• No results found

Iedereen kan bij ons terecht; jong, oud, prof en beginner. Rabobank Meppel-Staphorst-Steenwijkerland. najaar 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Iedereen kan bij ons terecht; jong, oud, prof en beginner. Rabobank Meppel-Staphorst-Steenwijkerland. najaar 2020"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Iedereen kan bij ons terecht;

jong, oud, prof en beginner

BEELD: KAREL HUISMAN

Rabobank Meppel-Staphorst-Steenwijkerland

w w w .ra b oe nc o.n l

najaar 2020

(2)

Wanneer je door het pittoreske Nijeveen rijdt, kom je als vanzelf de skeelerbaan van de IJs- en Skeelerclub Nijeveen tegen. De baan ligt er in de avondzon prachtig bij. Tussen de laatste zonnestralen door, skeelert een groepje fanatieke jonge meiden.

Vol trots vertelt Klaas Jan Bijker, voorzitter van het bestuur, over het reilen en zeilen van de club.

‘Meerdere keren per week is het op de baan een drukte van belang. Met inmiddels meer dan 150 leden zijn we regionaal, maar ook landelijk gezien uitgegroeid tot een club van formaat. Best bijzonder wanneer je bedenkt dat alles hier geregeld wordt door vrijwilligers.’ Dat de onderlinge sfeer uitstekend is en de betrokkenheid groot, merk je aan alles. ‘Wanneer er een wedstrijd georganiseerd wordt, staan de ouders in de rij om ons te ondersteunen bij bijvoorbeeld de catering of het bijhouden van de rondetijden.’

Een stap in de goede richting

Klaas Jan, sinds 2015 voorzitter van de vereniging, doet er alles aan om de club organisatorisch naar een hoger niveau te tillen. ‘We voelen goed aan dat dit hèt moment is om te professionaliseren.

Zo hebben we inmiddels o.a. een wedstrijd- en een trainingscommissie in het leven geroepen. De taken zijn hierdoor een stuk beter verdeeld. Daarnaast hebben wij het afgelopen jaar deelgenomen aan Rabo ClubSupport. Een laagdrempelige manier om onze vereniging onder de aandacht te brengen en een mooi bedrag bij elkaar te stemmen.’ Met Rabo ClubSupport beslissen de leden van de Rabobank via welke clubs een deel van het coöperatief dividend wordt geïnvesteerd in de lokale samenleving.

‘We waren al enige tijd toe aan nieuwe verlichting en dankzij de opbrengst van deze actie konden wij de oude installatie vervangen voor duurzame led- verlichting. De leden kunnen nu ook in het voor- en najaar ’s avonds weer zonder gevaar de baan op.

En natuurlijk wanneer de ijsbaan open is en we kunnen genieten van natuurijs.'

De afgelopen periode heeft de skeelerclub veel nieuwe (jonge) leden geworven. Door o.a. het organiseren van een skate-in en een skeelervierdaagse wordt de sport steeds populairder in de regio. ‘Wij zijn er heel trots op dat we echt een verbindingspunt zijn in de regio. Iedereen kan bij ons terecht; jong en oud, prof en beginner. Juist deze mix zorgt voor een prachtige dynamiek binnen de vereniging. Na afloop van iedere training staat natuurlijk de koffie klaar. Uiteraard ook wanneer je gewoon eens een kijkje wilt nemen’, glimlacht Klaas Jan. Ondertussen zoeft het treintje skeeleraars nogmaals voorbij.

De opbrengst van Rabo ClubSupport is goed besteed Van een verouderde lichtinstallatie naar gloednieuwe, duurzame ledverlichting.

Goed verlicht de baan op

IJs- en Skeelerclub Nijeveen ruilde dankzij de opbrengst van Rabo ClubSupport de oude verlichting in voor duurzame ledverlichting. Een mooie stap richting verdere professionalisering.

TEKST: MARINKA WESTRIK BEELD: KAREL HUISMAN

Rabo &Co

(3)

Rabo &Co is een uitgave van de lokale banken van Rabobank Groepsorganisatie en wordt kosteloos verspreid onder leden en relaties van de bank en op verschillende openbare gelegenheden. Rabo &Co wordt gedrukt op duurzaam gerecycled papier en verschijnt in 87 verschillende lokale edities. Het magazine geeft een inkijk in wat er speelt in de lokale en regionale gemeenschappen en op welke manier de Rabobank hier vanuit haar missie Growing a better world together bij betrokken is. Het magazine verschijnt drie keer per jaar. Concept en realisatie: Coöperatieve Rabobank U.A., Altavia Sumis, MPG, Pop Up Press. Mailadres redactie: communicatie.mss@rabobank.nl. Lithografie en drukwerkcoördinatie: Altavia Sumis.

Rabo &Co is een uitgave van Rabobank. Niets uit deze Rabo &Co mag worden overgenomen, opgeslagen, en/of verspreid op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rabobank. De Rabobank, Altavia Sumis en andere informatieleveranciers zijn niet aansprakelijk voor schade van welke aard ook als gevolg van onjuistheden in deze uitgave of in verband met het gebruik van deze uitgave.

4

Waterbuffelfarm Oldemarkt Mensen willen weer weten waar hun eten vandaan komt. Waarom alles van ver halen, terwijl we ook in de regio ons eigen voedsel kunnen produceren?

6

Koop lokaal

Een globaal voedselsysteem maakt ons kwetsbaar. Betekent corona de doorbraak van de korte keten?

8

Interview

Maar liefst 22 gemeenten hebben zich aangesloten bij Expeditie Regio Zwolle, die de regio wil versterken.

12

Familiebanden

Door corona konden veel groot­

ouders hun kleinkinderen niet bezoeken. Hoe loste een hechte familie dat op?

15

Column Jelly Buitenkamp De wereld verandert en Rabobank beweegt mee.

16

Coöperatief

Deze tijd leert ons dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat vergt een coöperatieve houding.

18

Rabo ClubSupport

Verenigingen bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze bij het realiseren van een droom.

20

Ik werk mee

Jochem (9) hielp mee op de boerderij toen hij door corona niet naar school kon.

21

Kort Nieuws

Een greep uit gebeurtenissen, activiteiten, oproepen en nieuws uit de regio.

22

Voorloper

Bij zorginstelling Oranjeborg wordt in mogelijkheden gedacht in plaats van in beperkingen.

24

Ik blik terug

Jan van Holstein (1932) klom op van jongste bediende tot directeur Rabobank Hengelo.

Hij zag veel veranderen.

26

Interview

Met de bedenkers van Time to Speak, het platform voor online en hybride events.

28

Hier & Daar

De coronacrisis is ook in deze regio voelbaar. Maar er zijn nog sectoren die groeien.

32

Rabobank Coöperatief Fonds Ook in deze hectische tijd hebben wij financiële hulp kunnen bieden aan verenigingen en stichtingen uit de regio.

33

Vrijwilligers in het zonnetje De Groene Muggen zorgen voor een warm en gastvrij welkom in Meppel.

34

Ledenraadslid aan het woord Marcel Kiekebos ontdekte een hele andere kant van het bankwezen.

Huisje-Boompje-Beestje

36

Wouter Leuven zag zijn tenten­

verhuurbedrijf instorten toen feesten werden verboden. Maar hij bedacht een oplossing.

Hoe maak je het?

38

Egels hebben het moeilijk in de winter. Bouw een hotel voor deze beestjes.

De Kwestie

40

Ligt de toekomst van ons voedsel in hoogproductieve landbouw of juist in natuurinclusieve, agro­

ecologische technieken?

Kunst

42

Kunstenaar Alicia Framis vertelt over het levende sculptuur dat ze in 1997 op de Dam maakte.

Stichting Steenwijkerland United

43

Sport als bindmiddel voor de maatschappelijke ontwikkeling van Steenwijkerland.

3

inhoudsopgave

(4)

TEKST: MARINKA WESTRIK BEELD: KAREL HUISMAN

De coronacrisis heeft de vraag naar streekproducten een enorme impuls gegeven. Consumenten zijn meer gaan

koken, terwijl boeren op zoek gingen naar nieuwe afzetmarkten. Maar blijven

we ook lokaal consumeren, als deze crisis straks voorbij is? En wat voor lekkers heeft onze regio te bieden?

