• No results found

Jeugdplan V.V. Handel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jeugdplan V.V. Handel"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jeugdplan V.V. Handel

Peter van den Bosch Jordan van Dommelen Marco van Bree

Sean Verhappen

(2)

Voorwoord hoofdbestuur

Beste leden en vrijwilligers van V.V. Handel,

Vanuit het project “Back2Basics”, wat we binnen VV Handel hebben opgestart om samen met de leden duidelijkheid te krijgen welke aspecten het meest belangrijk zijn om onze vereniging toe- komst bestendig te houden, was een van de behoeftes het nieuw leven inroepen van een “jeugd- plan”.

Immers iedereen kent wel het gezegde: “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst”!

Afgelopen periode heeft een werkgroep bestaande uit Peter van den Bosch, Jordan van Dommelen, Marco van Bree en Sean Verhappen met veel energie en bevlogenheid gewerkt aan dit jeugdplan.

Zij hebben daarin samengewerkt met Toine Ketelaars die hierin vanuit zijn functie als hoofd jeugdopleiding bij Gemert, maar eerder ook bij andere verenigingen ervaring heeft opgebouwd.

Via deze weg wil ik zowel Toine Ketelaars als de werkgroep: Peter van den Bosch, Jordan van Dommelen, Marco van Bree en Sean Verhappen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan dit mooie resultaat. Wat mij betreft is dit jeugdplan in de huidige versie een startpunt, waarbij we con- tinue met de diverse geledingen binnen onze vereniging met elkaar in gesprek moeten blijven over de diverse aspecten van dit jeugdplan. Alleen als we met elkaar over deze onderwerpen in gesprek gaan, gaat het leven, en kunnen we er gezamenlijk ons voordeel mee doen.

Visie VV Handel:

Binnen VV Handel staat plezier, gezelligheid en sportiviteit voorop voor alle leden van VV Han- del, zowel actief als passief. Gezien de relatief kleine omvang van onze vereniging kent de organi- satie een “recreatief” karakter, maar willen we binnen de mogelijkheden wel maximaal presteren op een voor elk team passend sportief niveau.

Vanuit bovenstaande visie is voor onze vereniging en leden het volgende van belang:

 Een duidelijke structuur/organisatie waarbij de diverse vrijwilligers op de voor hun juiste plaats kunnen functioneren.

 Een organisatie / omgeving waarin we zowel de actieve voetballers als de leiders/trainers continue faciliteren in verdere opleiding en ondersteuning.

 Een omgeving/sfeer blijven creëren waarbij naast plezier, gezelligheid en sportiviteit ook het continue verbeteren / leren voor zowel de trainers/leiders als de actieve voetballers een uitgangspunt is.

Dit jeugdplan geeft voor onze jeugdafdeling invulling aan bovenstaande aspecten

Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat als we bovenstaande uitgangspunten maximaal weten te benutten, er menig voetbalvereniging in de regio trots zal zijn, op de resultaten die we als kleine dorpsclub weten neer te zetten, met behoud van het dorpse karakter en de bijbehorende sfeer en gezelligheid  “Waar een kleine club als VV Handel, groot in kan zijn”!

Als iedereen vanuit zijn rol aan de slag gaat met de diverse elementen uit dit jeugdplan en vooral ook de dialoog erover opzoekt, ben ik ervan overtuigd dat we er als vereniging veel aan gaan heb- ben.

Met vriendelijke groeten,

(3)

1. VOOR WIE – EN WAT WILLEN WE BEREIKEN MET EEN JEUGDPLAN

De noodzaak voor het maken van een jeugdplan is gebaseerd op de behoefte van de trainers en leiders binnen de vereniging om alle zaken met betrekking tot de jeugd te regelen.

Het verouderde jeugdplan van onze vereniging was door de voortdurende veranderingen in het hedendaagse voetbal aan een nieuwe versie toe. De vereniging VV Handel gaat met deze verande- ringen mee en men moet zich blijven afvragen of de jeugdopleiding verbeterd kan worden.

Maar door alles op papier te zetten is niet direct alles voor elkaar. Het is slechts een middel om structuur aan te brengen, waardoor het leidinggeven aan trainers, leiders en spelers vereenvoudigd wordt.

Om gestructureerd en bewust met de jeugd te voetballen is het een must om een bepaalde (techni- sche) rode draad door de jeugdafdeling te laten lopen. Het is een hoofdweg die iedereen binnen de vereniging bewandelt met natuurlijk een aantal zijwegen.

Als uitgangspunt is genomen de bestaande organisatie en structuur zoals die binnen de jeugdafde- ling staat of nageleefd moet worden.

Vroeger voetbalde de jeugd altijd op straat. De moderne welvaart heeft de jeugd kennis laten ma- ken met computers, smartphones en tablets, uitgaansmogelijkheden en vele andere sporten en be- zigheden van deze tijd. Voetbal wordt hoofdzakelijk nog bij de vereniging beoefend. Als je dan weet dat de meeste jeugdteams maar 1 of 2 keer per week trainen dan dient naast het lerende ge- deelte, het plezier in de trainingen centraal te staan.

Het schrijven van een goed jeugdplan is een tijdrovende bezigheid die zich alleen maar laat terug- betalen als elke speler, zowel prestatief als recreatief, ondersteund door het kader en het jeugdplan zichzelf kan verbeteren.

Een jeugdplan kan gezien worden als een permanent beleidsvoornemen waarin de totale structuur van de jeugdafdeling vorm krijgt. Zowel de bestuurlijke organisatie, die nog nader beschreven wordt in een aantal nevenplannen, als de technisch organisatorische en technisch inhoudelijke za- ken zijn geregeld.

In principe is het jeugdplan bedoeld voor de gehele voetbalvereniging, zoals hoofdbestuur, jeugd- commissie, leden van diverse commissies, hoofdtrainer, trainers, jeugdleiders en jeugdspelers.

Het jeugdplan op zich is nooit een doel op zich maar slechts een middel om de diverse doelen te bereiken. We willen een betere organisatie, een grotere jeugdafdeling, een kwalitatief –technisch betere jeugd en bevoegde en bekwame trainers.

Meer, betere en gemotiveerde begeleiders en een betere doorstroming van jeugdspelers naar se- niorenteams.

Het doel van het technisch beleid is, dat elk spelend lid zoveel mogelijk in staat wordt gesteld op zijn/haar niveau te spelen zodat iedereen het maximale plezier beleeft aan de sport. Elk spelend lid dient hierbij begeleid te worden door een goed opgeleid kader dat handelt volgens de doelstellin- gen en richtlijnen van het technisch beleid. Het technisch beleid dient er daarnaast voor te zorgen dat er voldoende (jeugd)leden zijn die maximaal voor de club behouden blijven als goed opgeleide senior, trainer, leider, scheidsrechter, vrijwilliger of een combinatie hiervan.

In dit jeugdplan wordt gebruik gemaakt van de bestaande organisatie en regelingen zoals die door de jeugdcommissie in een door hen uitgestippeld jeugdbeleid al bestonden.

De meeste aandacht in dit plan is ingeruimd voor datgene waar behoefte aan bestaat:

(4)

2. STRUCTUUR JEUGDAFDELING

De jeugdafdeling kent een jeugdcommissie. In een huishoudelijk reglement van de vereniging is vastgelegd dat de jeugdcommissie ten alle tijden en afhankelijk van zijn functieomschrijving zijn verantwoordelijkheden heeft ten opzichte van het hoofdbestuur.

De jeugdcommissie behartigt de dagelijkse gang van zaken van de jeugdafdeling en vormt de schakel tussen hoofdbestuur en overige kaderleden zoals: commissieleden, jeugdtrainers en bege- leiders.

Tevens heeft zij daarin een organisatorische, signalerende, opvoedkundige en coördinerende taak.

De jeugdcommissie bestaat uit:

 Sparrie Stuart (secretaris, coördinator JO10/JO11-JO8/JO9 en mini’s)

 Jolanda Verhappen (aanspreekpunt ouders JO10/JO11-JO8/JO9 en mini’s, contactpersoon toernooien)

 Peter van den Bosch (coördinator JO19-JO17-JO15-JO13, contactpersoon jeugdscheids- rechters/circuittrainingen/afgelastingen wedstrijden en trainingen)

 Mark Verbakel (bardiensten, conciërges, wedstrijdzaken, vriendschappelijke wedstrijden, materiaalbeheer)

Overige taken (geen jeugdcommissieleden):

 Jan van Gaal (wedstrijdsecretariaat jeugd en senioren, contactpersoon jeugdscheidsrechters)

Verdere ondersteuning jeugdopleiding:

 Coördinator JO19, JO17, JO15 teams

 Coördinator JO13, JO11, JO9 teams en Mini’s

 Selectietrainers

 Jeugdtrainers

 Jeugdleiders

 Activiteitencommissie

Zowel de activiteitencommissie, het voetbaltechnisch jeugdkader, als de teambegeleiders zijn ver- antwoording verschuldigd aan de jeugdcommissie.

De jeugdopleiding wordt mede ondersteund door de volgende taakbeschrijvingen:

 taken binnen de jeugdcommissie

 taakomschrijving JO19, JO17, JO15 coördinator

 taakomschrijving JO13, JO11, JO9 – mini’s coördinator

De taken van de activiteitencommissie zijn beschreven in het document “taken binnen de jeugd- commissie”.

