• No results found

1992: Terschelling (kaarten 20 t/m 28)

Voor het oostelijke gedeelte van de Boschplaat (vanaf raai 2600) en de Noordvaarder (ten zuiden van raai 100) is voorgesteld de basiskustiijn los te laten.

Uit de kaarten in Appendix 2 blijkt dat het centrale deel van het eiland aan structurele erosie onderhevig is. Als gevolg van de voortdurende erosie in het verleden is de rijksstrandpalenlijn relatief ver zeewaarts komen te liggen (vergelijk kustlijnkaart 23). Voor het gedeelte tussen raai 1480 en 1800 wordt de basiskustiijn overschreden.

Bij de aansluitingen op de strandvlakten (raaien 104-800 en 2500 tot 2600) is de trend "92 overwegend negatief. Omdat is voorgesteld de basiskustiijn op deze plaatsen te verleggen wordt de basiskustiijn (nog) niet overschreden. De verschillen met de trend van 1990 zijn opvallend en tekenend voor het dynamische karakter van deze kustvakken.

Tussen raai 840 en 1460 is de trend '92 positief. Voor twee raaien is van een (kleine) overschrijding van de Basiskustlijn sprake.

1993: Terschelling (kaarten 20 t/m 28)

Voor het oostelijke deel van de Boschplaat (vanaf raai 2600) en de Noordvaarder (ten zuiden van raai 100) is voorgesteld de BKL los te laten.

Ook op Terschelling is het centrale deel van het eiland onderhevig aan structurele ero¬sie. Dit jaar zal hier een onderwateroeversuppletie uitgevoerd worden. Direct aansluitend aan de Noordvaarder wijkt de kustlijn over een lengte van drie kilometer eveneens terug. Tussen raai 700 en 800 wordt de (verlegde) BKL overschre¬den. Een aandachtspunt derhalve, ondanks een breed strand en de van nature sterke dynamiek in dit kustvak.

1994: Terschelling (kaarten 20 t/m 28)

Voor het zuidelijke gedeelte van de strandvlakte Noordvaarder (ten zuiden van raai 100) is geen BKL vastgesteld.

Het westelijke deel van Terschelling (raaien 100-820) vertoont een aanzienlijke natuurlijke dynamiek. De trend in de kustlijnverplaatsing is negatief van raai 103-380 en van raai 504- 820. Voor het gedeelte ten oosten van raai 500 lijkt zich sinds 1990 van het westen uit een omslag af te tekenen van een teruggaande naar een vooruitgaande kust. Bij raai 320 en van raai 680 tot 780 is de (verlegde) BKL overschreden, maar van een bedreiging van waarden en belangen in het achterliggende gebied is (nog) geen sprake.

Net als bij Ameland is het centrale deel van het eiland onderhevig aan structurele erosie. In 1993 is hier een onderwateroeversuppletie uitgevoerd. Om die reden is het niet mogelijk de kustlijnligging per 1-1-'94 te toetsen. Voor het oostelijke deel van de Boschplaat (vanaf raai 2600) is geen BKL vastgesteld.

1995: Terschelling (kaarten 20 t/m 28)

Het westelijke deel van Terschelling (raai 100-800) toont een aanzienlijke natuurlijke dynamiek. De trend in de kustlijnverplaatsing is negatief tussen de raaien 103-380 en 540- 800. In het eerste, westelijker gelegen vak is de huidige momentane kustlijnligging nog altijd circa 50 tot 150 meter gunstiger dan rond 1975; in het tweede vak is de meest landwaartse kustligging in 30 jaar bereikt, maar is een naar het oosten opschuivende afname van de achteruitgang detecteerbaar. Ondanks een gedeeltelijk landwaarts verlegde Basiskustlijn, wordt in beide vakken bij enkele raaien niet aan de norm voldaan. Direct voor de kust zijn hier

1220040-002-ZKS-0010, 29 september 2015, definitief

Beheerbibliotheek Terschelling 79 van 92

grote ondiepten (Noordergronden) aanwezig, die ter plekke aan erosie onderhevig zijn. Het droge strand is inmiddels smal en laag; de ligging van de duinvoet is vooralsnog stabiel. Bij verdergaande strandverlaging kan een structurele aantasting van de zeereep niet uitgesloten worden.