KO OP LO KA AL

4 Rabo &Co

(5)

Midden in Nationaal Park Weerribben-Wieden wapperen de blauw-gele vlaggen van Waterbuffelfarm Oldemarkt. Wanneer je in de zomer aan komt rijden voor een bezoek aan deze idyllische plek, is de kans groot dat je een groep indrukwekkende waterbuffels een verfrissend bad ziet nemen.

Eigenaren Richard en Carina begonnen, na een periode van verblijf in Dene- marken, in 2010 met het houden van de buffels. Inmiddels maakt ook zoon Sander onderdeel uit van de maatschap en werkt dochter Ciska regelmatig mee. ‘Toen wij dit bedrijf kochten, stond het helemaal leeg. We zagen op dat moment de potentie, maar hadden nog geen concreet plan voor de toe- komst. Dat ontstond gaandeweg’, vertelt Carina. Aangezien het dit positieve stel -met een achtergrond in de melkveehouderij- aan ruimte niet ontbrak, vonden al snel de eerste dieren hun weg naar Oldemarkt. ‘Toen Richard besloot dat het tijd was voor een heuse waterbuffel begon onze zoektocht naar een geschikt exemplaar. Niet lang daarna kwamen wij erachter dat met het mannelijke geslacht van dit dier tot nu toe weinig werd gedaan. Mannen- vlees was nou eenmaal geen geliefd product. Dat is nu gelukkig wel anders.’

Duurzaam en lokaal geproduceerd

Na de aankoop van twee vrouwelijke dieren besloot het tweetal om ook een aantal stieren aan te kopen. Dit bleek een verrassend succes en de aankoop van maar liefst 250 waterbuffels volgde. ‘We waren van plan om samen te werken met een slachthuis, maar uiteindelijk was de prijs per kilo voor ons te laag.’ Van het één kwam het ander en de daadkrachtige Carina besloot om het vlees zelf aan de man te brengen. ‘In het begin stelde dit nog niet zoveel voor. We verkochten vanuit onze schuur wat stukjes vlees, boerenkaas en buffelmozzarella.’ Toch liep het al snel storm en werd het tijd voor het serieuze werk. De schuur waar eerst de kalfjes stonden, werd omgetoverd tot een prachtige landwinkel met een compleet assortiment. Loop je nu naar binnen, dan vind je hier maar liefst 39 verschillende producten van buffelvlees. Rollade, biefstuk, slavinken en saucijzen; het is allemaal met liefde geproduceerd. Ook buffelmozzarella en een aantal andere zuivelproducten maken onderdeel uit van het assortiment. Naast producten van de water- buffels, zijn er ook tal van streekproducten te verkrijgen in de winkel.

Zo koop je hier de lekkerste noten, sappen, bieren, wijnen en honing.

‘Uiteraard allemaal lokaal geproduceerd’, licht Richard toe. Naast de winkel bevindt zich een zonnig terras waar je kunt genieten van een vers gezet kopje koffie en een broodje buffelburger. Ondertussen kunnen de kinderen heerlijk spelen op de kinderboerderij. 'Op dit moment houden wij zo rond de 130 buffels per jaar. In de winter staan ze hier op stal en in de zomer lopen ze rond in natuurgebieden, zoals de Weerribben, Kalenberg en Ossenzijl.' Hier genieten de buffels van natuurlijk gras en water dat eigendom is van Staatsbosbeheer. 'Wij vinden het heel belangrijk dat de dieren een goed leven hebben voordat ze uiteindelijk worden geslacht. Dit is ook één van de redenen waarom wij bijvoorbeeld geen antibiotica gebruiken.’

‘Wij kiezen er bewust voor om duurzaam en lokaal te produceren. Zo blijven wij in staat om mensen te laten zien waar het stukje vlees op hun bord vandaan komt. Daarnaast blijft de beleving rondom het proces van boer naar slager en weer terug zo in stand. Juist in deze tijden groeit de behoefte aan lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel. Mensen willen weer weten waar hun eten vandaan komt. Waarom alles van ver halen, terwijl we ook in de regio ons eigen voedsel kunnen produceren?’ Het bedrijf van Richard en Carina groeit hard en sinds 1 april kun je zelfs je caravan of tent een plekje geven op en rondom de boerderij. Een bijzondere beleving. ‘Het is ons doel om uiteindelijk fulltime met z’n vieren in het bedrijf te werken. We hebben goede hoop dat we in de toekomst volledig kunnen leven van de opbrengst van ons bedrijf.’

Proef de regio bij

Waterbuffelfarm Oldemarkt

koop lokaal

De beleving rondom het proces van boer naar slager en weer terug blijft

zo in stand

5

(6)

De voedselsector kan veel meer doen om consumenten te helpen om meer lokaal te kopen

6 Rabo &Co

(7)

TEKST: REDACTIE RABO &CO BEELD: BAS LOSEKOOT

De coronacrisis heeft de aandacht voor lokaal geproduceerd voedsel ver- groot. Er mogen zich in Nederland dan wel geen echte voedselproblemen hebben voorgedaan, het virus liet wel zien dat het volledig vertrouwen op een globaal voedselsysteem ons kwetsbaar maakt als grenzen plots worden gesloten. De vraag is of we voortaan niet veel beter al ons voedsel lokaal kunnen gaan produceren? En moeten we nog wel zoveel willen produceren voor de export?

‘Soms wordt export tegenover alles-moet-lokaal gezet, maar we moeten vooral op zoek naar een betere balans’, zegt Joris Lohman, oprichter van FoodHub. Met zijn bedrijf is Lohman op zoek naar nieuwe, duurzamere verbindingen in het gepolariseerde landbouwdebat. ‘Lokale consumptie en im- en export kunnen, én moeten, naast elkaar bestaan. Als er één wegvalt door welke oorzaak dan ook, dan vangt het andere dat op.’ Om beide systemen meer met elkaar in balans te brengen, moeten we meer lokaal gaan consumeren, zegt Lohman. ‘Op dit moment is vooral de korte keten in Nederland onderontwikkeld.’

Geen doel, maar middel

Kortere voedselketens moeten nooit een doel op zich worden, zegt directeur Food & Agri Nederland Carin van Huet van Rabobank. ‘Korte ketens kunnen wel een goed middel zijn om andere doelen te realiseren.’ Bij het verpakken, vervoeren en verhandelen van voedsel is een groot aantal bedrijven betrok- ken die allemaal iets willen verdienen. Van Huet: ‘In een keten met minder schakels kunnen we een betere opbrengst voor de boer realiseren.’

Het inkorten van de voedselketen zal de ervaren afstand tussen de stad en het platteland bovendien verkleinen. Als consumenten weer weten waar hun voedsel vandaan komt, hebben ze mogelijk ook meer begrip voor de mensen die hun voedsel produceren. ‘Als samenleving stellen we heel veel eisen aan boeren, bijvoorbeeld qua duurzaamheid’, zegt Van Huet. ‘Maar we moeten dan ook wel samen bereid zijn om hiervoor te betalen, je kunt de rekening niet eenzijdig bij de boeren neerleggen.’

Eten met de seizoenen

Consumenten zullen hun eetpatroon wel moeten aanpassen, als we meer lokaal willen eten. Asperges behoren tot de laatste producten waarvan de meeste stedelingen nog weten wanneer ze groeien. De meeste andere gewassen liggen het hele jaar door in de schappen. Sperziebonen bijvoor- beeld, die alleen ’s zomers uit eigen bodem voorhanden zijn. De rest van het jaar worden ze ingevlogen uit landen als Kenia.

‘In de drukte van alledag is het lastig om de aandacht van de consument te vragen voor lokaal en seizoensgebonden voedsel’, zegt lector Voedsel en Gezond Leven Sigrid Wertheim-Heck van de Aeres Hogeschool in Almere.

De voedselsector zou veel meer kunnen doen om de consument te helpen.