Een goede afstemming tussen jeugdcommissieleden is noodzakelijk om de juiste maatregelen te

(5)

3. TECHNISCH KADER

Binnen VV Handel onderscheiden zich de volgende trainers:

 jeugdtrainers

 keeperstrainers

3.2 Functieomschrijving jeugdtrainers:

Hoofdbestanddelen functie Een jeugdtrainer:

- werkt volgens het jeugdplan

- is direct verantwoordelijk voor alle technische en organisatorische werkzaamheden betref- fende het team dat hij onder zijn hoede heeft

- verzorgt de trainingen en de voorbereiding hierop

- begeleidt en coacht zijn team, voor, tijdens en na de wedstrijd

- maakt goede afspraken met de overige leden van het begeleidingsteam

- is verantwoordelijk voor de aan hem ter beschikking gestelde trainingsmaterialen - overlegt regelmatig met betreffende coördinator

- geeft advies omtrent het doorschuiven van spelers - woont de gebruikelijke vergaderingen bij

- laat tijdig weten als hij niet op de trainingen aanwezig kan zijn en zorgt i.o.m. de - groepscoördinator voor vervanging

- draagt zorg voor overige zaken (o.a. het bewaken van het aspect normen en waarden) Functie-eisen

Een jeugdtrainer beschikt over de volgende capaciteiten/vaardigheden:

- goede communicatieve en contactuele vaardigheden - goede eigen voetbalvaardigheden

Het verdient de aanbeveling dat een jeugdtrainer bereid is alle cursussen c.q. scholing te volgen die VV Handel hen aanbiedt.

3.3. Keeperstrainer:

Hoofdbestanddelen functie Een keeperstrainer

- werkt volgens het jeugdplan

- traint, begeleidt en coacht jeugdkeepers

- is verantwoordelijk voor de aan hem ter beschikking gestelde trainingsmaterialen - geeft eventueel advies aan de totale trainingsstaf van de jeugdafdeling

- woont de gebruikelijke vergaderingen bij

- draagt zorg voor overige zaken (o.a. het bewaken van het aspect normen en waarden) Functie-eisen

Een keeperstrainer beschikt over de volgende capaciteiten/vaardigheden:

- ervaring met het jeugdvoetbal (specialisme keepers) - goede communicatieve en contactuele vaardigheden - goede eigen keepersvaardigheden

Het verdient aanbeveling dat een keeperstrainer bereid is alle cursussen c.q. scholing te volgen die VV Handel hem aanbiedt.

(6)

4. BEGELEIDING JEUGDTEAMS

De jeugdcommissie streeft naar een goede kwaliteit in de begeleiding van jeugdspelers en voelt in deze ook een verantwoordelijkheid naar kind en ouders. De begeleiders zullen moeten werken naar de afspraken vastgelegd in een jeugdplan, dit betreft dan niet alleen de eigen taken maar ook dat wat betreft de afspraken gericht naar de spelers.

Hoofdbestanddelen functie jeugdleider Een jeugdleider:

- zorgt voor een goede voorbereiding voor de wedstrijd; d.w.z. draagt zorg voor afmeldingen en indien nodig i.o.m. groepscoördinator zorgt hij voor aanvulling van spelers

- maakt samen met de trainer afspraken betreffende zijn team o.a. vertrektijden e.d.

- zorgt voor vervoer naar uitwedstrijden en toernooien en bewaakt de veiligheid en gedrag van spelers onderweg (maakt afspraken over vervoer met ouders, vervoerslijst)

- begeleidt c.q. coacht tijdens de wedstrijden in overleg met trainer - fungeert indien nodig als scheids/grensrechter

- vult wedstrijdformulieren in

- draagt er zorg voor dat de spelers zich douchen (volgens afspraak leeftijdscategorie) - houdt toezicht in het kleedlokaal en zorgt dat deze netjes wordt achtergelaten

- deelt indien nodig wedstrijdkleding uit of neemt het in en controleert

- draag zorg voor overige zaken (o.a. het bewaken van het aspect normen en waarden) - maakt bij voorkeur app-groepen aan (trainers+leiders/ouders+leiders/spelers) om boven-

staande zaken zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen

Het verdient aanbeveling dat een leider aanwezig is tijdens de trainingen en indien nodig assisten- tie verleent.

Functie-eisen

Een jeugdleider beschikt over de volgende capaciteiten /vaardigheden:

- een groot organisatorisch vermogen

- goede communicatieve en contactuele vaardigheden - het zijn van een vertrouwenspersoon voor spelers en ouders

- een voorbeeldfunctie kunnen zijn m.b.t. algemene waarden en normen Het verdient aanbeveling dat een leider enige voetbalkennis bezit.

Een goede jeugdleider moet er naar streven om het beste uit de jeugd te halen binnen de tijd dat de kinderen als lid van VV Handel actief zijn. Zij hebben naast leiding ook opvoeding, bescherming en verzorging nodig.

Het leiden moet bovenal uitmonden in plezier beleven met elkaar in de sport, maar kan ook leiden tot een betere prestatie van het kind. Een goede jeugdleider dient het goede voorbeeld te geven en consequent te zijn, en ervoor zorg te dragen dat gemaakte afspraken nagekomen worden.

De belangrijkste waarden hierbij zijn: eerlijkheid en rechtvaardigheid.

(7)

5. GEDRAGSREGELS – DISCIPLINE –MAATREGELEN/ STRAFFEN

Voor het gehele jeugdkader is een grote taak weggelegd voor het opleiden maar ook voor het op- voeden van de individuele jeugdspeler tot teamsporter.

Hiervoor zijn een aantal richtlijnen vastgesteld waaraan een speler zich dient te conformeren.

De algemene opvoedende momenten binnen het voetbal.

1. Individuele- en groepsdiscipline 2. Teamgevoel

3. Verantwoordelijksheidsbesef 4. Hygiëne en verzorging

1. Individuele- en groepsdiscipline De jeugdspeler:

- neemt deel aan alle trainingen, wedstrijden en toernooien

- moet zich, in het geval hij/zij niet aan het bovenstaande kan voldoen, volgens af- spraak van tevoren afmelden bij zijn leider en/of trainer: bij trainingen een half uur voor aanvang, bij wedstrijden donderdagavond (noodgevallen uitgezon- derd)

- is altijd op tijd aanwezig bij trainingen en wedstrijden, en volgt de afspraken die een leider/ trainer maakt

- toont zich altijd bereid om (op verzoek) zich beschikbaar te stellen voor andere teams.

- toont altijd een goede sportieve inzet bij trainingen en wedstrijden

- toont respect voor medespelers, tegenstanders, scheidsrechters, trainers, leiders, pu- bliek en vereniging.

2. Teamgevoel De jeugdspeler:

- heeft contact met teamgenoten voor en na de wedstrijd/training ter bevordering van de sfeer

- heeft altijd een goede inzet ten aanzien van medespelers bij wedstrijden/trainingen - stimuleert en coacht de medespelers op positieve wijze

- heeft een positieve houding m.b.t. activiteiten binnen de vereniging 3. Verantwoordelijkheidsbesef

De jeugdspeler:

- gaat zorgvuldig om met club- en trainingsmaterialen en volgt hiervoor de aanwij- zingen van de trainer op

- gaat zorgvuldig om met (door sponsors) verstrekte materialen zoals tenues, trai- ningspakken en tassen

- laat de kleedlokalen bij trainingen, thuis- en uitwedstrijden netjes achter

- laat het roken en drinken van alcoholische dranken voor de trainingen en wedstrij- den achterwege, waarbij opgemerkt wordt dat in de kantine geen alcohol wordt ver- strekt aan spelers beneden 18 jaar

- past het taalgebruik voor, tijdens en na de wedstrijd zodanig aan dat niemand hier aanstoot aan kan nemen

(8)

- leeft alle afspraken die de trainer/leider met spelers maakt na - brengt VV Handel niet in diskrediet

4. Hygiëne en verzorging

- De jeugdspeler draagt de juiste kleding en uitrusting bij wedstrijden/ trainingen - De jeugdspeler is verplicht tot het dragen van scheenbeschermers (K.N.V.B. ver-

plichting)

- Er worden enkel op medisch advies bandages gedragen - Vanaf de JO13 is het douchen na een training mogelijk - Vanaf de JO8 is het douchen na een wedstrijd verplicht

- Voor de JO8/JO9 geldt, dat de ouders het omkleden, douchen e.d. begeleiden in het kleedlokaal

- Voor de JO11- pupillen geldt i.v.m. de leeftijd een overgangssituatie, waarbij de leider per team afhankelijk van hun zelfstandigheid afspraken maakt. Liefst richting zelfstandig douchen vanaf de JO13

- Het dragen van badslippers verdient aanbeveling

MAATREGELEN EN STRAFFEN

Op het moment dat leden zich niet aan de gedragregels houden, zal de vereniging corrigerend op moeten treden. In overleg met alle betrokken partijen kunnen dan passende maatregelen worden genomen, waarin de vereniging de eindbeslissing heeft.

 disciplinaire maatregelen worden door de betreffende trainer/leider opgelegd, hij stelt hier- van de coördinator op de hoogte

 bij herhaling of ernstig wangedrag, neemt de trainer/leider contact op met de betreffende coördinator en een lid van de jeugdcommissie die gezamenlijk een strafmaat bepalen

 het wegzenden van trainingen wordt door de trainer/leider eerst met de speler besproken waarna hij over kan gaan tot een eventuele berisping of disciplinaire maatregel, in overleg met de groepscoördinator.

 het wegzenden tijdens wedstrijden door de scheidsrechter wordt altijd door de K.N.V.B.

bestraft en indien nodig kan de vereniging hierna nog een strafmaatregel toepassen Wegzending van jeugdige spelers (JO13, JO11 en JO9 pupillen) kan alleen geschieden onder de voorwaarde dat de leider/trainer de wegzending meldt bij het aanwezige jeugdcommissielid, zodat deze de ouders op de hoogte kan stellen van de wegzending.