Op het centrale deel van het eiland is in 1993 een suppletie op de onderwateroever uitgevoerd. De eerste toetsing na de suppletie geeft vertrouwen dat de doelstelling (levensduur 8 jaar) gehaald wordt.

1996: Terschelling (kaarten 20 t/m 28)

Het westelijk deel van Terschelling (raai 100 - 800) toont een aanzienlijke natuurlijke dynamiek. De kustlijn verplaatst zich in landwaartse richting en de trend is negatief tussen raai 103 - 420 en tussen raai 560 - 900. In beide vakken wordt de norm bij enkele raaien overschreden. De erosieproblemen van de westelijke kop van Terschelling worden veroorzaakt door verplaatsende zandplaten op de Noordergronden en door het landwaarts verplaatsen van de geul Boomkensdiep. Verwacht wordt dat de erosie door het verplaatsen van het Boomkensdiep langzaam vermindert (raai 103 - 402). Aan de oostzijde van de Noordergronden (raai 560 - 900) verplaatst het erosiegebied zich langzaam in oostelijke richting als gevolg van een zandgolf.

Bij verdergaande strandverlaging kan een structurele aantasting van de zeereep niet uitgesloten worden. Op het centrale deel van het eiland is in 1993 een onderwateroeversuppletie uitgevoerd (raai 1380 -1800). De toetsingen na de suppletie geven vertrouwen dat de doelstelling (levensduur 8 jaren) wordt gehaald. Het vak 2440 - 2600 kent een negatieve trend, maar overschrijding van de kustlijn voor het jaar 2000 wordt niet verwacht.

1997: Terschelling (kaarten 38 t/m 41)

Het westelijk deel van Terschelling (raai 100-800) is tussen de raaien 103-420 en de raaien 580-900 onderhevig aan erosie. De BKL wordt overschreden bij de raaien 240 t/m 320, 360 en 680 t/m 740.

In 1996 is een onderzoek afgerond naar de ernst van de situatie en de gevolgen van verdergaande kustachteruitgang. De erosie tussen de raaien 100-500 worden veroorzaakt door de opdringende geul Boomkensdiep. Deze geul wordt momenteel afgesnoerd door drempels aan de Noordzee- en de Waddenzeezijde. Het is niet aannemelijk dat de functies en waarden in het achterliggende duingebied worden aangetast. Voor de gehele westkust van Terschelling is in december 1996 een projectgroep gestart met een gebiedsgerichte studie. In april 1997 zal aan het POK worden gerapporteerd.

Tussen de raaien 500-800 verplaatst een zandgolf zich in oostelijke richting, waardoor ook het erosiegebied in oostelijke richting langs de kust schuift. Op het centrale deel van het eiland is in 1993 een onderwateroeversuppletie uitgevoerd tussen de raaien 380 en 1800. De toetsingen na de suppletie geven vertrouwen dat de doelstelling (levensduur 8 jaren) wordt gehaald. Tussen de raaien 2180-2580 is de kust onderhevig aan erosie. Overschrijding van de BKL wordt echter voor het jaar 2010 niet verwacht.

1998: Terschelling (kaarten 38 t/m 41)

In het westelijk deel van Terschelling wordt de kustlijn overschreden tussen de raaien 240 en 340 en tussen de raaien 700 en 740. In dit gebied leidt overschrijding van de Basiskustlijn niet direct tot aantasting van belangen en waarden in het achterliggende duingebied. In 1997 is door een projectgroep een gebiedsgerichte studie uitgevoerd waarbij wordt aanbevolen om flexibel om te gaan met de Basiskustlijn en pas in te grijpen als belangen in het geding zijn. In 1997 heeft het POK ingestemd met het voorstel van de projectgroep en het rapport is vastgesteld en als POK-voorstel aan de minister gezonden.

1220040-002-ZKS-0010, 29 september 2015, definitief

Op het centrale deel van Terschelling is in 1993 een suppletie op de onderwateroever uitgevoerd. De resultaten van deze proef zijn als bemoedigend te kenschetsen. De kustlijn heeft zich sindsdien in zeewaartse richting verplaatst en de geschatte levensduur van de suppletie wordt ruim gehaald.

