• No results found

RAAP-NOTITIE Plangebied De Zilk. Gemeente Noordwijkerhout Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAAP-NOTITIE Plangebied De Zilk. Gemeente Noordwijkerhout Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

inventariserend veldonderzoek

(2)
(3)

inventariserend veldonderzoek

(4)

Colofon

Opdrachtgever: Hoogesteger Projectmanagement & Advies

Titel: Plangebied De Zilk, gemeente Noordwijkerhout; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Status: eindversie Datum: 29 maart 2012 Auteur: drs. R. Timmerman Projectcode: NOZK

Bestandsnaam: NO4053_NOZK Projectleider: drs. R. Timmerman Projectmedewerker: drs. S. Warning

ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing

ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 49843 (aanmelding) 39769 (afmelding) Bewaarplaats documentatie: RAAP West-Nederland

Autorisatie: drs. R.S. Kok

Bevoegd gezag: Gemeente Noordwijkerhout

ISSN: 0925-6369

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V.

Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV W eesp Postbus 5069 1380 GB W eesp

telefoon: 0294-491 500 telefax: 0294-491 519 E-mail: raap@raap.nl

© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2012

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

(5)

Samenvatting

In opdracht van Hoogesteger Projectmanagement & Advies heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in december 2011 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de voorgenomen bestemmingsplanwijziging in de gemeente Noordwijkerhout.

Volgens de Archeologische beleidskaart van de gemeente Noordwijkerhout (Schute, 2007) valt het plangebied grotendeels in een zone met een middelmatige verwachting voor archeologische resten vanaf het Neolithicum (AWW 5). Hiervoor geldt dat een inventariserend onderzoek naar de aanwezigheid van fossiele bodems noodzakelijk is bij bodemingrepen dieper dan 1 m en groter dan 500 m². Het noordwestelijk deel van het plangebied valt bovendien in een zone (AWW4) waarvoor archeologisch onderzoek nodig is bij een ingreep die dieper reikt van 30 cm -Mv en groter is dan 100 m².

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek gold bij aanvang van het veldonderzoek een hoge verwachting voor de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied uit het Neolithicum t/m de Nieuwe tijd. Het kan gaan om (resten van) nederzettingsterreinen/ grafvel- den/akkerlagen en/of gebruiksvoorwerpen. Indien daadwerkelijk aanwezig, bevinden dergelijke archeologische resten zich waarschijnlijk in de ontkalkte top van het strandwalzand of duinzand, welke zich naar verwachting vlak onder de bouwvoor zullen bevinden.

Indien blijkt dat het plangebied als gevolg van zandwinning of bollenteelt sterk verstoord is, kan het mogelijk zijn dat de archeologische verwachting naar beneden bijgesteld dient te worden

Tijdens het veldonderzoek zijn in het plangebied geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van (een) intacte archeologische vindplaats(en) aangetroffen. Het plangebied is afgegraven en als gevolg van landbouwactiviteiten is de bovenste halve tot hele meter sterk verstoord geraakt.

Gezien de onderzoeksresultaten en de voorgenomen ingrepen in het plangebied is geconclu- deerd dat bij de uitvoering hiervan geen archeologische waarden zullen worden verstoord. Op basis hiervan wordt aanbevolen om in het plangebied geen aanvullend archeologisch vooronder- zoek te laten verrichten en het plangebied vrij te geven.

Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Weten- schap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).

Met betrekking tot de bevindingen van dit bureau- en inventariserend veldonderzoek dient con- tact opgenomen te worden met de gemeente Noordwijkerhout (contactpersoon mevrouw M. van der Putten).

(6)

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 3

1 Inleiding ... 5

1.1 Kader ... 5

1.2 Administratieve gegevens ... 5

1.3 Toekomstige situatie ... 6

1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen ... 6

1.5 Plan van Aanpak ... 6

2 Bureauonderzoek ... 7

2.1 Methoden ... 7

2.2 Resultaten ... 7

3 Veldonderzoek ... 11

3.1 Methoden ... 11

3.2 Resultaten ... 11

4 Conclusies en aanbevelingen... 13

4.1 Conclusies ... 13

4.2 Aanbevelingen ... 13

Literatuur ... 15

Gebruikte afkortingen ... 16

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen ... 17

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen ... 23

(7)

1 Inleiding

1.1 Kader

In opdracht van Hoogesteger Projectmanagement & Advies heeft RAAP Archeologisch Adviesbu- reau in december 2011 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de voorgenomen bestemmingsplanwijziging in de gemeente Noordwijkerhout.

