• No results found

9. Conclusie en Aanbevelingen

9.2 Aanbevelingen

In deze paragraaf worden een aantal belangrijke aanbevelingen gepresenteerd voor de praktijk en voor vervolg onderzoek. In 9.2.1 worden de aanbevelingen voor de praktijk behandeld en in 9.2.2. wordt beschreven welke implicaties dit onderzoek heeft voor vervolgstudies en welke concrete aanbevelingen daar uit voortkomen.

9.2.1. Aanbevelingen voor de praktijk

1. Ga in eerste instantie na hoe de gebeurtenis te typeren valt.

Uit het onderzoek is gebleken dhet type schokkende gebeurtenis een doorslaggevende factor kan zijn bij het organiseren van nazorg. Daarom is het belangrijk om relatief snel duidelijk te krijgen hoe de gebeurtenis te classificeren valt. Daarbij is het belangrijk om specifiek uit te gaan van een onderscheid tussen een schokkende gebeurtenis in het privé of publieke domein. Indien een gebeurtenis in het privé domein plaatsvindt, is het zaak om een terughoudende houding aan te nemen t.a.v. het organiseren van nazorg, eventuele maatschappelijke aandacht te beperken en de behoefte van de getroffenen centraal te stellen.

2. Laat planvorming, standaard procedures of (formele) routines niet leidend zijn bij het organiseren van nazorg.

Het is altijd goed om te weten hoe etiketten in elkaar steken, maar deze mogen niet leidend zijn. Zeggen dat een protocol gevolgd is, wil immers nog niet concluderen dat er succesvol is gehandeld. Dat is eerder afhankelijk van de kernmerken v/d situatie en de behoefte van getroffenen. Daarom zijn deze handvatten vooral te gebruiken bij het aangeven van thema's of aandachtspunten voor de nafase, het structureren van onderlinge samenwerking, het verdelen en definiëren van verantwoordelijkheden en eventueel het opzetten van een nazorgorganisatie. Kortom, het kan bijdragen aan het succesvol organiseren van nazorg door kaders, (organisatie)structuren en samenwerking te faciliteren, maar niet door de invulling van nazorg te bepalen.

3. Geef altijd voldoende aandacht aan communicatie tijdens de nafase.

Uit dit onderzoek is gebleken dat de betrokken actoren doorgaans actief communiceren. Dit vervult meerdere functies, die tevens als een vorm van nazorg gezien kunnen worden: geruststellen, informeren, het beperkt houden van de invloed van maatschappelijke onrust, afspraken maken met de media, de drempel verlagen voor het zoeken van hulp en het straalt uit dat je getroffenen serieus neemt en dus hun kwetsbare positie en problemen erkent. Dit heeft over het algemeen bijgedragen aan het feit dat er geen expliciete disproportionele reactie is geweest.

4. Ga altijd uit van de behoefte van getroffenen en indien zij dit niet zelf aangeven, bedenk ook dan dat er altijd een groep kan zijn die niet in beeld is.

In een aantal casussen was het voor de actoren moeilijk om de exacte psychosociale gevolgen en klachten van getroffenen in beeld te krijgen. In dat geval ben je afhankelijk van de hulpzoekende houding van getroffenen zelf. Dit kan in sommige gevallen onbedoeld terughoudend zijn, omdat velen bijv. pas later psychosociale klachten merken, niet door hebben dat ze een ziekte onder de leden hebben, krap bij kas zijn en andere problemen ervaren, enz. Niet altijd zijn getroffenen zelfredzaam en kunnen ze terugvallen op hun naaste omgeving. Hier moet je rekening mee houden. In sommige gevallen met een brede groep getroffenen is het dan wellicht beter om in eerste instantie actiever de nazorg aan de man te brengen of aan signaleren te doen.

5. Wees bewust van de beïnvloedende rol van een gezagdrager.

Uit het onderzoek is gebleken dat de bestuurder doorgaans handelt vanuit zijn taakopvatting. In twee casussen is hier een normatieve uitspraak uit ontstaan die de handelingsruimte bij het organiseren heeft beperkt en in het geval van het schietincident in Alphen aan den Rijn heeft gezorgd voor onbedoelde en verkeerde verwachtingen. Een verschil in perceptie kan uitgroeien tot een misverstand moet een grote impact. Hoewel een bestuurder dit goed kan bedoelen, heeft het een onaangename impact. Informeer een bestuurder of gezagdrager hier eventueel voor zijn publieke toespraak of optreden.

6. Indien een gebeurtenis niet vaak voorkomt of een unieke omvang heeft, gebruik dan altijd de kennis en deskundigheid om u heen.

In Nederland gebeuren niet vaak ingrijpende schokkende gebeurtenissen van een grote omvang. Hierdoor kunnen de betrokken actoren moeite hebben met het organiseren van nazorg of het geven van betekenis aan een gebeurtenis. In het geval dat er onervarenheid is, is het belangrijk dat het organiseren van nazorg altijd in samenspraak gaat met diverse netwerkpartners, deskundigen en experts. In dit geval doen verantwoordelijkheden en belangen er even niet toe. Het gaat primair om het welzijn van de getroffenen en daarom is het belangrijk dat er zorgvuldig wordt gehandeld. Let daarbij ook altijd op omgevingssignalen en kijk eventueel terug naar lessen en ervaringen uit eerdere schokkende gebeurtenissen. Je staat er nooit helemaal alleen voor.