1999: Terschelling (kaarten 38 t/m 41)

In het westelijk deel wordt de Basiskustlijn overschreden tussen de raaien 240 en 360 en tussen de raaien 700 en 740. In de gebiedsgerichte studie over het westelijk deel van Terschelling is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Er vindt pas een ingreep plaats als de in het achterland aanwezige (natuur) belangen in het geding zijn. Gezien het afnemend tempo van de erosie mag worden verwacht dat een ingreep de komende tijd niet nodig is.

In het middengedeelte van het eiland verplaatst de kustlijn zich in zeewaartse richting. Dit geldt ondermeer ook voor het gedeelte van de kust tussen raai 1380 en 1820 waar in 1993 een onderwateroeversuppletie heeft plaatsgevonden.

Het oostelijk deel van Terschelling is aan erosie onderhevig, maar de momentane kustlijn ligt nog 130 m (raai 2220) tot 650 m (raai 2580) zeewaarts van de Basiskustlijn. Problemen worden ook hier de komende jaren niet verwacht.

2000: Terschelling

Evenals vorig jaar wordt in het westelijk deel de Basiskustlijn overschreden tussen de raaien 220 en 360 en tussen de raaien 700 en 740. In de gebiedsgerichte studie over het westelijk deel van Terschelling is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Er vindt pas een ingreep plaats als de in het achterland aanwezige (natuur) belangen in het geding zijn.

In het middengedeelte van het eiland verplaatst de kustlijn zich in zeewaartse richting. Dit geldt ondermeer ook voor het gedeelte van de kust tussen raai 1380 en 1820 waar in 1993 een onderwateroeversuppletie heeft plaatsgevonden.

Het oostelijk deel van Terschelling vanaf raai 2200 is aan erosie onderhevig, maar de momentane kustlijn ligt nog ruim zeewaarts van de Basiskustlijn. Problemen worden hier dan ook voor het jaar 2010 niet verwacht.

2001: Terschelling (kaarten ?? t/m ??; kustvak 4)

In de gebiedsgerichte studie over het westelijk deel van Terschelling (tot raai 800) is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen dreigen te worden geschaad, wordt ingegrepen. Dit geldt ook voor het oostelijk deel van Terschelling (vanaf raai 2000).

Tussen de raaien 220 en 360 wordt de Basiskustlijn, evenals in de voorgaande jaren, overschreden. Een suppletie is niet noodzakelijk. De verzanding van het Boomkensdiep vanuit het oosten heeft namelijk een positieve invloed op de ontwikkeling van de kustlijn tussen de raaien 220 en 420. De geul wordt geleidelijk ondieper. De overschrijdingen tussen de raaien 700 en 740 zijn te kleinschalig om een suppletie uit te voeren.

Op het middengedeelte van het eiland (raai 820 t/m 2020) verplaatst de kustlijn zich hoofdzakelijk in zeewaartse richting. De onderwatersuppletie uit 1993 heeft hier nog steeds een positieve uitwerking.

Op het oostelijk deel van Terschelling, vanaf raai 2040, treedt een landwaartse trend op. De kustlijn ligt echter nog ruim (15 tot 613 m) zeewaarts van de Basiskustlijn.

2002: Terschelling (kaarten 38 - 41)

In de gebiedsgerichte studie over het westelijk deel van Terschelling (tot raai 800) is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen

1220040-002-ZKS-0010, 29 september 2015, definitief

Beheerbibliotheek Terschelling 81 van 92

dreigen te worden geschaad, wordt ingegrepen. De natuur kan baat hebben bij een lokale doorbraak van de zeereep, waardoor door incidentele zee-invloed meer dynamiek in de Kroonpolders ontstaat.

De overschrijdingen van de Basiskustlijn tussen de raaien 220 en 360 en de raaien 700 en 740 zijn geen aanleiding om suppleties uit te voeren. Van raai 380 - 420 is de onderwateroever vlak en hooggelegen.

De verwachting is dat elders op Terschelling de Basiskustlijn niet voor het jaar 2011 zal worden overschreden.

Op het middengedeelte van het eiland verplaatst de kustlijn zich hoofdzakelijk zeewaarts (raaien 1060 - 1980).

Op het oostelijk gedeelte van Terschelling, vanaf raai 2000, treedt een landwaartse trend op. De kustlijn ligt echter nog ruim zeewaarts van de Basiskustlijn. Ook voor dit gebied geldt dat pas wordt ingegrepen indien natuurbelangen worden geschaad.

