TIJDSCHRIFT
^Tecler
VAN HET
L R adio-G enootsc
JUBILEUMNUMMER
H E T B E S T U U R V A N H E T N E D E R L A N D S C H R A D IO -G E N O O T S C H A P
-Mmmm*
si, "S*ïSi-• . • ? \ ' . - - ■ ••v..,4
• - •:J Z:.Jmam
Basjaafe :r®
in
• ■ ■ '
A. Dubois, Ir. P. J. H. A. Nordlohne, D r. Balth. van der Pol, Prof. Ir. C. L. van der Bilt, H . W esselius,
Penningmeester. Secretaris. Voorzitter. Vice-V oorzitler. Redacteur.
I N L E I D I N G
Bij de aanbieding van dit Jubileumnummer van bet Tijdechi ift van bet Nederlandócb Radiogenoobchap zij het ons vergund onzen
hartehjken dank te betuigen aan alle autoriteiten en leden van het Genootschap die door het geven van bijdragen aan de to t
standkoming van dit Jubileumnummer hebben medegewerkt. H et hier aangeboden nummer bevat, behalve een overzicht van den Secretaris en den Redacteur, in de eerste plaats eenige in w aar- deerende bewoordingen gestelde bijdragen van autoriteiten, ver
volgens een aantal uittreksels in twee talen uit de artikelen \\ elke in den loop van het bestaan van het Genootschap in het Tijd
schrift zijn verschenen, met de portretten der schrijvers; en ten slotte enkele bijdragen, betreffende de ontwikkeling van de radio w etenschap gedurende de laatste 10 jaren. W ij hebben gemeend aldus, in groote trekken, een beeld te kunnen geven van hetgeen in den boezem van het Genootschap is verricht.
H E T B E ST U U R .
V A N D E R E D A C T IE
In de 10 jaren van het bestaan van het Nederlandsch Radio- Genootschap, gedurende welken tijd mij de Redactie van ons Tijdschrift was toevertrouw d, heb ik steeds kunnen constateeren dat de belangstelling voor ons orgaan meer en meer toenam en dit zoowel in het binnen- als buitenland zeer gew aardeerd w ordt.
De vele aanvragen tot ruiling, met binnen- en buitenlandsche periodieken en de vele belangstellenden, buiten den ledenkring, geven daarvan het bewijs.
G aarne spreek ik de beste wenschen voor ons Genootschap uit en verw acht dat, ook in de toekomst, het Tijdschrift de belangstelling van 1 echnische en W etenschappelijke kringen zal blijven bezitten.
H. IT'E SSE LIU S,
Redacteur van het Tijdschrift van hel Ne der l a ndóch Ra di o je nootschap.
V E R SL A G V A N D E N S E C R E T A R IS
In de 10 jaren, dat Het NederlandscH Radio Genootschap thans bestaat, hebben zich op radiogebied groote dingen vol
trokken. In dien tijd toch is de radio-omroep over de geheele beschaafde wereld populair geworden en uitgegroeid tot een onm isbaar cultureel bezit. Verder zijn de kostbare eigenschappen voor lange-afstandsverkeer in het domein der korte radiogolven (15_-f0 M .) ontdekt, verkend en algemeen ten nutte gem aakt voor transoceanisch radio-verkeer. In aansluiting hiermede is het mogelijk geworden transoceanische gesprekken te voeren, in ons land is een geregelde radiogesprekkendienst met onze O ost een feit geworden.
H et spreekt vanzelf, dat hand aan hand daarm ee gegaan zijn
0 0 1 1 diepgaande studie en herstudie van de accoustiek, met een
opbloei en perfectioneeren van gramofoon, microfoon, luidspreker en versterkertechm ek \ een studie van de electi onen-emissie dooi heete, gethoneerde of met alkah-verbindingen bedekte m etaal
draden, w aarvan het gevolg w as een revolutie in de trioden- techniek. V erder een studie van de electromagnetische eigenschap
pen der hoogere luchtlagen, culmincerend in de conceptie van de z.g.
K e n e lly - H e a v is i d e-geïoniseerde luchtlaag, bij welke studie veel en moeilijk theoretisch en experimenteel m ateiïaal het inzicht verdiepte om trent reflectie, refractie en demping van electro- magnetische golven aan en in die geioneerde laag, welke \ an belang w aren voor de verklaring en het voorspellen van het aanvankelijk raadselachtig verschillend gedrag van langere en kor te i adio- aolven over kortere en langere al standen. Eindelijk is de tril
lingsleer zelve opnieuw in studie genomen ; speciaal de aandacht hebben gevraagd het oplossen van bepaalde sooiten van met- lineaire differentaal vergelijkingen van de 2de oide, \ an onmis
baar belang voor de studie van aanloopverschijnselen en ampli- tudenbegrenzingen, alsmede van de voor het eerst gedefinieerde in de natuur zoo veelvuldig voorkomende relaxatietrillingen.
Hierm ede is slechts het voornaam ste aangeduid, en dit is vol-
12
doende om te beselfen, dal een genootschap, welks leden zich speciaal toeleggen op of belang stellen in het bestudeeren van de wetenschappelijke grondslagen van de radiotechniek, een hoogst vruchtdragenden tijd heelt doorgem aakt, welke niet na- het haar stempel te drukken op de bijeenkomsten van zijn Be
stuur en leden.
lie t initiatie! tot het oprichten van het Genootschap, uitge
gaan van den heer A. D u b o i s en ondergeteekende, nu lü ja a r geleden, was het gevolg van de overweging der beide genoemden, dat, wil ons land een actie! aandeel gaan nemen aan de in het buitenland reeds beoefende wetenschappelijke radio-studie, het noodzakelijk werd zich te onttrekken aan dilettantistische invloeden en geregelde ontmoetingen te bevorderen van natuurkundigen en ïngenieui s, opdat uitwisseling van gedachten en ervaringen tus- schen hen zou kunnen plaats vinden, o.a. door het houden van voordrachten met daaraan te verbinden discussie s. Ben rond- schi ij\ en aan de daarvoor in aanmerking komende physici en ingenieurs had dan ook een groot aantal sympathie-betuigingen ten gevolge en de oprichting van het N ederlandsch Radio G enoot
schap was M ei 1920 een feit geworden. M en kan dien dag dan dan ook aanm erken als den dag, w aarop den grondslag is ge
legd voor een hoogstaand technisch-wetenschappelijk radioleven in ons land, welks invloed op den opbloei van onze radio-industrie cn op den uitstekenden naam van onze officieele radiodiensten, niet ontkend kan worden.
I3at hel Genootschap in de afgeloopen eerste 10 jaren van haai bestaan zich in een toenemenden bloei mocht verheugen, kunnen oprichters, de heeren Dr. B a lth v a n d e r P o l, A.
D u b o i s en ondergeteekende, dan ook niet anders dan met groote voldoening herdenken.
H et is dan ook hier de plaats te herinneren aan het groote voorrecht dat het Genootschap ten deel viel toen het in Professor Jhr. D r. G. J. B lia s haar eersten voorzitter mocht begroeten.
M et de keuze van dezen voorzitter was terstond de richting bepaald, welke het Genootschap zou inslaan en deze richting heelt het ook steeds gevolgd. O nder het voorzitterschap van Prof. E li as is o.a. tot stand gekomen de aansluiting van ons land aan de Union Radio Scientifique Internationale (U .R .S.I.) een der Unions van de Consul International de Recherches, door het optreden van ons Genootschap als het N ederlandsch Comité daarvan. H et feit van deze aansluiting is van het hoogste be~
lang gew eest voor de nationale en internationale standing van ons
13
Genootschap, zij brengt groote en hooge verplichtingen (ook fman- tieel) met zich, m aar is van onschatbare w aarde voor de ontplooiing van het Genootschap als nationale wetenschappelijke instelling.
Tijdens het voorzitterschap v£in Prol. E li as is het genoot
schap ook vertegenwoordigd geworden in een der commissies van het N orm alisatie-Bureau, en wel in den persoon van zijn Secretaris.