Bij wangedrag, moedwillige beschadiging en/of nalatigheid wordt een jeugdlid c.q. zijn/haar ou- ders/verzorgers persoonlijk aansprakelijk gesteld. In incidentele ernstige gevallen kan hierna door het Hoofdbestuur een schorsing van het lidmaatschap van de vereniging worden opgelegd. Dit zal dan schriftelijk aan de betrokkene worden medegedeeld.

(9)

Inleiding

(10)

Inleiding

Dit jeugdplan is geschreven om de doelstelling van de vereniging waar te kunnen maken.

Vrij vertaald wil dit zeggen dat het eerste elftal in een zo hoog mogelijke klasse moet voetballen maar dat de opstelling van het vaandelteam uit een groot aantal spelers moet bestaan die opgeleid zijn in onze eigen jeugdafdeling.

Hoe kun je dit verwezenlijken? Op de eerste plaats door je spelers op te leiden voor het niveau waarop het eerste elftal wil acteren. En opleiden vraagt om een gestructureerd plan om de jeugd te begeleiden vanaf de eerste stapjes op het veld tot en met het moment dat ze als bijna volwassenen worden doorgegeven aan de senioren. Dit gedeelte van het plan tracht de trainers en begeleiders een houvast te geven m.b.t. de vaardigheden die een speler moet beheersen om uiteindelijk de stap naar het hoogste elftal te kunnen maken. Maar ook degenen die het eerste team niet halen moeten de kwaliteiten bezitten om de club in de breedte sterk te maken. Tenslotte zijn we in de vereniging allemaal gebaat bij een eveneens hoog spelend tweede, derde, vierde, etc. elftal!

Hoe ziet de inhoud van het jeugdplan eruit? We beginnen met een algemeen gedeelte waarin we beschrijven:

- De formatie en speelwijze met daarin de ontwikkeling vanaf de jongste teams tot en met de laatste fase in de jeugdafdeling, de JO19-elftallen.

- De taken voor het elftal maar ook per positie en linie binnen het gekozen spelconcept.

- Het wisselbeleid bij alle leeftijdscategorieën.

Daarna laten we per afdeling achtereenvolgens de revue passeren:

- De leeftijdspecifieke kenmerken.

- Een profiel van de trainer in die afdeling.

- Aandachtspunten voor de training met daarin verwerkt alle voetbaltermen die een speler in die leeftijdscategorie onder de knie moet krijgen.

- Aandachtspunten voor een wedstrijd.

- De reeds genoemde aandachtspunten in voetbaltermen samengevat.

Een apart hoofdstukje over de keepers is wel op zijn plaats omdat het leerplan voor deze groep toch aanzienlijk afwijkt van dat de tien veldspelers.

De opbouw van een training, de plaats van de training in de al eerder genoemde cyclussen en de trainingsopbouw in een heel seizoen worden ook nog even aan de orde gesteld.

Dit jeugdplan is bedoeld als de start voor de komende jaren. Het zal regelmatig geëvalueerd gaan worden en herzien en/of aangevuld wanneer nodig. Hiervoor is de hulp van u allen nodig! Opmer- kingen, suggesties ter verbetering van of aanvulling op het plan en ervaringen met het werken met het jeugdplan zijn van harte welkom bij de schrijvers!

Voor vragen over het geheel of over gedeelten van het plan kunt u ten allen tijde terecht bij de jeugdcommissieleden die graag bereid zijn bij te springen waar nodig.

Bedenk tenslotte dit: het plan is behoorlijk prestatiegericht, maar vergeet nooit

dat het plezier van de jeugdspelers altijd voorop moet blijven staan, maar wel

met de intentie om te winnen!

(11)

Speelwijze Formatie

Taken

(12)

Speelwijze en formatie

Inleiding

Gestreefd moet worden te spelen in een speelstijl en spelopvatting die past bij de cultuur van de vereniging. De voetbalvereniging Handel staat al jaren voor attractief, initiatiefrijk en op techni- sche leest geschoeid aanvallend voetbal en wil ook die trend handhaven en in de jeugdopleiding naar voren laten komen. Snelheid, techniek (handelingssnelheid), goed positiespel en een grote discipline t.a.v. tactische opdrachten zijn belangrijke aandachtspunten in de opleiding. In de wed- strijden willen we het initiatief nemen en zo ver mogelijk naar voren voetballen.

Deze kenmerken vereisen wel enkele basisvoorwaarden:

- collectieve uitvoering van een van tevoren vastgesteld spelconcept - een optimaal en altijd aanwezige wedstrijdinstelling en concentratie - constant coachen van je medespelers.

Maar ook:

- dicht op elkaar aansluitende linies

- bij balbezit onnodig balverlies proberen te voorkomen - in elke situatie zicht op de bal hebben en op de tegenstander - weten wanneer je niet aangepeeld kunt worden

- altijd bereid zijn om positie van elkaar over te nemen.

Een 1:4:3:3 formatie is het uitgangspunt. In balbezit wordt getracht te spelen in een 1:3:4:3 opstel- ling door een verdediger in te laten schuiven naar het middenveld om daar een speler meer te heb- ben dan de tegenstander.

Dus:

- in de aanval spelen met een (diepe) centrumspits en twee vleugelspelers

- op het middenveld spelen in een ruitvorm met één verdedigende en één aanvallende speler in het centrum en twee aan de zijkant spelende spelers

- in de verdediging spelen met drie verdedigers die vaak in een 1:1 situatie komen te staan en door goed positiespel elkaar altijd rugdekking geven.

Kiest een trainer uit noodzaak voor een ander systeem (b.v. vier spelers vast in de verdediging) dan dient de vrije verdediger een grote opbouwende rol te krijgen en zeker niet als ausputzer te funge- ren. Hij mag dus niet achter zijn mandekkers spelen maar hoogstens ertussen.

In het ideale plaatje zou het elke keer een andere verdediger moeten zijn die inschuift om iedereen ook voetballende oplossingen te laten zoeken. In de jongere leeftijdscategorieën moet dit ook het uitgangspunt zijn!

Bij balverlies zijn er grofweg drie manieren om te verdedigen:

-

het gehele elftal trekt zich terug op eigen helft en verdedigt met de laatste linie rondom het strafschopgebied

-

het gehele elftal verdedigt op de helft van de tegenstander en probeert daar al de bal te ver- overen

-

het elftal trekt zich terug rondom de middellijn en wacht tot de tegenstander inspeelt.

We kiezen uiteraard voor de manier die het beste bij het team past maar proberen zo ver mogelijk naar voren te verdedigen. De bedoeling is in ieder geval dat we de tegenstander naar de buitenkant

(13)

De basis: Mini’s, JO8, JO9, JO10, JO11 en JO13

Al op 5-jarige leeftijd kunnen de jonge spelertjes bij VV Handel terecht.

Zij maken op een speelse manier in een uurtje kennis met voetbal.

Voor de afdelingen JO8, JO9, JO10 en JO11 geldt dat de voetballertjes moeten kennis maken met zoveel mogelijk aspecten van het voetbal. Belangrijk is de aandacht die de verschillende posi- ties in het veld krijgen. In het algemeen kun je stellen dat je niet alle spelertjes met alle posities kunt laten kennismaken maar het onderscheid keeper, voorin, achterin, centraal, links en rechts moeten alle spelers toch in de praktijk (wedstrijden en trainingen) ervaren hebben.

Uitgangspunt op de trainingen ter voorbereiding van de 6:6 is 4:4. In die vorm wordt gespeeld met een ruit op het veld, met één verdediger (V), één aanvaller (A) en twee middenvelders (M1 en M2) die aan de zijkanten spelen:

V

M1 M2

A

Vanuit de 6:6 (8:8) komen we weer gemakkelijk tot de speelwijze die we bij Handel hanteren in balbezit bij 11:11:

K

V V V V

M M

M

A A A

Voor de JO13-afdeling is het duidelijk dat dit de ideale leerfase is voor vooral de techniek, die centraal moet staan in elke training. De basistechnieken moeten tot de verplichte oefenstof gaan behoren. Centrale trainingen zijn dan opnieuw toepasbaar.

(14)

Spelsysteem 1:4:3:3

Uitgangssituatie:

1

3

2 5

4

6 7

10

8 11

9

Taken bij 1:4:3:3, balbezit en balverlies Per linie:

a. De verdediging.

Balbezit:

- geen onnodig balverlies in de opbouw - hoge balsnelheid, spel snel diep verplaatsen

- goede onderlinge communicatie, goede onderlinge coaching - goed positiespel om aanvallers tegenpartij te omzeilen - altijd scherp zijn in wat te doen bij balverlies

Balverlies:

- onderlinge coaching om gevaar vroegtijdig in te dammen - hoe dichter bij eigen goal, hoe scherper de dekking

- 1:1 situaties proberen te voorkomen door onderlinge rugdekking - onnodige overtredingen voorkomen

- schoten op doel voorkomen, voorzetten voorkomen

(15)

b. Het middenveld.