2003: Terschelling (kaarten 38 t/m 41)

In de gebiedsgerichte studie over het westelijk deel van Terschelling (tot raai 8.00) is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen dreigen te worden geschaad, wordt ingegrepen. De overschrijdingen van de Basiskustlijn van raai 2.60 t/m 4.00 en raai 7.00 t/m 7.40 zijn om die reden geen aanleiding om suppleties uit te voeren. Op het middengedeelte van het eiland verplaatst de kustlijn hoofdzakelijk zeewaarts (raai 10.60 t/m 19.80). Van raai 8.00 t/m 10.80 vindt weliswaar een negatieve trend plaats, maar dat zal niet leiden tot overschrijdingen binnen 10 jaar.

Op het oostelijk gedeelte van Terschelling verplaatst de kustlijn pas vanaf raai 20.60 in landwaartse richting. De kustlijn ligt echter nog ruim zeewaarts van de Basiskustlijn. Ook voor dit gebied geldt dat pas wordt ingegrepen indien natuurbelangen worden geschaad.

2004: Terschelling (kaarten 38 t/m 41)

Naar aanleiding van de gebiedsgerichte studie over het westelijk deel van Terschelling (tot raai 800) is afgesproken dat de BKL niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen dreigen te worden geschaad, wordt ingegrepen. De overschrijdingen van de BKL van raai 260 t/m 360 en raai 700 t/m 740 zijn om die reden geen aanleiding om suppleties uit te voeren.

Van raai 800 t/m 1100 vindt weliswaar een negatieve trend plaats, maar dat zal niet leiden tot overschrijdingen binnen 10 jaar.

Op het middengedeelte van het eiland verplaatst de kustlijn zeewaarts (raai 1120 t/m 2040). Op het oostelijk gedeelte van Terschelling verplaatst de kustlijn vanaf raai 2060 in landwaartse richting. De TKL ligt echter nog ruim zeewaarts van de BKL. Ook voor dit gebied geldt dat pas wordt ingegrepen indien (natuur)belangen worden geschaad. Voor 2004 zijn dan ook geen suppleties gepland voor het eiland Terschelling.

2005: Terschelling (kaarten 38 t/m 41)

In de gebiedsgerichte studie over het westelijk deel van Terschelling (tot raai 800) is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen dreigen te worden geschaad, wordt ingegrepen. De overschrijdingen van de Basiskustlijn van raai 280 t/m 360 en raai 700 t/m 740 zijn om die reden geen aanleiding om suppleties uit te voeren.

Van raai 800 t/m 1100 vindt weliswaar overwegend een negatieve trend plaats, maar dat zal niet leiden tot overschrijdingen binnen 10 jaar.

Op het middengedeelte van het eiland verplaatst de kustlijn in zeewaartse richting (raai 1120 t/m 2040). Vanaf raai 2060 naar het oosten verplaatst de kustlijn in landwaartse richting. De

1220040-002-ZKS-0010, 29 september 2015, definitief

kustlijn ligt echter nog ruim zeewaarts van de Basiskustlijn. Ook voor dit gebied geldt dat pas wordt ingegrepen indien natuurbelangen worden geschaad.

2006: Terschelling (kaarten 38 t/m 41)

In de gebiedsgerichte studie “Dynamisch Kustbeheer westelijk Terschelling” (1997) is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen dreigen te worden geschaad, wordt ingegrepen. De overschrijdingen van de Basiskustlijn van raai 300 t/m 360 en raai 700 t/m 740 zijn om die reden geen aanleiding om suppleties uit te voeren. Van raai 800 t/m 1140 vindt weliswaar een negatieve trend plaats, maar dat zal niet leiden tot overschrijdingen binnen 10

jaar.

Op het middengedeelte van het eiland verplaatst de kustlijn zich in zeewaartse richting (raai 1160 t/m 2080). Vanaf raai 2100 naar het oosten verplaatst de kustlijn zich in landwaartse richting. De kustlijn ligt echter nog ruim zeewaarts van de Basiskustlijn. Ook voor dit gebied geldt dat pas wordt ingegrepen indien natuurbelangen worden geschaad.