In het kader van een bestemmingsplanwijziging voor het plangebied is archeologisch onderzoek nodig. Volgens de Archeologische beleidskaart van de gemeente Noordwijkerhout (Schute, 2007) valt het plangebied grotendeels in een zone met een middelmatige verwachting voor

archeologische resten vanaf het Neolithicum (AWW 5). Hiervoor geldt dat een inventariserend onderzoek naar de aanwezigheid van fossiele bodems noodzakelijk is bij bodemingrepen dieper dan 1 m en groter dan 500 m². Het noordwestelijk deel van het plangebied valt bovendien in een zone (AWW4) waarvoor archeologisch onderzoek benodigd is bij een ingreep die dieper reikt van 30 cm -Mv en groter is dan 100 m².

Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachting en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conser- vering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeologisch vervolgon- derzoek.

1.2 Administratieve gegevens

Het plangebied 0,7 ha ligt ten noorden van de kern van De Zilk, tussen de Zilkerduinweg en het Helmpad (figuur 1). Het gebied staat afgebeeld op kaartblad 24H van de topografische kaart van Nederland, schaal 1:25.000 (Wolters-Noordhoff, 1990). Het perceel staat kadastraal bekend onder gemeente Noordwijkerhout, sectie A, nummer 3535 (gedeeltelijk).

Gemeente: Noordwijkerhout Plaats: De Zilk

Plangebied: Plangebied De Zilk Centrumcoördinaten: 97.720/479.885

ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 49843

(8)

1.3 Toekomstige situatie

De plannen bestaan uit de bouw van een aantal woningen zoals beschreven in het

stedenbouwkundig plan ‘De Zilk’. Er vinden bodemingrepen plaats die eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen verstoren. De exacte locatie en diepte van de voorgenomen graafwerkzaamheden ten behoeve van de funderingen zijn op het moment van schrijven niet bekend, maar naar verwachting zal op heipalen gebouwd worden en er worden kruipruimtes gerealiseerd.

1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen

Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek. Het veldonderzoek be- stond uit een karterend booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg).

De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infra- structuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richtlijn.

RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cul- tuur en Wetenschap.

Zie tabel 1 voor de dateringen van de in dit rapport genoemde geologische en archeologische perioden.

1.5 Plan van Aanpak

Voor aanvang van dit veldonderzoek is een plan van Aanpak opgesteld (Timmerman, 2011) waarin de volgende onderzoeksvragen zijn verwoord:

• Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend?

• Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit binnen het bereik van de maximale boordiepte (zie hieronder onder B.)?

• Zijn in het plangebied archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden aanwezig die (mogelijk) bedreigd worden door de geplande inrichting binnen het bereik van de maximale boordiepte?

• Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zin- vol is en welke methoden zouden hierbij kunnen worden ingezet?

(9)

2 Bureauonderzoek

2.1 Methoden

Het bureauonderzoek is uitgevoerd om een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Daartoe zijn reeds bekende archeologische en aardkundige gegevens verzameld en is het grondgebruik in het plangebied in het heden en verleden geïnventariseerd.

Geraadpleegd zijn de volgende bronnen:

• het ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS);

• de Archeologische Monumenten Kaart (AMK);

• de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW);

• literatuur en historisch en aardkundig kaartmateriaal (zie literatuurlijst);

• de recente topografische kaart 1:25.000;

• recente luchtfoto's uit Google Earth (http:/www.earth.google.com);

• het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN);

• het informatiesysteem Kennis Infrastructuur CultuurHistorie (KICH);

• de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Zuid Holland;

• de molendatabase;

• de Archeologische beleidskaart van de Gemeente Noordwijkerhout (Schute, 2007).

2.2 Resultaten

Huidige situatie

Op recente topografische kaarten 1:25.000 is het plangebied afgebeeld als bollenland (Wolters- Noordhoff, 1990; figuur 1). Recente luchtfoto's uit Google Earth bevestigen dit grondgebruik.