Balbezit:

- evenwicht in verdedigend en aanvallend denkende spelers brengen - geen onnodig balverlies, niet onnodig lopen met de bal

- dienende rol in ondersteuning aanvallers Balverlies:

- onderlinge coaching in tijdig afsluiten van ruimtes

- zonder onnodige overtredingen verdedigen, er staat nog een linie achter - steunen van achterhoede waar nodig

c. De aanval.

Balbezit:

- veld zo groot en breed houden als mogelijk - variatie in wijze van vrijlopen

- eerste aanspeelpunt voor achterhoede zijn in opbouw, goed lezen hoe opbouw verloopt - scoren!

Balverlies:

- bij opbouw tegenstander knijpen naar centrum, tegenstander naar zijkant dwingen - onderlinge coaching in tijdig afsluiten van ruimtes, meeschuiven met de bal - bij plotseling balverlies: opjagen van man in balbezit

Per positie:

1: de keeper Balbezit:

- diep denken, diep spelen - meedoen in positiespel

- goede voorzetting d.m.v. pass, uitworp, uittrap, doeltrap - goede samenwerking met medespelers

Balverlies:

- coaching, organiseren

- goed positie kiezen ten opzichte van de balbezittende speler, de eigen goal en de andere spelers - voorkomen van tegendoelpunten door op het juiste moment resoluut in te grijpen op voorzetten

en schoten op doel 2: rechtsback

Balbezit:

- bij aanval op rechts meedoen, bij aanval door centrum naar binnen sluiten, bij aanval over links naar centrum knijpen om rugdekking te geven

- bij opbouw naar buiten om veld groot te maken - scherp blijven in wat te doen bij balverlies

Balverlies:

- binnenkant dekken!

- knijpen/rugdekking geven aan centrum indien bal aan andere kant - agressief verdedigen in duel maar zonder onnodige overtredingen.

(16)

5: linksback, zie 2, gespiegeld in lengte-as.

3 en 4: centrumverdedigers Balbezit:

- schuift in balbezit wanneer en waar mogelijk door naar het middenveld - leidinggevende taak in opbouw

- terugpass altijd mogelijk maken

- scherp blijven in wat te doen bij balverlies Balverlies:

- spelen samen in zone in het centrum - rugdekking geven aan andere verdedigers

- in samenwerking met tweede centrumverdediger afstoppen spits en doorkomende spelers - diepte wegnemen op juiste moment bij opbouw tegenstander, doorsturen middenvelders

wanneer nodig - binnenkant dekken!

- knijpen/rugdekking geven aan andere verdedigers, coaching - agressief verdedigen in duel maar zonder onnodige overtredingen.

6: rechtshalf Balbezit:

- bij aanval op rechts meedoen. Wanneer aanval door centrum verloopt achter de bal blijven na de inspeelpass, totdat aanval naar vleugels switcht

- controlerende taak

- in strafschopgebied opduiken (linkshalf blijft hangen)

- niet te snel diepte kiezen, altijd in harmonie met vleugelspits.

Balverlies:

- centrum dicht, ruimte wegnemen voor tegenstander - druk op balbezittende speler, dieptepass voorkomen

- goed meedoen indien er gejaagd wordt, geen ontsnappingsmogelijkheden bieden.

7: linkshalf, zie 6, gespiegeld in de lengte-as.

10: midhalf Balbezit:

- kiezen van de juiste positie ten opzichte van de inschuivende verdediger en de centrumspits - komen in scoringspositie

- scoren!

Balverlies:

- centrum dicht, naar zijkant dwingen, ruimte wegnemen voor tegenstander

- goed meedoen indien er gejaagd wordt, geen ontsnappingsmogelijkheden bieden - vrij opkomende tegenstander oppikken

- druk op balbezittende speler, dieptepass voorkomen - naar zijkant dwingen.

(17)

8: rechtsbuiten Balbezit:

- start altijd aan de zijkant, vrijlopen, aanbieden breed en diep - in scoringspositie komen

- individuele actie/combinaties - goede voorzetten geven

- bij voorzetten van de andere kant voor de goal verschijnen - scoren

Balverlies:

- naar binnen knijpen, centrum dicht, naar zijkant dwingen, ruimte wegnemen voor tegenstan- der

- goed meedoen indien er gejaagd wordt, geen ontsnappingsmogelijkheden bieden - steunen van middenveld waar nodig

11: linksbuiten, zie 8, gespiegeld in de lengte-as.

9: spits Balbezit:

- in scoringspositie komen - scoren

- eerste aanspeelpunt van achteren uit wanneer middenvelder(s) dichtbij zijn om te kaatsen of om over hem heen te gaan. Dit om meteen genoeg mensen achter te bal te krijgen

- ruimte creëren voor opkomende middenvelders en vleugelspitsen Balverlies:

- centrum dicht, naar zijkant dwingen, ruimte wegnemen voor tegenstander

- goed meedoen indien er gejaagd wordt, geen ontsnappingsmogelijkheden bieden - steunen van middenveld waar nodig.

Algemene richtlijnen bij balbezit:

 Speelruimte zo groot mogelijk maken: breed en diep speelveld creëren.

 Diep denken en zo mogelijk diep spelen.

 Breedtespel dient als voorbereiding voor dieptespel.

 Bal houden tot opening in de verdediging van de tegenstander gevonden is.

Algemene richtlijnen bij balverlies:

 Speelruimte zo klein mogelijk maken.

 Bij onverwacht balverlies, druk op de balbezittende speler om de rest de kans te geven hun po- sities in te nemen.

 Centrum afsluiten, naar zijkant dwingen en dan druk op balbezittende tegenstander geven (pressen).

 Scherp dekken in de omgeving van de bal, rugdekking en ruimtedekking verder van de bal af.

(18)

Doorstroming

Wissels

(19)

De doorstroming

Vervroegd naar andere leeftijdscategorie

Het kan voorkomen dat een speler voetbaltechnisch, mentaal en fysiek in staat is in een oudere leeftijdsklasse te spelen. Dit gebeurt uiteraard alleen in goed overleg met de speler en de ouders.

Inzetten van JO19-spelers bij senioren

Als JO19-speler kan men worden opgeroepen voor vriendschappelijke of competitiewedstrijden van de senioren.

Communicatiestructuur:

- JO19-spelers: voordat spelers ingezet worden is er altijd tijdig contact met de coördinator van de JO-19 .

- Een speler wordt nooit rechtstreeks benaderd door een seniorentrainer.

- Bij hoge uitzondering kan er op het laatste moment (zaterdagavond/zondagmorgen) een beroep op een speler worden gedaan, maar dan alleen volgens bovenstaande procedure.

Belangrijk is hier een goede communicatie met de nodige flexibiliteit.

Overgang junioren naar senioren

De overgang dient zo nauwkeurig mogelijk te geschieden, daarbij zoveel mogelijk rekening hou- dend met de wensen van de speler. Verantwoordelijke personen hiervoor zijn: trainer JO19, groepscoördinator JO19, JO17 en JO15 en vanuit de seniorenafdeling de hoofdtrainer Handel, de trainer Handel 2 en de technische commissie.

De wissels

Het wisselbeleid is bij de meeste teams erg duidelijk: iedereen moet evenveel aan spelen toeko- men. Natuurlijk zijn hier uitzonderingen op mogelijk zoals reservebeurten om disciplinaire redenen of het afwezig zijn bij meerdere trainingen.

(20)

J J O O 8 8 / / J J O O 9 9

Leeftijdsspecifieke kenmerken JO8/JO9- Pupillen (“onder 9” is 6-9 jaar)

Geestelijke kenmerken:

 weinig sociaal ingesteld

 snel afgeleid

 kan zich niet lang concentreren

 geen (onderlinge) wedijver, ziet spel als avontuur

 veel fantasie, speels

 creatief

 denken is gekoppeld aan het zien

 egocentrisch, individueel gericht, samenwerkingsgedrag is eenvoudig

 spelen naast elkaar i.p.v. met elkaar

 ouders thuis erg belangrijk Lichamelijke kenmerken/motoriek:

 kleuterkenmerken verdwijnen

 gunstige lichaamsveranderingen

 maakt harmonische indruk

 geringe kracht Prestatievermogen:

 snel moe, snel hersteld

 plezier is belangrijker dan winnen

 grote bewegingsdrang

 neiging tot nadoen en herhalen, leert door kijken en doen (niet door luisteren)

 coördinatie zwak, balgevoel zwak

Profiel van een goede JO8/JO9 - trainer

Een goede JO8/JO9 - trainer is op de eerste plaats een goede begeleider, die op de hoogte is van de specifieke kenmerken voor deze leeftijd, zoals die hierboven vernoemd zijn. Hij straalt rust en vriendelijkheid uit en heeft erg veel geduld. Het directe wedstrijdresultaat is voor hem volstrekt van ondergeschikt belang.

Hij kan goed communiceren met de ouders, die vaak heel betrokken zijn bij de eerste stappen van hun kind in de voetbalwereld.