H et Tijdschrift van het Ned. Radio Genootschap heelt zich een goeden naam veroverd ; de vraag ernaar, ook van de oudste nummers, neemt toe.
Toen Prof. E li as op 17 Septem ber 1927, na 7 jaren met vaste hand de koers te hebben aangegeven, het oogenblik ge
komen achtte, het voorzitterschap in andere handen over te dragen, is dit gekomen in handen van Dr. B a lth . v a n d e r P o l, en wij mogen ook dezen voorzitter, die spoedig zal al
treden, op deze plaats dank zeggen voor de groote toewijding die hij het genootschap steeds heelt betoond.
D oor beide genoemde voorzitters werden uiterst belangw ek
kende voordrachten gehouden voor het G enootschap; beiden hebben veel van hun tijd gegeven, door deze voordrachten zoo
wel als door hun bestuursfuncties. De bloei van het genootschap is voor een zeer groot deel te danken aan hun bijdragen en voorzitters werkzaamheden.
Doch ook de redacteur en penningmeester, de heeren W e s s e 1 i u s en D u b o i s, hebben gedurende 10 jaren de hun toevertrouw de werkzaamheden steeds met toewijding en kennis van zaken be
hartigd. De redacteur kan terugzien op het vele verre van aan
gename werk verbonden aan het in druk doen verschijnen van mathematische opstellen en de verdere moeielijkheden verbonden aan de uitgave van een ongeregeld verschijnend tijdschrift. De penningmeester heelt zijn beslommeringen gehad, verbonden aan de boekhouding der fmantiën, en aan het innen van contributies.
Beiden hebben steeds hun tijd gegeven aan deze werkzaamheden en- aan de beraadslagingen in den boezem van het Bestuur.
En daar de Secretaris momenteel zeil aan het woord is, dankt hij aan zijn archief en schrijfmachine, en aan den gelukkigen tijd van 10 jaren w aarin hij mocht meewerken aan den opbouw van een verwezenlijkt ideaal; hij betreurt het slechts te weinig vrijen tijd te hebben gehad, welke noodig is voor een alleszins behoor
lijke vervulling van zijn taak.
Ten slotte moeten wij alle overigen dankbaar herdenken die door voordrachten, bijdragen in het tijdschrilt ol anderszins,
14
o' ^ ^ ^ ^ n aan de bevordering van onzen tak van wetenschap en techniek; ook vergeten wij hier niet de trouw e bezoekers van onze zittingen, zonder w ier belangstelling en deel
name aan de discussie’s het genootschap niet zou kunnen bestaan.
En als wij dan hier dit korte overzicht eindigen, kunnen wij slechts de hoop uitspreken dat wij eens meer finantiëelen steun zullen ontvangen, buiten de contributies der leden en de belang- rijke donaties van de N. V. Philips Gloeilampen Fabrieken, Nederlandsch Seintoestellen Fabriek, Ned. Telegr. Mij. Radio- Holland en K. P. M .
W ij moeten daarbij echter met dankbaarheid herdenken dat eenige m aatschappijen en rijksinstelhngen het ons door hun jaar- lijksche bijdragen mogelijk hebben gem aakt ons als nationaal comité van de U. R. S. 1. te handhaven.
De komende jaren gaan wij in elk geval met nieuwen moed aan het w erk in de overtuiging, dat veel w erk te verrichten zal zijn tot nut van wetenschap en techniek.
P. J. H. A. N O RD LO H N E.
BIJDRAGEN
-
B
*
. .
:
e
Zijne Excellentie Mr. P. REYM ER
Z IJN E E X C E L L E N T IE
Mn P, REYMER,
M IN IS T E R V A N W A T E R ST A A T .M ei genoegen voldoe ik aan het verzoek van het Bestuur van het N ederlandsch Radio Genootschap om in dit nummer enkele woorden te wijden aan het feit, dat dit Genootschap in deze maand zijn 10-jarig bestaan herdenkt.
Ik vind hiertoe gereede aanleiding, aangezien de onder het D epartem ent van W a terstaa t ressorteerende openbare Telegraal- en Telefoondienst, zoomede de Luchtvaart, de Scheepvaart en de M eteorologie in sterke mate bij de ontwikkeling van de radio betrokken zijn. H et spreekt derhalve van zelf, dat ik met groote belangstelling alles w at op dit gebied verricht w ordt, volg en dat mijne w aardeering uitgaat naar allen, die daarbij opbouwend werk volbrengen. M et dankbaarheid kan ik daarbij denken aan het belangrijke aandeel, dat het Nederlandsch Radio G e
nootschap in het afgeloopen decennium in uitvoering van deze schoone taak heelt genomen.
M oge het aan het Genootschap gegeven zijn in de komende jaren in deze II de mate bij te dragen aan de ontplooiing van de
radio-wetenschap.
''ó-Gravenhage, 26 s.lpnl 19 30. l\ R E Y M E R .
Prof. Dr. F. A. F. C. W ENT
Professor D r.
F. A. F. C. WENT,
V O O R Z IT T E R D E R W IS - EN N A T U U R K U N D IG E A F D E E L IN G V A ND E K O N IN K L IJK E A C A D E M IE V A N W E T E N S C H A P P E N .
Bij het 10-jarig bestaan van het N ederlandsch Radio G enoot
schap bied ik U gaarne mijn gelukwenschen aan, daar het mij zeer goed bekend is, hoezeer Uw Genootschap door het houden van lezingen en door het tijdschrift, heelt meegewerkt tot den bloei van de radio-techniek in N ederland, die zulk een hoog peil bereikt heeft. Ik verheug er mij over, dat U w G enoot
schap ook met andere landen heeft kunnen samenwerken op internationaal gebied in de Union Radio-Scientifique Internatio
nale, daar toch voor de wetenschap geen landsgrenzen behooren te bestaan.
Utrecht, 25 April 1950.
F. A. F. C. IFENT.
.
» i i*
■
Ir. M. H. DAMME
Ir. M. H. DAMME,
D IR E C T E U R -G E N E R A A L D E R P O S T E R IJE N , T E L E G R A F IE EN T E L E F O N IE .H E T N E D E R L A N D S C H R A D IO G E N O O T S C H A P EN D E R IJK S R A D IO D IE N S T .
G aarne maak ik van de mij door het Bestuur van het Neder- landsch Radio Genootschap geboden gelegenheid gebruik om in dit nummer met enkele woorden uiting te geven aan de ge
voelens van w aardeering en belangstelling, welke mij vervullen bij de herdenking van het 10-jarig bestaan van bovengenoemd wetenschappelijk instituut.
O p het gebied der radiotechniek hebben wetenschap en praktijk elkaar de hand moeten reiken en in gemeenschappelijk streven dit terrein met verw onder lijke mogelijkheden moeten ontginnen, om daarvan die w aardevolle vruchten te oogsten, waarm ede de rad io in de betrekkelijk weinige jaren van haar bestaan de menschheid reeds heelt verrijkt.
H et kan dan ook niet anders, dan d at.d e aanrakingspunten van het op technisch-wetenschappelijken grondslag staand N eder
land sch Radio Genootschap en het op praktische doeleinden ingestelde Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie
steeds vele zijn geweest.
H et ligt niet op mijn weg hier een opsomming te geven van het vele, dat het Genootschap voor de radiow etenschap heeft verricht; zulks is den ingewijde vo ia oende bekend en zal stellig ook door anderen elders op meer sprekende wijze worden kenbaar gemaakt.
W el mag ik hier getuigen, dat het belangrijke w erk van dit Genootschap steeds een steun was voor den Rijksradiodienst bij de uitvoering van diens taak. om de radiow etenschap zoo vo lledig mogelijk dienstbaar te maken aan de belangen van het publiek.
H et nauwe contact tusschen beide lichamen komt tevens tot
28
uitdrukking in het belangrijk aantal ingenieurs van laatstge
noemden dienst, welke tevens lid zijn van het Genootschap.