Volgens de geraadpleegde topografische kaart en het Actueel Hoogtebestand Nederland (Wol- ters Noordhoff,1990; www.ahn.nl/) bedraagt de huidige maaiveldhoogte in het plangebied onge- veer 0,1 a 0,2 m -NAP. Volgens de bodemkaart bedraagt het grondwaterpeil in het plangebied ongeveer 70 cm -NAP. Volgens de KLIC melding loopt in de zuidelijke punt van het plangebied een waterleiding. Afgezien van deze leiding zijn op basis van de geraadpleegde bronnen in het plangebied geen bodemverstoringen geïdentificeerd.

Aardkundige situatie

Geo(morfo)logie

Het plangebied maakt landschappelijk gezien deel uit van de kuststrook. In de ondergrond van deze strook komen afzettingen voor die worden gerekend tot de Oude Duin- en Strandzanden (ODS; tegenwoordig Formatie van Naaldwijk, resp. Laagpakket van Schoorl en Laagpakket van Zandvoort). Kenmerkend voor de kuststrook zijn de zogenaamde strandwallen: de zee voerde zand aan dat parallel aan de kustlijn werd afgezet, waardoor zich geleidelijk een strandwal vormde. Zodra de strandwal ruim boven gemiddeld hoogwater uitkwam, viel deze droog en wer-

(10)

den onder invloed van de wind lage duinen gevormd. Soms zijn in de duinen meerdere donker- gekleurde bodemlagen aanwezig, van elkaar gescheiden door lichtgele of lichtgrijze lagen stuif- zand. Deze donkergekleurde lagen vertegenwoordigen rustfasen in de duinontwikkeling waarin het duinoppervlak begroeid raakte, bodemvorming kon optreden en bewoning mogelijk was (Zagwijn, 1986). De oudste strandwallen in West-Nederland liggen circa 8 km ten oosten van de huidige kustlijn en hebben zich waarschijnlijk vanaf circa 4800 voor Chr. gevormd (Van der Valk, 1992). Vanaf circa 3900 voor Chr. verplaatste de kust zich in westelijke richting door de vorming van nieuwe strandwallen. De kustuitbreiding duurde tot omstreeks het begin van de jaartelling en resulteerde in een 6 tot 10 km brede kuststrook, bestaande uit een reeks strandwallen met daar- tussen lager gelegen strandvlakten (Berendsen, 1998; Zagwijn, 1986).

Geomorfologische gezien maakt het plangebied deel uit van een ingesloten strandvlakte al dan niet met vervlakte duinen (DLO-Staring Centrum, 1993; code 2M40). Het plangebied ligt op (de rand van) een met duinen bedekte strandwal waarop ook Noordwijkbinnen en Noordwijkerhout liggen. Deze strandwal is gevormd rond 2200 voor Chr. (Van Heeringen, Van der Velde & Van Amen, 1998). In het kader van de bloembollenteelt zijn grote delen van de Oude Duin- en Strandzanden omgezet en/of geëgaliseerd. Dit geldt waarschijnlijk ook voor het gebied rondom De Zilk. Direct ten oosten van het plangebied ligt nog een restant van een strandwal (DLO- Staring Centrum/RGD, 1993: code 4k39).

Bodem

De bodem in het plangebied bestaat uit kalkhoudende enkeerdgronden: matig fijn zand met grondwatertrap II (Staring Centrum, 1992: code EZ50A).

AHN en luchtfoto's

Zowel op de weergave van het AHN als op recente luchtfoto's uit Google Earth

(http:/www.earth.google.com) is het ontbreken van enige reliëf goed zichtbaar. Het plangebied is geheel vlak, wat mogelijkerwijs het gevolg is van zandwinning in het plangebied.

Historische situatie en mogelijke verstoringen

Over de situatie in het plangebied voorafgaand aan de Middeleeuwen is naast de bovengenoem- de aardkundige ontwikkelingen weinig bekend. Uit de wijdere omgeving is wel bekend dat in prehistorische perioden op de strandwallen en op de oude duinen menselijke bewoning heeft plaatsgevonden. In de loop van de 18e en 19e eeuw zijn uitgestrekte delen van de oude duinen afgegraven ten behoeve van de zandwinning en de bollenteelt. Voor de bollenteelt zijn ook grote delen van de oude duinen omgespoten of sterk verstoord, teneinde kalkrijke grond aan het op- pervlak te krijgen.

Om inzicht te verkrijgen in het grondgebruik in het plangebied in de Nieuwe tijd biedt de analyse van historische kaarten een goede invalshoek.

