LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 1
Correctiebladen werkbladen bij thema de school: dag 1
Naam: . . .
1. Lezen en overschrijven:
de pen de pen
het boek het boek
de map de map
de leerling de leerling de meester de meester
2. Invullen:
Dit is de meester.
Dit is de leerling.
Dit is de pen.
Dit is de map.
Dit is het boek.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 3
3. Lezen en overschrijven:
het papier het papier
het kleurpotlood het kleurpotlood
de liniaal de liniaal
de juf de juf
de groep de groep
4. Invullen:
Dit is de liniaal.
Dit is de juf.
Dit is het kleurpotlood.
Dit is het papier.
Dit is de groep.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 5
5. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de pen het potlood de map
.
het potlood het boek de liniaal
de juf de meester de leerling
de leerling de meester de juf
de map het boek het papier
de leerling de groep de meester
de liniaal
het kleurpotlood het papier
de pen het boek de map de leerling
de groep de meester
de pen
het kleurpotlood het papier
6. Invullen de of het:
de pen het kleurpotlood de juf de leerling
de map de meester de liniaal de groep
het boek het papier
7. Overschrijven en invullen:
Is dit de juf? Ja, dit is de juf.
Is dit de juf? Ja, dit is de juf.
Is dit de pen? Ja, dit is de pen.
Is dit de pen? Ja, dit is de pen.
Is dit het papier? Ja, dit is het papier.
Is dit het papier? Ja, dit is het papier.
Is dit het boek? Ja, dit is het boek.
Is dit het boek? Ja, dit is het boek.
8. Overschrijven en invullen:
Is dit de map? Is dit de map?
Nee, dit is het boek
Is dit de pen? Is dit de pen?
Nee, dit is het potlood.
Is dit het potlood? Is dit het potlood?
Nee, dit is het papier.
Is dit de meester? Is dit de meester?
Nee, dit is de juf.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 7
9. Invullen:
Is dit de map?
Ja, dit is de map.
Is dit het papier?
Ja, dit is het papier.
Is dit de leerling?
Nee, dit is de meester.
Is dit de liniaal?
Nee, dit is de schaar.
Is dit de groep?
Ja, dit is de groep.
10. Zoek 5 woorden:
gkjtboekkswpendhlpmsngroepmdndubabzpotloodmfnzzndbwljufmlpv 1. boek
2. pen 3. groep 4. potlood 5. juf
11. Letters invullen:
de pe n het potl oo d de m eester
de ju f het b oe k de l eerling
de ma n de gr oe p het p apier
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 9
12. Maak de rijtjes af:
pakken wijzen leren
ik pak ik wijs ik leer
jij pakt jij wijst jij leert
hij pakt hij wijst hij leert
zij pakt zij wijst zij leert
zitten schrijven lezen
ik zit ik schrijf ik lees
jij zit jij schrijft jij leest
hij zit hij schrijft hij leest
zij zit zij schrijft zij leest
Correctiebladen werkbladen bij thema de school: dag 2
Naam: . . .
1. Lezen en overschrijven:
de deur de deur
het lokaal het lokaal
de lamp de lamp
de tafel de tafel
de stoel de stoel
het schoolplein het schoolplein
de sportzaal de sportzaal
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 11
de kast de kast
de muur de muur
het raam het raam
2. Invullen:
Dit is het lokaal.
Dit is het schoolplein.
Dit is de kast.
Dit is de tafel.
Dit is de sportzaal.
Dit is de stoel.
Dit is de muur.
Dit is de deur.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 13
Dit is het raam.
Dit is de lamp.
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de stoel de tafel de kast
het plafond het raam de vloer
de deur de vloer de muur
de lamp de muur de stoel
de sportzaal het schoolplein het lokaal
de tafel de deur de lamp
de stoel
het schoolplein de kast
de tafel het raam de muur de vloer
de muur het plafond
de sportzaal het
schoolgebouw het schoolplein
4. Invullen de of het:
de kast het schoolplein de stoel
het raam de muur de tafel de lamp
het lokaal de deur de sportzaal
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 15
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit de kast? Ja, dit is de kast.