V oorts mag ik wijzen op het feit, dat het Genootschap sedert jaren als N ederlandsch Comité naast haar eigen taak een ver
takking vormt van de Union Radio-Scientifique Internationale (U. R. S. I.), een der Unions van den Conseil International de Recherches, en dat hieruit bij de voorbereiding en tijdens den duur van de in Septem ber 1929 te ’s Gravenhage gehouden conferentie van het Comité Consultatif International technique des communications radio-électriques een zeer aangename en vruchtbare samenwerking tusschen het Genootschap en de N eder- landsche delegatie bij genoemde conferentie is voortgevloeid.
Ik moge eindigen met het uitspreken van de verwachting, dat het N ederlandsch Radio Genootschap in het volgend décennium nog veel grootsch w erk zal tot stand brengen en dat de ge
schetste mijnerzijds zeer op prijs gestelde verhouding tot het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie zich zal handhaven.
’j-Gravenhacjc, 17 April AL H. DA AL AIE.
Generaal G. FERRIE
(Pi'ëóIdenI de l’U. R.S. I.)
M . LE G É N É R A L
G. FERRIÉ,
P R E S ID E N T D E L 'U N IO N R A D IO S C IE N T IF IQ U E IN T E R N A T IO N A L E .Mon cher P rendent et ami.
C est avec le plus grand plaisir que j’adresse à la Société Radi o-scientifique N éerlandaise, à l’occasion de son dixième anniversaire, mes félicitations les plus vives pour son passé et mes voeux les plus cordiaux pour son avenir. Ce numéro spécial du Bulletin de votre Société, en donnant le sommaire des mé
moires qu’elle a fait paraître depuis sa fondation, témoigne que le groupe de radio électriciens qui la composent, ne le cède à aucun autre quant à 1 intérêt de sa production et se maintient à un plan scientifique élevé digne des traditions intellectuelles de votre pays. La séance à laquelle vous avez convié, en Septembre dernier, à la H aye, les membres du C. C. I. R., à cte typique à cet égard. Je suis heureux en outre, comme
Président de 1' U. R. S. I., de vous rem ercier ici du très précieux concours que votre Société lui a apporté en toutes circonstances et que, ) en suis assuré, ne lui fera pas davantage défaut dans l’avenir.
Veuillez agréer, mon cher Président et ami, l'expression de mes sentiments les plus cordialement dévoués.
Parié, 2 M ai 1950. F E R R IÉ .
.
.
»
Professor D r.
E- VAN EVERDINGEN,
D IR E C T E U R V A N H E T K O N . N E D . M E T E O R O L O G IS C H IN S T IT U U T TE D E BILT.M oge in het algemeen een leeftijd van 10 jaar voor een Ver- eeniging geen aanleiding zijn tot bijzondere beschouwingen, de radio heeft zich in deze 10 jaar zoo enorm ontwikkeld, dat er alle reden is om hierbij even stil te staan. H et is juist 10 jaar ge
leden, dat de radiow eerberichten van V ossegat aanvingen, dank
baar begroet door vele am ateurs; m aar hun staking eind 1927 werd met nog grooter gejuich ontvangen. W as toen een am ateur gelukkig als hij het w eerbericht op een 100 K.M . afstand be
hoorlijk opnam, thans luistert hij naar Indië of Amerika, of tracht echo's uit de wereldruim te op te vangen. H et Radio Genootschap heeft ons in staat gesteld, door voordrachten en tijdschrift-artikelen het aandeel zoowel van het buitenland als van eigen land in deze geweldige ontwikkeling te volgen, en heeft daardoor aanspraak op den dank van allen, die zonder zelf alles te kunnen bestudeeren, gaarne op de hoogte blijven van een hulpmiddel, dat zich in alle takken der samenleving heeft ingeburgerd.
de Bilt, 25 April 1950. E. F A N E V ER D IN G E N .
K A P IT E IN -L U IT E N A N T J,
C ML WARNSINCK,
C H E F V A N D E N R A D IO D IE N S T D E R M A R IN E ,
U iteraard is het voor een tak van dienst als de Radiodienst der M arine niet wel mogelijk met bepaalde feiten aan te geven in hoeverre onze Zeem acht geprofiteerd heeft van de w erkzaam heden van het N ederlandsch Radio-Genootschap. W a a r evenwel de Koninklijke Alarine het meerendeel harer radio-installaties, van schepen en w alstations, betrekt van de N ederlandsche industrie, en deze industrie geleid w ordt door ingenieurs die, doordat zij de wetenschappelijke voordrachten van het G enoot
schap bijwonen, hun theoretische en technische kennis op radio- gebied verrijken, komen deze voordrachten, zij het indirect, ter dege ten goede aan onze Zeem acht.
Verschillende zeeofficieren zijn of w aren bovendien persoonlijk lid van het G enootschap; door kennisneming en bestudeering der verslagen der op hoog wetenschappelijk peil staande bijeen
komsten breiden zij hun kennis uit, hetgeen niet anders dan ten goede van het radiobedrijf der M arine kan komen.
Tien jaren reeds verricht het Radio-Genootschap zijn zich zelf opgelegde taak; tal van belangrijke publicaties zagen reeds het licht, en hartelijk hoop ik, niet het minst ook in het belang van het radiobedrijf onzer weerm acht, dat het Genootschap, onder leiding van zijn eminenten voorzitter, moge voortgaan de ontwikkeling van de radio-w etenschap in haar vollen omvang te bevorderen.
Amsterdam, 76 Apri ï 1950. J. C.
AI.
W A R N S IN C K .D E H E E R
J. A. BLAND VAN DEN BERG,
IN S P E C T E U R D E R K U ST- EN S C H E E P S R A D IO T E L E G R A F IE .H et is ongetwijfeld voor de N ederlandsche radiow ereld een belangrijk en verheugend gebeuren, dat het N ederlandsch Radio- Genootschap onder de beste auspiciën zijn 10-jarig bestaan kan herdenken.
H et Genootschap heeft in de afgeloopen jaren zijn bestaans
recht aangetoond en is er in geslaagd in de Union Radio Scientifique Internationale (U. R. S. I.) een vooraanstaande positie in te nemen.
D at de naam B a lth . v a n d e r P o l naast die van een K e n n e l y, jeen A u s t i n en andere geleerden van w ereldrepu- tatie voorkomt op de lijst van voorzitters der Commissies, door de U. R. S. I. ingesteld, kan als bewijs worden beschouwd, dat dit hoogste internationale radio-college niet alleen hem, doch ook in hem het Genootschap heeft willen eeren.
O ok van Nederlandsche officieele zijde heeft het G enootschap de erkenning gevonden, w aarop het door zijn prestaties recht heeft.
De jaarlijksche subsidie aan de U. R. S. I. toegekend, het initiatief door N ederland genomen om hare deelneming aan het C. C. I. R., in het afgeloopen jaar te s-G ravenhage gehouden, mogelijk te maken en het voornemen dat bestaat om door het indienen van de noodige voorstellen op de a. s. te M adrid te houden radio-conferentie het deelnemen aan het C. C. I. R. ook voor de toekom st te verzekeren, dit alles vindt zijn oorsprong in de groote w aardeering voor en het vertrouw en in het N eder
landsch Radio Genootschap.
M oge het ons Genootschap onder zijn eminente leiders ge
geven zijn, ook in komende tijden er toe te kunnen bijdragen, om N ederland s naam op radiogebied hoog te houden.
J. A. B L A N D V A N D E N BERG.
ó-Gnwenhape, 15 April 1950.
K O L O N E L
J.
cCRAMWINCKEL,
C O M M A N D A N T V A N H E T R E G IM E N T G E N IE T R O E P E N .De Ingenieurs, belast met den M ilitairen radiodienst, zijn steeds lid geweest van Uw Genootschap en hebben door besprekingen met en voordrachten van de leden van U w Genootschap gedu
rende 10 jaren hun kennis verm eerderd, zoomede connecties aan
geknoopt met collega's deskundigen.
D it is ongetwijfeld in het belang geweest van den M ilitairen
radiodienst. r
Ik wensch U w Genootschap een voorspoedig bestaan toe.
Utrecht, 2 > April 1930. J. C. CRAÆTFINCKEL.