Op de Kaart van Rijnland uit 1687 van J.J. Douw staat in (de omgeving van) het plangebied geen bebouwing afgebeeld en bestaat het plangebied uit onontgonnen duinen (www.watwaswaar.nl;

(11)

figuur 2). De kadastrale minuut uit de periode 1811-1832 laat een onontgonnen duingebied zien op de locatie van het plangebied. En de topografische kaarten uit circa 1850 lijkt ter plaatse van het duingebied nog een duinlandschap aanwezig te zijn. Op een historische luchtfoto uit 1945 (www.watwaswaar.nl; figuur 3) is het plangebied duidelijk ontgonnen en waarschijnlijk afgegra- ven. In het plangebied is een aantal sloten te zien.

Bekende en verwachte archeologische waarden

IKAW

Op de IKAW valt het plangebied in een zone met een zeer lage archeologische verwachting.

Deze waardering is gebaseerd op de bodemgesteldheid in de omgeving van het plangebied (Deeben, 2008; zie ook www.cultureelerfgoed.nl).

Cultuur Historische Waardenkaart van de Provincie Zuid-Holland

Volgens de Cultuur Historische Waardenkaart van de Provincie Zuid-Holland (www://geo.zuid- holland.nl/geo-loket/html/atlas.html) geld voor het plangebied een Hoge trefkans - land met een zeer grote kans op archeologische sporen vanaf het Neolithicum.

Archeologische Beleidskaart Gemeente Noordwijkerhout

Volgens de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Noordwijkerhout (Schute, 2007) valt het plangebied grotendeels binnen een zone met een deels afgegraven strandwal met een kalk- rijke top (AW V5). Aan de noordrand van het plangebied loopt een dunne zone met een deels afgegraven strandwal met een kalkloze top (AWV4). Beide gebieden worden geclassificeerd met een middelmatige archeologische verwachting vanaf het Neolithicum. Aangezien de gemeentelij- ke Beleidskaart het meest op het plangebied is ingezoomd, zal deze verwachting leidend zijn bij de gespecificeerde archeologische verwachting.

ARCHIS en AMK

In ARCHIS staat één archeologische vindplaats geregistreerd uit de omgeving van het plange- bied (figuur 1). Op circa 15 m ten oosten van het plangebied bevindt zich een vondst uit de Late Bronstijd (ARCHIS-waarnemingsnummer 45557). Het betreft een bronzen bijl. Volgens ARCHIS is de exacte locatie van deze vondst niet bekend, maar het vermoeden bestaat dat de bijl op de strandwal is aangetroffen.

Historische kaarten

De geraadpleegde historische kaarten (www.watwaswaar.nl; figuur 2) bevatten geen concrete aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied.

KICH en molendatabase

Het raadplegen van het cultuurhistorische informatiesysteem KICH (www.kich.nl) en de molenda- tabase (www.molendatabase.nl) heeft geen relevante archeologische informatie opgeleverd.

(12)

AHN en luchtfoto's

Het raadplegen van het AHN (www.ahn.nl) en recente luchtfoto's uit Google Earth heeft geen concrete aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Op een luchtfoto uit 1945 (figuur 3) zijn in het plangebied kavelsloten te herkennen en lijkt het duingebied reeds te zijn afgegraven of afgevlakt.

Recent uitgevoerde archeologische onderzoeken ten oosten en zuiden van het plangebied hebben geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen (ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummers 7646, 13707, 14811 en 19407). Uit de in 2004 (H. Maas

& R.A. Houkes), 2005 (R.M. van de Zee, D.E. Schiltmans) en 2007 (J. Moerman) uitgevoerde onderzoeken blijkt dat de Oude Duin- en Strandzanden grotendeels zijn vergraven of omgezet.

Gespecificeerde archeologische verwachting

Gezien de aanwezigheid van een strandwal in de ondergrond van het plangebied en het voorko- men van archeologische waarnemingen op de strandwallen, geldt een middelmatige verwachting voor de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Het kan gaan om (resten van) nederzettingsterreinen/grafvelden/akkerlagen en/of gebruiksvoorwerpen. Deze vondsten bestaan waarschijnlijk uit archeologische lagen, aardewerk, (vuurstenen) werktuigen, grondsporen, greppels en paalgaten. Indien daadwerkelijk aanwezig, bevinden dergelijke archeologische resten zich waarschijnlijk in de ontkalkte top van het strand- walzand of duinzand, die zich naar verwachting vlak onder de bouwvoor zal bevinden.

