hoog risicovol spel’ voor problematische gokkers.64

Ten derde heeft het VAD in 2015 reeds haar bezorgdheid geuit wat betreft de winnende populariteit van sportweddenschappen bij jongeren. Zo stelde het VAD vast dat 18,9% van de bevraagde 17-18-jarige jongens en 1,6% van de bevraagde 17-17-18-jarige meisjes het laatste jaar (schooljaar 2013-14) deelnam aan sportweddenschappen. Het feit dat een vrij grote groep van jongeren deelneemt aan sportweddenschappen vond het VAD een recent fenomeen dat nauwlettend in de gaten moest gehouden worden.65 Volgens recentere cijfers van het VAD66 (over het schooljaar 2017-18) is er

een lichte daling vast te stellen van het aantal 17-18-jarige jongens en meisjes die het laatste jaar deelnamen aan sportweddenschappen. Uit deze leerlingenbevraging bleek namelijk dat 11,7% van de jongens het laatste jaar (schooljaar 2017-18) deelnam aan sportweddenschappen tegenover 1,1% van de meisjes. Ondanks deze daling, gaat het hier wel nog steeds om een aanzienlijke groep van jongeren die deelnemen aan sportweddenschappen. Dit fenomeen verdient dus mijns inziens nog steeds de nodige aandacht van de wetgever.

Ten slotte kan er verwezen worden naar het feit dat alle verslavingen te maken hebben met het functioneren van de hersenen. Om het verslavingsrisico terug te dringen zou er een hogere wettelijke toegelaten beginleeftijd moeten worden ingesteld voor weddenschappen. Aangezien de hersenen pas volgroeid zijn op een leeftijd van 24 jaar, zijn mensen extra kwetsbaar voor het ontwikkelen van verslavingen (zoals gokken) voor deze leeftijd wordt bereikt.67

Uit deze hangende wetsvoorstellen blijkt dus duidelijk dat er moet gezorgd worden voor een betere bescherming van de jonge gokker door een gelijkschakeling van de leeftijdsgrens voor deelname aan alle weddenschappen en kansspelen. Een veralgemeende leeftijdsgrens van 21 jaar zou bovendien voor meer eenduidigheid zorgen.68

63 “In-game betting” vindt men soms ook terug onder de benaming “live betting” of ”in-play betting”.

64 Wetsvoorstel nr. 55-0701/001, 7 (supra vn. 57); M. DE BOCK, T. DEFILLET, S. MELIS en F. WIJGAERTS, “Dossier Gokken”, VAD, www.vad.be, 2016, 28 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

65 Wetsvoorstel nr. 55-0701/001, 7 (supra vn. 57) waarin onder meer verwezen wordt naar het persbericht van VAD, “VAD-Leerlingenbevraging peilt naar middelengebruik bij jongeren” van 17 juni 2015.

66 J. ROSIERS, “VAD-leerlingenbevraging in het kader van een drugbeleid op school. Syntheserapport schooljaar 2017-2018”, VAD, www.vad.be/assets/syntheserapport_2017-2018, 2019, 57 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

67 Wetsvoorstel nr. 55-0701/001, 8 (supra vn. 57).

(19)

14 Naast de bedenkingen in de hangende wetsvoorstellen, wordt het optrekken van de leeftijdsgrens voor alle kansspelen en weddenschappen tot 21 jaar ook nog door een aantal hulp- en welzijnsorganisaties als één van de belangrijkste maatregelen tegen gokverslaving gezien. Zo verwijst het VAD naar het feit dat problematisch gokgedrag vaak ontstaat in de (vroege) adolescentie. Verschillende risicofactoren zoals impulsiviteit en gedragsproblemen vinden juist hun oorsprong in deze adolescentie door de ongelijke rijping van de hersenstructuren. Dit maakt adolescenten kwetsbaar voor impulsief gedrag.69 Daarnaast benadrukken zowel het VAD als de

Algemene Cel Drugsbeleid dat de leeftijdsgroep 16-24 jaar een belangrijke risicogroep uitmaakt met betrekking tot gokverslavingen en -stoornissen.70 Verder werd er een gezamenlijk

memorandum uitgegeven door het VAD, de Gezinsbond en CAD Limburg waarin expliciet gevraagd wordt om “de minimumleeftijd voor alle kansspelen op te trekken tot 21 jaar, gezien de

kwetsbaarheid van jonge mensen en hun vaak beperkte financiële draagkracht”.71 Ook de Hoge