‘Supermarkten kunnen bijvoorbeeld een schap inrichten met uitsluitend regionale seizoensgroenten.’ De consument wil dit ook, denkt Wertheim:

‘We zien in de bierwereld dat seizoensgerelateerde producten het heel goed doen. Denk bijvoorbeeld aan Herfstbock.’

Balans

Conclusie? Het is goed om onze boeren te steunen door meer lokaal te ko- pen, maar we moeten onze mondiale ketens evengoed koesteren. Lohman:

‘Je moet voedsel verbouwen op de plek die zich hier het beste voor leent.

Koffie, thee en bananen blijven we importeren.’ Van Huet: ‘85 procent van onze export blijft binnen Noordwest-Europa. Op wereldschaal is dit eigenlijk gewoon regionale afzet.’

Verbouw voedsel vooral op de plek waar dit het beste groeit

koop lokaal 7

(8)

8 Rabo &Co

(9)

Maar liefst 22 gemeenten in Midden Oost Nederland hebben zich aangesloten bij Expeditie Regio Zwolle, een stichting die initiatieven steunt die de regio versterken.

Voorzitter Willianne van Boven vertelt hoe zij samen met een werkgroep overheid, inwoners, maatschappelijk ondernemers en onderwijs aan elkaar verbindt en hoe iedereen samen aan oplossingen werkt voor een vitale en aantrekkelijke regio.

W ILLI AN NE VA N B OV EN

TEKST: SUUS RUIS BEELD: FRANK RUITER

9

interview

(10)

D

Willianne van Boven

Wie

Strategisch

Wat

regiopartner Rabobank en voorzitter van Expeditie Regio

Zwolle In 22 gemeenten in

Waar

Regio Zwolle

Waarom

Rabobank wil graag met partners bouwen

aan een sterke en sociaal krachtige regio

Gedetineerden

schreven kaarten aan eenzame ouderen

rie jaar geleden riep Rabobank IJsseldelta Expeditie Regio Zwolle in het leven in aanvulling op de jaarlijkse Regio Zwolle Monitor, waarin sociaal- en ruimtelijk-economische ontwikkelingen in beeld worden gebracht.

Waarom was Expeditie Regio Zwolle nodig?

Het jaarlijkse congres rond de Monitor was leuk en goed georganiseerd, maar ook statisch. We vroegen ons af hoe we aan de slag konden met de cijfers, dus van praten en lezen naar dóen. Bovendien was de Mo- nitor toch wel erg gericht op het economische aspect.

We wilden er graag meer inwoners bij betrekken in plaats van vooral ondernemers en bestuurders. Zo is de Expeditie begonnen. Het is een soort ontdekkings- reis, op zoek naar oplossingen die de leefbaarheid van de regio Zwolle vergroten.’

Er doen 22 gemeenten mee.

Dat is een flink gebied.

‘Zeker. Naast Zwolle strekt het gebied zich uit tot onder andere Urk, Meppel, Dronten, Raalte en Hardenberg. Een flink deel van Midden-Oost-Ne- derland dus.’

Hoe is besloten met welke thema’s jullie aan de gang gingen?

‘Op basis van de data en de dialogen die uit de Monitor rolden, konden we drie thema’s benoe- men waarmee we aan de slag wilden: ‘Vitale leefomgeving’, ‘Technische Innovatie’ en ‘Een Leven Lang Leren’. Elke expeditie heeft zijn eigen kalender met bijeenkomsten. Vanuit die drie thema’s zijn er prachtige initiatieven ontstaan.

Zo is het project “3D-Kanjers” enorm succesvol.

Hierbij levert een bedrijf uit de regio 3D-printers aan basisscholen. De kinderen moeten de printer zelfs nog bouwen, waardoor het echt een instrument van en voor de leerlingen wordt. Ze krijgen lesmateriaal en een coach die hen helpt.

In deze regio is een grote behoefte aan technisch personeel, dus het is slim om kinderen al jong enthousiast te maken voor techniek en de school te koppelen aan een onderneming die ze als klas ook kunnen bezoeken. Zo kiezen ze later wellicht makkelijker voor een technische carrière. Met Ex- peditie Regio Zwolle willen we verbinding leggen tussen inwoners, overheid, onderwijs, maatschap- pelijke organisaties en het bedrijfsleven.’

Klopt het dat jullie je vooral op jongeren richten?

‘Nee, zeker niet alleen maar. De initiatieven die we steunen, zijn voor iedereen. Maar in 2019 zijn we wel meer aan de slag gegaan met de vraag hoe we jongeren in de regio kunnen houden.

Onze wens is dat ze nooit uit deze regio weg willen. Vorig jaar hebben we dus een bijeenkomst georganiseerd met 250 jongeren uit alle 22 ge- meenten die aangesloten zijn bij Expeditie Regio Zwolle, om te ontdekken wat zij nodig hebben om te blijven.’

10 Rabo &Co

(11)

We willen dat iedereen in deze regio mee kan doen

En wat kwam daar uit?

‘Er waren heel duidelijk drie pijlers: hoe zorgen we voor genoeg betaalbare woningen, hoe kunnen we de arbeidsmarkt en het onderwijs beter op elkaar laten aansluiten en hoe maken we de regio bruisender? Uiteraard wilden we ook daadwerkelijk iets doen met die uitkomst en hebben we een paar maanden later een zogenaamde hackathon - een evenement waarbij deelnemers met elkaar innovatieve oplossingen bedenken - georganiseerd met meer dan honderd mensen: jong en oud, ervaren en onervaren. Met zo’n hackathon stap je veel sneller uit de brainstormfase. De coaches die erbij zijn, zijn ervaren in het begeleiden van hackathons.

Zij helpen de teams in 24 uur van brainstorm naar pilot. Tijdens het evenement hielpen ze teams om de pilot te toetsen bij eindgebruikers en het verder te ontwikkelen tot een uitvoerbaar plan.’

Welke initiatieven kwamen er uit die hackathon?

‘Inmiddels is het Data Science Platform live: dit brengt bedrijven, data science-studenten en professionals binnen Oost-Nederland bij elkaar.

Zo kunnen we elkaar inspireren, helpen bij data science-vraagstukken en houden we deze men- sen binnen onze regio. Data scientists, die waarde creëren uit data en daarmee bedrijfsmatige voorspellingen kunnen doen, zijn steeds belang- rijker in een data gedreven economie, maar ze vertrekken vaak voor leuke banen in de Randstad.

Een ander bijzonder initiatief is Houseone. Hierbij worden zeecontainers omgebouwd tot tiny houses voor starters en studenten.’

Een nieuw thema stond in de startblokken toen de coronacrisis uitbrak. Wat hebben jullie toen gedaan?

‘Het thema “Ben jij klaar voor de toekomst?”

hebben we moeten uitstellen, maar het project heeft zeker niet stilgelegen. We hebben Expeditie Corona in het leven geroepen. Er werden vanuit regiobewoners meer dan dertig initiatieven op- gezet om anderen door de crisis heen te helpen.

Zo schreven gedetineerden kaarten aan eenzame ouderen, werd er gezond voedsel gebracht naar mensen die geen boodschappen konden doen en werden er cadeautassen samengesteld voor ouderen die niet buiten kwamen. Wij stelden ons netwerk open, dachten mee en verwezen ze naar mogelijke subsidies, fondsen of keken binnen ons netwerk wie dit initiatief zou willen ondersteunen.’

Wat wil je in de toekomst nog voor de Expeditie?

‘Op dit moment leggen de 22 gemeenten zich als lerend partner nog telkens vast voor één jaar.

Het zou mooi zijn als dat vijf jaar zou worden. Er mogen nog meer ondernemers aanhaken; zij vinden bottom-up, waarbij niet de overheid of instellingen maar de eindgebruikers een project initiëren, soms nog wat vaag. Gelukkig komen ze vaak vanzelf als er actie is, dat zag je bij de hackathon.’

‘We willen voor elkaar krijgen dat iedereen in de regio mee kan doen. Maar hoe dat precies gaat verlopen, dat weten we niet. Het is een expeditie, dus het blijft een ontdekkingsreis.’