'
Di\ A, R PHILIPS, D IR E C T E U R D E R N. V. P H IL IP S ' G L O E IL A M P E N F A B R IE K E N EN D E R N. V. P H IL IP S ' R A D IO .
De herdenking van het 10-jarig bestaan van het N ederlandsch Radio Genootschap verdient de aandacht om dat in dit tijdvak een zeer belangrijke ontwikkeling van de radiotechniek en de radiow etenschap beslote n ligt.
De laatste 10 jaren brachten ons niet alleen de vervolmaking van de omroeptechniek binnen de landsgrenzen, doch ook de verwezenlijking van den omroep vanuit het moederland naar onze overzeesche gewesten.
De Laboratorium -onderzoekingen hebben in de middelen voor de radio-ontvangst en voor de weergave zoodanige verbeteringen gebracht, dat de radio-omroep over de geheele wereld een rol in het cultureele leven is gaan vervullen, we ik e vóór 10 j aren niet voor mogelijk gehouden werd.
De inzichten in de problemen, verband houdende met deze onderzoekingen en speciaal ook die, verbonden aan de trans
missie van radiogolven, werden aanzienlijk verruimd en het resultaat hiervan w eerspiegelt zich o. m. in de snelle ontw ikke
ling van de radiotechniek der zeer korte golven.
H et N ederlandsch Radio Genootschap mag met voldoening constateeren, dat ook in den kring harer leden in het aigeloopen tijdvak in belangrijke mate tot het verkrijgen van deze inzichten is bijgedragen. D aar het tevens als Nederlandsch Comité van de Union Radio-Scientifique Internationale een band vormde met de wetenschappelijke genootschappen op dit gebied in andere landen spreek ik de wensch uit, dat de eervolle taak, die het N ederlandsch Riidio Genootschap in de aigeloopen 10 jaren volbracht, ook voor de toekomst op dezelfde wijze moge worden vervu id.
Eindhoven,
/ < VApril 1930. A. F.PHILIPS.
HET RADIO-LABORATORIUM VAN DE TECHNISCHE HOOGESCHOOL TE DELFT
Prol’. Ir. C. L. VAN DER BILT. Ir. L. H. M. HUYDTS.
(Vice voorzitter N.R.G.)
H E T R A D IO -L A B O R A T O R IU M IN V E R B A N D M E T H E T R A D IO -O N D E R W IJS AAN D E T E C H N IS C H E
H O O G E S C H O O L
Prof. Ir. C. L. van der Bilt
doorW ie zich een oogenblik indenkt in den stand der radio-techniek van 25 jaar geleden, toen in ons land juist het eerste kust- station te Scheveningen was opgericht, dat tevens het eenige in ons land was en die van ibané, zal wel kunnen begrijpen, dat het radio-laboratorium gesticht moest worden niet alleen, m aar naarm ate de techniek zich uitbreidde, tot zijn tegenwoordige beteekenis moest uitgroeien.
Bij mijne benoeming op 1 Augustus 1904 aan de Technische Hoogescho ol was wel gezorgd voor een zw akstroom -laboratorium in verband met de zwakstroom-colleges, m aar daarbij w as meer speciaal gedacht aan oefeningen op het gebied der lijn-telegrafie en-telefonie.
Ook d e colleges omvatten oorspronkelijk alleen deze vakken en het signaalwezen der spoorwegdiensten en in de eerste jaren van het bestaan der Technische Hoogeschool w erden alleen aan het slot van den cursus voor hen, die daarin belangstelden, eenige facultatieve radio-colleges gegeven.
Intusschen werd de beteekenis der radiotechniek hoe langer hoe grooter en reeds in de eerste jaren van het bestaan der I echnische Hoogeschool werden de noodige dem onstratie-appa- raten aangeschaft om op de colleges, die bij de invoering van een 5de studiejaar aan de studenten van dit jaar facultatief werden gegeven, het besprokene nader te kunnen toelichten.
O p het voetspoor van w at aan andere speciaal Duitsche instellingen van hooger technisch onderwijs hier en daar geschied was, werd daarna getracht te komen tot den bouw van een speciaal zend- en ontvangstation.
Voor het oprichten er van werd in M ei 1913 eene concessie
aanvrage aan den M inister van W a terstaa t gericht, die deze op 21 hebruari 1914 verleende. Ken z.g. harp-antenne werd
46
op het terrein achter het natuurkundegebouw opgericht en heeft jarenlang goede diensten bewezen.
Juist w aren alle plannen gem aakt voor het project van eene volledige draadlooze zendinstallatie, toen in de eerste dagen van Augustus 1914 de oorlog uitbrak en op aanschrijven van den legercommandant de antenne gestreken moest worden.
Later, nog tijdens den wereldoorlog, w erd echter de oprichting onder bepaalde voorw aarden w eer toegestaan en toen na ver
schillende, snel op elkaar vallende wisselingen in het assistent
schap, Ir. L. H. M . H u y d ts met ingang van 1 Januari 1916 tot assistent w erd benoemd, w erd al spoedig getracht het ge
noemde project w eder op te nemen en tot verwezenlijking te brengen.
De geprojecteerde energie w as 1,5 K. W a tt. Aanwezig w aren, behalve de genoemde antenne, een 500 periodenmachine, door de Electrotechnische Industrie, voorheen W illem Smit en Go. voor het eerst gem aakt en geleverd, een variabele oliecondensator en eenige spoelen en andere onderdeden.
JBij den uitgroei van het station w erden echter moeilijkheden ondervonden, doordat van de buitenlandsche industrieën vrijwel geen fabrikaten konden betrokken worden en de N ederlandsche industrie zich op dit gebied nog niet voldoende had aangepast.
V oorts w aren van hetgeen zou kunnen gekocht worden de prijzen zoo belangrijk gestegen, dat de uitvoering van het project werd verschoven naar minder woelige tijden.
H oe langer hoe meer werd intusschen gevoeld, dat een w isse
lend assistentschap voor een zoo snel groeiend vak als de radio
techniek dat doorloopend bijgehouden moest worden, funest dreigde te worden en met groote voldoening kan hier dan ook gewezen worden op de verkregen medewerking van C uratoren en M inister in zake de benoeming van Ir. I I u y d t s tot een hoogere en vastere positie, dien van conservator, met ingang van 1 M ei 1917.
K ort daarop kon een begin worden gem aakt met het doen verrichten van radio-metingen door de studenten en w el in hoofdzaak door degenen, die af studeerden op een radio-onderw erp.
In dien tijd w erden ook in samenwerking met den m ilitairen radio-dienst verschillende onderzoekingen verricht.
Een groot bezw aar was het echter, dat bij de geringe subsidie voor de afdeeling „zw akstroom ” aan deze Iloogeschool voor dezen geheel nieuwen tak der wetenschap zoo bitter weinig geld beschikbaar was om tot den aankoop over te kunnen gaan van de meest noodige meetinstrumenten.
-(7
H ierdoor en door het feit, dat de snelle ontwikkeling van de radiotechniek de w aarde van een deel van het m ateriaal, dat met moeite kon verworven worden, spoedig daarna sterk deed verminderen, werden de onderzoekingen in het intusschen in de zalen van het ijzervrij gedeelte van het natuurkunde-gebouw geïnstalleerde radio-laboratorium sterk geremd.
O ndanks deze bezwarende omstandigheden gelukte het, zij het met veel moeite, om het groeiend aantal studenten, dat op een radio-onderw erp wilde afstudeeren, te w erk te stellen.
D it aantal verm eerderde snel door den grooten toevloed van studenten na den oorlog.
De verplichte oefeningen in het zw akstroom laboratorium voor alle electrotechnische studenten vorderden daarnaast veel tijd voor assistentie. D aarbij kwamen dan nog de zorgen voor de dem onstraties op de colleges, zoodiit het niet te verwonderen is, dat de zoo hoogst noodzakelijke verdere uitbouw van het radio-laboratorium sterk in het gedrang kwam.
V oor het leiden der oefeningen alleen hadden Ir. H u y d ts en ikzelf de handen vol.