Indien blijkt dat het plangebied als gevolg van zandwinning of bollenteelt sterk verstoord is, dan dient de archeologische verwachting naar beneden bijgesteld te worden.

(13)

3 Veldonderzoek

3.1 Methoden

Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een booronderzoek verkennende fase. De onderzoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het bureauon- derzoek (gespecificeerde archeologische verwachting) en het protocol inventariserend veldon- derzoek uit de KNA versie 3.2.

Tijdens het veldonderzoek zijn zeven boringen verricht in een grid van 30 bij 35 m in twee zuid- west-noordoost georiënteerde raaien (figuur 4). De gehanteerde methode wordt geschikt geacht voor het opsporen van de meeste in dit gebied te verwachten nederzettingsterreinen uit de peri- ode Neolithicum t/m Nieuwe Tijd. Deze methode is niet geschikt om verkavelingspatronen, gra- ven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen (Tol e.a., 2004).

Als gevolg van het storten van een gronddepot ten tijde van het onderzoek was het niet mogelijk om een 30 bij 35 m grid met verspringende boringen in de raaien te hanteren. In plaats daarvan zijn twee min of meer paralelle raaien geboord met boringen om de 35 meter (figuur 4). Wegens instortende boorgaten bleek het niet mogelijk om een boring tot 4 m -Mv in het plangebied te zetten.

Er is geboord tot maximaal 3 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Neder- lands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven en met meetlinten ingemeten (x- en y-waarden).

Van alle boringen is de hoogte bepaald aan de hand van het AHN en de topografische kaart (Wolters-Noordhoff, 1990). Het opgeboorde materiaal is in het veld gecontroleerd op de aanwe- zigheid van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). Er zijn geen monsters genomen.

3.2 Resultaten

Geologie en bodem

In het plangebied is de bovenste 60 tot 100 cm verstoord als gevolg van landbouwactiviteiten. Dit pakket bestaat uit matig fijn kalkrijk zwak siltig zand met humeuze trajecten, plantenresten, zand- en veenbrokken. Hieronder bevindt zich een pakket oude duin en strandzanden die be- staan uit matig fijn zwak siltig kalkrijk zand. In een aantal boringen was dit pakket uit te splitsen in een pakket oude duinafzettingen en daaronder oude strandafzettingen. De strandwalzanden bestaan uit matig gesorteerd en matig afgerond zand en bevatten meer schelpfragmenten terwijl de oude duinafzettingen uit iets beter gesorteerd en afgerond zand bestaan met hooguit wat schelpgruis. Er zijn geen ontkalkte trajecten aangetroffen. In boring 5 reikt de verstoring tot 1,5 m -Mv, waarschijnlijk is dit een oude perceelssloot.

In de oude duin en strandzanden zijn geen aanwijzingen voor bodemhorizonten aangetroffen.

(14)

Archeologie

Tijdens het veldonderzoek zijn enkele archeologische indicatoren aangetroffen. In het verstoorde pakket zijn enkele stukjes roodbakkend roodgeglazuurd aardewerk aangetroffen. Omdat deze zijn waargenomen in de geroerde bovengrond, vormen deze stukjes aardewerk echter geen aan- leiding om de aanwezigheid van een archeologische vindplaats in het plangebied te vermoeden.

(15)

4 Conclusies en aanbevelingen

4.1 Conclusies

Voor aanvang van het onderzoek zijn de volgende vragen in het PvA (Timmerman, 2011) ver- woord. Hier wordt kort antwoord gegeven op deze onderzoeksvragen.

• Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend?

Volgens verschillende verwachtingskaarten en de IKAW geldt voor het plangebied een middel- matig tot hoge verwachting voor het aantreffen van sporen uit het Neolithicum t/m de Nieuwe Tijd. In de omgeving van het plangebied is een bronzen bijl gevonden. Recent uitgevoerde ar- cheologische onderzoeken in de directe omgeving van het plangebied hebben echter geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats opgeleverd. Uit deze onderzoeken bleek juist dat de omgeving van het plangebied afgegraven en sterk verstoord is.

• Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit binnen het bereik van de maximale boordiepte?