11

interview

(12)

Door het coronavirus konden veel grootouders hun kleinkinderen een poosje niet bezoeken. Hoe ging een hechte familie daar mee om?

En hoe belangrijk zijn sterke familiebanden eigenlijk?

‘Onze Zoom- party voelde

vertrouwd’

Toen haar kinderen twee en vier jaar oud waren, nam Tirzah Tetelepta hen mee naar de Molukken, naar het geboortedorp van haar ouders. Tirzah is geboren in Winterswijk, haar man is een geboren Groninger, maar de Molukse cultuur zit in de familie. Haar kinderen moeten wat leren over de afkomst van hun familie. Dat is immers ook een deel van hun identiteit, meent Tirzah. ‘Familie vind ik erg belangrijk. Je deelt een onverwoest­

bare band met elkaar.’

Tirzah Tetelepta (1976) werkt bij de Rabobank Groepsorganisatie in Utrecht als projectmanager cyber security. Ze is tevens voorzitter van het Kleurrijk Rabo­netwerk. Het begrip ‘familie’ neemt ze ruimer dan anderen: alle generaties, aftakkingen en partners horen erbij. Tirzahs dochter Amy is vernoemd naar haar vader, haar zoon Ruben naar haar lievelingsoom. Familieverjaardagen zijn áltijd druk bezocht. Oma en opa sturen vrijwel dagelijks appjes naar hun kleinkinderen: ‘Hoe gaat het met onze kindjes?’ Regelmatig logeren Tirzahs kinde­

ren bij hun grootouders, waar alles kan en mag.

En toen was daar het coronavirus.

Tirzah: ‘Omdat mijn ouders tot de risicogroep behoren – vanwege hun leeftijd, maar ook omdat mijn moeder een aangezichtsverlamming heeft – konden we elkaar niet meer bezoeken. Dat vond ik vervelend, ook voor mijn kinderen, maar ik merkte dat met name mijn ouders het er moeilijk mee hadden.’

Steun aan elkaar

We houden misschien niet allemaal van familie­

bezoeken, maar vanuit sociologisch perspectief is familie uiterst belangrijk.

Katya Ivanova is universitair docent sociologie aan Tilburg University, gespecialiseerd in interge­

nerationele saamhorigheid in complexe families.

‘Alle familieleden hebben profijt bij sterke familie­

banden — daar is tal van wetenschappelijk bewijs voor. In zo’n familie voelen mensen zich minder eenzaam en hebben ze steun aan elkaar.

Men zorgt ook voor elkaar. Je kunt ook aan heel praktische voordelen denken: goede kans dat opa en oma regelmatig op de kleinkinderen passen of dat ouders hun kind financieel kunnen steunen bij het kopen van een huis.

Kinderen op hun beurt kunnen ouderen leren omgaan met WhatsApp, om maar wat te noemen, en ze kunnen voor hen zorgen wanneer dat nodig is. Voordat we de verzorgingsstaat hadden, was de familie ons veiligheidsnet. Nog altijd is familie ons belangrijkste netwerk.’

Ivanova vervolgt: ‘Familieleden die regelmatig op de een of andere manier contact met elkaar hou­

den, plukken de vruchten van een familieband — die correlatie is aangetoond. Maar dat hoeft niet per se lijfelijk contact te zijn.’ Dat is goed nieuws, in tijden van corona. Met elkaar bellen of video­

bellen kan dus een goed alternatief zijn.

Op een kluitje

Ook in Tirzahs familie werd bij gebrek aan bezoeken van en aan opa en oma uitgeweken naar videobellen. Pardon: ‘Zoom­parties’, met de hele familie (zie fotobijschrift). ‘Rommelige gesprekken, maar daar staat onze familie om bekend. Het voelde dus heel vertrouwd’, lacht Tirzah. Natuurlijk, videobellen is niet hetzelfde als elkaar in het echt zien. Knuffelen.

Maar de familie bleef er nuchter onder: wat niet kan, kan niet. Maar de opluchting was groot en duidelijk zichtbaar toen Tirzah en haar ouders het weer aandurfden om elkaar te bezoeken.

‘We hadden afgesproken anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Maar zowel de kinderen als mijn ouders konden zich niet bedwingen: ze omhelsden elkaar gauw.’ In juni was er ‘eindelijk weer’ een familieverjaardag en werd het nog eens duidelijk hoezeer ook de ande­

re familieleden fysiek contact hadden gemist.

‘De halve woonkamer bleef leeg. Op de andere helft zat iedereen op een kluitje. Heerlijk.’

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: MARCO VAN DUYVENDIJK

Rabo &Co

12

(13)

Agnes (1950) en Joseph (1948) Tetelepta, met hun dochter Tirzah (1976) en hun kleinkinderen Ruben (2013) en Amy (2014). Tijdens de lockdown konden ze alleen online met elkaar praten, via

Zoom. Het was de eerste keer voor iedereen even wennen, maar opa en oma zijn blij wanneer hun (klein)kinderen in beeld verschijnen. ‘Kunnen we al die smoeltjes niet ook in een raster zien?’, vraagt Joseph bij hun eerste Zoom-party. Na wat drukken op de knoppen krijgt hij het voor elkaar.

Kijk, daar zijn de kleinkinderen, Ruben en Amy hangen over Tirzah heen. Ze trekken gekke bekken.

‘Hallo lievelingen! Hoe is het daar?’ Agnes ziet Ruben antwoorden, maar ze hoort alleen haar beide zonen, die druk met elkaar in gesprek zijn. Joseph mengt zich erin, wil ook het woord. Agnes trekt zich juist terug. Laat ze hun gang maar gaan. Het wordt steeds rumoeriger, drukker, luider — net zoals op verjaardagen hier in huis. ‘Fijn, zeg.’

Kleinkinderen in tijden van corona

portretten 13

(14)

Tirzah vertelt hoe haar kinderen het online contact met haar ouders tijdens de lockdown hebben beleefd. ‘Ze weten hoe videobellen werkt, dat het nu

even wachten is totdat de anderen ook ingelogd zijn.’ Pling: oma en opa. Ruben:

‘Oma, we zien alleen je voorhoofd, haha!’ Tirzah zegt tegen haar moeder dat ze de telefoon iets moet kantelen. ‘Heeee, oma!’ roept Amy blij. Terwijl de rest van de familie inlogt, trekken de twee gekke bekken. Amy drukt haar neus bijna tegen het telefoonscherm, het is reuze interessant om iedereen te zien en te horen praten. Ook hun ooms melden zich en die beginnen met elkaar te praten. Weet de rest wel dat zij er ook nog zijn? Zo is er niets meer aan. De twee springen van de bank. ‘Doei allemaal, wij gaan buiten spelen’, roepen ze nog. En weg zijn ze.

Dochter in tijden van corona

portretten

14

(15)

e wereld verandert. De afgelopen maanden zelfs in de hoogste versnelling. Niet alleen op historisch, moreel en sociaal gebied, maar zeker ook de rol van digitalisering is in een versnelling terechtgekomen. Sinds de coronacrisis zijn mensen meer dan ooit online te vinden. We regelen onze zaken vooral digitaal, zo ook onze bankzaken. Rabobank beweegt mee, in diezelfde hoge versnelling.

Hoe blijf je in dat online bestaan tóch verbonden en dichtbij?

Hoe beweeg je daarin mee als bank? Dat zijn vragen die mij dagelijks bezighouden. Want enerzijds willen we als bank heel dicht bij onze klant staan - persoonlijk contact, elkaar ontmoeten en aankijken. Tegelijkertijd zien wij een duidelijke verschuiving van klantcontact in de bank naar klantcontact online. U bezoekt ons meer online dan op onze vestiging, zo blijkt.

Deze beweging is al jaren gaande en nam door de coronacrisis zelfs een vlucht. Zo zagen wij bij Rabobank het telefonisch contact de afgelopen maanden met 25 procent toenemen.