Geen wonder, dat toen eerstgenoemde nog overw erkt geraakte op den koop toe, dringend om meer hulp gevraagd werd.
D ank zij den steun van C uratoren en M inister ondervonden werd in Juli 1925 Ir. Y. B. F. J. G ro e n e v e ld tot assistent be
noemd. Deze hulp was des te noodzakelijker, daar te beginnen met den cursus 192-f—1925 voor degenen, die bij het candidaats- examen de radio als z.g. „Keuzevak” hadden gekozen, een be
knopte practische cursus voor radio-oefeningen was ingesteld, aangezien bij de examens de behoefte daaraan duidelijk naar voren was gekomen.
V oor dezen cursus we rd zoo goed mogelijk het beschikbare m ateriaal gemobiliseerd en het gelukte zoodoende een dusdanig aantal oefeningen in te richten, dat daarm ede aan de meest dringende eischen werd tegemoet gekomen.
D e cursus heeft veel profijt gehad in de laatste jaren van het vervaardigen van geschikte apparatuur, w aarin veel origineels verw erkt is, aangegeven vooral door conservator H u y d ts , en munt niet alleen uit door beknoptheid, m aar tevens ook door vrij volledige aanpassing aan de nieuwere toepassingen van de radio-techniek.
De beschikbare toestellen hebben het samenstellen der meet- schakelingen ten zeerste vereenvoudigd, w at voor de studenten veel tijdbesparing m edebracht. H ieraan is ook nog tegemoet-
48
gekomen door bij den aanvang der oefeningen uitvoerige instruc
ties in den vorm van practicum bladen te verstrekken. Een en ander verhoogt de belangstelling der studenten van dezen cursus ten zeerste.
Terugkomend op den ontwikkelingsgang van het radio-labora- torium dient voorts melding gem aakt te worden van het feit, dat op den duur afzonderlijke subsidies voor het radio-labora- torium absoluut noodzakelijk bleven; deze hebben gemaakt, dat de aanschaffing van de noodige instrumenten en m aterialen kon plaats hebben.
Een verder verheugend feit was de welwillende tegem oet
koming van de radio-industrie'én, die verschillende zeer op prijs gestelde schenkingen deden.
Zoo werden van af 1921 met tusschenpoozen van de firma Telefunk en allerlei radio-m eetinstrum enten, m aterialen en radio- lampen ontvangen, terwijl een schenking uit het Hoogeschool- fonds de aanschaffing van een Reisz-microfoon mogelijk m aakte.
Een bij zondere vermelding verdient voorts de krachtige steun, die van de N. V. Phihps-Radio werd ondervonden. V an vrijwel al hare producten, zoowel zendlampen als andere fabrikaten mocht het radio-laboratorium in ruime mate exemplaren ontvangen.
Zoo voorzag de laatste ruime schenking van deze firma in februari 1. 1. in een groot tekort. Deze schenkingen zijn vooral daarom van zooveel belang, omdat door deze tegemoetkomingen de mogelijkheid van de uitbreiding van wetenschappelijke onder
zoekingen naast het onderwijs er zeer door bevorderd w ordt.
M et de gemelde subsidies was het nu mogelijk een deel van het tekort aan m eetinstrum enten aan te vullen, w aardoor tevens de mogelijkheid geschapen w erd om meer uitgebreide radio- technische metingen door 4de en 5de jaars studenten te laten
uitvoeren.
H et z.g. uitgebreide practicum is verplichtend gesteld voor de
genen, die op een radio-onderw erp afstudeeren. Evenwel blijkt ook onder de niet zuiver voor de radio-techniek geïnterresseerde studenten groote belangstelling voor dezen cursus te bestaan, zoodat slechts een deel van de aanvragen voor het volgen van dit practicum kan worden ingewilligd.
Behalve de moeilijkheid, dat voor deze soort oefeningen meer meetinstrumenten noodig zijn, w ordt hier ook langzamerhand sterk het gebrek aan ruimte gevoeld. V oor behoorlijke opstel
ling der meetschakeling is er te weinig plaats, terw ijl ook nog door den onderling geringen afstand der w erktafels de vers chil-
lende meetgroepen elkaar, ongewild hinderlijk, kunnen storen.
De beh oefte aan meer ruimte zal nog toenemen, als de oudere jaren der natuurkundige ingenieurs aan deze oefeningen zullen deelnemen. Gelukkig daarom, dat in een nabije toekom st daarin voorzien zal kunnen worden door de verhuizing der natuurkun
dige afdeeling uit ons laboratorium naar een nieuw gebouw.
De aanm aak van de nieuwe m eet-apparaten vordert in den laatsten tijd door de opgedane ervaring zeer snel.
N aast de gew aardeerde hulp van de instrumentmakerij, werd nog een kleine werkgelegenheid ingericht in het radio-laboratorium zelf en de instrum entm aker K o s te r in 1924 aangewezen voor het meer behulpzaam zijn bij de werkzaamheden.
Deze extra hulp m aakte het mogelijk om degenen, die bij hunne onderzoekingen in apparaten wijzigingen moesten aan
brengen of ki eine nieuwe onderdeden noodig hadden, op vlugge wijze te helpen.
D oor deze instelling is tevens, in verband met het zoo ge
makkelijke overleg, met geringe kosten een aantal ingewikkelde toestellen vervaardigd, waarm ede vele nieuwe onderzoekingen mogelijk werden.
Ten slotte moge gewezen worden op het feit, dat het radio- laboratorium steeds in connectie is geweest met andere af~
deelingen onzer Hoogeschool en laboratoria van verschillende universiteiten, aan welke trouw ens meermalen hulpmiddelen ter
leen konden worden verstrekt.
Voor een niet gering deel is dit zeker te danken aan den onvermoeiden ijver van den bovengenoemden conservator Ir. L.
II. M . H u y d ts , d ie zich op het gebied der radio-meettechniek, w aarin hij nu reeds zoovele jaren werkzaam is, naam verworven heeft, voorts ook aan het feit, dat door deze meettechniek allerlei toepassingen mogelijk zijn geworden, die van belang zijn voor
metingen op het gebied van andere takken van wetenschap.
Kn eindelijk moge hier nog dankbaar herdacht worden de tegemoetkomende houding van het H oofdbestuur der Posterijen en 1 elegrafie, dat steeds, w aar het tijdige zend-vergunningen go ia voor de oefeningen der studenten, de meest mogelijke mede- w e rk ing voor het verkrijgen er van verleende.
H et radio-laboratorium is een der jongste loten aan de Tech
nische Hoogeschool. H et zal in toenemende mate eene roeping te vervullen hebben, als onm isbaar bestanddeel van het onderwijs in de radio-telegrafie en -telefonie, een onderwijs, dat naar ik hoop den velen leden van het Radio-Genootschap, die te D elft
50
gestudeerd hebben, van eenig nut voor hun lateren w erkkring is geweest.
D at het Radio-Genootschap, dat zulk een belangrijke rol in het wetenschappelijk N ederland vervuld heeft in de 10 jaren van zijn bestaan de verdere evolutie van het onderwijs in de radio met belangstelling zal blijven volgen, is mijn vaste overtuiging.
Om gekeerd zullen in D elft alle voordrachten en publicaties van dit Genootschap ook in de toekom st steeds met veel belang
stelling worden gevolgd.
Den Haag, April 1920. C. L. VAN DER BILT.
O V E R M E T IN G E N O P R A D IO G E B IE D door
Prof. Dn Jhn G* J* Elias
Teneinde de wijze van voortplanting' van electromagnetische golven te bestudeeren, is het gewenscht te beschikken over system atisch waarnem ingsm ateriaal, w aaruit na, zooveel als doenlijk, statistische schifting, algemeene conclusies kunnen w or
den getrokken.
