• No results found

Ruimtelijke onderbouwing (vervangende) nieuwbouw woning op perceel Doniaburen 15 te Ferwoude

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ruimtelijke onderbouwing (vervangende) nieuwbouw woning op perceel Doniaburen 15 te Ferwoude"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Ruimtelijke onderbouwing (vervangende) nieuwbouw

woning op perceel Doniaburen 15 te Ferwoude

(2)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Naam opdrachtgever: dhr. J. de Boer Status plan: definitief

Naam adviseur: C. Zeldenrust

ZELDENRUST VROM-Advies & Projectmanagement 26 januari 2016 versie II

(3)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

INHOUD

I Algemeen

1.1 Aanleiding………. Blz. 4 1.2 Ligging plangebied……….………. Blz. 4 1.3 Opbouw ruimtelijke onderbouwing……… Blz. 4

II Analyse

2.1 Planbeschrijving……….. Blz. 5 2.2 Rijksbeleid………. Blz. 6 2.3 Provinciaal beleid……… Blz. 6 2.4 Gemeentelijk beleid……… Blz. 7

III Omgevingsaspecten

3.1 Milieu-hygiënische aspecten………..……… Blz. 8 3.1.1 Bedrijven en milieuzonering

3.1.2 Bodemkwaliteit 3.1.3 Luchtkwaliteit 3.1.4 Externe veiligheid 3.1.5 Wegverkeerslawaai

3.2 Omgevingsaspect water………..……… Blz. 11 3.3 Omgevingsaspect ecologie……… Blz. 13 3.4 Omgevingsaspect archeologie en cultuurhistorie……… ……….. Blz. 14 3.5 Omgevingsaspect landschappelijke inpasbaarheid………. Blz. 16

IV Uitvoerbaarheid van het plan

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid……… Blz. 17 4.2 Economische uitvoerbaarheid……….. Blz. 17

BIJLAGEN:

Bijlage I Bronvermelding………. Blz. 18

Bijlage II Provinciale reactie……… Blz. 19

Bijlage III Rapport wegverkeerslawaai……… Blz. 20

(4)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

I ALGEMEEN 1.1 Inleiding

De heer De Boer heeft een verzoek om medewerking ingediend bij de gemeente voor de bouw van een nieuwe woning op het perceel Doniaburen 15 te Ferwoude. Voor deze locatie heeft De Boer een bouwplan laten ontwikkelen. Een bouwplan dat voorziet in de nieuwbouw van een woning, die de huidige woning dient te vervangen. De huidige woning zal gesloopt worden.

Het bouwperceel (plangebied) is direct nabij de zeedijk van het IJsselmeer gelegen. Het bouwplan van De Boer past niet binnen de regels van de geldende beheersverordening

‘Buitengebied Súd voormalig Wûnseradiel’. Wel heeft de gemeente Súdwest-Fryslân De Boer laten weten dat medewerking mogelijk is via het voeren van een uitgebreide voorbereidingsprocedure. Een voorwaarde is dat door middel van een ruimtelijke onderbouwing kan worden aangetoond dat het plan niet in strijd is met de ruimtelijke aspecten en sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied Doniaburen 15 Ferwoude maakt deel uit van het buitengebied van de gemeente Súdwest-Fryslân. De ligging van het plangebied staat weergegeven in figuur 1.

Figuur 1. Situering plangebied. Bron: Google Maps.

1.3 Opbouw ruimtelijke onderbouwing

In deze ruimtelijke onderbouwing wordt in hoofdstuk 2 een analyse gegeven van de bestaande en nieuwe situatie en ingegaan op het relevante ruimtelijk beleid.

In hoofdstuk 3 wordt aandacht geschonken aan verschillende omgevingsaspecten, die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het plangebied. Hoofdstuk 4 tot slot richt zich op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan.

(5)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

II ANALYSE

2.1 Planbeschrijving

A. Bestaande situatie.

Figuur 2: bestaande situatie. Bron: Google Maps.