Het contact via de chat steeg zelfs met 45 procent. En ruim 90 procent van onze klanten regelt de geldzaken via Online Bankieren en de Rabo App. Mensen hebben de digitale mogelijkheden verder verkend en omarmd, zeker de afgelopen tijd. Ze pakken gemakkelijker de telefoon, kiezen voor videochat of gebruiken de app om snel even iets te regelen.

Andere rol, andere openingstijden

De zelfredzaamheid van mensen is enorm toegenomen. Als bank bewegen wij daarin mee. De klant van vandaag en morgen wil op ieder moment van de dag kunnen bankieren. En waar kan dat beter dan online? Daardoor verandert onze rol als bank. Nog steeds zijn wij dicht bij onze klant, maar op andere manieren, via nieuwe wegen én op andere momenten.

Onderdeel van die veranderingen zijn nieuwe openingstijden.

Voor de standaard bankzaken komen nog maar weinig mensen naar de kantoren, daarom hebben wij per 1 juli 2020 de openings tijden van onze kantoren aangepast. Uiteraard blijft u van harte welkom in onze kantoren, want we zijn nog steeds iedere dag geopend voor zaken die u niet online kunt regelen.

Natuurlijk kunt u ook langskomen als het online regelen van bankzaken voor u niet vanzelfsprekend is.

Ons kantoor in Meppel is op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag geopend van 9.00 tot 17.00 uur. Op donderdag kunt u hier terecht van 9.00 tot 20.00 uur. In Staphorst kunt u iedere werkdag terecht van 9.00 tot 12.15 uur en het kantoor in Steenwijk is iedere werkdag geopend van 13.30 tot 17.00 uur.

De meeste klanten geven de voorkeur aan digitaal contact met de bank, dat blijkt uit de cijfers die ik eerder noemde.

Pas als het om écht prangende of complexe zaken gaat, is er behoefte aan persoonlijke interactie met een adviseur.

Dat kan via videochat, telefoon, op één van de vestigingen of zelfs bij de klant thuis. Dit laatste is een mooie oplossing voor de groep mensen die minder bekend is met de digitale weg. Daarom zijn er onze Thuisadviseurs. Zij helpen bij online bankieren en geven tips om bijvoorbeeld financieel misbruik te voorkomen en tegen te gaan. Zo helpen wij iedere klant op een manier die het beste bij hem of haar past.

Duurzame verbindingen

Zoals gezegd, gaan wij mee in de online richting die veel van onze klanten op gaan, maar we beseffen ook dat dit niet voor iedereen is weggelegd. Daarom is er altijd de mogelijkheid om ons te bellen of naar een kantoor te komen. Lukt dat niet, dan komen we dus bij de klant thuis. En natuurlijk blijft u ons zien in de lokale netwerken, ondersteunen wij het lokale verenigingsleven en zijn wij partner van diverse lokale initiatieven.

Dat dichtbij zijn, dat persoonlijke, past bij de coöperatieve bank die wij al meer dan 100 jaar zijn. Net als toen, gaan we als Rabobank ook nu en in de toekomst voor duurzame verbindingen. Ik denk bovendien dat die sterke verbinding in onze digitaliserende wereld steeds belangrijker wordt. Die persoonlijke aandacht durf ik zelfs ‘onmisbaar’ te noemen. De behoefte aan écht contact is namelijk van alle tijden. En juist in deze tijd van digitalisering en fysieke afstand ervaren we dat nog sterker. Daarom kunt u ons blijven ontmoeten: op onze kantoren, bij u op de zaak en bij u thuis wanneer dit echt nodig is. Alle andere bankzaken regelt u eenvoudig en snel online. Gewoon via Online Bankieren, de Rabo App, telefoon of chat. Zo kunt u altijd uw bankzaken regelen op een manier die bij u past. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst.

Jelly Buitenkamp – Brakke Manager Particulieren

Mensen vinden hun weg online, daar bewegen wij als bank in mee

BEELD: JELLY BUITENKAMP – BRAKKE

D

column 15

(16)

Corona houdt de wereld in haar greep. Maar behalve de negatieve gevolgen die we ervan ondervinden, kunnen we er ook iets van leren: terwijl we elkaar fysiek op afstand houden, groeit het besef dat we in geestelijk opzicht juist naar elkaar toe moeten bewegen.

De coöperatie is springlevend

TEKST: ROLAND VAN DER VORST BEELD: BAS LOSEKOOT

heeft op het waterniveau in Bangladesh. Dat de brandende regenwouden in Brazilië wel eens zouden kunnen bijdragen aan de noodzaak tot ophoging van onze dijken. Ook de oplossingen voor deze uitdagingen beginnen bij het besef van onderlinge afhankelijkheid.

Je zou denken dat technologie ons daarbij kan helpen. Maar achteraf bekeken is de hele global village vooral een praatclub gebleken. Iedereen kan online naar hartelust communiceren, spelle- tjes spelen en zaken doen met de hele wereld.

Maar om nou te zeggen dat dit heeft geleid tot een diepgaand besef dat we elkaar nodig hebben, valt nog maar te bezien.

Digitale ecosystemen

Toch komt daar verandering in. Er komt steeds meer ‘coöperatieve technologie’. Zoals systemen die de onderlinge afhankelijkheden tussen meerdere partijen op een goede manier regelen.

De meeste platforms – zoals e-commercebedrijven, dating platforms en marktplaatsen – stimuleren nu nog de economische uitwisseling tussen twee partijen. Maar er komen steeds meer digitale ecosystemen die verschillende spelers met elkaar verbinden op een manier waar iedereen beter van wordt. Denk aan de digitale platforms in bijvoorbeeld Afrika en India die boeren gemakke- lijker verbinden met financiers, zadenleveranciers en afzetmarkten. Goed voor boeren en alle bedrijven in die keten. Deze digitale systemen stemmen de onderlinge afhankelijkheden zorg- vuldig op elkaar af. De spelers staan zo niet meer tegenover, maar tussen elkaar. We zijn vanuit

innovatie bij Rabobank actief aan het investeren in dergelijke platforms in de wereld.

Op de tweede plaats zijn er platforms die expli- ciet het algemene belang behartigen. Een klein voorbeeld dat bedoeld is om voedselverspilling tegen te gaan is Olio, een gratis app die buurtge- noten met elkaar verbindt die eten hebben dat ze zelf niet kunnen opeten. De app werkt eenvoudig:

je maakt een foto van je eten en mensen die zijn aangesloten ontvangen een alert. Inmiddels hebben een miljoen mensen in 49 landen zich hierbij aangesloten. Olio zorgt ervoor dat mensen niet tegenover, maar naast elkaar staan.

Hier zie ik traditioneel een belangrijke rol voor ons in Nederland. Het platform Support Your Locals, dat Rabobank actief heeft helpen bouwen, is zo’n voorbeeld hiervan.

Dit zijn nieuwe coöperatieve systemen die mensen bijeenbrengen op basis van wederzijdse afhankelijkheid. Dat is misschien wel een van de meest hoopgevende ontwikkelingen: het blijft niet meer bij praten alleen. Deze nieuwe syste- men maken het verbinden van mensen minder vrijblijvend.

Bouwer van coalities

Maar er is een derde manier waarop we het individuele belang kunnen helpen overstijgen:

een fysieke plek inrichten waar mensen onder elkaar zijn. Zo is de voetbalkantine voor veel ondernemers in het Westland een plek waar geschillen worden beslecht en oplossingen bedacht. De kantine is een neutrale, derde ruimte, waar men elkaar vertrouwt. Onder het voetbal ontstaat er tijd om het eens te worden.

De kantine is juist zo effectief omdat hij niet bedoeld is voor overleg. Langzamerhand kunnen we elkaar weer gaan ontmoeten. Laten we die mogelijkheid gebruiken om mensen uit ons netwerk bij elkaar te brengen. Van elkaar te laten leren. Hoe zij met de crisis zijn omgegaan.

Kunnen we samen misschien een buurt vooruit helpen?

Zelf ben ik onder andere betrokken bij een initiatief waarbij Rabobank kijkt hoe we boeren wereldwijd kunnen laten profiteren van de opslag van CO₂ in hun land. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor de bank als bouwer van coalities. Op lokaal niveau en op wereldschaal.