2007: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

In de gebiedsgerichte studie “Dynamisch Kustbeheer westelijk Terschelling” (1997) is afgesproken dat de Basiskustlijn niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen dreigen te worden geschaad, wordt ingegrepen. De overschrijdingen van de Basiskustlijn van raai 280 t/m raai 360 en raai 700 t/m raai 740 zijn om die reden geen aanleiding om suppleties uit te voeren. Van raai 800 t/m raai 1180 treedt weliswaar een negatieve trend op, maar dat zal niet leiden tot overschrijdingen binnen 10 jaar. Op het middengedeelte van het eiland (raai 1200 t/m raai 2080) verplaatst de kustlijn zich in zeewaartse richting. Vanaf raai 2100 naar het oosten verplaatst de kustlijn zich in landwaartse richting. De kustlijn ligt echter nog ruim zeewaarts van de Basiskustlijn. Ook voor dit gebied geldt dat pas wordt ingegrepen als natuurbelangen worden geschaad.

2008: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

In de gebiedsgerichte studie “Dynamisch Kustbeheer westelijk Terschelling” (1997) is afgesproken dat de BKL niet strikt wordt gehandhaafd. Pas als de (natuur)belangen worden geschaad, wordt ingegrepen. De overschrijdingen van de BKL in raai 300 en 340 en raai 660 t/m 740 zijn daarom geen reden om suppleties uit te voeren.

Van raai 800 t/m 1180 is de trend negatief, maar dat leidt niet tot overschrijdingen binnen tien jaar.

Op het middengedeelte van het eiland beweegt de kustlijn in zeewaartse richting (raai 1200 t/m 2120).

Van raai 2140 naar het oosten beweegt de kustlijn landwaarts. De kustlijn ligt echter nog ruim zeewaarts van de BKL. Ook voor dit gebied geldt dat pas wordt ingegrepen als (natuur)belangen worden geschaad. Dit is bij de huidige trend de komende tientallen jaren niet aan de orde.

2009: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

Op Terschelling is de kustlijn over grote delen van het eiland op orde. Met name in het zuidwesten (raai 100 t/m 500) en aan de oostkant van Terschelling (raai 2260 t/m 2580) ligt de kustlijn sterk zeewaarts van de BKL. Uitzondering hierop zijn de raaien 300, 640 t/m 660 en 700 t/m 740. In deze raaien ligt de kustlijn landwaarts van de BKL. In de gebiedsgerichte studie Dynamisch kustbeheer westelijk Terschelling (1997) is afgesproken dat ter hoogte van deze raaien de BKL niet strikt wordt gehandhaafd. Overschrijding van de BKL is hier dan ook in zekere mate acceptabel.

1220040-002-ZKS-0010, 29 september 2015, definitief

Beheerbibliotheek Terschelling 83 van 92

In de raaien 100 t/m 180, 400 t/m 680 en 2180 t/m 2580 is de trend negatief. Elders is de kustlijn van Terschelling stabiel of bouwt deze iets uit.

2010: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

Op Terschelling is de kustlijn over grote delen van het eiland op orde. Met name in het zuidwesten (raai 100 t/m 280, raai 420 t/m 580) en aan de oostkant van Terschelling (raai 2220 t/m 2580) ligt de kustlijn sterk zeewaarts van de BKL. Uitzondering hierop zijn de raaien 300 t/m 400, 600 t/m 660 en 700 t/m 740. In deze raaien ligt de kustlijn landwaarts van de BKL. In de gebiedsgerichte studie Dynamisch kustbeheer westelijk Terschelling (1997) is afgesproken dat ter hoogte van deze raaien de BKL niet strikt wordt gehandhaafd. Overschrijding van de BKL is hier dan ook in zekere mate acceptabel.

In de raaien 100 t/m 180, 440 t/m 680 en 2200 t/m 2580 is de trend negatief. Elders is de kustlijn van Terschelling vrijwel stabiel of bouwt deze iets uit.

2011: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

Op Terschelling is de kustlijn over grote delen van het eiland op orde. Met name in het zuidwesten (raai 100 t/m 120, raai 420 t/m 580) en aan de oostkant van Terschelling (raai 2220 t/m 2580) ligt de kustlijn sterk zeewaarts van de BKL. Uitzondering hierop zijn de raaien 300 t/m 400 en 600 t/m 740. In deze raaien ligt de kustlijn landwaarts van de BKL. In de gebiedsgerichte studie Dynamisch kustbeheer westelijk Terschelling (1997) is afgesproken dat ter hoogte van deze raaien de BKL niet strikt wordt gehandhaafd. Overschrijding van de BKL is hier dan ook in zekere mate

acceptabel. In de raaien 100 t/m 200, 460 t/m 700 en 2220 t/m 2580 is de trend negatief. Elders is de kustlijn van Terschelling vrijwel stabiel of bouwt deze iets uit.