In het plangebied is de bovenste 50 tot 100 cm van de bodem sterk verstoord. De bodem be- staat uit een mengeling van kalkhoudend zand, zand- en veenbrokken en humeuze trajecten.

Daaronder bevindt zich een pakket oude duin- en strandzanden, die bestaan uit kalkrijk, matig fijn, matig tot goed gesorteerd en afgerond zand.

• Zijn in het plangebied archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden aanwezig die (mogelijk) bedreigd worden door de geplande inrichting binnen het bereik van de maximale boordiepte?

In het plangebied zijn binnen 3 m -Mv geen archeologisch relevante geo(morfo)logische een- heden aanwezig die bedreigd worden door de geplande inrichting van het plangebied.

• Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zin- vol is en welke methoden zouden hierbij kunnen worden ingezet?

In het plangebied is de bodemopbouw van de bovengrond sterk verstoord, zodat eventueel aanwezige archeologische waarden die net onder de bouwvoor verwacht werden reeds vernie- tigd zijn. Hierdoor is archeologisch vervolgonderzoek niet zinvol.

Op basis van de onderzoeksresultaten, kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen geen archeologische waarden zullen worden verstoord en dat de archeologische ver- wachting voor het plangebied naar beneden moet worden bijgesteld.

4.2 Aanbevelingen

Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voor- genomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoe- ring van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is

(16)

conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de des- betreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).

Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de gemeente Noordwijkerhout een selec- tiebesluit (contactpersoon mevrouw M. van der Putten).

(17)

Literatuur

Berendsen, H.J.A., 1998. De vorming van het land. Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Van Gorcum, Assen.

Deeben, J.H.C. (red.), 2008. De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), derde generatie Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort (info: www.cultureelerfgoed.nl).

DLO-Staring Centrum, 1993. Geomorfologiache Kaart van Nederland 1:50.000; Blad 24 Zand- voort en 25 Amsterdam. DLO-Staring Centrum, Wageningen.

Heeringen, R.M. van & H.M. van der Velde & I van Amen, 1998. Een tweeschepige huisplatte- grond en akkerland uit de Vroege Bronstijd te Noordwijk, prov. Zuid-Holland. Rappor- tage Archeologische Monumentenzorg 55. ROB, Amersfoort.

Maas H. & R.A. Houkes, 2004. ZILKERDUINWEG 210, DE ZILK,GEMEENTE NOORDWIJKER- HOUT Een inventariserend veldonderzoek. J&B projectcode: 04037, STAR 35. Ja- cobs & Burnier, Amsterdam.

Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van on- verharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft.

Schiltmans, D.E., 2005. Plangebied Regenvlietweg 30 in De Zilk, gemeente Noordwijkerhout;

archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek. RAAP- notitie 1436. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam.

Schute, I.A., 2007. Naar een realistische en duurzame omgang met het archeologisch erfgoed in de gemeente Noordwijkerhout. RAAP-rapport 1458. RAAP Archeologisch Advies- bureau, Weesp.

Staring Centrum, 1992. Bodemkaart van Nederland 1:50.000; Blad 24 Zandvoort en 25 Amster- dam. Staring Centrum, Wageningen.

Timmerman, R., 2011. Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek (bureau- en inventarise- rend veldonderzoek (verkennende fase), plangebied De Zilk. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

Tol, A., P. Verhagen, A. Borsboom & M. Verbruggen, 2004. Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheolo- gie. RAAP-rapport 1000. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam.

Valk, L. van der, 1992. Mid- and late-holocene coastal evolution in the beachbarrier area of the Western Netherlands. Febodruk, Enschede.

Wolters Noordhoff bv, 1990. Grote Provincie Atlas schaal 1:25.000. Zuid-Holland. Wolters- Noordhoff Atlasproducties, Groningen.

Zagwijn, W.H., 1986. Nederland in het Holoceen. Staatsuitgeverij, ’s-Gravenhage.

Zee R.M. van der, 2005. Locatie Zilkerduinweg 208, De Zilk, gemeente Noordwijkerhout. een inventariserend veldonderzoek. J&B-projectcode: 05038, STAR 74.

(18)

Gebruikte afkortingen

AHN Actueel Hoogtebestand Nederland AMK Archeologische MonumentenKaart ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem CHW Cultuurhistorische WaardenKaart

IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden KICH KennisInfrastructuur CultuurHistorie

KLIC Kabels en Leidingen Informatie Centrum KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie -Mv beneden maaiveld

NAP Normaal Amsterdams Peil

NITG Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen PvA Plan van Aanpak

SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer TNO Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

(19)

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen

Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) geprojecteerd op de CHS van Zuid-Holland met in rood ARCHIS-waarnemingen; inzet: ligging in Nederland.