Daarmee helpen we de wereld vooruit.

En het is goed voor zaken, want nieuwe initiatieven moeten ook gefinancierd worden.

Twintig jaar geleden klonk de coöperatie voor veel mensen misschien ouderwets.

Tegenwoordig is zij springlevend. Rabobank is bij uitstek de organisatie om te laten zien dat de coöperatie kan werken. Let’s grow a better world together!

Roland van der Vorst Head of Innovation, Rabobank Nederland Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking problemen kunnen oplossen.

De schade van deze crisis was veel kleiner geweest als landen een gezamenlijke strategie tegen Covid-19 hadden gekozen. Als er goede afspraken waren gemaakt over het delen van kennis, medicijnen en de mobiliteit van mensen.

De schade was minder groot geweest als we gekeken hadden naar de samenhang van de ver- schillende elementen (zoals gezondheidssymp- tomen, ziekenhuiscapaciteit, mobiliteitspatronen en culturele context) en hun systeemdynamische effecten. Als deze crisis íets duidelijk maakt, is het dat we de wereld als geheel moeten beschouwen.

Dat geldt niet alleen voor het bestrijden van Covid-19. De uitdagingen van deze tijd overschrij- den de grenzen van onze eigen haard. Ze vragen om een coöperatieve grondhouding. Eén waarbij we ons realiseren dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat het gebruik van fossiele brandstoffen in New York, Shanghai en Amsterdam invloed

16 Rabo &Co

(17)

Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking de problemen van deze tijd kunnen oplossen

17

coöperatief

(18)

Hockey-international Terrance Pieters en kunstenaar Klaskie kunnen excelleren dankzij alle vrijwilligers die het verenigingsleven dragen. ‘De club voelt als mijn tweede huis.’

Onze

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: STUDIO POLAT

club

Maar we zaten ook jankend in de kleedkamer na een verloren finale.’

ClubSupport

Het verenigingsleven is een van de steunpilaren onder de Nederlandse samenleving. Naar schat- ting telt ons land 28.000 sportclubs en een kleine 40.000 culturele verenigingen. Hier komen jong en oud samen om te ontspannen, te leren of zichzelf uit te dagen. Verenigingen verbinden mensen en bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze jongeren bij het realiseren van hun ultieme droom.

Met ClubSupport ondersteunt Rabobank het Nederlandse verenigingsleven.

errance Pieters is zes jaar als hij begint met hockeyen in de F5 van Almere.

‘Ik was eigenlijk altijd op de club.’

Als hij terugdenkt aan die tijd verschijnt er een grote grijns op het gezicht van de 23-jarige aanvaller van het Nederlands elftal. ‘Op woensdag en vrijdag had ik training. Maar op dinsdag en donderdag organiseerde de vereniging instuif- trainingen voor wie zin had. Daar was ik altijd bij.’

Voor Pieters voelt zijn club als een tweede thuis.

Zijn ouders zijn actief als vrijwilliger. ‘Mijn vader coördineerde de zaalhockey en mijn moeder zat in de communicatie-commissie.’ Hij leert er al zijn beste vrienden kennen. ‘We speelden jarenlang in hetzelfde team. Dan breng je veel tijd met elkaar door en deel je heftige emoties. Intense blijdschap als we een belangrijke wedstrijd wonnen.

Ik wil mee naar de Olympische Spelen in Tokio

T

Rabo ClubSupport van start

De clubs van Nederland zijn ongelofelijk waar- devol, omdat ze ons bij elkaar brengen. Daarom investeert Rabobank haar kennis, netwerk en een deel van de winst in clubs en verenigingen.

Rabobank Meppel-Staphorst-Steenwijkerland stelt €200.000 beschikbaar. De leden van de bank beslissen, door te stemmen, welke financiële bijdrage de clubs ontvangen. De inschrijftermijn voor clubs is verstreken. Leden van de bank kunnen vanaf 5 oktober hun stem uitbrengen.

Rabo &Co

18

(19)

Ik mag

mijn collectie showen in New York

Code

Pieters wordt zes jaar achtereen gecoacht door de vader van zijn beste vriend Manuel Verga.

Van hem leert hij ‘de code’: ongeschreven omgangsregels die hem vormen, ook buiten het hockeyveld. ‘Dat je altijd eerlijk moet zijn.

En iemand moet aanspreken als je het ergens niet mee eens bent.’ Maar wanneer hij gecon­

fronteerd wordt met racistische opmerkingen in en om het veld spreekt hij zich niet uit. ‘Ik vond dat ik ermee moest leren omgaan.’ De grappen die gemaakt worden – ook door teamgenoten – lijken onschuldig, maar raken hem wel degelijk.

‘Mensen realiseren zich gewoon niet wat woorden als ‘zwarte’ en ‘neger’ met je doen.’

Inmiddels hockeyt Pieters vier jaar in de hoofd­

klasse, het hoogste niveau in de hockeysport en maakt hij deel uit van de selectie van het Nederlands elftal. Vorig jaar stapte hij met pijn in zijn hart over van Almere naar Kampong.

‘Dat was een hele moeilijke beslissing, maar ik wilde hogerop. Mijn doel is meegaan naar de Olympische Spelen in 2021 en bij Kampong kan ik beter laten zien wat ik kan.’

Toch biedt een club een sporter niet alleen een platform om te leren en te excelleren, vindt Pieters. ‘De meerwaarde zit ook in het netwerk.

Ik ken genoeg jongens die stageplekken of werk hebben gekregen dankzij de vereniging.’

Zelf vond hij via een bestuurslid van Almere een huis in Amsterdam. Een notaris binnen Kampong hielp hem met het oprichten van een eigen bv.

‘Als ik iets nodig heb, kijk ik eerst even binnen de vereniging of er iemand is die me kan helpen of advies kan geven.’

Kunstbende

Hockey is een teamsport en dus bij uitstek een verenigingssport. Maar ook in de kunst en cultuur spelen verenigingen een belangrijke rol.

Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n 1,5 miljoen Nederlanders een creatieve activiteit beoefenen bij een culturele of kunstzinnige vereniging.

Voor de 16­jarige Klaske Duin – of Klaskie zoals haar artiestennaam luidt – is dat Kunstbende, een jaarlijkse wedstrijd voor jong creatief talent, die eerder grote artiesten als Duncan Laurence en Martin Garrix voortbracht. Deelnemers komen uit in diverse categorieën uiteenlopend van fashion en theater tot dj, taal en influencer.

Met gratis workshops bereiden ze zich voor en wie de regionale voorronde wint, mag mee naar het finalistenweekend. ‘Dat is zo leuk. Je ontmoet daar zoveel nieuwe creatieve mensen.’

Met haar kledingcollectie won Klaskie de finale

van 2019 in de categorie fashion. ‘Daardoor mocht ik naar de Fashion Clash in Maastricht en Lowlands. Ik heb daar zoveel geleerd over het organiseren van een modeshow.’ Ook krijgt ze coaching in social media, waardoor ze beter vindbaar is op Instagram. ‘Daardoor ben ik gevonden door NY Fashion Week en mocht ik naar New York om mijn collectie te showen.’

Kunstbende geeft jonge talenten een podium en de kans om te ontdekken of ze echt verder willen in een bepaalde discipline. Naast de workshops en masterclasses zit de meerwaarde vooral in het enorme netwerk dat de vereniging biedt.

Maar liefst 85 procent van de deelnemers krijgt later werk in de cultuursector. Ook Klaskie weet zeker dat ze hierin verder wil. ‘Ik ben interdiscipli­

nair verteller. Ik vertel verhalen en gebruik daar­

voor alle kunstvormen die er zijn. Bij Kunstbende kan ik dat uitproberen. Tot ik achttien ben, ga ik elk jaar meedoen.’

Rabo ClubSupport 19

(20)

JOCHEM (9)

Van half maart tot medio mei zaten honderdduizenden schoolkinderen in Nederland noodgedwongen thuis. Dat was lang niet voor alle gezinnen makkelijk. Want hoe combineer je het thuisonderwijs met je eigen werk? En hoe hebben kinderen deze maanden beleefd? Jochem van 9 uit Flevoland vertelt hoe hij de lockdown heeft ervaren.