B. Nieuwe situatie.

Figuur 3: nieuwe invulling plangebied. Bron: Bouw- en Milieukundig Tekenburo L. Veenstra.

Huidige te

slopen woning

(6)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

maken voor een nieuwe woning. Naast het feit dat de maximaal toegestane oppervlakte voor nieuwe woningen in het buitengebied overschreden wordt, is tevens geconstateerd dat het bouwvlak op de plankaart van de Beheersverordening niet overeenstemt met de feitelijke situatie. Om het bouwplan mogelijk te maken, dient daarom een uitgebreide omgevingsvergunningprocedure doorlopen te worden. Onderstaand wordt op hoofdlijnen ingegaan op relevant rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid.

2.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012)

Op 13 maart 2012 is de “Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte” (SVIR) van kracht geworden. De SVIR heeft diverse nota’s vervangen, zoals de Nota Ruimte en Nota Mobiliteit. In het SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. Dit betreft een nieuw, integraal kader dat de basis vormt voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In het SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid, waarbij 13 nationale belangen aan de orde zijn die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio’s.

Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen. Het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties.

En daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.

De ruimtelijke verschillen in Nederland nemen toe onder invloed van urbanisatie, individualisering, vergrijzing en ontgroening. Hierdoor vinden groei, stagnatie en krimp in Nederland steeds vaker gelijktijdig plaats en nemen de regionale verschillen toe. De toenemende regionale verschillen hebben consequenties voor de verstedelijking in Nederland. Vraag en aanbod van woningen, bedrijventerreinen en kantoren zijn niet overal in evenwicht (kwantitatief en kwalitatief ). De ambitie van het Rijk is dat in 2040 de woon- en werklocaties in steden en dorpen aansluiten op de (kwalitatieve) vraag en dat locaties voor transformatie en herstructurering zoveel mogelijk worden benut. Als een nationaal belang wordt aangemerkt een kwalitatieve woonomgeving.

Conclusie

Het plan betreft de sloop en herbouw van een bestaande woning. Hiermee zijn geen nationale belangen gemoeid. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is daarmee niet van betekenis voor onderhavige ontwikkeling.

2.3 Provinciaal beleid Streekplan Fryslân 2007

Op 13 december 2007 is het Streekplan Fryslân ‘Om de kwaliteit fan de romte’

vastgesteld door Provinciale Staten. Dit streekplan vorm de basis van het provinciale beleid voor de periode 2006 – 2016.

(7)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Centraal in dit streekplan staat de doelstelling ‘ruimtelijke kwaliteit’. De provincie wil hiermee benadrukken dat in ruimtelijke plannen en in ontwerpen en de uitvoering daarvan expliciet gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde aan de omgeving toegevoegd worden. Het landelijk gebied (buitengebied) is primair bestemd voor functies die een ruimtelijk- functionele relatie met het landelijk gebied hebben. Het betreft de functies landbouw, recreatie, natuur en waterberging en de bestaande woon- en werkfuncties.

Voor andere (nieuwe) functies zoals woningen en niet-agrarische functies dient in principe aansluiting gezocht te worden met bestaande kernen en dat een goede landschappelijke inpassing gewaarborgd is.

Verordening Romte Fryslân 2014

Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening is de goedkeuringsbevoegdheid van bestemmingsplannen van de gemeenten vervallen. Wel heeft de provincie de mogelijkheid gekregen om een provinciale verordening op te stellen.

Uitgangspunt in de verordening is dat in een ruimtelijk plan voor het landelijk gebied geen bouw- gebruiksmogelijkheden mogen worden opgenomen voor nieuwe stedelijke functies. Van deze basisregel mag worden afgeweken indien zoals in dit geval een nieuwe woning gebouwd gaat worden ter vervanging van een bestaande woning.