Om tot dit doel te geraken, w erd midden op een aan het Rijk toebehoorend open terrein in den W ippolder te D ellt, ter groote van 8 a 10 II.A., eene verticale antenne ter hoogte van 28 M. opgericht en daarbij een klein laboratorium van hout ópgetrokken. De masten der antenne zijn eveneens van hout, de tuien van touw. D oor dezen m aatregel en mede ten gevolge van den grooten afstand tot de omliggende gebouwen en boomen is eene vrijwel storingsvrije ontvangst gew aarborgd. De door deze antenne opgevangen electromagnetische golven worden toe
gevoerd aan een hoogfrequent versterker, w aarna de versterkte spanning, met behulp van een lam pvoltm eter w ordt gemeten.
De uitslag van het m eetinstrum ent (een ongevoeligen galvano
meter) w ordt fotografisch geregistreerd. Aangezien de, met be
hulp van eene constante spanning gecompenseerde, anodestroom van den lampvoltmeter langzaam verandert, verloopt ook de nulstand, hetgeen echter door tegenschakehng van twee trioden grootendeels is verholpen. Om den nulstand toch nog blijvend te controleeren w ordt de uitzending der electromagnetische gol
ven telkens gedurende korten tijd onderbroken.
M et behulp van deze inrichting w ordt de amplitudo van electromagnetische golven met eene golflengte van ongeveer 60 M . uitgezonden door een zender op nagenoeg 15 K.M . afstand geplaatst, gedurende 24 uur geregistreerd. Ofschoon deze con
tinue waarnemingen nog slechts in een beginstadium verkeeren, kan uit hetgeen in den loop van dit voorjaar is waargenomen,
52
reeds worden geconcludeerd, dat de amplitudo aan sterke schom
melingen onderhevig is. In den voormiddag tusschen 10 en 12 uur schijnt er een maximum te zijn, des nachts omstreeks 3 a 4 uur een minimum; [het is mogelijk, dat er meer dan één maxi
mum is. H et ligt in de bedoeling deze waarnemingen geregeld
\ oort te zetten, ook met andere golf lengten en met grootere afstanden van den zender'tot den ontvanger.
Alet behulp van eene substitutie-m ethode kan de stroomampli- tudo in de ontvangantenne ook in absolute m aat gemeten worden.
D aartoe w ordt een bekende hoogfrequente stroom gevoerd door een mductieven potentiom eter. De hiervan afgetakte spanning w erkt in eene stroom keten met een bekenden hoogen w eerstand, in welken keten tevens de zelf inductie is opgenomen, die ook op de ontvangantenne kan worden omgeschakeld en die de be~
ginspanmng van den versterker levert. O p deze wijze kan de antennestroom onmiddellijk worden vergeleken met een aan den hulpgenerator ontleenden stroom. H et spreekt vanzelf, dat de f i equentie in beide gevallen nauwkeurig dezelfde moet zijn.
De hier beschreven inrichting w erd o.a. gebruikt om bij de zonsverduistering op 9 Alei 1929 het verloop van de amplitudo na te gaan van de door enkele zenders in N ederlandsch Indië speciaal hiei van uitgezonden meetsignalen. O p deze wijze w erd voor de golven met eene golflengte van 24,7 M . (zender P.K .P.
te M edan) een duidelijk minimum ten tijde van de zoneclips geconstateerd.
H et ligt verder m het voornemen, tegelijk met de amplitudo
\ an den antennestroom , ook de richting van de ontvangen stra
ling te i egistreeren. Deze kan worden afgeleid uit het phase-
\ ei schil van twee stroomen, die worden opgewekt in twree vamen, op zekeren afstand van elkaar verwijderd. Deze metingen bevinden zich nog in een stadium van voorbereiding.
G. J. E L I AS.
T IE N JA R E N R A D IO -O N T W IK K E L IN G IN H E T N A T U U R K U N D IG L A B O R A T O R IU M D E R N. V.
P H IL IP S ’ G L O E IL A M P E N F A B R IE K E N EN D E R N. V. P H IL IP S ’ R A D IO
Prof* Dn G* Holst
en doorDn Balth* van der Pol
De laatste tien jaren hebben in bijna alle gebieden van de radio groote veranderingen gebracht. M en kan zeggen, dat in dien tijd de ontwikkeling van de triode de ontwikkeling van de geheele radio beheerschte.
Indien wij een ontvanglamp van heden met een van 10 jaar geleden vergelijken, dan kunnen wij vooreerst daarbij op de kathode letten.
Tien jaar geleden bestond deze vrijwel uitsluitend uit een wolf- raam draad, die op hooge tem peratuur gloei de. Bij een levensduur van 300 — 400 uur kon men een electronen-stroom van ongeveer 4 — 5 mA. voor 1 W a tt gloei-energie verkrijgen. M en w ist reeds, dat er betere electronen emitteerende stoffen w aren dan W olf
raam en dat hiertoe de oxyden der aardalkaliën behoorden en bijv. ook thorium, doch goede fabricatie-m ethoden, om hieruit gloeikathoden te maken, kende men eigenlijk nog niet. O veral we rd aan het probleem der electronen-emissie gew erkt en zoo verschenen dan ook spoedig de eerste thoriumlampen met 20 — 25 mA./AVatt bij langen levensduur. N iet heel veel later kwamen de ox\d-draden, waarbij men 100—125 m A ./W att kan bereiken.
H et gloeistroomverbruik werd op 4 V., 60 mA. teruggebracht, de max. emissie werd tot 20—25 mA. opgevoerd.
Toch was ook hiermede met het probleem van den gloeidraad opgelost. De voeding met accu’s of droge elementen bleef een groot bezw aar voor algemeene invoering van toestellen in de huiskamer. O m streeks 1927 gelukte het, lampen met indirect ver
hitte kathoden op grooten schaal te vervaardigen. Gelijktijdig bereikten de apparaten, door middel w aarvan de anodespan- ning uit het net kon worden betrokken een zoodanige trap van
54
volmaking, dat de mogelijkheid gegeven was om toestellen te vervaardigen, die direct aan het wisselstroom net konden w or
den aangesloten. Daarm ede w as dit onderzoek over de em itters tot een zekere afsluiting gekomen. M en kan nog wel verbete
ringen in deze gloeikathoden aanbrengen, doch het ziet er naar uit of groote besparingen in m A ./W att niet meer te be
reiken zijn, althans in vacuum.
Al vroeg bleek, en later werd meer en meer bevestigd ge
vonden, dat het niet mogelijk was, één universeele ontvangtriode te construeeren, die alle functies in een ontvanger: hoogf requent versterking, detectie, laagfrequent versterking, eindversterking, evengoed kon vertegenwoordigen. Integendeel, speciale trioden werden ontworpen, die bij uitstek geschikt waren, één van die functies te verrichten. D aarbij w erd het ook al vroeg duidelijk, dat de studie van trioden op zichzelf niet op bevredigende wijze kon geschieden, m aar dat een onderzoek van de ketens, w aaraan zij energie afleverden, noodzakelijk was. Dn hiermede moest een aanzien lijk d eel van de hoogfrequentie en audioirequentie-m eet- techniek worden ontwikkeld, omdat alleen op de basis van be
trouw bare numerieke gegevens een logische vervolmaking van de ontvang- en zendtechniek mogelijk was. U itvoerig w erd daartoe, zoowel theoretisch als experimenteel, de combinatie van de trioden met hunne ketens bestudeerd en de gunstigste w aarden voor versterkingsfactor en steilheid afgeleid, en thans, na 10 jaar, is men zoo ver, dat een radio-ontvanger, evenals dat met andere electrotechnische apparaten het geval is, vooruit berekend kan worden, w anneer bijv. de vereischte gevoeligheid, de selectiviteit en de maximale output gegeven zijn. Een nieuwe tak van de electrotechniek heeft in de verloopen 10 jaar der
halve een gezonde numerieke basis verkregen. V oorts is ge
bleken, dat het noodzakelijk was, behalve trioden en dioden ook tetroden en penthoden te ontwikkelen, welke onderling evenver uiteenloopende eigenschappen bezitten als bijv. een serie- en shunt-motor. En evenals bij deze laatsten vooruit hun karak
teristiek kan worden berekend, kan dit ook geschieden bij een nieuw ontw erp van een radiolamp, hetzij het een ontvanglamp dan wel een zendlamp betreft.