Figuur 2. Globale ligging plangebied (rode cirkel) op de kaart van t'Hoogheymraedschap van Rhijnland uit 1687 van J. Douw (www.watwaswaar.nl).

Figuur 3. Plangebied (rode lijn) op een luchtfoto van de RAF, genomen op 26 februari 1945 (www.watwaswaar.nl).

Figuur 4. Resultaten veldonderzoek.

Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen.

(20)

479

479 © Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2010 480

480

97 98

45507 45507 45507 45507 45507 45507 45507 45507 45507 45507 45507 45507 45507 455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507455074550745507

45557 45557 45557 45557 45557 45557 45557 45557 45557 45557 45557 45557 45557 455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557455574555745557

Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) geprojecteerd op de CHS van Zuid-Holland met in rood ARCHIS-waarnemingen; inzet: ligging in Nederland.

(21)
(22)
(23)

479850

97700 97750

479850 479900

479900

97650

1

2

3

4 5

6

7 1

0,95

0,7

0,9

0,6 1,5

0,5

verstoringsdiepte in m -Mv

grens plangebied 1.5

overig legenda boringen

boring 2 boornummer

2011 50

40 30

1:1.000 0

m 20 10

Figuur 4. Resultaten veldonderzoek.

NOZK_resoz.wor

(24)

Geologische perioden Archeologische perioden

HoloceenPleistoceen Prehistorie

Chronozone

Tijdvak Datering Tijdperk Datering

Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.

tabel1_standaard_GeoBioArcheo_RAAP_2010

Paleolithicum

(O ude Steentijd)

Mesolithicum

(M id den Stee ntijd)

Neolithicum

(N ieuwe Steentijd)

Middeleeuwen Nieuwe tijd

Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C)

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Laat Midden Vroeg

Vroeg

Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Vol A B

Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg Ottoons

Subboreaal

Atlanticum

Boreaal Preboreaal

Denekamp

Hengelo

Moershoofd

Odderade

Eemien Weichselien PleniglaciaalVroeg GlaciaalLaat GlaciaalLaatMiddenVroeg

Belvedère/Holsteinien

Elsterien Brørup

Saalien II

Saalien I

Glaciaal x Bølling Allerød Late Dryas

Vroege Dryas

Vroegste Dryas Vroeg

Subatlanticum Laat Subatlanticum

Oostermeer

Holsteinien

- 1795

- 1500 - 1250 - 1050 - 900 - 725 - 525 - 450 - 1650

- 270 - 70 na Chr.

- 15 voor Chr.

- 250 - 500 - 800 - 1100 - 1800 - 2000 - 2850 - 4200 - 4900/5300 - 6450 - 8640 - 9700

- 35.000 - 12.500

463.000

- 250.000 - 16.000

Midden Jong A Jong B

Oud Laat - 9700

- 450 voor Chr.

- 0

- 3700

- 7300 - 8700 - 1150 na Chr.

- 11.050 - 11.500 - 12.000

- 60.000

- 71.000 - 30.500

- 114.000 - 126.000 - 236.000 - 241.000 - 322.000

- 384.000 - 416.000 - 13.500 - 12.500

- 336.000

(25)

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen

(26)

20 cm -Mv / 0,40 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, donkergrijs, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

40 cm -Mv / 0,60 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, donkergrijs, zandbrokken, matig fijn, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: slecht gesorteerd

70 cm -Mv / 0,90 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, donkergrijs, veenbrokken, matig fijn, schelpfragment, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: slecht gesorteerd

90 cm -Mv / 1,10 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, zand- en veenbrokken, matig fijn, schelpfragment, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

145 cm -Mv / 1,65 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, compact (alleen zand en veen), matig fijn, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Opmerking: hoekig zand

200 cm -Mv / 2,20 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, compact (alleen zand en veen), matig fijn, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Bodemkundig: volledig gereduceerd Opmerking: hoekig zand