Conclusie

Het plan betreft de sloop en nieuwbouw van een bestaande woning. De ontwikkeling past binnen de kaders en het gedachtegoed van het Streekplan Fryslân. De provincie heeft schriftelijk (bijlage II) laten weten dat de provinciale belangen op een juiste wijze verwerkt zijn.

2.4 Gemeentelijk beleid

Beheersverordening Buitengebied Súd voormalig Wûnseradiel.

Het plangebied maakt deel uit van het gebied waar de regels van bovengenoemde beheersverordening op van toepassing zijn. Op het gehele perceel zijn de bestemmingen ‘Agrarische Cultuurgronden’ en ‘Woningen(W3)’

van toepassing. De gemeente heeft geconcludeerd dat het bouwplan op de volgende punten in strijd is met de voorschriften, namelijk dat:

a. Binnen de bestemming ‘Agrarische Cultuurgronden’ geen nieuwe woning toegestaan is;

b. De nieuwe woning buiten het bouwvlak is gesitueerd;

c. De oppervlakte van de woning maximaal 100 m² mag bedragen, terwijl het bouwplan uitgaat van bijna 150 m².

Raadpleging van het dossier maakt duidelijk dat al vele jaren op de plankaarten het bouwvlak op een andere plek staat weergegeven dan waar de woning al vanaf circa 1957 staat. In die zin is sprake van een omissie die nu aangepast kan worden. Dit door het bouwvlak op de juiste plek te plaatsen, daar waar ook de nieuwe woning gerealiseerd gaat worden.

Uitgangspuntennotitie buitengebied Súdwest-Fryslân

Voor de woonfunctie in het buitengebied wordt alleen ruimte geboden voor de bestaande woonsituaties. Voor nieuw te realiseren woonfuncties is geen ruimte opgenomen. In onderhavig geval is sprake van vervangende nieuwbouw van een bestaande woonsituatie.

(8)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Woningbouwprogramma 2011 - 2016 1

De gemeenteraad heeft door middel van het vaststellen van het woningbouwprogramma 2011 – 2016 de woningbouwplannen en woonvisies van de vijf voormalige gemeenten geharmoniseerd tot één woningbouwprogramma. In dit woningbouwprogramma heeft de gemeente gekozen voor een clusterindeling, hetgeen concreet inhoudt dat gekozen is voor vijf landelijke samenhangende woningbouwclusters en één stedelijke woningbouwcluster. Beoogd wordt binnen elke cluster een gevarieerd woningbouwprogramma te realiseren, waardoor alle doelgroepen zo goed mogelijk worden bediend.

De Ontwikkelvisie Gemeente Súdwest-Fryslân 2011 - 2021

In deze ontwikkelvisie ligt de nadruk op de kwalitatieve aanpassing van woningen. Het aantrekkelijk houden van de woningvoorraad is bepalend voor de aantrekkelijkheid en dynamiek van (toekomstige) krimpgebieden. De visie richt zich op een kwalitatieve verandering van de bestaande woningvoorraad door sloop en herstructurering te stimuleren.

Conclusie

Het plan betreft de sloop en herbouw van een bestaande woning. De ontwikkeling is passend binnen de aard en schaal van het landelijk gebied. De ontwikkeling voldoet aan de uitgangspunten van de notitie voor het buitengebied en past bovendien in het woningbouwprogramma en de ontwikkelvisie van de gemeente.

III OMGEVINGSASPECTEN 3.1 Milieu-hygiënische aspecten.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient met betrekking tot de ruimtelijke onderbouwing nagegaan te worden welke bronnen in of nabij het

plangebied een belemmering voor dit initiatief kunnen vormen. En of onderhavig initiatief een beperking voor ondernemingen in de omgeving op zou kunnen leveren.