7. Gebruik de lijst met beweegredenen uit het analysekader vooral in de voorbereidingsfase of bij het evalueren van een schokkende gebeurtenis.

Omdat de besluitvorming tijdens de nafase van unieke schokkende gebeurtenissen grotendeels berust op pragmatische handelen en het inwinnen van advies i.p.v. het letterlijk volgen van draaiboeken, lijkt de lijst beweegredenen uit het analysekader niet geschikt voor een checklist. Daarnaast zijn veel beweegredenen voor deskundigen waarschijnlijk vanzelfsprekend. Het zou eerder gebruikt kunnen worden bij opleiden, trainen & oefenen (OTO),

casusoverstijgende dialoog op bijv. een landelijke netwerkdag, het kan verwerkt worden in een vooraf opgesteld plan van aanpak of worden verwerkt in richtlijnen. Tevens zou het wel kunnen werken als een soort checklist voor een onervaren bestuurder of gezagdrager, zodat zij het nazorgproces niet negatief beïnvloeden, disproportionele handelingen verrichten of zich laten leiden door maatschappelijke- of media-aandacht.

9.2.2 Toekomstig onderzoek

Deze scriptie is een verkennende studie naar beweegredenen voor het besluit om nazorg te gaan organiseren en hier een invulling aan te geven. Tevens is in dit onderzoek een lijst met beweegredenen ontworpen die als indicatoren kunnen dienen voor een analysekader als houvast voor het organiseren en/of beoordelen van nazorg. Dit onderzoek is daarmee tamelijk ambitieus. Het is een valkuil om te veel te willen doen en dat was een uitdaging in dit onderzoek. Daarom is het belangrijk dat er vervolg onderzoek plaatsvindt. In dit onderzoek is interessante kennis opgedaan en een belangrijke aanzet gegeven voor een systematiek om het organiseren van nazorg te kunnen beoordelen en ondersteunen. In de volgende wordt de taak voor vervolg onderzoek en concrete aanbevelingen op basis van theoretische of methodische implicaties besproken.

9.2.2.1 De taak voor vervolg onderzoek

Voor volgend onderzoek is het belangrijk dat deze studie herhaald wordt met meerdere en een grotere diversiteit aan casussen. De lijst met beweegredenen is niet eindig en men zou kunnen denken dat ze allemaal van invloed zijn of een rol spelen, daarom is het noodzakelijk dat de beweegredenen verder getoetst, aangescherpt of aangevuld worden. Dit onderzoek presenteert immers een eerste aanzet. Het is daarbij eventueel ook interessant om te onderzoeken hoe er in het buitenland afgewogen wordt om nazorg te gaan organiseren. Daarnaast moet het analysekader verder ontwikkeld worden naar een werkzame systematiek, zodat het in de praktijk in gebruik genomen kan worden. Tevens dient er onderzocht te worden hoe dit kader in de praktijk optimaal in gebruik genomen kan worden op basis van de behoeften uit de praktijk.

9.2.2.2 Concrete aanbevelingen voor vervolg onderzoek

1. Ontwikkel het assenstelsel met uitkomstmaten door tot een grafisch model waarbij casussen met stippen in het model gepositioneerd kunnen worden en de mate van de uitkomstmaat aangeven.

In dit onderzoek zijn de casussen alleen in de uitkomstmaten geplaatst. Er ontbreekt echter nog de belangrijke vraag hoe de casus zich binnen een uitkomstmaat verhoudt: er kan een verschil zijn in de mate waarin een casus in een uitkomstmaat past. Wellicht heeft de ene casus een grotere overreactie gehad dan de andere, hoe hangt dat dan samen met de houding en beoordeling op de x- en y-assen? Vaak lag de houding in dit onderzoek vervolgens genuanceerder dan enkel actief/ interveniërend of passief/ terughoudend. Dit betekent dat de beweegredenen uitgewerkt moeten worden tot werkzame indicatoren die de mate van houding t.a.v. het organiseren van nazorg kunnen bepalen op de x-as. Als er ook een systematiek voor de mate van beoordeling is, kan een casus als stip in het model geplaatst worden. Het is aan te

bevelen om losse assenstelsels te gebruiken per doelgroep en de beoordeling niet integraal te benaderen vanuit alle betrokkenen, incl. de getroffenen.

2. Voeg een ladingscomponent toe aan de lijst met beweegredenen, zodat ook de mate waarin een beweegreden een rol speelt verbonden kan worden aan de mate waarin het doorslaggevend is.

Tijdens de analyse van de casussen en de enquête werd duidelijk dat de het moeilijk is om te onderscheiden in hoeverre een beweegreden doorslaggevend is. Ten eerste spelen doorgaans alle beweegredenen een rol in de argumentatie, dus er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden op basis van de mate van doorslaggevendheid. Ten tweede, een beweegreden kan ook doorslaggevend zijn geweest, doordat hij juist niet of in mindere mate aanwezig was. Hier werd in dit onderzoek tegen aan gelopen. Om de lijst tot een werkelijke systematiek te kunnen ontwikkelen, is het daarom nodig om een lading toe te voegen aan de beweegredenen, dat aan geeft in welke mate een beweegreden aanwezig is en in hoeverre dat bepalend is voor het organiseren van nazorg.