Tijdens trainingen beseft hij dat deze kinderen geen behoefte hebben aan uitgebreide tekst en uit- leg, maar dat het vooral belangrijk is om zelf het goede voorbeeld te geven. Een goede JO8/JO9 - trainer speelt, zeker bij de eerstejaarse JO8/JO9 - spelers, bij het kiezen van de oefenvormen en het coachen in op de rijke fantasiewereld van zijn spelertjes.

Hoe scoren we?

(21)

Tips voor de JO8/JO9 - trainer

1. Stel nieuwe JO8/JO9 - spelers op hun gemak door uitleg te geven van nieuwe materialen, speelveld, accommodatie en gewoonten in de club. Ga er daarbij vanuit dat een keer vertellen onvoldoende is.

2. Laat een JO8/JO9 - je vragen stellen en stel steeds vragen aan het kind. Door tweerichtings- communicatie ontstaat er een goed contact en een hechte band. Dat laatste is immers de basis voor een fijne kennismaking met het voetballen.

3. Leef met de kinderen mee. Probeer je te verplaatsen in de wereld van het kind.

4. Straf niet voortdurend maar straf zelden of nooit! Straf heeft vaak een schrikeffect dat meest- al direct werkt. Maar op langere termijn heeft regelmatig straffen het nadeel dat kinderen bang worden, de leider niet meer leuk vinden, noch het voetballen en zelfs stoppen. Belonen wat het kind goed doet, is vaak veel effectiever dan bestraffen wat het kind fout doet. Positief denken en formuleren!

5. Streef naar een goed contact met de ouders. Ouders kunnen vaak goede informatie geven over de achtergronden van het gedrag van hun kinderen. Het gebeurt maar al te vaak dat lei- ders zelfs niet op de hoogte zijn van gezondheidsproblemen. Een goed contact met de ouders levert dikwijls een positieve houding op ten opzichte van de vereniging, die het kind over- neemt.

Aandachtspunten bij de JO8/JO9 - pupillen training

1. Het leren beheersen van de bal staat centraal in deze fase. De trainingen moeten vooral ge- zien worden als een spel uur (speelplezier) dat bij voorkeur door of onder supervisie van op- geleide deskundigen wordt geleid.

2. Breng een vaste structuur aan tijdens het instructiegedeelte van de training. De spelers moe- ten de trainer en de demonstratie goed kunnen zien. Beperk je tot een of hoogstens twee aan- dachtspunten en maak gebruik van kernwoorden. Realiseer je dat de informatie in een later stadium weer herhaald moet worden.

3. Begin niet met de instructie als er nog deelnemers aan het spelen zijn. Het komt nogal eens voor dat de uitleg van de volgende oefening begint, voordat de laatste deelnemers klaar zijn.

Zij moeten dan aan andere spelers vragen wat de bedoeling is, hetgeen weer leidt tot proble- men bij de uitvoering.

4. Als een beweging net is uitgevoerd, zijn kinderen in deze leeftijd nog steeds in hun beleving van die beweging. Haal hen dus eerst ook mentaal uit de oefening voordat je met de nieuwe instructie begint. Laat daarbij geen “afleiders” binnen handbereik van de spelertjes. Een bal of een pion nodigt uit tot het spelen in plaats van opletten.

5. Voordoen - nadoen blijft een essentieel kenmerk van instructie geven. Aangezien het kind erg is ingesteld op het concreet waarneembare, werkt een plaatje vaak beter dan een praatje!

Laat het niet bij één keer voordoen. JO8/JO9 - spelers zien niet alles in één keer. Na een paar keer voordoen begrijpen ze pas de bedoeling.

6. Het accent moet liggen op een brede bewegingsscholing met behulp van speels -doelgerichte oefenvormen. Met dat laatste wordt bedoeld het gebruik van speelse bewegingsvormen die een voorbereiding zijn op de latere techniek. Het doel ligt in het ontwikkelen van bewegings- gevoel. Kies bewegingsactiviteiten waarbij iedereen tegelijkertijd actief is. Wachten past ze- ker niet bij deze leeftijdsgroep. Immers een voetbalsituatie daagt uit.

7. Breng voldoende variatie aan in de bewegingsactiviteiten. Een kind van deze leeftijd vindt het saai om steeds weer hetzelfde te doen, tenzij hij echt speelt. Kleine variaties in organisa- tie (een andere loopweg, andere partijen) en in bewegingsvormen kunnen de motivatie weer snel doen toenemen.

(22)

9. Bij het voetballen van de JO8/JO9 - jeugd mag nog NIET het accent gelegd worden op tac- tiek en doelgerichte samenwerking. Dat druist namelijk in tegen de natuur van het kind op die leeftijd. Kies voor eenvoudige spelen met zeer weinig regels. Het doel is scoren en daar moet ook tijdens de trainingsactiviteiten het accent op liggen.

10. Bij de wat oudere JO9 - spelers ontstaat de wedijver en dus automatisch de behoefte aan af- spraken; hierdoor wordt vergelijken mogelijk (regels).

11. Het spel blijft het karakter dragen van spelen; winst/verlies zijn wel belangrijk, maar symbo- lisch. Het blijft “maar” spel. Het is wel ernstig gemeend (afspraken) maar geen bittere ernst.

De spelsfeer moet aanwezig zijn, anders heeft verder spelen geen zin.

12. Wissel regelmatig de samenstelling van groepen tijdens de spelvormen en dat geldt ook voor de plaats of taak binnen een spelvorm. Het is nog te vroeg voor specialisme.

13. Zowel tijdens de spelvormen als in de wedstrijden dient de leiding te functioneren als spel- leider en niet als scheidsrechter.

14. Voor de (bescheiden) aandacht voor de eenvoudige basistechnieken geldt: voor elke JO8/JO9 -pupil een eigen bal!

15. Het belangrijkste uitgangspunt bij de JO8/JO9 - jeugd is: wennen door spelen! Geef de kin- deren daar ook alle ruimte voor, bij voorkeur in kleine groepen. JO8/JO9 - pupillen moeten zelf zoeken naar oplossingen; kauw als jeugdtrainer dus niet alles voor! Spelcreativiteit ont- wikkelen kost wel veel tijd, maar kent uiteindelijk een hoog rendement.

16. Het balgevoel is nog zwak:

 Balgevoel ontwikkelen door te laten ontdekken wat een bal doet bij rollen/stuiten

 Aanleren van basistechnieken en verbeteren van de coördinatie

 Overwinnen van angst voor de bal

 Maximale hoeveelheid balcontacten

 Veel individueel spelen met een bal

 Kleine partijtjes (1:1, 2:2, 3:3)

17. Wedstrijden moeten gezien worden als partijtjes, waarbij plezier het allerbelangrijkste is en niet veel (geen) aandacht (zou) moet(en) worden besteed aan het competitie-element.

18. Coachen op “technische” uitvoering van onder andere traptechniek en aan- en meenemen in eenvoudige situaties.

19. Bij “betere tweedejaars” voorzichtig aangeven van de goede veldbezetting met als doel

“kluitjesvoetbal” te voorkomen bij;

 4:4 in de basisvorm als trainingsonderdeel

 6:6 bij de (competitie) wedstrijden.

20. Leer tactische begrippen aan als:

 dribbelen: met de bal in een kleine ruimte een meestal korte afstand overbruggen, waarbij je bij elke pas de bal raakt

 drijven: met de bal in een grotere ruimte een meestal grotere afstand overbruggen, waarbij je de bal om de paar passen raakt

 afpakken: de bal van de tegenstander afnemen

 kappen: met de bal in één beweging in tegenovergestelde richting bewegen

 passeren/pingelen/actie: de tegenstander met de bal aan de voet proberen te passeren

 passen/trappen: de bal verplaatsen naar een medespeler d.m.v aanraking met de voet

 schieten: een poging tot scoren met de voet

 scoren: een doelpunt maken

 sliding: het maken van een glijdende beweging om een tegenspeler de bal voor de voeten weg te nemen

 tackle: het maken van een al dan niet glijdende beweging om een tegenspeler de bal voor

(23)

 samenspelen: proberen een doelpunt te maken door over te spelen

 vrijlopen: zo gaan lopen of staan dat je bal vrij kunt ontvangen zonder directe druk van de tegenstander

 naar buiten: van het midden van het veld in de richting van de zijlijn bewegen

 naar binnen: van de zijkant van het veld in de richting van het midden bewegen

 driehoekje: speler A speelt B aan, na het ontvangen van de bal door speler B wordt naar links of rechts speler C aangespeeld

 hoog houden/jongleren: zorgen dat de bal niet op de grond komt

 hands: de bal wordt met de hand gespeeld door een speler

 penalty/strafschop

 uitbal: de bal is over een van de zijlijnen gegaan

 indribbelen: uitbal wordt al dribbelend vanaf de zijlijn weer in het spel gebracht

 achterbal: de bal is over de achterlijn van het eigen doel gegaan

 doeltrap: de keeper brengt na een achterbal de bal weer in het spel

 uittrappen: de keeper brengt de bal weer in het spel

 hoekschop/corner: een directe vrije trap vanuit de hoek

 schijnbeweging: een beweging van het lichaam zonder de bal om de tegenstander op het verkeerde been te zetten (in de war te brengen)

 keeper: doelman

 verdediger: de spelers die het dichtst bij het eigen doel staan en die als belangrijkste taak hebben de tegenstander het scoren te verhinderen.

 aanvaller: de spelers die het dichtst bij het doel van de tegenstander staan en die als be- langrijkste taak hebben te scoren.

 middenvelder: de spelers die tussen de verdedigers en de aanvallers staan en als belang- rijkste taak hebben zowel de verdedigers als de aanvallers te steunen

Aandachtspunten bij de JO8/JO9 – pupillen wedstrijd

De spelers zijn erg balgericht. Daarom dient de begeleiding bij en vooral rond wedstrijden zich bijna uitsluitend te richten op het spel bij balbezit. Vanuit de belevingswereld van deze kinderen heeft balbezit tegenstander nog weinig of geen betekenis. Ze weten vaak niet eens wie de tegen- stander is. Wat ze wel begrijpen is dat ze de bal moeten afpakken als ze die niet hebben, want ze doen er alles voor om de bal te hebben.