In dit kader dient aandacht te worden besteed aan:

o Bedrijven en milieuzonering;

o Bodemkwaliteit;

o Luchtkwaliteit;

o Externe veiligheid o Wegverkeerslawaai 3.1.1. Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen gevoelige functies en bedrijven gewenst. De VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ hanteert in het kader van een goede ruimtelijke ordening richtafstanden. Richtafstanden per bedrijf wat de acceptabele afstand is ten opzichte van een gevoelige bestemming op het vlak van geur, stof, geluid en gevaar.

1 Vastgesteld door de raad d.d. 21 juni 2012

(9)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

De afstanden betreffen richtafstanden tussen een verstorende activiteit (een bedrijf) en een ‘rustige woonwijk’. Een uitspraak2 van de Afdeling Bestuursrechtspraak geeft blijk van het feit dat het onverstandig is om de afstanden uit de brochure klakkeloos over te nemen.

Het dichtst nabij gelegen agrarisch melkveebedrijf ligt op circa 230 meter afstand van het plangebied. Sprake is van een bestaande situatie. In de VNG- brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ wordt geadviseerd een richtafstand van 100 meter aan te houden tussen een agrarisch bedrijf (melkveehouderij) en een

‘rustige woonwijk’. Dit vanwege het aspect geur. Aan deze richtafstand wordt ruimschoots voldaan.

Conclusie

Het aspect bedrijven en milieuzonering belemmert de uitvoering van voorliggend initiatief niet.

3.1.2. Bodemkwaliteit

Voordat een ruimtelijke ontwikkeling zoals onderhavige voor de toevoeging van functies waar langdurig of frequent mensen verblijven vastgesteld kan worden, moet zijn aangetoond dat de bodem en het grondwater geschikt zijn voor het beoogde gebruik. En de volksgezondheid niet in het geding is.

In onderhavig geval zal de bestaande woning uit 1957 worden gesloopt en vervangen worden door een nieuwe woning. Gelet op het feit dat op de locatie al vanaf 1957 een woonfunctie uitgeoefend wordt, heeft de gemeente d.d. 17 september 2015 aangegeven dat op basis van de Bodemkwaliteitskaart vrijstelling verleend kan worden van de plicht tot het laten uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek.

3.1.3. Luchtkwaliteit

Overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit zijn veelal het gevolg van het aantal verkeersbewegingen in een gebied. Op grond van de algemene maatregel van bestuur NIBM vormen luchtkwaliteitseisen geen belemmering voor een project als deze niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Als een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging, dan kan dit project zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit worden uitgevoerd. In het ‘ Besluit niet in betekenende mate bijdragen’ is bepaald in welke gevallen een initiatief vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst.

Hierbij worden de volgende situaties onderscheiden:

 een project heeft een effect van minder dan 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 μg/m3 voor zowel PM10 als NO2;

 een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met

niet meer dan 1.500 woningen of kantoorlocaties met een kantooroppervlak van niet meer dan 100.000 m².

2 ABRvSt d.d. 12 september 2012 nr. 201109891/1/R3

(10)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

In onderhavig geval is sprake van vervangende nieuwbouw van 1 woning.

Onderhavig initiatief heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit, zodat geen toetsing aan de grenswaarden plaats behoeft te vinden.

Conclusie

Het aspect ‘Luchtkwaliteit’ vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit initiatief inzake de vervangende nieuwbouw van een woning.

3.1.4 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen zoals brandstof, LPG, vuurwerk en munitie. Het algemene rijksbeleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege:

a. het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);

b. het transport van gevaarlijke stoffen (openbare wegen, water- en spoorwegen, buisleidingen);

c. het gebruik van luchthavens.

Er wordt bij externe veiligheid onderscheid gemaakt in plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico biedt burgers in hun woonomgeving een minimum beschermingsniveau tegen gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico heeft een oriënterende waarde.

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico mag in principe nergens groter zijn dan 1 op 1 miljoen (ofwel 10-6). Dit is de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. Elke ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het plaatsgebonden risico van 10-6 als grenswaarde.