Gezondheidsraad (dat optreedt als wetenschappelijk adviesorgaan van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu) formuleert als algemene aanbeveling om de beschikbaarheid van het spelaanbod te beperken en de toegang te verbieden voor jongeren onder de 21 jaar.72 Het CAD Limburg gaat zelfs een stap verder en zou in het ideale geval opteren voor

een leeftijdsgrens van 25 jaar.73

Uit de redenen hiervoor uiteengezet blijkt dus dat de leeftijdsgrens ook voor weddenschappen beter op 21 jaar zou gebracht worden. Voor een afdoende bescherming van de spelers is het namelijk belangrijk dat men wie kwetsbaar is zo veel mogelijk afschermt van de mogelijkheid tot kansspelen. Jonge spelers moeten immers zo goed mogelijk beschermd worden tegen de mogelijke nefaste effecten van een vroege blootstelling aan kansspelen en weddenschappen.74

69 M. DE BOCK, T. DEFILLET, S. MELIS en F. WIJGAERTS, “Dossier Gokken”, VAD, www.vad.be, 2016, 38 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); C. BREZING, J. L. DEREVENSKY en M. N. POTENZA, “Non-substance-addictive behaviors in youth: Pathological gambling and problematic internet use”, Child and adolescent psychiatric clinics of North America, 2010, 19(3), 625-641; N. W. SHEAD, J. L. DEREVENSKY en R. GUPTA, “Risk and protective factors associated with youth problem gambling”, International journal of adolescent medicine and health, 2010, 22(1), 39-58.

70 M. DE BOCK, T. DEFILLET, S. MELIS en F. WIJGAERTS, “Dossier Gokken”, VAD www.vad.be, 2016, 31 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); ALGEMENE CEL DRUGSBELEID, “Gokken - Synthesenota”, www.drugbeleid.be, oktober 2016, 10 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

71 GEZINSBOND, CAD LIMBURG en VAD, “Memorandum Gokken”,

www.gezinsbond.be/Gezinspolitiek/standpunten/Documents/Memorandum%20gokken.pdf, februari 2019, 3 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); Ook in een persoonlijk gesprek op 24 februari 2020 benadrukte Jolien Moernaut (medewerker van het VAD) dat het VAD nog steeds voorstander is om de leeftijdsgrens voor alle kansspelen naar 21 jaar te brengen.

72 HOGE GEZONDHEIDSRAAD, “Gokstoornis, Advies nr. 9396”, www.hgr-css.be, Brussel: HGR; november 2017, 28 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

73 Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 2, 3, 3bis, 10, 11, 15 tot en met 15/4, 39, 43/4, 43/5, 43/8, 54, 58, 61 en 62 van, en tot invoeging van artikel 3ter in de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de

weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij,

Parl.St. Kamer 2018-19, nr. 54-3327/010, 9.

(20)

15

2. Uitsluitingen en preventieve ontzeggingen

Naast het invoeren van een leeftijdsgrens heeft de Kansspelwet ook de hierna genoemde kwetsbare bevolkingsgroepen willen beschermen. Zo werd er een toegangsverbod voorzien bij (mogelijk) problematisch gokken door middel van zelfuitsluiting of uitsluiting op verzoek van een belanghebbende derde. Daarnaast heeft de wetgever ook een toegangsverbod ingevoerd voor een aantal specifieke doelgroepen. Hier gaat het vooral om personen die worden uitgesloten omwille van een gerechtelijke beslissing (zoals onbekwaamverklaarden en personen toegelaten onder collectieve schuldenregeling).

Al deze uitgesloten spelers worden opgenomen in een speciaal daarvoor opgericht informaticasysteem, het EPIS-systeem genoemd. België beschikt sedert 2004 over dit Excluded Persons Information System. Deze elektronische databank dient steeds vooraf te worden gecontroleerd om na te gaan of de toegang voor de speler niet verboden is of ontzegd.75

Ten slotte is het ook voor iedereen verboden om deel te nemen aan een kansspel waarbij de betrokkene een rechtstreekse invloed kan hebben op het resultaat ervan (het algemene verbod voorzien bij art. 4, §3 Kansspelwet).