Is dit de deur?
Ja, dit is de deur.
Is dit het schoolplein?
Ja, dit is het schoolplein.
Is dit het lokaal?
Ja, dit is het lokaal.
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit de stoel? Nee, dit is de stoel niet.
Is dit de sportzaal?
Nee, dit is de sportzaal niet.
Is dit het raam?
Nee, dit is het raam niet.
Is dit de muur?
Nee, dit is de muur niet.
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit de lamp?
Ja, dit is de lamp.
Is dit het schoolgebouw?
Ja, dit is het schoolgebouw.
Is dit de vloer?
Nee, dit is de vloer niet.
Is dit de tafel?
Nee, dit is de tafel niet.
Is dit het lokaal?
Ja, dit is het lokaal.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 17
8. Zoek 5 woorden:
gkastjtbkkstoelwpndhlpmsnglamppmdndubabzdeurmfnzzndbwlschoolpleinmlp 1. kast
2. stoel 3. lamp 4. deur
5. schoolplein
9. Letters invullen:
de deu r het r aa m de s portzaal het lokaa l de m uu r de l amp de tafe l de vl oe r de k ast
10. Maak de rijtjes af:
pakken wijzen leren
ik pak ik wijs ik leer
jij pakt jij wijst jij leert
hij pakt hij wijst hij leert
zij pakt zij wijst zij leert
wij pakken wij wijzen wij leren
jullie pakken jullie wijzen jullie leren
zij pakken zij wijzen zij leren
zitten schrijven lezen
ik zit ik schrijf ik lees
jij zit jij schrijft jij leest
hij zit hij schrijft hij leest
zij zit zij schrijft zij leest
Wij zitten wij schrijven wij lezen
jullie zitten jullie schrijven jullie lezen
zij zitten zij schrijven zij lezen
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 19
Correctiebladen werkbladen bij thema de school: dag 3
Naam: . . .
1. Lezen en overschrijven:
de kapstok de kapstok
het wc-papier het wc-papier
de schooltas de schooltas
de verwarming de verwarming
de bureaustoel de bureaustoel
het kantoor het kantoor
de keuken de keuken
de gang de gang
de vensterbank de vensterbank
de sleutel de sleutel
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 21
2. Invullen:
Dit is het bureau.
Dit is de wc.
Dit is de sleutel.
Dit is de schooltas.
Dit is de verwarming.
Dit is het wc-papier.
Dit is de bureaustoel.
Dit is de vensterbank.
Dit is de gang.
Dit is de kapstok.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 23
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de sleutel de gang de kapstok
het bureau het kantoor de bureaustoel
de gang de wc de keuken
de kapstok de vensterbank de verwarming
de wastafel het wc-papier het bureau
de kapstok de schooltas het kantoor
de gang het kantoor de sleutel
de gang de wastafel de wc de verwarming
de vensterbank de wastafel
de keuken het kantoor de wastafel
4. Invullen de of het:
de wc het wc-papier het kantoor de bureaustoel de schooltas de keuken de vensterbank de kapstok de wastafel de sleutel
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit een kapstok? Ja, dit is een kapstok.
Is dit een wc?
Ja, dit is een wc.
Is dit een wastafel?
Ja, dit is een wastafel
Is dit een sleutel?
Ja, dit is een sleutel.
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit een vensterbank? Nee, dit is geen vensterbank.
Is dit een bureaustoel?
Nee, dit is geen bureaustoel.
Is dit een verwarming?
Nee, dit is geen verwarming.
Is dit een schooltas?
Nee, dit is geen schooltas.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 25
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit een kantoor?
Ja, dit is een kantoor.
Is dit een wc?
Ja, dit is een wc.
Is dit een keuken?
Nee, dit is geen keuken.
Is dit een bureau?
Nee, dit is geen bureau.