Groepsrisico

Het groepsrisico geeft de kans aan dat in één keer een groep mensen die zich in de omgeving van een risicosituatie bevindt, dodelijk door een ongeval wordt getroffen. Groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp. Een ongeval met 100 doden leidt tot meer ontwrichting, leed en emoties, dan een ongeval met 10 dodelijke slachtoffers. Aan de kans op een ramp met 100 doden wordt dan ook een grens gesteld, die een factor honderd lager ligt dan voor een ramp met 10 doden. In het Bevi, Bevb en het Bevt wordt verder een verantwoordingsplicht (door de overheid) voor het groepsrisico rond inrichtingen (Bevi), hogedrukaardgasleidingen (Bevb) en transportrouten (Bevt - Ba-sisnet) wettelijk geregeld. De verantwoording houdt in dat wordt aangegeven of risico's acceptabel zijn en welke maatregelen worden genomen om de risico's te verkleinen.

(11)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies Figuur 4. Fragment risicokaart. Het plangebied is in rood in cirkel aangeduid.

Bron: risicokaart.

Toetsing

Op ruim twee kilometer afstand van het plangebied ligt een gasdrukmeet- en regelstation en een LPG-tankstation. Deze afstand is zodanig groot dat nader onderzoek niet noodzakelijk is.

Conclusie

Uit het oogpunt van externe veiligheid mag dit initiatief uitvoerbaar worden geacht.

3.1.5 Wegverkeerslawaai

Om inzicht te krijgen of en in hoeverre er sprake is van wegverkeerslawaai, is er onderzoek uitgevoerd. Voor wat betreft de inhoud wordt verwezen naar bijlage III3. Conclusie is dat het wegverkeerslawaai geen belemmering is voor onderhavig initiatief.

3.2 Omgevingsaspect water

Water speelt een belangrijke rol binnen de ruimtelijke ordening. Aspecten die van belang zijn op de waterhuishouding zijn ingrepen in de watergangen, de toename van verhard oppervlak en de afvoer van hemel- en afvalwater.

Door de vervangende nieuwbouw zal circa 75 m² verharding toegevoegd worden.

Onderstaand is het advies opgenomen zoals dat d.d. 9 oktober en aanvullend op 5 november 2015 verstrekt is door Wetterskip Fryslan.

Wateradvies korte procedure

De initiatiefnemer heeft Wetterskip Fryslan geinformeerd over het plan Vervangende nieuwbouw bestaande woning via de Digitale watertoets (www.dewatertoets.nl).

3 Rapport dBA d.d.18 januari 2016, Wegverkeerslawaai planlocatie Doniaburen 15 te Ferwoude.

Kenmerk: : 2016-FR-002.

(12)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies Hiermee is bepaald dat het plan een zodanige invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen dat kan worden volstaan met een standaard wateradvies.

In dit advies staan de maatregelen die Wetterskip Fryslân adviseert om wateroverlast te voorkomen en het water in de sloten schoon te houden. Het is een standaard advies dat voor alle kleine plannen wordt gegeven. Hierdoor kan het voorkomen dat niet alle punten gelden voor het plan Vervangende nieuwbouw bestaande woning.

Probeer regenwater langzaam weg te laten lopen

Regenwater dat op een verhard oppervlak valt, gaat sneller naar het riool of een sloot dan regenwater dat op onverhard oppervlak valt (zoals gras of een groenstrook). Wanneer opeens veel water in de riolen en sloten komt kan dit wateroverlast geven. Het is daarom belangrijk dat het regenwater langzaam wegloopt. Dit kan op verschillende manieren. Vang het regenwater eerst in een regenton op, gebruik grasstenen ('open bestrating') voor de bestrating en bestraat niet het hele perceel maar laat wat stukken open met gras of andere beplanting.

Regenwater niet op het riool lozen

Wij adviseren om regenwater direct op een sloot te lozen en niet op het vuilwaterriool. De rioolwaterzuivering wordt dan niet onnodig belast met schoon regenwater. Dit is uiteraard alleen mogelijk als er een sloot dicht bij het perceel ligt.