2.1 Toegangsverbod bij (mogelijk) problematisch gokken

De personen die problemen ervaren met gokken kunnen zich via de Kansspelcommissie laten registreren voor een toegangsverbod tot kansspelen. Het betreft hier de vrijwillige uitsluitingen die worden aangevraagd door de (probleem)spelers zelf.76 Hierbij heeft men dan de keuze om zich

voor de reële kansspelinrichtingen of voor de online kansspelen uit te sluiten ofwel voor beiden. De Kansspelcommissie stelt op haar website77 aanvraagformulieren voor zelfuitsluiting ter

beschikking van de (probleem)gokkers. In 2018 gingen er 32.468 personen over tot dergelijke zelfuitsluiting.78 De Kansspelcommissie voorziet evenwel de mogelijkheid om deze zelfuitsluiting

ongedaan te maken. De speler kan namelijk zelf de opheffing van het toegangsverbod via een aangetekend schrijven gericht aan de Kansspelcommissie verzoeken.79

Daarnaast beschikt ook elke belanghebbende derde (bijvoorbeeld de partner of naaste familie) over de mogelijkheid om een dergelijk verzoek tot uitsluiting in te dienen bij de

75 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 17 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

76 Art. 54, §3, 1 Kansspelwet;

77 Volgende link verwijst naar het aanvraagformulier voor zelfuitsluiting:

https://www.gamingcommission.be/opencms/opencms/jhksweb_nl/protection/forbid/free/.

78 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 17 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

79 Vanaf de dag dat de Kansspelcommissie de aanvraag tot opheffing van het toegangsverbod ontvangen heeft, zullen de spelers wel nog drie maanden moeten wachten vooraleer men weer toegang krijgt tot de casino’s (reëel en online), de speelautomatenhallen (reëel en online) en de online wedkantoren;

KANSSPELCOMMISSIE, www.gamingcommission.be, onder hoofdrubriek “De bescherming van de speler”, rubriek “Toegangsverbod”, subrubriek “Vrijwillige aanvraag” (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(21)

16 Kansspelcommissie.80 De term “belanghebbende” is echter niet gedefinieerd in de wet. De

aanvrager zal dus moeten aantonen dat hijzelf een persoonlijk belang heeft om dit toegangsverbod aan te vragen.81 De Kansspelcommissie heeft voor deze soort uitsluitingen in een aangepast

aanvraagformulier voorzien82, waarin onder meer de motieven voor een verzoek tot uitsluiting

dienen uiteengezet te worden. In 2018 zouden er 511 uitsluitingen doorgevoerd zijn op vraag van een belanghebbende derde.83 Ook bij deze uitsluitingen beschikken de spelers over de

mogelijkheid om hun toegangsverbod op te heffen.84

Er dient echter wel opgemerkt te worden dat deze aanvraagformulieren voorlopig enkel voorzien in een toegangsverbod tot casino’s en speelautomatenhallen (online en offline) en tot weddenschappen (online). De vrijwillige uitsluiting is dus tot op heden nog niet mogelijk voor weddenschappen aangegaan in vaste en mobiele wedkantoren, alsook niet bij dagbladhandelaars. Door de opname van de “vaste kansspelinrichtingen klasse IV” in artikel 62 Kansspelwet85 (samen

te lezen met artikel 54 Kansspelwet) wordt de mogelijkheid gecreëerd om ook voor hen de EPIS-controle verplicht te maken. Voorlopig is het echter wachten op een koninklijk besluit dat deze EPIS-controle daadwerkelijk mogelijk maakt voor de vaste wedkantoren.86 Van zodra deze

wedkantoren toegang krijgen tot het EPIS-systeem, zou men het mijns inziens mogelijk moeten maken om zich ook voor deze kansspelinrichtingen vrijwillig of via een belanghebbende derde te laten uitsluiten. Het zou namelijk nogal eigenaardig zijn dat een (probleem)gokker zich kan laten uitsluiten voor online weddenschappen, maar niet voor offline weddenschappen (terwijl het systeem daarvoor wel voor handen is). Om een optimale bescherming van de speler te bekomen, zou men immers beter de mogelijkheid voorzien om zich voor alle weddenschappen te laten uitsluiten (ongeacht of deze online of offline worden aangegaan).