Dus: bij balbezit voorzichtig werken aan een goede veldbezetting (uit elkaar; zie spelconcept 6:6), bij balverlies groep mobiliseren om bal weer snel terug te krijgen (bij elkaar).

(24)

Aandachtspunten in voetbaltermen samengevat:

Techniek:

- aannemen en meenemen - passen en trappen - dribbelen en drijven Tactiek:

- doelpunten maken

- ruimte- en bewegingservaring opdoen Fysiek:

- spelenderwijs leren van de grondvormen van het bewegen Mentaal:

- spelvreugde

- stellen van duidelijke doelen

-

individu staat voorop

(25)

J J O O 1 1 0 0 / / J J O O 1 1 1 1

Leeftijdsspecifieke kenmerken JO10/JO11- Pupillen (“onder 11” is 9-11 jaar)

Geestelijke kenmerken:

 wat meer sociaal ingesteld

 nog snel afgeleid, zwakke concentratie

 belangstelling voor regels en puntentelling etc.

 ziet het verschil wie goed en minder goed kan voetballen

 neemt dingen al bewust op

 groep leeftijdsgenoten belangrijk

 al veel meer bereid deel uit te maken van het team Lichamelijke kenmerken/motoriek:

 kan het opbrengen een oefening wat langer uit te voeren

 groei naar verdere harmonie

 coördinatie en uithoudingsvermogen worden beter Prestatievermogen:

 leergierig, wil techniek leren door middel van nabootsen trainer

 veel herhalen

 bal doel – bal middel, beginstadium samenspelen

 grote bewegingsdrang

 coördinatie en balgevoel worden verder ontwikkeld

 krijgt besef voor het uitvoeren van bepaalde taken zoals aanvallen en verdedigen

Profiel van een goede JO10/JO11 - trainer

Op de eerste plaats beseft hij dat de kinderen met zoveel mogelijk voetbalsituaties geconfronteerd moeten worden. Daarbij treedt hij voornamelijk op als begeleider die de JO10/JO11 -spelers de ruimte geeft om zelf oplossingen te vinden voor de voetbalproblemen die ze tegenkomen. Tijdens trainingen bewaakt hij de organisatie, helpt en motiveert hij en corrigeert hij vooral op technisch gebied. Een goede trainer is voor zijn spelers meer een kameraad en opleider, iemand met een ech- te voorbeeldfunctie, dan de voetbalkenner die boordevol tactische vondsten zit. Op het veld kan hij het goede voorbeeld geven. Ook weet hij in alle omstandigheden te relativeren en ook ouders hier- van te overtuigen.

Tips voor de JO10/JO11 - trainer

1. Laat de spelers vooral wennen door spelen. De spelvormen, waarin de JO10/JO11-spelers zelf op zoek gaan naar voetbaloplossingen, dienen centraal te staan. Het accent moet bij de JO10/JO11-jeugd liggen op het ontwikkelen van technische vaardigheden, zoals het verkrij- gen van balgevoel(IN BEIDE BENEN!), dribbelen / drijven, passen / trappen, etc.

2. Leg bij de technische en coördinatieoefeningen mede de nadruk op algemene lichaamsbe- heersing. Lopen, huppen, springen, draaien, stoppen en starten.

Belangrijk bij het aanleren van technische vaardigheden met de bal; kies eenvoudige vormen die steeds beantwoorden aan het gevoel voor fantasie / avontuur (tikkertje met de bal aan de voet, bal in cirkel houden, etc.)

(26)

dueel en met elkaar dat de tegenstander een doelpunt maakt en hoe kunnen we zelf tot scoren komen?

4. De JO10/JO11 – pupil herkent spelsituaties sneller in 4:4 dan in grotere vormen zoals 6:6 of 7:7 of 8:8.

5. Bied de spelers door allerlei variaties van 4:4 tot en met 8:8 zoveel mogelijk voetbal- specifieke situaties aan en geef hun daarbinnen zoveel mogelijk vrijheid van handelen.

6. Leer de JO10/JO11 – spelers de basisspelregels op een wijze die past bij deze leeftijd.

7. Voer de reactiesnelheid op door loop- en oefenspelletjes (tikkertje of plaatsen bal in diverse bewegingsvormen)

8. Bevorder het samenspelen door veel voor de spel- en wedstrijdvorm te kiezen.

9. Besteed ook al aandacht aan het groepsgevoel.

Aandachtspunten bij de JO10/JO11 - pupillen training

1. Het leren van duidelijke voetbalregels, bijvoorbeeld met betrekking tot veiligheid.

2. Komen tot het aanleren van voetbal: ‘leren spelen door spelend leren’. Kies voor allerlei wedstrijdvormen in niet al te grote ruimtes. Met puntentelling en veel scoringsmogelijkhe- den (dus niet te kleine doeltjes).

3. Accent leggen op bewegingsopgaven, waarbij het aankomt op snelheid en op reactiesnel- heid (spelvormen zijn dus zeer geschikt).

4. Veel tijd besteden aan voetbalbasistechnieken zoals, balgevoel (beide benen) traptechniek, aan- en meenemen, koppen en coördinatie (verbeteren en uitbreiden) via veel balcontacten en variatie. Herhaal de basisvormen voortdurend, maar kies wel steeds voor een andere uit- voering. Geef eventueel ‘huiswerk’ mee, zodat het aantal balcontacten nog groter wordt.

5. ‘Speel’ met tijd, ruimte (vak groter / kleiner) en spelregels om de doelstelling eerder te be- reiken.

6. Via 1:1 en 4:4 komen tot spel 7:7 (vanaf 2018 8:8), waarbij de kinderen op verschillende plaatsen kunnen spelen.

7. Het eenvoudig samenspel (‘eerst kijken’) stimuleren, bereiken dat alle kinderen van het samen voetballen kunnen genieten en bovendien gemotiveerd worden om als team te wer- ken aan de verbetering van hun spelpeil.

8. De relatief kleine groep fantasierijk en speels benaderen. Heel belangrijk is dat de JO10/JO11-spelers vormen aangeboden krijgen die voor veel voetbalplezier zorgen.

Beleving dus. Probeer achter de fantasiewereld van deze kinderen te komen. Bij de jongste spelertjes kan een tikspel in een zogenaamd spannend bos nog aanspreken. De oudere JO11-spelers zullen veel plezier beleven als ze hun eigen ‘Ajax-Feyenoord’ op de training kunnen spelen. Of als de trainer hen vergelijkt met de voetbalvedetten die ze adoreren.

9. De wedijversituatie op meerdere manieren beperken en zeker niet nodeloos verscherpen (regelmatig nieuwe indelingen maken). Wedstrijden (ook in competitieverband) nadrukke- lijk zien als een spel met veel aandacht voor het plezier en de ontwikkeling van de indivi- duele speler.

10. Maak van veel hulpmiddelen gebruik: pionnen, allerlei doeltjes, paaltjes (zorg wel voor vei- ligheid) en laat ze op allerlei manieren dribbelen, drijven en scoren. Elke speler een bal!

11. Organisatie: veel herhalingen (geen lange wachtrijen), dus trainen in kleine groepjes en meer begeleiders. Geef elke speler een eigen bal. Laat de trainingsvormen niet te lang du- ren. Laat de spelers zelf meewerken in organisatieopbouw en het opruimen van het materi- aal.

(27)

13. Leer tactische begrippen aan als:

 aannemen: de bal zodanig stoppen en klaarleggen dat je het spel snel kunt vervolgen

 binnenkant voet

 buitenkant voet

 kaatsen: direct spelen op medespeler

 groot maken: de spelers gaan verder uit elkaar staan om ruimte te krijgen, breed en diep

 klein maken: de spelers gaan zo dicht bij elkaar staan om de tegenstander geen ruimte te geven

 breed spelen: de bal wordt in de breedte van het speelveld gespeeld

 diep spelen: de bal wordt in voorwaartse richting in de lengte van het speelveld gespeeld

 korte bal: een dichtbij staande medespeler bereiken

 lange bal: een veraf staande medespeler bereiken

 coachen: je medespelers voorzien van aanwijzingen zoals:

o tijd: geen tegenstander in de buurt, je wordt niet kort gedekt dus je hebt tijd genoeg om de bal goed te verwerken

o in je rug: tegenstander achter je, je wordt kort gedekt o keeper: los, laat gaan, ik pak de bal

 binnenkant verdedigen: de kortste weg naar de eigen goal afsnijden

 aansluiten/sluit/sluiten: het hele elftal loopt voorwaarts om de linies niet te ver uit elkaar te laten lopen

 zakken: bij balverlies met het hele elftal richting eigen doel lopen om de tegenstander de ruimte te ontnemen

 zestienmetergebied

 zestienmeterlijn

 vleugelverdediger, vleugelspits

 centrale verdediger, centrale aanvaller

 rechtsback, linksback, rechtshalf, linkshalf, midhalf, rechtsbuiten, linksbuiten, spits, mid- half

 happen: in de schijnbeweging trappen van de tegenstander

 in de man draaien: met de bal aan de voet zodanig draaien dat je tegen de tegenstander aanloopt

 naar binnen snijden: kortste weg naar de goal zoeken

 uitvallende bal, tweede bal: de bal die uit een duel tevoorschijn komt

Aandachtspunten bij de JO10/JO11 - pupillen wedstrijd

1. De wedstrijd is bij de JO10/JO11-jeugd een middel om voetbalkwaliteiten te ontwikkelen en mag dus geen doel op zich zijn. Het uiteindelijk wedstrijdresultaat mag dan in de beleving van de spelers een rol spelen, maar niet voor (de doelstellingen) van de jeugdtrainer of leider.