Gebruik schone bouwmaterialen, gebruik geen chemische onkruidbestrijding Regenwater dat op het plangebied valt, komt uiteindelijk altijd in het grondwater of in het oppervlaktewater. Voorkom watervervuiling door geen uitlogende bouwmaterialen zoals zink, koper en lood te gebruiken. Deze materialen zijn een belangrijke bron voor de vervuiling van ons water. Ook adviseren wij om geen chemische middelen voor onkruidbestrijding te gebruiken.

Vloeren minimaal een meter boven het grondwater

Wij adviseren om het vloerpeil (bovenkant vloer) van woningen en andere bouwwerken minimaal een meter boven het grondwaterpeil aan te leggen.

Hierdoor wordt grondwateroverlast voorkomen.

Vergunningen die bij het waterschap moeten worden aangevraagd

Voor sommige werkzaamheden of activiteiten is een watervergunning van het waterschap nodig of moet een melding worden gedaan. Voorbeelden zijn het onttrekken en/of lozen van grondwater (bijvoorbeeld bronneringen) of het toepassen van grond in een watergang.

Meer informatie hierover is te vinden op onze website www.wetterskipfryslan.nl/waterwet.

Koude- en warmteopslag

Als sprake is van koude- en warmteopslag in de bodem wijzen wij u er op dat u hiervoor contact op dient te nemen met de provincie Fryslân. Een contactpersoon vindt u op www.wetterskipfryslan.nl bij het digitaal loket onder het kopje watertoets.

(13)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies Regionale kering

Het plangebied ligt in de buurt van een regionale kering. De regionale

waterkering beschermt het achterliggende gebied tegen hoge waterstanden in de Friese boezem. De regionale kering heeft met een bepaalde hoogte een kerende werking. De kerende werking moet u te allen tijde handhaven. De

kering staat op de luchtfoto aangegeven met een roze lijn. Langs de regionale kering ligt een beschermingszone van 5 meter, deze staat met een

gele lijn aangegeven op de luchtfoto. Deze beschermingszone is nodig voor

het beheer en onderhoud aan en bescherming van de kade. Het is niet

toegestaan om werken uit te voeren aan de kade of in de beschermingszone. Op basis van de toegestuurde tekening gaan wij er vanuit

dat de werkzaamheden op het perceel de kern- en beschermingszone van de regionale kering niet raken. Voor werkzaamheden binnen de kernzone en de beschermingszone van de Regionale kering is een watervergunning nodig.

Meer informatie over de watervergunning staat onder Waterwet in deze e- mail.

Leidraad Watertoets

In de Leidraad Watertoets staan de uitgangspunten waarmee het nodig is om rekening te houden bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen. Daarnaast staat in de Leidraad achtergrondinformatie over de verschillende onderwerpen en informatie over hoe u het wateradvies kunt verwerken in het ruimtelijke plan. De Leidraad Watertoets is te raadplegen op onze website:

www.wetterskipfryslan.nl/watertoets.

Waterwet

Voor alle activiteiten in en nabij het watersysteem, waaronder het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het aanbrengen van een wijziging in het watersysteem, dient u een vergunning aan te vragen of een melding te doen bij Wetterskip Fryslân. Op onze website (www.wetterskipfryslan.nl) treft u meer informatie aan over de Waterwet en u kunt daar onder andere ook meldingsformulieren en het aanvraagformulier

voor een watervergunning downloaden. De aanvraag voor een watervergunning of de melding kunt u ook gelijktijdig met de omgevingsvergunningaanvraag indienen via het omgevingsloket online

(www.omgevingsloket.nl).

Conclusie

Het initiatief wordt uitvoerbaar geacht.