Einde boring op 250 cm -Mv / 2,70 m -NAP

boring: NOZK-2

beschrijver: SW/RT, datum: 13-12-2011, X: 97.691,76, Y: 479.890,36, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 24H, hoogte: -0,20, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik:

braak, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Noordwijkerhout, plaatsnaam: De Zilk, opdrachtgever: Hoogesteger Projectmanagement, uitvoerder:

RAAP West

0 cm -Mv / 0,20 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor

30 cm -Mv / 0,50 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, donkergrijs, zandbrokken, matig fijn, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: slecht gesorteerd

55 cm -Mv / 0,75 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, zandbrokken, matig fijn, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord

Opmerking: slecht gesorteerd

70 cm -Mv / 0,90 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruingrijs, matig fijn, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: hoekig

95 cm -Mv / 1,15 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, donkergrijs, matig fijn, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Opmerking: hoekig

115 cm -Mv / 1,35 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Opmerking: hoekig, mica

Einde boring op 230 cm -Mv / 2,50 m -NAP

(27)

40 cm -Mv / 0,60 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, zand- en veenbrokken, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

65 cm -Mv / 0,85 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, zand- en veenbrokken, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

100 cm -Mv / 1,20 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Opmerking: hoekig

230 cm -Mv / 2,50 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, compact (alleen zand en veen), matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Opmerking: hoekig

Einde boring op 255 cm -Mv / 2,75 m -NAP

boring: NOZK-4

beschrijver: SW/RT, datum: 13-12-2011, X: 97.695,31, Y: 479.829,75, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 24H, hoogte: -0,20, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik:

braak, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Noordwijkerhout, plaatsnaam: De Zilk, opdrachtgever: Hoogesteger Projectmanagement, uitvoerder:

RAAP West

0 cm -Mv / 0,20 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor

Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)

20 cm -Mv / 0,40 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)

40 cm -Mv / 0,60 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, humusvlekken, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: gevlekt

60 cm -Mv / 0,80 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

70 cm -Mv / 0,90 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, schelp compleet marien, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Opmerking: kokkel

Einde boring op 230 cm -Mv / 2,50 m -NAP

(28)

20 cm -Mv / 0,40 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, zand- en veenbrokken, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

50 cm -Mv / 0,70 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, zandbrokken, matig fijn, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

65 cm -Mv / 0,85 m -NAP

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)

Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, matig fijn, spoor riet, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: bkstn sloot?

150 cm -Mv / 1,70 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, schelpfragment marien, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Einde boring op 250 cm -Mv / 2,70 m -NAP

boring: NOZK-6

beschrijver: SW/RT, datum: 13-12-2011, X: 97.722,86, Y: 479.874,89, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 24H, hoogte: -0,20, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik:

braak, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Noordwijkerhout, plaatsnaam: De Zilk, opdrachtgever: Hoogesteger Projectmanagement, uitvoerder:

RAAP West

0 cm -Mv / 0,20 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor

40 cm -Mv / 0,60 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, zand- en veenbrokken, matig fijn, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

50 cm -Mv / 0,70 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, matig fijn, kalkrijk, interpretatie: oude duinafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Schoorl

Bodemkundig: enkele Fe-vlekken

130 cm -Mv / 1,50 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, matig fijn, schelpfragment marien, kalkrijk, interpretatie: oude strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Einde boring op 230 cm -Mv / 2,50 m -NAP

(29)

40 cm -Mv / 0,60 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

60 cm -Mv / 0,80 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verstoord

70 cm -Mv / 0,90 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, matig fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen

100 cm -Mv / 1,20 m -NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, matig fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort

Einde boring op 300 cm -Mv / 3,20 m -NAP

(30)
(31)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig roesthoudend, bruinoranje, Edelmanboor Zand, zeer fijn, zwak siltig, sporen roest, lichtbruin, Edelmanboor.. Zand, matig fijn, zwak siltig,

Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied hooguit een middelhoge archeologische verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van resten

Het onderzoeksgebied van het archeologisch onderzoek wordt gevormd door de locaties van de voorgenomen werkzaamheden die zones met een hoge archeologische verwachting op

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (&lt;0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgeelgrijs, zeer fijn, kalkrijk,

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (&lt;0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruin, normaal (alleen zand en veen), matig

Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, lichtbruingeel, matig fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont, interpretatie: verstoord. Opmerking:

Lithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgrijsbruin, los (alleen zand en veen), zeer fijn Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald).

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (&lt;0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruin, matig fijn, interpretatie: dekzand. 40