1 Een nieuw huis Woordpakket 1a

1 Een nieuw huis

Woordpakket 1a

koers brug wesp heks glas

broer greep blik brief kans

bloem lamp als bril lift

bruin munt bont broek mens

Woordpakket 1b

groen groep kreet knop klok

knaap knoop groet knie kraan

nest kust juist mist

haast kast mest

muts fiets rits

Woordpakket 1c

grens start

sport glans

broers plaats

kwart prent

krans

klap kruis kruk

preek proef plus

plan ploeg traag

trap troon

Woordpakket 1a, 1b, 1c

1 broers sport kruk trap troon 2 groen

plaats prent bril traag

2 Wat word jij later?

Woordpakket 2a

spreek elf balk halm hulp

struik half welk kalm tulp

streek wolf volk helm

straat kelk

straf stroom strak straks

Woordpakket 2b

1 dwerg berm turf

jurk harp park

kern erf dorp

zorg warm sterk

doorn slurf vorm

2 vaart vorm vals vast vent vlag

Woordpakket 2c

1 fijn fles flink

fors film feest

fluit fris fruit

vlees vlek

vloer vroeg vuist

vlieg vijf vlug

vloot vlot vraag

2 vlug vlek

feest vuist

fluit flink

Woordpakket 2a, 2b, 2c

dorp park tulp

vlees warm slurf

jurk vlek wolf sterk

berm fles fruit

3 Ik houd van de herfst

Woordpakket 3a

borst dorst kunst

arts komst liefst

dienst

schrift schrik schroef

schat schuur

schoon schets schijn schot scherm schuin schelp scherp

Woordpakket 3b

1 fraai saai hooi dooi boei sproei

kraai taai nooit mooi groei vloei

2 stof stuk winst oogst storm

Woordpakket 3c

1 slaap stem zaak zelfs

stoel stoet zalf ziel

smaak steel zalm zwart

stil soort zee zweep

soms stam zelf zweet

2 slaap stam

zwart zweep

zelf zalm

soms stem

Woordpakket 3a, 3b, 3c

korst schat bloei

borst schelp groei

dorst scherm sproei

worst schijn vloei

4 Een echte schrijver

Woordpakket 4a

angst klaar klank

sprong laars links

streng snaar pink

ingang staart dankbaar

wang kaars drank

kring dankbaar

langs zwaar

slang kaart

Woordpakket 4b

zeer alweer

voorkant daarom

eerst vooruit

koorts duw

vooraan daarvoor

oorlog voordeel

spaarpot voornaam

schaar / schuw voorjaar

raar / ruw kantoor

Woordpakket 4c

1 kieuw beurs geeuw

nieuw beurt leeuw

nieuwe kleur meeuw

nieuws voordeur sneeuw

opnieuw voorkeur sneeuwpop

2 huur stuur buurt

kieuw beurt puur

geeuw meeuw beurs

Woordpakket 4a, 4b, 4c

1 beurs 6 kieuw Van boven

2 snaar 7 pink naar beneden

3 ingang 8 buurt lees je:

4 heer 9 meeuw brievenbus

5 voorjaar 10 spaarpot

5 De foto’s uit je leven

Woordpakket 5a

sein einde

ach achter

meisje jacht

kleine echt

paleis pech

eind klacht

bocht keizer

dicht toch

eigen lach

zich knecht

Woordpakket 5b

1 kracht zacht macht wacht

plicht zicht nicht uitzicht

vlucht vrucht zucht

vocht tocht

slecht 2 bende

je de enkel honger engel

Woordpakket 5c

1 blauw klauw au

flauw nauw saus

gauw pauw paus

2 vinger moeder ze woede jongen we

kleuter ronde winkel te tante

Woordpakket 5a, 5b, 5c

paleis moeder flauw woede blauw

dicht jongen vocht gauw au

pech kleuter tante vinger fietsje

6 Luna krijgt een broertje

Woordpakket 6a

(woorden met ij moeten blauw zijn gekleurd)