3.3 Omgevingsaspect ecologie

Bij ruimtelijke ingrepen zoals het realiseren van woningbouw, dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Verplichtingen uit EG-richtlijnen moeten worden omgezet in nationaal recht. De soortenbescherming uit de Habitatrichtlijn is verwerkt in de Flora- en faunawet, die op 1 april 2002 in werking is getreden. De Flora- en faunawet heeft een aantal wetten op het gebied van soortenbescherming vervangen. De belangrijkste zijn de Vogelwet, de Jachtwet en de Wet bedreigde uitheemse diersoorten. Uit de Natuurbeschermingswet is het hoofdstuk soortenbescherming in de Flora- en faunawet opgenomen.

(14)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Flora- en faunawet

Wat betreft soortenbescherming, is de Flora- en faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. Omdat in voorliggend plan alleen vervangende nieuwbouw van de bestaande woning(figuur 5) aan de orde is, zal de bestaande open ruimte niet worden aangetast. Van negatieve effecten op eventueel voorkomende soorten is dan ook geen sprake.

Figuur 5: illustratie bestaande te slopen woning. Bron: Zeldenrust VROM-advies &

Projectmanagement

Natuurbeschermingswet

Het plangebied zelf heeft geen status in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, maar is wel direct nabij het Natura 2000-gebied IJsselmeer gelegen. Hoewel er in de directe omgeving dus sprake is van een beschermd natuurgebied, worden van de geplande ingreep geen negatieve invloeden verwacht op de beschermde waarden van het IJsselmeer. De ingreep is namelijk zeer beperkt van aard (sloop- en bouwwerkzaamheden).

Conclusie

Het aspect ‘Flora en fauna’ en ‘Natuurbeschermingswet’ vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan. Voorafgaande aan de sloop zal een inspectie worden uitgevoerd op mogelijk aanwezige vogels in en rond het gebouw.

3.4 Omgevingsaspect archeologie en cultuurhistorie Archeologie

Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta.

Daarmee heeft de zorg voor het archeologische erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de introductie van het zogenaamde "veroorzakerprincipe".

(15)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Mede in verband met de doorvoering van bovengenoemd Europees beleid heeft de provincie Fryslân een cultuurhistorische advieskaart uitgebracht waar onder meer informatie te vinden is over te verwachten archeologische waarden.

Deze informatie is weergegeven op FAMKE, de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra.

Met betrekking tot het plangebied wordt aanbevolgen om ten aanzien van de:

1. ijzertijd-middeleeuwen: bij ingrepen van meer dan 500 m² een karterend onderzoek uit te voeren;

2. steentijd-bronstijd: bij ingrepen van meer dan 5000 m² een karterend onderzoek uit te voeren.

Gelet op de omvang van het initiatief, is nader onderzoek niet nodig.

Cultuurhistorie

Ingevolge het per 1 januari 2012 gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening dient aandacht te worden besteed aan de cultuurhistorische waarden van een plangebied. Voor zover van toepassing dienst tevens aandacht te worden besteed aan de historische (stede)bouwkunde en historische geografie.

Figuur 6: plangebied in cirkel omlijnd. Bron: cultuurhistorische kaart provincie Fryslân.

Op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Fryslân staan de cultuurhistorische waarden aangegeven.

Voor onderhavig plangebied en de omgeving onderkent de provincie de volgende cultuurhistorische waarden:

a. Zeedijk langs het IJsselmeer;

b. Vroeger ontsluitingspad Scharneburen;

c. Onverhard pad;

d. Blokverkaveling, kleinschalige regelmaat.

Met onderhavig initiatief worden de waarden niet geschaad.

(16)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Conclusie

De aspecten archeologie en cultuurhistorie vormen geen belemmering voor dit initiatief.

3.5 Omgevingsaspect landschappelijke inpasbaarheid

In de architectonische opzet van de nieuwe woning is gekozen voor een ontwerp waarbij aansluiting is gezocht bij de bestaande woning. Daarbij is er voor gekozen om alle functies zoveel mogelijk onder te brengen in één volume.