‘Toen ik hoorde dat ik vanwege corona niet naar school hoefde, vond ik dat jammer, maar na een paar dagen dacht ik: eigenlijk is het best fijn zo. Omdat ik zoveel thuis was, kon ik elke dag mijn vader en oom helpen op de boerderij.

We hebben thuis koeien, een paard, een konijn en heel veel poezen. En dan verbouwen we ook nog veel verschillende groenten.

Spruiten bijvoorbeeld en uien.’

‘Mijn zussen vinden het niet zo leuk om klusjes te doen, die doen liever andere dingen, maar ik vind het juist cool. Als de online les met de

juf om elf uur klaar was, ging ik meteen naar de stal. Ik heb veel geholpen met het koeien melken en met het schoonmaken van de staldeuren en het verplaatsen van pallets.’

'Het was best even wennen toen we weer naar school moesten. Ik heb het niet echt gemist. Nou ja, mijn vrienden natuurlijk wel.

Met hen voetbal ik en speel ik spelletjes in de pauze, maar door corona kon dat even niet.

Voor vakken als Engels hoefde ik thuis geen opdrachten te maken, dus daar moet ik weer een beetje inkomen. Gelukkig zijn we nu wel al om kwart over twee uit, een uur eerder dan eerst.’

‘Later wil ik akkerbouwer worden. Dat weet ik al mijn hele leven. Het lijkt mij leuk om verschillende groenten te verbouwen en al die grote voertuigen te besturen. Af en toe laat papa mij een stukje op de trekker rijden.

Dat vind ik het allerleukste wat er is.’

TEKST: MARLIE VAN ZOGGEL BEELD: MONA ALIKHAH

ik werk mee

20

(21)

KORT NIEUWS

Hier een greep uit diverse gebeurtenissen, activiteiten, oproepen en nieuws van Rabobank Meppel-Staphorst-Steenwijkerland.

www.rabobank.nl/mss

Meppel-Staphorst-Steenwijkerland

Vacatures in onze ledenraad

Wil jij je sterk maken voor de regio? Ben jij betrokken bij de Rabobank? Je hebt oog voor wat er speelt in de maatschappij? En je wilt meedenken over wat wij als coöperatieve bank kunnen bijdragen aan de samenleving? Dan is de rol van ledenraadslid wellicht wat voor jou. In onze ledenraad ontstaan vijf vacatures. Check de vacatures en profielschets op www.rabobank.nl/mss of stuur een e-mail naar directie.mss@rabobank.nl.

Gewijzigde openings- tijden kantoren

Vanaf 1 juli zijn de kantoren in Meppel, Staphorst en Steenwijk geopend met gewijzigde openingstijden.

Meppel: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 09:00 - 17:00 uur.

Donderdag van 09:00 – 20:00 uur.

Staphorst: maandag t/m vrijdag van 09:00 - 12:15 uur.

Steenwijk: maandag t/m vrijdag van 13:30 - 17:00 uur.

Vollenhove: servicepunt vanaf 1 september gesloten.

Speciale acties voor onze jonge klanten

Rabo PinPin stuurde in april een vrolijk kaartje naar haar jonge klanten. Bij dit kaartje zat een extra kaartje om in te kleuren. PinPin is onwijs trots op de kleurkunsten van haar jonge klantjes. Wat een mooie kleurplaten heeft PinPin gekregen. Onder alle ingestuurde kaatjes verlootte PinPin vijf familiespellen.

Rolan, Silvan, Allan, Julia, Lenn, Vincent, Annemaj en Ivana van harte gefeliciteerd!

Oproep aan onze jonge klanten! Houd je brievenbus goed in de gaten. Je ontvangt

post van Rabo PinPin over de Rabo Kidsweek 2020. Dit jaar ligt er geen tegoedbon voor je klaar in onze kantoren, maar verrassen we onze jonge klanten van 0 t/m 12 jaar op een andere manier. Daarover meer in je brieven- bus of kijk op www.rabobank.nl/mss.

(088)? Neem ik niet op! Maar ik ben het, je bank

Als wij je bellen, begint het nummer met (088). Je herkent ons dus niet meteen aan een vertrouwd netnummer. Ook komt het voor dat we in de avonduren (tot 20:30 uur) bellen, omdat we graag de bankzaken met je willen doornemen. Je kunt ons bereiken op (0522) 52 23 00 (particulieren) of (0522) 52 24 00 (bedrijven).

Negen geslaagden verrast met 1,5 meter oranjekoek

Waarom verdien jij, je dochter, je broertje of een goede vriend 1,5 meter oranjekoek? Dat was de oproep die de bank op social media plaatste om geslaagden in de regio te verrassen met 1,5 meter oranjekoek. Een lastige keuze uit bijna 100 inzendingen. Op gepaste afstand en met veel bombarie werden Jalien Schoemaker, Nick & Jesse Gijsman, Luna Compagner, Bart & Maaike Gruppen, Niek Jonkers en Sabina & Ilse de Jonge verrast met een ovenheerlijke oranjekoek van Bakkerij Boogaard.

21

(22)

Veel mensen met een verstandelijke beperking zaten op plekken waar ze niet hoorden, vonden Henk Stokvis en Frank Fagel in 2008. Met hun zorginstelling Oranjeborg besloten ze voortaan in mogelijkheden te denken in plaats van in beperkingen.

en ingewikkeld voor hen zijn. Ze moeten een uitkering aanvragen, werk zoeken en met geld omgaan – veel verantwoordelijkheden. Ze komen vaak in een negatieve spiraal terecht: ze hebben geen geld, komen met de verkeerde mensen in aanraking en vaak ook met alcohol en drugs. Wij zien hen echter niet als probleemgevallen, maar als cliënten met potentie.’

Dat doen ze bij Oranjeborg inmiddels twaalf jaar, vooral door veel verantwoordelijkheden van de mannen over te nemen. ‘Wij gaan weer voor hen zorgen’, zegt Stokvis. ‘Een bewindvoerder regelt hun financiën en we gaan met hen naar de huisarts of pedicure. We bemiddelen zelfs als de band met de familie verstoord is. We betuttelen niemand, maar halen dingen waar ze moeite mee hebben, bij hen weg. Soms kunnen ze die met onze hulp alsnog leren, maar zo niet: ook oké.’

et is een drukte van belang op de bosrijke locatie van zorgin- stelling Oranjeborg in Havelte.

Vandaag wordt er onder an- dere hout bewerkt en gelast.

‘Mannendingen’, zoals Henk Stokvis, een van de twee oprichters van Oranjeborg, het noemt. Bij het zorgbedrijf wonen alleen maar mannen.

Henk Stokvis en Frank Fagel leerden elkaar kennen toen ze allebei werkzaam waren in de zorg voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsstoornis. Ze spraken regelmatig over hun idee dat mensen met een verstandelijke beperking vaak op plekken belan- den waar ze niet horen. ‘Je kunt ze wel opsluiten in een instelling, maar daar leren ze niets van’, zegt Stokvis. ‘En als ze dan weer in een gewoon huis terechtkomen, kan de wereld onbegrijpelijk

TEKST: SUUS RUIS BEELD: ANNABEL OOSTEWEEGHEL

Honderd- twintig

succes- verhalen

H

22 Rabo &Co

(23)

Strakke regels

Inmiddels wonen er zo’n 120 mannen, van 21 tot 72 jaar, in de instelling, die vijf vestigingen heeft: in Loenen, Biddinghuizen, Epe, De Wijk en Havelte. De locaties hebben gemeen dat ze rust uitstralen en midden in de natuur liggen, op een afstandje van de bewoonde wereld – minimaal tien minuten fietsen. ‘Je mag bij ons wonen, maar er gelden strakke regels. Geen alcohol en drugs, zelfs energiedrankjes komen er niet in.