2.2 Toegangsverbod voor specifieke doelgroepen

De belangrijkste specifieke doelgroep waarvoor een gokverbod geldt, zijn personen die omwille van een gerechtelijke beslissing worden uitgesloten. Het gaat hier met name enerzijds om de

80 Art. 54, §3, 4 Kansspelwet.

81 N. HOEKX, “De wet op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de speler”, RW 2009-10, (1330) 1340; I. MUYLDERMANS, J. MOERNAUT en F. WIJGAERTS, “Wat zegt de wet over gokken”, VAD, www.vad.be/assets/wetgeving_gokken, 2019, 8 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

82 Volgende link verwijst naar het aanvraagformulier voor uitsluiting door een belanghebbende derde: https://www.gamingcommission.be/opencms/export/sites/default/jhksweb_nl/documents/Uitsluitingsformulie r-derden-2017-2.pdf.

83 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 17 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

84 Art. 3/1, §4 KB 15 december 2004 betreffende de wijze waarop de toegang tot de kansspelinrichtingen klasse I en II wordt verboden of ontzegd, BS 10 januari 2005 (zie ook aanvraagformulier voor uitsluiting door een belanghebbende derde, p. 2): deze opheffing kan wel slechts na verloop van een jaar door middel van een aangetekende zending aan de Kansspelcommissie verzocht worden.

85 Art. 31 wet 7 mei 2019 tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, BS 15 mei 2019. 86 Zie eerder bij werking van het EPIS-systeem.

(22)

17 onbekwaamverklaarden (zoals de verlengde minderjarigen) op verzoek van hun bewindvoerder87

en anderzijds om de strafrechtelijke veroordeelden krachtens het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934.88 Volgens de door de Kansspelcommissie gepubliceerde cijfers werden er in 2018

160.037 personen uitgesloten omwille van deze gerechtelijke beslissingen. In deze cijfers zitten ook de personen waarvoor er hetzij een verzoekschrift van gerechtelijk bescherming werd ingediend89, hetzij een verzoekschrift ter bescherming van de geesteszieke90. Aan deze laatste

twee categorieën wordt de toegang ontzegd als preventieve maatregel. Al deze gerechtelijke uitsluitingen worden eveneens opgenomen in het EPIS-systeem. 91

Een aparte specifieke doelgroep wiens toegang tot kansspelen wordt geweigerd, zijn de personen voor wie de aanvraag tot collectieve schuldenregeling toelaatbaar werd verklaard.92 In 2018 ging

het volgens de Kansspelcommissie om 109.023 uitsluitingen. Dergelijke personen lopen immers het gevaar dat ze, via het gokken, hopen hun schulden sneller te kunnen aflossen. Zij zullen dan ook als voorzorgsmaatregel geïntegreerd worden in het EPIS-systeem.93

Naast deze twee voornoemde specifieke doelgroepen, is het bovendien voor iedereen verboden om deel te nemen aan een kansspel of weddenschap waarbij de betrokkene een rechtstreekse invloed kan hebben op het resultaat ervan. Dit algemeen verbod ligt vervat in artikel 4, §3 Kansspelwet. Zo mogen bijvoorbeeld sporters niet wedden op wedstrijden waaraan zij zelf deelnemen. Indien zij toch zouden overgaan tot het wedden op eigen wedstrijden, kan het parket beslissen ofwel de speler te vervolgen ofwel om de zaak te seponeren en over te maken aan de Kansspelcommissie met het oog op een administratieve geldboete.94

Uit een onderzoek95 van Andres Vandewalle en prof. Wim Hardyns is echter gebleken dat het

illegaal gokken op eigen matchen nog niet is verdwenen uit het Belgisch profvoetbal, dit ondanks de veroordeling van de bekende beroepsvoetballer Olivier Deschacht door de Kansspelcommissie op 28 juni 2017.96 Naast het algemeen verbod van artikel 4, §3 Kansspelwet bepaalt artikel B1404,

87 Art. 54, §3, 2 Kansspelwet.

88 Art. 54, §3, 3 Kansspelwet; Voor een opsomming van de strafrechtelijke veroordeelden die in

aanmerking komen voor een gokverbod, zie art. 1 KB 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, BS 27 oktober 1934.

89 Art. 54, §4, eerste lid, 1 Kansspelwet. 90 Art. 54, §4, eerste lid, 2 Kansspelwet.

91 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 17 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

92 Art. 54, §3, 6 Kansspelwet.

93 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 17 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

94 KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2016”, www.gamingcommission.be, 16 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

95 A. VANDEWALLE, GEGOKT EN VERLOREN? Een empirisch onderzoek naar gokgedrag van

profvoetballers in België, masterproef Criminologische Wetenschappen UGent, 2018-19,

https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/782/501/RUG01-002782501_2019_0001_AC.pdf.