2012: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

Op Terschelling is de kustlijn over grote delen van het eiland stabiel of uitbouwend. Bij de raaien 100 t/m 240 een negatieve trend te zien. Voor de kustlijn tussen 100 t/m 108 is er geen probleem omdat deze gemiddeld op 250 m zeewaarts ligt van de BKL. Tussen de raaien 120 t/m 200 zal als gevolg van de negatieve trend de eerste raai overschreden worden in 2013. Door de beperkte negatieve trend (gemiddeld 6.5 m/jaar) zullen pas in 2018 alle raaien overschreden zijn. De totale BKL overschrijding blijft beperkt met gemiddeld 13 m. Tussen de raaien 300 t/m 400 ligt de kustlijn landwaarts van de BKL. Echter de trend is positief en bedraagt gemiddeld 6.5 m per jaar. Hierdoor neemt de BKL overschrijding voor deze raaien langzaam af. Tussen 503 t/m 740 is de BKL overschreden of wordt deze binnen enkele jaren overschreden. De kustlijn gaat hier gemiddeld met 12 m/jaar achteruit. In de gebiedsgerichte studie Dynamisch kustbeheer westelijk Terschelling (1997) is afgesproken dat ter hoogte van deze raaien de BKL niet strikt wordt gehandhaafd. Overschrijding van de BKL is hier dan ook in zekere mate acceptabel.

De kustlijn tussen de raaien 760 t/m 2580 ligt ruim zeewaarts. De meeste raaien hebben een positieve trend met uitzondering van de raaien 860 t/m 1040 en 2220 t/m 2580, maar de kustlijn ligt respectievelijk nog enkele tientallen tot honderden meters zeewaarts van de BKL. 2013: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

Op Terschelling is de kustlijn over grote delen van het eiland stabiel of uitbouwend. Bij de raaien 100 t/m 240 een negatieve trend te zien. Voor de kustlijn tussen 100 t/m 108 is er geen probleem omdat deze gemiddeld op 250 m zeewaarts ligt van de BKL. Tussen de raaien 120 t/m 200 is als gevolg van de negatieve trend de eerste raai overschreden worden in 2012. Door de beperkte negatieve trend (gemiddeld 6 m/jaar) zullen pas in 2018 alle raaien overschreden zijn. De totale BKL overschrijding blijft beperkt met gemiddeld 13 m.

1220040-002-ZKS-0010, 29 september 2015, definitief

Tussen de raaien 300 t/m 400 ligt de kustlijn landwaarts van de BKL. Echter de trend is positief en bedraagt gemiddeld 6 m per jaar. Hierdoor neemt de BKL overschrijding voor deze raaien langzaam af. Tussen 503 t/m 740 is de BKL overschreden of wordt deze binnen enkele jaren overschreden. De kustlijn gaat hier gemiddeld met 11 m/jaar achteruit. In de gebiedsgerichte studie Dynamisch kustbeheer westelijk Terschelling (1997) is afgesproken dat ter hoogte van deze raaien de BKL niet strikt wordt gehandhaafd. Overschrijding van de BKL is hier dan ook in zekere mate acceptabel. De kustlijn tussen de raaien 760 t/m 2580 ligt ruim zeewaarts. De meeste raaien hebben een positieve trend met uitzondering van de raaien 860 t/m 1040 en 2220 t/m 2580, maar de kustlijn ligt respectievelijk nog enkele

tientallen tot honderden meters zeewaarts van de BKL. 2014: Terschelling (kustvak 4, kaarten 41 t/m 38)

Op Terschelling is de kustlijn over grote delen van het eiland stabiel of uitbouwend. Bij de raaien 100 t/m 280 is een landwaartse trend te zien. Voor de kustlijn tussen 100 t/m 108 is er geen probleem omdat deze gemiddeld op 240 m zeewaarts ligt van de BKL. Tussen de raaien 120 t/m 260 zijn, als gevolg van de landwaartse trend, vrijwel alle raaien overschreden. Door de beperkte landwaartse trend (gemiddeld 7 m/jaar) zullen in 2017 alle