H et eindvermogen van de toestellen w erd voorts meer en meer opgevoerd, evenals de eischen aan de muzikale prestaties daarvan. Terwijl in 1920 nog vrijwel alle luidsprekers tot het nu uitgestorven type der hoornluidsprekers behoorden, die hun gevoeligheid dankten aan één uitgesproken resonantie in het
midden van het muzikale spectrum, doch hooge en lage tonen niet goed weergaven, is men er steeds meer toe overgegaan, luidsprekers te construeeren, die over het geheele toongebied een gelijkmatige geluidsweergave leveren. D it werd verkregen bij den electrodynam isehe luidspreker door twee resonanties, één hoog- en één laagliggend zoodanig, dat de gevoeligheid over een tamelijk groot gebied constant is. D aarnaast is de electro- dvnamische luidspreker, die geen resonanties vertoont en die op het oogenblik het meest geschikte hulpmiddel is om electrische in acoustische energie om te zetten, ontwikkeld geworden.
Ook op het gebied van zenders zag zich in het verloopen decen
nium een snelle en intensieve ontwikkeling voltrekken. H et ver
mogen der grootste zendtrioden werd van ongeveer 2 K .W . tot 20—100 K .W . opgevoerd. D at was mogelijk geworden door de anode niet langer in de glasballon te plaatsen, m aar deze er aan te smelten en de metalen anode van w aterkoeling te voorzien. Voor deze watergekoelde trioden werden viijwel gelijktijdig 3 verschillende oplossingen gegeven, een doorde W e s- te r n E le c tr ic Co., één doorde G e n e r a l E le c tr ic Co., en één door P h ilip s . De anode der W . E. lamp bestond uit zuivei koper en was aan het glas vastgesm olten; de G. E. gebruikte
een verkoperde ïjzernikkel ring voor de aansmelting, terwijl bij P h ilip s van het toen reeds in Röntgenbuizen gebruikte chroom- ijzer gebruik gem aakt werd. P h ilip s w as in Europa de eerste, die watergekoelde trioden vervaardigde en vele der eerste proei- nemingen der groote seinmaatschappijen met korte golven en groote vermogens hebben met Philips zendlampen plaats ge
vonden.
Bij de zendtrioden gebruikt men nog steeds W oliraam voor de emissie. Slechts bij de kleine typen is het gelukt, Fhorium of oxyden te gebruiken. De thoriumlampen zijn buitengewoon gevoelig voor gasresten en verhezen vaak hun emissie. De oxyddraden zijn in dit opzicht veel beter, doch hebben het be
zw aar, dat het rooster door het daarop verdam pte oxyd vaak een groote secundaire emissie gaat vertoonen. P h ilip s heelt nog zeer uitvoerige proefnemingen verricht om te probeeren of H af mum voor dit doel bruikbaar was. Deze leidden echter niet tot positieve resultaten.
Toen het bleek, dat de door de natuur ter onzer beschikking gestelde „kabel”, welke Kenndiy-Hcavlóic)e laag heet, en die een schijnbare di'ëlectrische constante bezit, welke in tegenstelling met alle transmissiemedia hier kleiner dan de eenheid is, en
56
dientengevolge voortreffelijke transm issie-eigenschappen bezit voor zeer korte golven, moest de zendtechniek voor een deel geheel worden herzien, en daarbij doken tal van nieuwe moei
lijkheden op. Kleine capaciteits-co’ëfficienten, w aarvan men in de langegoll techniek niet sprak, bleken hier een belangrijken invloed uit te oefenen en onverw acht groote diëlectrische ver
liezen deden zich soms bij deze hooge frequenties voor.
Idet laboratorium te Eindhoven is er als eerste in geslaagd, een radio-lelel onische gemeenschap met de koloniën te bew erk
stelligen, terwijl kort daarna de Rijks Radio D ienst de eerste commercieele Radiotelephonie verbinding over een dergelijken afstand tot stad bracht.
13e heruitzending van Am erikaansche program m a1 s is nu ook mogelijk geworden en alleen is het jammer, dat de bovenee- noemde door de natuur ons gegeven „kabek soms door mag- netische stormen storingen vertoont, die niet door technici direct kunnen worden hersteld. Gelukkig is deze „kabel” „selfhealine”O en herstellen deze „kabelstoringen zich autom atisch.
O pm erkingsw aard is het verder, dat onder omstandigheden deze „kabel „looptijden van signalen geeft van de orde van meerdere seconden, een verschijnsel, dat verdere studie over
w aard is.
H et probleem van de storingen bij radio-ontvangst door machi
nes, tram s en oscilleerende ontvangers, is thans in onderzoek en het is zeker, dat veel in deze richting verbeterd kan worden.
Bestrijding van de storing aan de bron bleek daarbij wel nood
zakelijk, omdat een ontvangantenne geen onderscheid kan maken tusschen een golf al komstig van een zender met een officieele zendvergunning, en een goll van geheel dezelfde frequentie, doch uitgezonden door een vonkende m otor zonder zendlicentie.
De snelle ontwikkeling van de radiotechniek in de laatste 10 jaar w as slechts mogelijk door een innige samenwerking van expei imenteele meettechniek en theoretische beschouwingen.
Enkele problemen werden het best experimenteel aangepakt, andei e gaven meer uitzicht op een volledige oplossing, w anneer de mathematische anafyse daartoe te hulp w erd geroepen. En een diepergaande algemeene studie van deze problemen leidde soms tot onverwachte toepassingen op geheel andere gebieden, zooals physiologie en biologie, w aaruit wederom blijkt, hoe vaak zeei uiteenloopende verschijnselen door de wiskunde worden samengebonden.
W ij hopen, dat bij een volgend jubileum van het Nederlandse b
57
Radio Genootschap
de geschiedschrijver weer in staat zal zijn te vertellen, dat de wetenschap en de techniek gedurende die periode wederom zoover zijn vooruitgegaan, dat van de hulpmiddelen, welke wij op het oogenblik tot de beste rekenen, nog slechts een ondergeschikt gebruik gemaakt wordt.
Eindhoven, Al ei 1950.
.*
■
H E T N E D E R L A N D S C H R A D IO -G E N O O T S C H A P EN D E IN D U S T R IE
A* Dubois
doorD oordat de Radiotechniek zich aanvankelijk geheel in het Buitenland ontwikkeld had, kende ons land, althans tot aan den wereldoorlog, dit nieuwe verkeersm iddel uitsluitend in den vorm van exploitatie. M et uitsluiting van den Rijkstelegraafdienst te Scheveningen en later die van onze Koloniën werd aan een consti uc- tie in eigen land geen aandacht besteed, hoewel reeds in exploita- tieven zin een zeer algemeen gebruik van de Radio \\ ei d ge
m aakt. De onmogelijkheid om, tijdens den oorlog in de voor den dienst benoodigde apparaten, door aankoop in hel buitenland te voorzien, deed echter een eerste poging ontstaan tot eigen aan
bouw, w aaruit zich geleidelijk een eigen industrie ontwikkelde.
H et spreekt nu wel van zelf, dat ën door het aanvankelijk scepticisme der gebruikers ën door het gebrek aan ervaring de eigen industrie een zware tijd doorm aakte.
Ernstig werd gevoeld het gemis aan een mogelijkheid om de vervaardigde producten, door een eigen exploitatie te beproe\ en en te vervolmaken. Alleen een nauw contact met de gebruiker s kon hier — althans eenigermate — corrigeerend optreden, lie t is nu naar mijne meening een der grootste verdiensten van het N ederlandsche Radio Genootschap, dat het erin geslaagd is om in belangrijke mate dit contact tot stand te brengen.
De vele voordrachten in ons Genootschap gehouden, moeten er toch toe bijgedragen hebben om alom bij belangstellenden den indruk te wekken dat N ederland in steeds toenemende mate bezig is, zelfstandig mede te werken aan de problemen der Radiotelegrafie en zonder daarbij het contact met de buiten
wereld te verliezen, zich in staat getoond heelt op eigen wieken te drijven.