96 X, “Olivier Deschacht moet 24.000 euro betalen nadat beroep in gokdossier werd afgewezen”, Het

Laatste Nieuws, www.hln.be/sport/voetbal/belgisch-voetbal/olivier-deschacht-moet-24-000-euro-betalen-nadat-beroep-in-gokdossier-werd-afgewezen~aaea595b/, 14 februari 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei

(23)

18 eerste lid van het Bondsreglement van de KBVB97 bovendien dat het voor een voetballer in België

verboden is te wedden “op de wedstrijden van de clubs van hun afdeling of andere wedstrijden waarbij hun club belang heeft”. Hieruit leidt men af dat een profvoetballer die in België speelt niet mag gokken op zijn eigen matchen, op matchen uit dezelfde afdeling of op matchen waarbij de eigen club betrokken is.98 Dit verbod geldt niet alleen voor de voetballers, maar ook voor de trainers

en clubbestuurders.99 Daarnaast is het voor scheidsrechters eveneens verboden om te wedden op

de wedstrijden waarvoor zij kunnen worden aangeduid.100

Naar aanleiding van de problematiek inzake het gokgedrag in de voetbalwereld hebben de Pro League101 en de Kansspelcommissie met ondersteuning van de huidige minister van Justitie Koen

Geens een engagementsverklaring102 ondertekend op 17 mei 2019. In dit protocol gaan de Pro

League en de clubs duidelijke engagementen aan om het verbod inzake deelname aan weddenschappen op wedstrijden van hun clubs en de competities waarin deze clubs aantreden te doen naleven. Verder zal er een gegevensuitwisseling opgezet worden tussen de Pro League en de Kansspelcommissie om te garanderen dat er dergelijke weddenschappen niet meer mogelijk zijn voor personen die betrokken zijn bij de profclubs (bestuurslui, sportieve staf, profvoetballers, scheidsrechters). Naast de preventie rond matchfixing zal er ook aandacht gaan naar de mogelijke risico’s van deelname aan kansspelen, de spelersbescherming en het verantwoord spelen. Verder zullen er eveneens geen weddenschappen worden aangeboden op acties die plaatsvinden tijdens of in het kader van competities waar enkel minderjarige spelers aan deelnemen. Dit laatste ligt in de lijn met het verbod dat voorzien is in artikel 43/1, eerste lid Kansspelwet. Dit artikel voorziet namelijk in een verbod op weddenschappen waarbij de meerderheid van de deelnemers minderjarig zijn. Dit verbod is er gekomen doordat er meermaals aan het licht kwam dat profvoetballers bij verschillende clubs gokten op wedstrijden van hun eigen jeugdploegen.103

2020); X, “Beroep van Deschacht is afgewezen in gokdossier: hij moet 24.000 euro boete betalen”, Sporza, https://sporza.be/nl/2019/02/14/beroep-van-deschacht-is-afgewezen-in-gokdossier-hij-moet-24000-euro-boete-betalen~1550157152452/, 14 februari 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020): Het beroep tegen deze veroordeling werd bovendien door de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen verworpen. 97 Bondsreglement Voetbal 2019-2020, Boek B: De koepelorganisatie KBVB en haar deelorganisaties – Basisreglement (hierna: Bondsreglement).

98 VAD, “Gokgedrag profvoetballers België”, VAD, www.vad.be/onderzoek/detail/gokgedrag-profvoetballers-belgie (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020); A. VANDEWALLE, GEGOKT EN

VERLOREN? Een empirisch onderzoek naar gokgedrag van profvoetballers in België, masterproef

Criminologische Wetenschappen UGent, 2018-19, https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/782/501/RUG01-002782501_2019_0001_AC.pdf, 40-41.

99 Art. B1404, eerste lid Bondsreglement. 100 Art. B1404, tweede lid Bondsreglement.

101 De Pro League groepeert de 24 professionele voetbalclubs in België en beheert de kampioenschappen in 1A (Jupiler Pro League) en 1B (Proximus League) van het Belgisch voetbal (zie website Pro League: www.proleague.be/nl/info/).