2. Besteed aandacht aan het belang van samenspelen, maar realiseer je direct dat de beste voetbal- lers toch blijven pingelen.

3. Spelers mogen fouten maken.

4. In de korte wedstrijdbespreking slechts een beperkt aantal aandachtspunten naar voren brengen en daarop ook in de rust of na de wedstrijd terugkomen.

5. Steeds positief en opbouwend coachen.

6. Gun iedereen voldoende speeltijd, ook de spelers met minder kwaliteiten.

7. Maak duidelijk aan ouders wie de coach is en wat zij wel (aanmoedigen) en niet (aanwijzingen) moeten doen.

8. Zorg rond de wedstrijd voor beleving, geef vertrouwen en wees eerlijk.

(28)

ling:

Balbezit

 Veld groot maken in zowel lengte als breedte

 Veldbezetting met dubbele ruit

 Aansluiten van de linies

 Opbouw vanaf de keeper Balverlies

 Veld klein maken zowel in de lengte als de breedte

 Vooruit op de bal verdedigen, en rugdekking van overige spelers

 Duels maken om te winnen

Omschakeling van balbezit naar balbezit tegenstander en andersom

 Snel en direct

10. Leer tactische begrippen aan als:

 aannemen: de bal zodanig stoppen en klaarleggen dat je het spel snel kunt vervolgen

 binnenkant voet

 buitenkant voet

 kaatsen: direct spelen op medespeler

 groot maken: de spelers gaan verder uit elkaar staan om ruimte te krijgen

 klein maken: de spelers gaan zo dicht bij elkaar staan om de tegenstander geen ruimte te geven

 breed spelen: de bal wordt in de breedte van het spel gespeeld

 diep spelen: de bal wordt in voorwaartse richting in de lengte van het veld gespeeld

 korte bal: een dichtbij staande medespeler bereiken

 lange bal: een veraf staande medespeler bereiken

 coachen (namen roepen): je medespelers voorzien van aanwijzingen zoals:

o tijd: geen tegenstander in de buurt, je wordt niet kort gedekt o in je rug: tegenstander achter je, je wordt kort gedekt o keeper: los

 binnenkant verdedigen: de kortste weg naar de eigen goal afsnijden

 aansluiten/sluit/sluiten: het hele elftal loopt voorwaarts

 zestienmetergebied:

 zestienmeterlijn:

 vleugelverdediger, vleugelspits

 centrale verdediger, centrale aanvaller

 rechtsback, linksback, rechtshalf, linkshalf, midhalf, rechtsbuiten, linksbuiten, spits, mid- half

 happen: in de schijnbeweging trappen van de tegenstander

 in de man draaien: met de bal aan de voet zodanig draaien dat je tegen de tegenstander aan- loopt

 naar binnen snijden: kortste weg naar de goal zoeken

 uitvallende bal, tweede bal: de bal die uit een duel tevoorschijn komt

(29)

Aandachtspunten in voetbaltermen samengevat: zie JO8/JO9-afdeling, aangevuld met:

Techniek:

- basistechnieken - koppen

- balverovering - doelpunten maken - keepertechnieken Tactiek:

- vrijlopen

- veld groot maken in balbezit

- veld klein maken bij balbezit tegenstander - spelregels

- overgang van 7:7 (vanaf 2018 8:8) naar 11:11 (tweede jaar) Fysiek:

- coördinatiescholing - algemene beweeglijkheid Mentaal:

- leren omgaan met leiding - leren omgaan met medespelers - basisafspraken

- gedragsregels - normen en waarden - communicatie-afspraken

(30)

J J O O 1 1 3 3

Leeftijdsspecifieke kenmerken JO13-Pupillen (11-13 jaar)

Geestelijke kenmerken:

 begin van geldingsdrang

 begin van kritiek op prestatie van zichzelf en anderen

 streven naar presteren en vergelijken

 idolen gaan een rol spelen

 groep is belangrijk voor hen, kunnen samenwerken en elkaar helpen

 fase van het concreet denken

 belangstelling voor regels

 leergierig

 enorm rechtvaardigheidsgevoel Lichamelijke kenmerken/motoriek

 Kan veel en snel leren

 Harmonische lichaamsbouw

 Goede coördinatie

 Goede ontwikkeling spieren en organen Prestatievermogen:

 Kracht en snelheid nemen toe, niet optimaal

 Duur prestatie tot 20 minuten mogelijk

 Reactievermogen is fijn gevoelig

 Ideale voetballeeftijd

Profiel van een goede JO13- trainer

De JO13 – trainer moet aan twee belangrijke eigenschappen voldoen als je de kenmerken van deze leeftijdsgroep als uitgangspunt neemt. Ten eerste moet hij enthousiast zijn en over voldoende eigen vaardigheid beschikken om tijdens trainingen het goede voorbeeld te kunnen geven. Hij heeft daarom een eigen voetbalachtergrond op een aanvaarbaar niveau.

Als JO13- trainer hoef je minder dan bij de JO11/JO10 – of JO9/JO8- jeugd te reageren op het moment zelf. JO13 – spelers kunnen al een korte foutenanalyse achteraf verwerken. Ze zijn tegen- woordig zeker in staat om een aantal tactische basisprincipes uit te voeren. Dat betekent dat de JO13 – trainer in elk geval over voldoende tactische kennis moet beschikken. Hij moet ook weten hoe je op deze leeftijd eigenschappen als snelheid, behendigheid en coördinatie kunt ontwikkelen en creativiteit aan de bal kan stimuleren. Een goede JO13 - trainer reserveert tijd voor persoonlijke gesprekken met zijn spelers over de vorderingen en heeft regelmatig contact met de ouders.

(31)

Tips voor de JO13- trainer

1. Ook bij de JO13 - jeugd is het contact met de ouders van belang. Organiseer een ouderavond en geef een toelichting op de uitgangspunten, afspraken en regels. De voetbalontwikkeling staat voor de trainer voorop. Ouders willen nog wel eens prestaties belangrijker vinden.

2. Stimuleer dat kinderen ook buiten het trainingsveld veel voetballen. Maak daarbij gebruik van de prestatiebehoefte van JO13 – spelers; “Wie kan volgende week de bal al 50 keer hooghouden?” Of “Wie zal de volgende training deze schijnbeweging het best kunnen voor- doen?”

3. Geef geen uitgebreide warming-up zonder bal. Rek- en strekoefeningen voor JO13 – pupillen is zonde van de tijd. Gebruik de beschikbare tijd volledig om de JO13 – pupil te laten leren.

4. Verplaats je als JO13 – trainer in de pupil, spreek kindertaal, durf een ‘toneelstukje’ op te voeren op het trainingsveld en daag de pupil uit. Dat zal zeker voor extra beleving en plezier zorgen.

5. Stimuleer creativiteit aan de bal. Behandel bijvoorbeeld het duel 1:1 vooral aanvallend en geef goede voorbeelden hiervoor. Creatieve voetballers zijn nog steeds in de minderheid ten opzichte van de eenheidsworsten. Moedig in de wedstrijd de individuele actie op het juiste moment aan.

6. JO13 – spelers nemen heel snel het enthousiasme van hun trainer over.

7. Besteed zeker in deze belangrijke leerfase ruime aandacht aan ‘tweebenigheid’. Laat dus oefenvormen met zowel het rechter- als het linkerbeen uitvoeren.

8. Train in een hoog trainingsritme. Sta niet te veel en te lang stil door een uitgebreide monde- linge uitleg. Geef niet te veel tactische tips tegelijk.

9. Speel liever een aantal korte partijen met steeds nieuwe uitdagingen dan één lange partij.

10. Stimuleer dat JO13–spelers zelf al nadenken over voetbalproblemen door bij de coaching vooral veel vragen te stellen.

11. Wees consequent in de hantering van regels. Of het nu sociale regels betreft of spelregels, kinderen in deze fase ontwikkelen een scherp gevoel voor rechtvaardigheid. Maak de regels van tevoren goed duidelijk, maar bewaak ze ook consequent. Je zult merken dat de kinderen gaan corrigeren bij het overtreden van regels.

12. Haal bij groepsgewijze correctie de meest gemeenschappelijke fouten eruit. Waak ervoor de jeugdige voetballer af te laten gaan voor de groep door hem te laten demonstreren hoe fout hij het wel doet. Geef liever zelf een goed voorbeeld. De groepsreacties (uitlachen e.d.) gaan al een belangrijke rol spelen.

