• No results found

AANBEVELINGEN

In document Het openen van de slagbomen (pagina 125-128)

HOOFDSTUK 7 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN

7.2 AANBEVELINGEN

In de doelstelling van dit onderzoek is beschreven dat aanbevelingen worden gedaan ter verbetering van de betrokkenheid van gemeenten op het gebied van sociale veiligheid in het regionaal treinvervoer. Het doen van aanbevelingen is tevens een beantwoording van deelvraag zes. De aanbevelingen hebben betrekking op gemeenten, politie en regionale vervoersbedrijven.

Uit de analyse komt naar voren dat gemeenten niet altijd even goed op de hoogte zijn van de problematiek op het station en in de stationsomgeving. De reden hiervoor is dat in de overleggen met politie het station niet vast op de agenda staat en slechts incidenteel wordt besproken. Zonder kennis van de problematiek kunnen gemeenten niks en zij zullen ook niet snel eigen initiatief tonen om te vragen naar de veiligheidssituatie in het stationsgebied. Om gemeenten daar toch op te wijzen dient de politie in het reguliere politieoverleg of in de Lokale Driehoek gemeenten op de hoogte te stellen middels cijfers uit Duurzaam Verbinden, dan wel na advies en/of overleg met de regionale vervoersbedrijven. De rol die de politie in kan nemen is het (dringend) adviseren van gemeenten door te wijzen op hun verantwoordelijkheden. Het inzicht verkregen middels Duurzaam Verbinden zal uiteindelijk bijdragen aan een betere betrokkenheid van gemeenten in coalities, doordat deze van invloed is op de dimensies:

 Inzicht in de problematiek zal van invloed zijn op het discours van gemeenten. Dit wil zeggen een verandering in de probleemdefiniëring, met als gevolg dat actoren zich bewust worden dat een integrale strategie noodzakelijk is voor het creëren van een veilig stationsgebied.

 Duurzaam Verbinden levert voor gemeenten het hulpmiddel expliciete kennis op. Wanneer de gemeente vervolgens een coalitie vormt met de betrokken actoren, zal de inzet van hulpmiddelen door actoren bijdragen in het verbeteren van de problematiek.

 Het middel Duurzaam Verbinden zal ten slotte van invloed zijn op de interactieregel. In de analyse is naar voren gekomen dat niet in iedere gemeente sprake is van goede communicatie- en informatie- uitwisseling met regionale vervoersbedrijven. Met behulp van Duurzaam Verbinden hebben de actoren een aanleiding om contact te leggen en zullen de lijnen korter worden, waardoor de interactie zal verbeteren.

2. Ad hoc coalities

Uit de analyse is naar voren gekomen dat niet alle actoren een structurele coalitie als gewenst ervaren. Als voorwaarde voor een coalitie is gebleken dat daadwerkelijk sprake moet zijn van problematiek die dient te worden opgelost. Mocht uit het informatiesysteem Duurzaam Verbinden naar voren komen dat bijvoorbeeld in gemeente X veel drugsoverlast is in het stationsgebied, dan kan via een ad hoc coalitie de problematiek worden aangepakt. Dit houdt in dat de betreffende gemeente aansluit bij de coalitie tussen politie en regionale vervoersbedrijven, vervolgens integraal een strategie wordt ingezet voor het verbeteren van de problematiek en zodra deze is opgelost de gemeente weer uitstapt. Kortom, aansluiten, toepassen en uitstappen. Echter bij deze benadering dient wel rekening te worden gehouden met (onbewuste) risico’s die er mogelijk achter verscholen gaan. Als eerste moeten de actoren politie en regionale vervoersbedrijven daadwerkelijk communiceren richting de gemeente dat sprake is van een problematiek. Middels Duurzaam Verbinden kan dit objectief worden onderbouwd. Ten tweede schuilt er een gevaar voor geslotenheid ten opzichte van elkaar. In een beleidsarrangement is sprake van een (tijdelijke) stabilisering van patronen en structuren (Arts en Leroy, 2006, p.7). In een ad coalitie is stabilisering niet direct aanwezig en hebben de actoren te maken met verschillende processen, waarden en normen. In de netwerktheorie wordt gestuurd op openheid

(transparantie) in de processen en het bieden van vertrouwen in elkaar. Op deze manier kunnen de betrokken actoren zich beter op elkaar aanpassen voor het laten slagen van de ad hoc coalitie.

3. Maak gebruik van voorbeeldgemeenten

Start met gemeenten die actief betrokken zijn en investeer in deze gemeenten. Gemeenten waar bij voorbaat al bekend is dat zij niks met openbaar vervoer hebben, zullen niet plotseling van mening veranderen. De reden hiervoor ligt vaak bij een ambtenaar of wethouder die andere prioriteiten stelt dan het stationsgebied. Het kost tijd voordat hier daadwerkelijk een verandering in kan worden gebracht. Door ervaringen en ‘best practices’ te delen, kunnen succesvolle projecten en coalities als voorbeeldfunctie gelden voor gemeenten die meer actief betrokken willen zijn, maar niet weten hoe.

4. Communicatie

Een essentiële voorwaarde voor het laten slagen van samenwerking is communicatie. In een aantal interviews komt naar voren dat vanuit zowel de gemeente als regionale vervoersbedrijven geringe communicatie plaatsvindt. Houd elkaar op de hoogte over aspecten die spelen in het openbaar vervoer. Dit geldt voor sociale veiligheidsaspecten, maar tevens werkzaamheden aan het spoor of aan de weg en evenementen. Middels het veiligheidsarrangement Arnhem-Winterswijk hebben de actoren elkaar leren kennen en zijn de communicatielijnen korter geworden. Maak hiervan gebruik, voordat de afstand groter wordt.

5. Netwerksturing

Op basis van netwerkliteratuur dient in samenwerking sprake te zijn van een coördinator die de belangen van iedereen behartigt. Dit houdt in dat voor iedere actor de rollen expliciet zijn toegelicht en vastgelegd en dat de coördinator de leiding neemt in het project en stuurt op het nemen van de verantwoordelijkheden door actoren. Op deze manier blijven actoren actief betrokken, raakt de samenwerking niet op de achtergrond en is de coördinator een vast aanspreekpunt voor het beantwoorden van vragen.

6. Beleidsmatig: Vervolg SVOV Oost en ambtelijke programmaleider

Met het eindigen van het beleidskader ‘Sociale veiligheid op het regionale spoor 2013-2015’ van de provincie Gelderland komt tevens het uitvoeringsprogramma SVOV Oost te vervallen. Dit houdt in dat bepaalde projecten en de functie van de ambtelijke programmaleider zullen eindigen. Om sociale veiligheid in het regionale treinvervoer te blijven garanderen adviseer ik om een vervolg te geven aan een integrale aanpak waarin diverse projecten zijn vastgelegd.

Bovendien adviseer ik om gemeenten die actief betrokken zijn en gelden als ‘best practices’ een hoofdstuk in het uitvoeringsprogramma te geven, die zij zelf mogen invullen. Hierdoor blijven actieve gemeenten gestimuleerd en kunnen minder actieve gemeenten er van leren.

In document Het openen van de slagbomen (pagina 125-128)