Hilversum. A. DUBOIS.
i
UITTREKSELS DER
VERSCHENEN ARTIKELEN
*
.
.
1
-
1
.
«IHiî >4 H e
:*> .
h-:'.
Dr. BALTH. VAN DER POL
( 17oor zitier N. R. G.)
D E A M P L IT U D E V A N V R IJE EN G E D W O N G E N T R IO D E T R IL L IN G E N
Dr. Balth. van der Pol
door (1, 3, 1920).W anneer men de kromming van een triode karakteristiek in beschouwing neemt, voert een enkelvoudig teruggekoppeld systeem tot de volgende vergelijking:
• • • ƒ
C v - t y j ( v ) . v -\- — v = o/ v
...(1)
w aarin de functie ip (v) bepaald w ordt door den graad van terugkoppeling, den w eerstand van den trillingskring en de karak
teristiek van de triode.
Een benadering van deze functie w ordt gegeven door de uit
drukking :
tp (;,) = — a' + 2 P' V + J y 'V * ...(2) Uitgegaan w ordt van de uitdrukkingen (1) en (2), w aarin
\p (v) de dimensie van een conductantie heeft. Deze w eerstand is dus afhankelijk van de momenteele w aarde der amplitude.
Substitutie van (2) en (1) geeft
<' + (—
a 2 ft v-|-
? y v~) v+ co2
v=
o. . . (3)
met i
C L en /
W anneer in de uitdrukking (3) a positief gekozen w ordt, be- teekent dit dus, dat de w eerstand van het systeem voor kleine amplituden negatief is. De w aarde van dezen w eerstand ver
andert evenwel gedurende het aangroeien der oscillaties.
W a t de tweede term (met de coëfficiënt 2 fi) in de uitdruk
king (2) voor de conductantie betreft, deze levert in eerste be
nadering een kleine frequentie-correctie. De derde term (die met de coëfficiënt J y) definieert de am plitude der trillingen.
66
Als oplossing van (1), w at betreit het aangroeien der oscil
laties tot een constante eindw aarde vindt men de uitdrukking .. sin (co / + op)
l/ \ I + Cx 1 r ~ at c
w aarin Ct en cp integratie-constanten voorstellen. Voor de sta
biele eindamplitude vindt men derhalve
onder de voorw aarde dat or « œ2, d.w.z. dat het logarithmische aanvangs-increm ent klein is.
L 'A M P L IT U D E D E S O S C IL L A T IO N S D E T R IO D E L IB R E S ET F O R C É E S ,
Dr* Balth* van der Pol
par (1, 3, 1920).En prenant en considération la courbure de la caractéris
tique d'une lampe triode, un système simplement accouplé en réaction mène à l'équation:
_ • • • /
C 71 -J- yj (zj) . 7j —|——- / v7')= o . . . (1) dont la fonction ip (o) est définie par le degré de réaction, la résistance du circuit oscillateur et de la caractéristique du triode.
Une approxim ation de cette fonction est donnée par l'expression :
ip ( ' " ) — — ° " T 2 P v 3 y v~ ... (
2
)Il sort des expressions (1) et (2) que ip (v) a la dimension d ’une conductance; et que cette conductance dépend de l'am pli
tude instantanée.
La substitution de (2) dans (1) donne
v (— a 4- 2 {3 v -f- J y v2) v -f- co2 v = o . . . (3) avec
En choisissant dans l'expression (3) a positif, cela signifie donc que la résistance du système est négative pour des oscillations très faibles. La valeur de cette résistance se modifie néanmoins pendant l'accroissem ent des oscillations.
Le deuxième terme dans l'expression (2) pour la conductance (avec le coefficient 2 fi) ne donne qu' une correction de fréquence en première approximation, pendant que le troisième terme (celui avec le coefficient J y) définit l'am plitude des oscillations.
Pour la solution de (1) pour l'accroissem ent des oscillations à une amplitude finale constante, on trouve l'expression :
v — . s in (co / + cp)
dont Cx et (p sont des constantes d'intégration. O n trouve donc de cette manière pour l'am plitude finale stabile
avec la condition que «2<y^co2, c.a.d. que 1 incrément initial d'accrochage soit petit.
T R IL L IN G S H Y S T E R E S IS BI] E E N TR I O D E G E N E R A T O R M E T T W E E G R A D E N V A N V R IJH E ID
Di\ Balth* van der Pol
door (1, 125, 1921).Een systeem, met tw ee graden van vrijheid, bestaande uit een een niet lineairen w eerstand bevattenden prim airen kring, ge
koppeld met een secundairen kring, welke een lineaire w eerstand bevat (als in een zender met tusschenkring) w ordt voorgesteld door het volgende stelsel simultane vergelijkingen:
• • •
ui + W (*']) • V1 + «h3 v\ + *1 «>]s = 0 I ^ vi
+
a2 Vo+
u>3~ v2+
k2 co, 3fj = o j
waarbij nog
V (v\) = -« + 2 T'] \ ~ De analyse toont aan, dat voor
een zeifc)e stel parameters twee trilt inqs moge tijk heden
bestaan.D oor de stabiliteit in beschouwing te nemen, leidt men uit (1) af, dat de wijze w aarop de param eters worden ingesteld, beslissend is voor de vraag, welke van de twee trillingswijzen zal optreden, O ok m etastabiele trillingsvormen blijken mogelijk te zijn.
D aardoor laat zich het verschijnsel, in Duitschland bekend onder den naam van
„Ziehen”
, verklaren.H Y S T E R È S E D ’O S C IL L A T IO N S D ’U N E G É N É R A T R IC E À T R IO D E A V E C D E U X D E G R É ’S D E
L IB E R T É
Dr, Balth* van der Pol
par (1, 125, 1921).Un système avec deux degrés de liberté dont le circuit pri
maire contient une résistance non-linéaire, et dont le circuit secondaire, accouplé avec le circuit primaire, contient une résis
tance linéaire (comme dans un transm etteur avec circuit inter
médiaire), est représenté par le système d'équations simultanées :
avec
• • •
T'i • • ~\~ W (r'i) d" ' • v \ “b 'm v ü = 0
?;2 d- a2 V2 d- œ22 7'2 d" ^2 œ22 V1 ~ 0 w (‘;i) — — ° + 2 ft v\ + 3 y v\J
L'analyse démontre que pour une même répartition de paramè
tres, deux modes d’ose it ta Lions sont possibles (les oscillations de couplage). P ar un raisonnem ent sur la stabilité on déduit de (1) que la manière dont on arrive à la répartition des para
mètres est décisive pour la question laquelle des deux oscillations se présentera. Aussi des oscillations m étastabiles paraissent possibles. P ar ceci le phénomène, appelé „Ziehen" en Allemagne, est expliqué.
H E T E L E C T R O S T A T IS C H V E L D V A N E E N T R IO D E
Di\ Balthu van der Pol
door (2, 53, 1924).E 1 i a s toonde aan (T. v. h. N. R. G. 2, 23, 1923) dat de ,,Durch- griff” van een triode, bevattende een cylindrische anode en een uit aequidistante ringen gevormd rooster w ordt:
D = A I2 lo£ IA1 R/vo w aarin :
R = straal anode, R0 = straal rooster, / = spoed rooster
q0 = straal rooster draden en
2 71 n o0
— 7
t'
M en kan deze reeks sommeeren.
M en vindt dan voor D
! 2 n R ()i/
2 TCI
Een soortgelijke uitdrukking vonden J. J. T h o m s o n , v o n L a u e en A b r a h a m voor een triode met een rooster gevormd uit een aantal, aan den gloeidraad evenwijdig loopende, staven op de hoekpunten van een regelmatigen veelhoek aangebracht.
D e formules gaan geheel in elkander over, w anneer de afstanden der staven, gemeten aan den roostercirkel, gelijk zijn aan de afstanden der roosterringen van E li as.
De volgende praktische stelling ligt hierbij voor de hand : W anneer men een bepaalde lengte draad homogeen (of dus in den vorm van een helix, of in den vorm van een net, of in den