Is dit een vensterbank?
Ja, dit is een vensterbank.
8. Zoek 5 woorden:
gjtbkkapstokswpwcdhlpkantoormsngpgangmdndubabzmfnzschooltaszndbwlml 1. kapstok
2. wc 3. kantoor 4. gang 5. schooltas
9. Letters invullen:
de kapsto k het wc-pap ie r de v ensterbank het burea u de k eu ken de g ang
de w c de sl eu tel het k antoor
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 27
10. Invullen: ik kleur - kleuren Ik pak - pakken
Ik lees - lezen Ik teken - tekenen Ik zit - zitten Ik leer - leren Ik wijs - wijzen Ik schrijf - schrijven Ik sta - staan
11. Invullen: kleuren - hij kleurt Lezen - hij kleurt
Leren - hij leert Pakken - hij pakt Wijzen - hij wijst Staan - hij staat Tekenen - hij tekent Zitten - hij zit Schrijven - hij schrijft
Correctiebladen werkbladen bij thema de school: dag 4
Naam: . . .
1. Lezen en overschrijven:
de prullenbak de prullenbak
het plakband het plakband
de agenda de agenda
de klok de klok
de tekening de tekening
het stopcontact het stopcontact
de stift de stift
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 29
de slijper de slijper
de toets de toets
het bord het bord
2. Invullen:
Dit is de schakelaar.
Dit is de lijm/ de plakstift.
Dit is de computer.
Dit is de agenda.
Dit is de toets.
Dit is de prullenbak.
Dit is de tekening.
Dit is de klok.
Dit is het plakband.
Dit is de stift.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 31
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de toets de klok het bord
het plakband het stopcontact de prullenbak de agenda
de lijm de slijper
het stopcontact de schakelaar de tekening
de tekening de toets het bord
de prullenbak de agenda de computer de lijm
het bord de toets
de lijm de plakstift het plakband
de stift de lijm de toets
de toets de tekening de agenda
4. Invullen de of het:
de klok de prullenbak het stopcontact de agenda
het bord de stift de toets de tekening
het plakband de slijper
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit een agenda?
Ja, dit is een agenda.
Is dit een klok?
Nee, dit is geen klok.
Dit is een bord.
Is dit het stopcontact?
Ja, dit is het stopcontact.
Is dit de stift?
Nee, dit is de stift niet.
Dit is de plakstift.
Is dit een toets?
Ja, dit is een toets.
Is dit de prullenbak?
Nee, dit is de prullenbak niet.
Dit is de schakelaar.
Is dit de lijm?
Nee, dit is de lijm niet.
Nee, dit is het plakband.
Is dit een computer?
Nee, dit is geen computer.
Nee, dit is een prullenbak.
Is dit het bord?
Nee, dit is het bord niet.
Nee, dit is de slijper.
Is dit de tekening?
Ja, dit is de tekening.
LOWAN-vo startpakket NT2 Correctiebladen Werkbladen thema 1 Pagina 33
6. Zoek 5 woorden:
wtbklokkswpwcomputerdhlmsnstiftgmagendadndubabzstopcontactmfnzzndb 1. klok
2. computer 3. stift 4. agenda 5. stopcontact
7. Letters invullen:
de kapsto k de sl ij per de c omputer de agend a de l ij m de t ekening
de klo k de t oe ts het b ord
8. Invullen:
pakken De juf pakt de toets.
tekenen De meester tekent op het bord.
schrijven Ik schrijf in de map.
lezen Hij leest het boek.
leren Jij leert de woorden.
wijzen naar De leerling wijst naar het raam.
staan De prullenbak staat naast de deur.
zitten Ik zit op de stoel.
pakken Jij pakt het kleurpotlood.
leren Ik leer Nederlands.
schrijven De meester schrijft op het bord.
staan De stoel staat voor de kast.
tekenen De leerling tekent met de stift.
wijzen naar Ik wijs naar de klok.
lezen De juf leest de toets.