Tevens is gekozen voor 1 laag, zodat qua hoogte en aard zoveel als mogelijk is wordt aangesloten bij de bebouwing in de omgeving.

Met het oog op de welstand in relatie tot de landschappelijke inpassing mag onderhavig plan uitvoerbaar worden geacht.

(17)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

IV UITVOERBAARHEID VAN HET PLAN

Wettelijk bestaat er de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidsaspecten van een plan. In dat verband wordt er een

onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het plan zal de uitgebreide omgevingsvergunningprocedure doorlopen. Het plan zal ter inzage worden gelegd, zodat belanghebbenden de mogelijkheid geboden wordt een zienswijze in te dienen.

4.2 Economische uitvoerbaarheid

Het betreft een particulier initiatief. De financiering is rond en de economische haalbaarheid is gegarandeerd. Voor wat betreft mogelijke planschade zal de gemeente initiatiefnemer een overeenkomst doen toekomen, op grond waarvan de gemeente eventuele planschade op initiatiefnemer kan verhalen.

(18)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

 Structuurvisie Intrastructuur en Ruimte Rijk

 ‘Om de kwaliteit fan de romte’ Streekplan 2007 Provinsje Fryslân

 Verordening Romte Fryslân 2014 Provinsje Fryslân

 Beheersverordening Buitengebied Súd Gemeente Súdwest-Fryslân

 Woningbouwprogramma 2011 – 2016 Gemeente Súdwest-Fryslân

 Uitgangspunten notitie buitengebied Súdwest-Fryslân Gemeente Súdwest-Fryslân

 De ontwikkelvisie 2011 – 2021 Gemeente Súdwest-Fryslân

 Brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009 VNG

 Bouwtekeningen Tekenburo L. Veenstra

 Rapport onderzoek wegverkeerslawaai 18 jan. 2016 dBA Burgum

 Situatieschets Google Maps

 Archeologische kaart FAMKE Provinsje Fryslân

 Cultuurhistorische waardenkaart Provinsje Fryslân

 Risicokaart Nederland.risicokaart.nl

 Wateradviesd.d. 9 oktober 2015 Wetterskip Fryslân

 Natura 2000 gebied IJsselmeer www.natura2000ijsselmeer- gebied.nl

(19)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Reactie provincie

BIJLAGE II

(20)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(21)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(22)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(23)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(24)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(25)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(26)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(27)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(28)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(29)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(30)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

(31)

Nieuwbouw woning Doniaburen 15 Ferwoude Zeldenrust VROM-advies

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze organisatie is Thuis-bij Thea en zij hebben grote belangstelling getoond voor het gebruik maken van het schoolgebouw in samenwerking met Dorpsbelang.. Allereerst

Voor zover bij het project geen milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer wordt opgesteld, waarin de hierna volgende onderdelen zijn beschreven, worden

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd... Voorbewerking AP04 :

Het ruimtelijk beleid van de provincie vormt een belangrijk kader voor het gemeentelijk (bestemmingsplan)beleid. Het Streekplan heeft met de invoering van de Wro

De gekozen locatie voor de nieuw te bouwen woning bevindt zich naast een woning waar de gemeente in 2001 een bouwvergunning voor verleend heeft.. In haar brief van 25 september

Via de entreehal is de ruime inpandige berging bereikbaar. Hier bevinden zich naast veel bergruimte de opstelplaats van de wasmachine en droger. Oorspronkelijk was het ook mogelijk

Tijdens het gesprek laat uw kopersbegeleider u ook de verschillende binnendeuren zien waaruit u een keuze kunt maken en krijgt u uitleg over SlimWonen: het

• Welke beschermde flora en fauna zijn aanwezig of kunnen in het plangebied en omgeving voorkomen.. • Kunnen de geplande werkzaamheden negatieve effecten hebben op beschermde flora