102 PRO LEAGUE en KANSSPELCOMMISSIE (persbericht), “Pro League en Kansspelcommissie ondertekenen Engagementsverklaring inzake sportweddenschappen”,

www.proleague.be/nl/persberichten/ProPers217_NL.pdf, 17 mei 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

103 Amendement nr. 1 (E. VAN HOOF c.s.) op het wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 2, 3, 3bis, 10, 11, 15 tot en met 15/4, 39, 43/4, 43/5, 43/8, 54, 58, 61 en 62 van, en tot invoeging van artikel 3ter in de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van

(24)

19 Daarnaast engageert de Pro League zich in dit protocol om “integrity sessions” te organiseren voor zowel de jeugdteams als voor de A-kernspelers. Op vraag van de Kansspelcommissie zal in deze sessie in het bijzonder de problematiek van de gokverslaving worden toegelicht door ervaringsdeskundigen. Zo werden er reeds sessies georganiseerd via onder meer de getuigenis van Scott Davies, ex-profvoetballer en voormalig gokverslaafde, om de voetbalspelers te wijzen op de gevaren van ongecontroleerd gokken en matchfixing.104 Ten slotte verklaren de Pro League en

de clubs dat ze zich zullen inzetten voor preventie- en sensibiliseringscampagnes voor het brede publiek.105

Gezien de gokproblematiek in de voetbalwereld is deze engagementsverklaring mijns inziens zeker en vast een stap in de goede richting. Een bewustmaking van het verbod tot wedden op wedstrijden waarop de spelers een rechtstreekse invloed kunnen uitoefenen draagt namelijk zowel bij tot een eerlijker verloop van de sport als een betere bescherming van de potentiële gokker. Ook toenmalig directeur bij de Kansspelcommissie, Peter Naessens, uitte zijn tevredenheid over deze engagementen in het protocol. Daarbij vermeldde hij onder meer dat het een stap vooruit is dat de voetbalwereld zich bewust lijkt te worden van de voorbeeldfunctie die voetballers hebben.106

Huidig minister van Justitie Koen Geens heeft zelfs al laten weten dat hij het protocol met de Pro League wil gebruiken als een blauwdruk voor andere sporten. Voetbal blijft nog steeds de belangrijkste sporttak waarop weddenschappen worden aangegaan, maar een gelijkaardig protocol met andere sportbonden lijkt meer dan wenselijk. Hierbij denkt hij onder meer aan de live weddenschappen op tennis alsook aan het hockey dat een groeiend succes kent.107

Volledigheidshalve dient er nog vermeld te worden dat het toegangsverbod tot kansspelen voor bepaalde ambten108 (magistraten, notarissen, deurwaarders en politiediensten) niet van toepassing

is voor de weddenschappen.

2.3 Verplichte controle via het EPIS-systeem

Zoals reeds vermeld beschikt België over een uniek EPIS-systeem. Deze elektronische databank, die beheerd wordt door de Kansspelcommissie, bundelt alle uitgesloten spelers op grond van

de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, Parl.St. Kamer 2018-19, nr. 54-3327/002, verantwoording, 2. 104 PRO LEAGUE, “Pro League organiseert integrity sessions over kansspelen”, Pro League,

www.proleague.be/nl/nieuws/article.html?Article_ID=879781, 7 februari 2020 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

105 PRO LEAGUE en KANSSPELCOMMISSIE (persbericht), “Pro League en Kansspelcommissie ondertekenen Engagementsverklaring inzake sportweddenschappen”,

www.proleague.be/nl/persberichten/ProPers217_NL.pdf, 17 mei 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

106 Ibid.

107 L. BOVÉ, “Overheid gaat met Pro League vechten tegen matchfixing”, De Tijd,

www.tijd.be/ondernemen/sport/Overheid-gaat-met-Pro-League-vechten-tegen-matchfixing/10085711, 10 januari 2019 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

(25)

20 artikel 54 Kansspelwet.109 De vereiste toetsing aan dit EPIS-systeem wordt zonder twijfel aanzien

als een zeer slagkrachtig instrument in de strijd tegen gokverslaving.110

Hieronder volgt een overzicht voor welke weddenschappen de EPIS-controle tot op vandaag moet doorgevoerd worden. Daarna zal er een korte toelichting gegeven worden over hoe men de EPIS-controle wil optimaliseren alsook de toepasselijkheid ervan in de toekomst wil uitbreiden.