bijbel gordijn kwijt opzij

ijzer partij pijn ijver

blijk grijs gelijk pijp

(woorden met ou moeten rood zijn gekleurd)

kou nou koude jou

ouder hout zout oude

Woordpakket 6b

prijs bouw

gebruik gebouw gedrag rijk

jouw rijtuig

gehoor geluk

mouw spijt

voorbij geloof

touw gemeen

trouw vrij

wijk vrouw

Woordpakket 6c

bestaan bestek gevaar geweer gevoel gezin 2 bedrijf

bezoek beroep

Woordpakket 6a, 6b, 6c

geluk ijzer gevaar

vrouw jou zout

grijs ouder vrij

7 Een worteltje?

Woordpakket 7a

vee ree

pakje drankje

nee twee

poosje slee

mee ijsje

neefje zusje daarmee fee

huisje ermee

snee boekje

briefje tree

Woordpakket 7b

filmpje kaarsje rijmpje huisje armpje muurtje riempje kraampje

2 grapje bloempje zoontje

bootje duimpje muurtje

potje wormpje diertje

Woordpakket 7c

1 beertje kooitje vrouwtje broertje kroontje

kleurtje schuurtje

2 bord tand hond

dood beeld brood

paard woord baard

vriend maand gezond

Woordpakket 7a, 7b, 7c

beertje kooitje hond tand snee vee

boompje vrouwtje baard vriend fee twee

kleurtje bloempje gezond woord tree ermee

8 Bang voor water

Woordpakket 8a

bad breed morgen

boord blad minder

mond draad persoon

blind blond vreugde

brand bruid onder

bed grond wonder

bloed meester

Woordpakket 8b

1 vlo pa sla 2 an – der

ha ja la dok – ter

ma stro her – der

vla nu man – tel

na zo

an – ders hel – der kas – teel mon – ster

Woordpakket 8c

1 hoofd land wond

zwaard koud hand

haard zand strand

2 banden kaarten bergen fietsen lichten beelden feesten kasten branden plaatsen planten honden

Woordpakket 8a, 8b, 8c

blind fietsen

brand strand

breed minder

koud morgen

pa onder

ja

9 Naar de markt

Woordpakket 9a

1 water leraar 2 stad schuld

kegel / kogel meter kind armband

beter / boter hamer lied goedkoop

wild kleed

vreemd vijand

waard zaad

Woordpakket 9b

1 jager mand 2 re – gen bo – ter

veld / vele geld a – vond bo – dem

olie iemand ha – mer sla – ger

ze – gel to – neel

hemd tomaat

hoed pond (de onderstreepte letters

wind beter / boter moeten omcirkeld worden)

Woordpakket 9c

1 apen ogen 2 bakker kapper

beren platen appel kassa

broden schuren binnen lekker

dagen sloten emmer spullen

draden vragen jullie allemaal

Woordpakket 9a, 9b, 9c

kind waard

hemd hoed

avond hamer

platen slager

armband mand

goedkoop vragen

water schuld

iemand dagen

10 De avondvierdaagse

Woordpakket 10a

1 bommen bossen brillen 2 da – me a – dem

spinnen bussen tikken ha – ven ho – tel

sokken bruggen steppen e – ven ka – mer

ballen blokken trappen bo – ven he – mel (de onderstreepte letters moeten blauw gekleurd worden)

Woordpakket 10b

1 groot - va - der ie - der

na - jaar vroe - ger

bui - ten vleu - gel

keu - ken moe - der

vlie - ger zie - ke

2 lezer mager overal

zadel tegen apen / open

kaper / koper motor wapen

Woordpakket 10c

1 boeken fouten sleutels zolders

fluiten boeren tekens vogels

kleuren kousen vingers tafels

mouwen schoenen spiegels wortels

scheuren hoeden vissers torens

2 boeken tekens tafels

fluiten scheuren schoenen kleuren spiegels kousen

mouwen torens vogels

sleutels hoeden boeren

Woordpakket 10a, 10b, 10c

vingers vogels

lokaal mouwen

haven wortels

even vroeger

torens