13. Leg een goed contact met de JO13 – speler. Contact opbouwen gebeurt nooit van één kant.

Zorg voor tweerichtingscommunicatie. Dat begint al met een praatje in de kleedkamer. Ook vragen stellen tijdens de training bevordert de motivatie en het contact met de trainer. Een goede relatie tussen leider en deelnemers is een basisvoorwaarde om tot leerprestaties te ko- men.

14. Beloon prestaties. De JO13 – jeugd is gevoelig voor complimenten. Met belonen wordt vaak meer bereikt dan met straffen. Er wordt te vaak van uitgegaan dat het normaal is wanneer iets lukt of goed gaat.

15. Daag de kinderen gerust eens uit. Oefeningen aanbieden met een zeker risico van mislukken, met daarbij de aantekening dat dit voor hen heel lastig gaat worden, werkt stimulerend. Een houding van speelse uitdaging is effectiever dan een doodernstig gezicht.

(32)

Aandachtspunten bij de JO13 - pupillen training

1. Een goed eigen voorbeeld is van essentieel belang. Geef bij elke instructie een goed eigen voorbeeld waarbij tevens de aandachtspunten (leeraccenten) in de beweging worden aange- geven.

2. Controleer tijdens het oefenen of de uitvoeringswijze correct is. Met andere woorden contro- leer in hoeverre de gegeven opdracht juist wordt uitgevoerd. Corrigeer deze fouten in de be- weging zowel individueel als groepsgewijs.

3. Motiveer de spelers door uit te leggen waarom een beweging zo uitgevoerd moet worden.

Een kind dat alleen maar de opdracht moet uitvoeren, terwijl het zelf niet weet waarom, wordt minder bij zijn eigen motorische ontwikkeling betrokken.

4. Geef niet voortdurend zelf de oplossingen, maar daag de JO13-spelers aan de hand van vra- gen uit om zelf na te denken.

5. Besteed veel aandacht aan het samenwerken met elkaar. Vertaald naar de oefenstof betekent dat veel aandacht voor spelvormen en kleine partijspelen waarbij de kinderen leren ervaren wat samenwerking is en het belang ervan in te zien.

6. Zorg dat de organisatie voor de hele training klaarstaat. Begin snel aan de training, geef niet teveel uitleg vooraf en corrigeer als de oefening aan de gang is. Voordoen in plaats van een onduidelijk verhaal.

7. Coach situatief, zet spelsituatie stop en benadruk vooral de goede uitvoering.

8. Ook verdedigen (bal afpakken) hoort bij het voetbalspel 9. Vertaal de trainingssituaties naar de wedstrijd.

10. Let op voldoende beleving en voetbalplezier, maar voorkom overdreven prestatiezucht door als trainer zelf op tijd te relativeren.

11. Verhoog vanuit coördinatie- en balgevoeloefeningen het bewegingstempo en de handelings- snelheid.

12. Verbeter het aanleren van voetbalbasistechnieken zoals: traptechniek, aan- en meenemen, koppen enz. Nog meer dan de JO10/JO11-jeugd is deze leeftijdsgroep geschikt om voetbal- basistechnieken aan te leren. Deze technische bewegingsvormen dienen dan ook rijkelijk in de oefenstof terug te komen. Bij deze vormen dient tweebenigheid gestimuleerd te worden.

Ook hier is herhalen (in verschillende vormen) de basis voor succes.

13. Leer tactische begrippen aan als:

 inspelen: vooruit spelen voorbij minimaal één tegenstander

 opendraaien: je lichaam zodanig draaien dat je de vijandelijke goal ziet

 uitdraaien: met de bal aan de voet draaien naar daar waar de ruimte ligt

 uitzakken: terug lopen, weg van de tegenstander zodat je ruimte krijgt om de bal aan te nemen

 inzakken: een speler die terug loopt terwijl de tegenstander balbezit heeft

 zakken: het hele elftal loopt terug na balverlies

 knijpen: de ruimte klein maken op een vleugel naar de tegenstander in balbezit

 muurtje

 eerste paal: bij een voorzet de dichtstbijzijnde paal van het doel

 tweede paal: bij een voorzet de meest verre paal van het doel

 inkomende man: een speler van de tegenpartij komt vrij tussen onze linies in

 goede voet: een medespeler zó aanspelen dat hij het grootst mogelijke overzicht heeft

 verre voet: een opengedraaide speler op dát been inspelen dat het verst van de bal verwij- derd is

 mandekking: afdekken van een persoonlijke tegenstander

 rugdekking: bij een medespeler in duel klaar staan om de dekking over te nemen

(33)

 in de loop spelen: de bal zodanig spelen dat de medespeler de bal in de loop kan meenemen

 voeten: de bal over de grond in de voeten vragen

 diep: de bal in de ruimte vragen

 komen: aanbieden naar de bal toe

 weg: aanbieden van de bal weg in de ruimte

 steunen: aanbieden bij je medespeler die in balbezit is

Aandachtspunten bij de JO13 - pupillen wedstrijd

1. Geef taken aan het elftal/linies.

2. Geef taken per individu/speler.

3. Geef de spelers de vrijheid, stimuleer eigen initiatief (zeker aanvallers).

4. Streef de punten na, die vermeld staan bij het spelconcept en probeer dit systeem stap voor stap te verbeteren.

5. Geef na een verkeerde voetbaloplossing de desbetreffende speler(s) de juiste oplossing.

6. Analyseer de wedstrijd en geef leermomenten tijdens de rust en na de wedstrijd.

7. Vooral bij minder getalenteerde JO13-spelers ebt concentratie snel weg. Houdt spelers bij de les.

8. Coach positief en laat spelers vooral zelf oplossingen zoeken.

9. Spreek na afloop ouders erop aan als ze te veel het gedrag van hun kind in het veld willen be- invloeden.

10. Hamer op accepteren van beslissingen van scheidsrechter en begeleiding. Op deze leeftijd is aandacht voor fair-play gedrag belangrijk.

11. Zet zoveel mogelijk spelers in en besteed aandacht aan de wisselspelers.

12. Coachmomenten:

Balbezit

 Vanuit de basisposities van het spelconcept proberen tot een verzorgde opbouw te komen

 Diepte voor breedte, zo snel mogelijk de bal bij de spitsen brengen, waarna deze worden ondersteund door de rest van het elftal

 Aanvallende duels 1:1 maken om overtal te creëren op middenveld of gevaar te stichten in verdediging tegenstander. Proberen te komen tot schot op doel of voorzet (rest van spitsen voor doel)

 Posities voor het doel goed bezetten en anticiperen op afvallende bal

 Standaardsituaties eigen initiatief, wel aan geven wat goed en fout ging tijdens uitvoering Balbezit tegenstander

 Vanuit basisposities verdedigend speelruimte klein maken (knijpen en inzakken) en weer zo snel mogelijk in balbezit proberen te komen.

 Geen tegenstanders uit je rug weg laten lopen.

 Diepe ballen voorkomen, dwingen tot breedtespel

 Constant druk op de balbezitter proberen te zetten

Omschakeling balbezit naar balbezit tegenstander en andersom

 Snel en direct zonder haperingen, door degene die zich het dichtst bij de bal bevindt

 Organiseren andere spelers, ruimte wegnemen

(34)

Aandachtspunten in voetbaltermen samengevat: zie JO10/JO11-afdeling, aangevuld met:

Techniek:

- schijnbewegingen en passeerbewegingen - schieten

- sliding, afschermen - storen

- spelhervattingen - strafschop

- doelpunt voorkomen Tactiek:

- samen spelen - veldbezetting

- wennen aan posities in het team

- algemene principes elftal in balbezit en balbezit tegenpartij - buitenspel

Fysiek:

- conditieverbetering - lenigheid/behendigheid - warming up beheersen Mentaal:

- zelfstandigheid

- sportieve houding, omgaan met winst en verlies

- accepteren van correcties van de elftalleiding, scheidsrechters - lef tonen

- basistaken, basisafspraken beheersen - organisatie van het team

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

tQtQt v qŒ]_GI`mv ZfBENgVbBFRj‡bRbNg[­v RbZ‚ÁjÂEJ^]_ZgZfBERh…†BFXYuWv ÃUB‰Jj‡bRhGŽ[$SjS$XH[jXY]$u$BER½]_ZfGIN ²pV½GYBFXYBEio`hGH…WN ²HqŸt v Äev

Leg uit waarom landen op het noordelijk halfrond over het algemeen meer energie verbruiken dan op het zuidelijk halfrond. Ga bij de je antwoord in op

Voor “de hemelse dingen zelf”, waarvan de tabernakel en de voor- werpen een type zijn, was echter heel wat meer nodig, namelijk het bloed van het offer van Christus Zelf, in ons

[r]

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

In dit zijaanzicht kiezen we een assenstelsel waarin de x -as op de hoogte van beide oevers ligt en de y -as door het hoogste punt van de brug gaat. We kiezen zowel op de x -as

Op deze wijze ontwikkelen zich weer toestanden, die we tot voor kort ook voor de radio hebben gekend.. VrijweJ alle andere politieke partijen met de socialisten voorop,

Op grond van de theoretische literatuur kan inderdaad worden betoogd dat als de werknemer een duidelijke relatie ervaart tussen premiebetaling en opgebouwde rechten, de premie