2.3.1 Huidige controle via het EPIS-systeem

Bij het binnengaan van een offline casino, speelautomatenhal of vast wedkantoor111 wordt men

wettelijk verplicht vooraf de identiteit van de (potentiële) gokker te controleren. In principe dient dan direct nagegaan te worden of de speler niet uitgesloten is op grond van het EPIS-systeem, om vervolgens ingeschreven te worden in een register.112 Pas daarna zou er toegang mogen verleend

worden aan de speler.

Voor de offline casino’s en speelautomatenhallen is deze regeling reeds operationeel ingevolge een aantal koninklijke besluiten van dezelfde datum113. Volgens deze koninklijke besluiten dient de

exploitant (of een door hem aangestelde persoon) namelijk de identiteit te controleren van iedere persoon die de speelzaal wenst te betreden. Deze controle geschiedt aan de ingang van de speelzaal.114 Daarna dient de exploitant (of een door hem aangestelde persoon) de naam,

voornaam en geboortedatum van de speler in te voeren in het EPIS-systeem. Indien deze persoon is opgenomen in EPIS, verschijnt er “ja” op het scherm, in het andere geval “neen”.115 Wanneer de

speler niet in het EPIS-systeem is opgenomen, moet men vervolgens de volledige naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, beroep en adres van de speler in een toegangsregister inschrijven.116

109 Art. 55 Kansspelwet; KANSSPELCOMMISSIE, “Jaarverslag 2018”, www.gamingcommission.be, 17 (laatst geconsulteerd op 20 mei 2020).

110 Dit blijkt onder meer uit het antwoord van de Kansspelcommissie (op 26 maart 2020) op een aantal vragen gesteld via mailverkeer.

111 Sinds de wet van 7 mei 2019 tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, BS 15 mei 2019 heeft men deze verplichting ook opgelegd aan de vaste wedkantoren.

112 Art. 62, eerste lid Kansspelwet in aanvulling op art. 54 Kansspelwet.

113 KB 15 december 2004 Koninklijk besluit betreffende het instellen van een systeem van informatieverwerking voor spelers aan wie de toegang tot kansspelinrichtingen van klasse I en klasse II wordt ontzegd, BS 10 januari 2005; KB 15 december 2004 betreffende het toegangsregister in de speelzalen van kansspelinrichtingen van klasse I of II, BS 10 januari 2005; KB 15 december 2004 betreffende de wijze waarop de toegang tot de kansspelinrichtingen klasse I en II wordt verboden of ontzegd, BS 10 januari 2005. 114 Art. 4, eerste lid KB 15 december 2004 betreffende het toegangsregister in de speelzalen van kansspelinrichtingen van klasse I of II, BS 10 januari 2005.

115 Art. 5 KB 15 december 2004 Koninklijk besluit betreffende het instellen van een systeem van informatieverwerking voor spelers aan wie de toegang tot kansspelinrichtingen van klasse I en klasse II wordt ontzegd, BS 10 januari 2005.

116 Art. 1, §1 en 2 KB 15 december 2004 betreffende het toegangsregister in de speelzalen van kansspelinrichtingen van klasse I of II, BS 10 januari 2005, samen te lezen met art. 62, eerste lid Kansspelwet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bewijs dat de oppervlakte van een paraboolsegment (oppervlakte begrensd door de parabool en een rechte loodrecht op de as van een parabool) gelijk is aan 4 3 van de oppervlakte

Voor bij de berekening van de lengte van de halve ellips de substitutie x = sin t uit en toon aan dat beide integralen dan gelijk zijn (je kan van deze integralen geen

 binnen de proeftijd (maximaal 2 maanden, waarin zowel de werkgever als de werknemer de overeenkomst zonder meer mogen beëindigen..  door ontslag op staande voet (bijv. omdat

[r]

Voor iedere overtreding van een verplichting uit deze huurovereenkomst en bijbehorende algemene bepalingen, voor zover niet reeds hiervoor in artikel 11.1 genoemd, is huurder

Indien de DO niet voor de volledige opdracht genomen wordt → opdracht opsplitsen in deel met en deel zonder OOM-code 27. Einddatum van de DO is 30/06/2021 of 31/08/2021 Voor

In Hoofdstuk II van het ontwerp van koninklijk besluit wordt voorgesteld om bepaalde diensten toegang te verlenen tot de in het Centraal Strafregister opgenomen gegevens voor

Het Besluit bevat procedurebepalingen betreffende de benoeming van de leden van de Sociaal- Economische Raad en bevat bepalingen omtrent de onverenigbaarheid van het lidmaatschap van