Afspraak is afspraak. Als iets niet mag, is de ver- leiding ook niet groot. De dagindeling ligt vast, dat geeft houvast. Na een goed (gezamenlijk) ontbijt gaan ze in en om het huis aan het werk, pauzes zijn op gezette tijden. Als ik kijk naar al die honderdtwintig cliënten is het moeilijk om er één succesverhaal uit te pikken. Het zijn namelijk honderdtwintig succesverhalen. Als iemand door onze hulp op den duur weer zelfstandig kan wo- nen, is dat natuurlijk fantastisch. Maar als ze hier blijven en simpelweg weer rustig kunnen slapen en niet meer achterom hoeven te kijken, zien we dat ook als een groot succes.’

Naast de dagelijkse bezigheden op de locaties zelf zetten de bewoners van Oranjeborg zich ook in voor de maatschappij. De mannen ruimen bijvoorbeeld de kleedkamers van de plaatselijke voetbalvereniging op en maaien het gras bij het openbare zwembad.

Ze proberen zoveel mogelijk zelfvoorzienend te leven. Op elke locatie van Oranjeborg is een kas waarin groenten en fruit worden verbouwd en openhaardhout komt van het eigen terrein. Voed- seloverschotten worden naar de Voedselbank gebracht. Stokvis: ‘We doen alles belangeloos, rekenen geen cent aan reiskosten. Het enige wat wij vragen is dat onze mannen ook eens worden uitgenodigd als er iets leuks te doen is. We willen dat ze weer worden geaccepteerd en gewaar- deerd. Dat mensen zeggen: ‘Goh, dat is eigenlijk een heel aardige vent.’

Vorig jaar was er in een kerk in Meppel de expo- sitie ‘Kom ’ns dichterbij’, waar prachtige zwart-wit portretten van de bewoners van Oranjeborg hingen, tezamen met hun verhaal. ‘In vier dagen tijd trok die expositie 1.200 bezoekers’, vertelt een trotse Henk Stokvis. ‘Voor ons was het vooral bijzonder om die verstopte mannen een gezicht te geven, met als boodschap: “Je bent heel waardevol.”’

Zelfs

energiedrankjes

komen er niet in

OranjeborgDe zorg van Oranjeborg is gericht

op mannen met een lichte verstandelijke beperking, veelal in combinatie met psychische problemen

en/of een verslaving.

Zij zijn vastgelopen en aan de rand van de maatschappij beland. Oranjeborg heeft vijf vestigingen,

waar in totaal 120 mannen wonen. De werknemers worden multifunctioneel ingezet om zo veel

mogelijk dezelfde gezichten op de locaties te hebben.

23

voorlopers

(24)

Het zijn voornamelijk tuinders uit de buurt die aan het loket komen. Om seizoenskrediet aan te vragen of een financiering voor een nieuwe kas.

Maar vanaf halverwege de jaren vijftig komen er ook steeds meer particulieren en middenstanders naar de bank. De Centrale Boerenleenbank maakt reclames die op hen gericht zijn. De dienstverle- ning wordt uitgebreid met spaarrekeningen voor particulieren, hypotheken en verzekeringen.

De ‘giralisering van het loonzakje’ in de jaren zestig helpt mee. De bank verleent daarnaast kredieten aan het midden- en kleinbedrijf, gemeentelijke instellingen en nutsbedrijven.

Assistente

Van Holstein maakt de ontwikkelingen van dicht- bij mee: vanaf 1957 eerst als assistent-kassier bij de Boerenleenbank in Huissen, vanaf 1961 als kan- toorbeheerder op een bijkantoor in Arnhem-Zuid.

Met al die nieuwe financiële producten in de aanbieding gaat Van Holstein in de middagen de hort op om klanten voor zijn bank te werven.

‘Ik mengde mij in de buurt. Ik werd secretaris- penningmeester van de winkeliersvereniging en bezocht samen met een vertegenwoordiger van de Centrale Boerenleenbank alle steenfabrieken in Arnhem-Zuid.’ Het wordt steeds drukker bij de bank. Kon Van Holstein het werk eerst nog alleen, na twee jaar neemt hij een assistente aan.

Persoonlijk contact

Het persoonlijke contact wordt er niet minder op.

Ook als Van Holstein in 1964 kassier wordt bij weer een andere Boerenleenbank: in Deurningen, nabij e moet het zo zien: vroeger had je geen

bankdirecteuren, maar kassiers: zij die de kas beheerden. De kassier wás de bank. In Naaldwijk, waar ik geboren ben, sprak men van ‘de bank van Krook’ en ‘de bank van Klapwijk’. De heer Krook was kassier bij de Boerenleenbank, Klapwijk bij de Raiffeisenbank.

Klanten kenden de kassier, de kassier kende zijn klanten.’

We schrijven 1948. Jan van Holstein - dan 16 jaar oud, nu 88 - komt op voordracht van zijn vader bij de Naaldwijker Boerenleenbank te werken.

Hoewel hij later naar de andere kant van het land zou verhuizen, bleef hij de bank altijd trouw. Hij maakte de fusie tussen de Boerenleenbank en de Raiffeisenbank mee en zag bovenal van dichtbij hoe het bankieren én zijn clientèle veranderden.

Een van die belangrijke veranderingen was auto- matisering en digitalisering. Als jongste bediende bij de bank zette Van Holstein zelf de eerste stap- jes in die richting. ‘Mijn werk bestond aanvankelijk vooral uit het uittypen van dagafschrijvingen.

Dat deed ik op een typemachine in een achterka- mertje van de bank. Kassier Krook hield kantoor in de kamer ervoor, waar ook de boekhouder werkte.

Klanten werden in het smalle halletje aan een van de twee loketten ontvangen.’

Als de eerste boekhoudmachines op de markt komen, die automatisch dagafschrijvingen kunnen uittypen, stuurt Krook zijn jongste medewerker op cursus. Van Holstein: ‘Toen ik terugkwam, was ik een hele pief: ik wist als enige hoe je die machine moest bedienen.’

Jan van Holstein (1932) klom van jongste bediende bij de Boerenleenbank op tot kassier. Bijna een halve eeuw later gaat hij in 1992 als directeur van Rabobank Hengelo met pensioen.

In al die jaren zag hij het bankwezen enorm veranderen.

Van jongste bediende tot bankdirecteur

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: JITSKE SCHOLS

J

24 Rabo &Co

(25)

Hengelo. ‘Ik had een medewerker die kon zien als er een vaste klant aan kwam fietsen en dan alvast het juiste formulier en geldbedrag klaarlegde.

‘Honderd gulden weer, meneer Jansen?’ Als een boer voor een lening de bank binnenliep, dan hoefde hij maar te vragen: ‘Is Van Holstein er?’’

‘In de banken van tegenwoordig ontbreekt het wel een beetje aan persoonlijk contact, bij de alledaagse bankzaken althans. Maar dat is logisch, we leven in een andere tijd. Natuurlijk vermindert persoonlijk contact naarmate er meer automa- tisch en digitaal geregeld wordt.’

Dat zou trouwens vooral een grote vlucht nemen ná Van Holsteins pensioen. Na een carrière van vierenveertig jaar in het bankwezen gaat hij in 1992 met pensioen als directeur Rabobank Hengelo, waar dan inmiddels 128 personeelsleden werken.

‘Het was een geweldige tijd, ik genoot van de mensen om mij heen. De klanten, de medewer- kers...’

Meer vee en grotere stallen

Het is niet alleen de nieuwe technologie die maakt dat we in een andere bancaire wereld leven, merkt Van Holstein. ‘Neem de globalisering.

Klanten van de Rabobank, agrariërs en onder- nemers, moeten tegenwoordig op de hoogte blijven van álle ontwikkelingen in hun vakgebied, in heel de wereld. Ze moeten meer en efficiënter produceren om de concurrentie het hoofd te bieden, dus hebben ze meer vee en moeten de stallen groter. Je praat tegenwoordig over veel grotere geldbedragen dan in mijn tijd gebruikelijk was.’

Over dat persoonlijk contact tussen klant en bank:

dat is bij Rabobank zeker niet verdwenen, denkt Van Holstein: ‘Als een klant in mijn tijd een lening aanvroeg, dan bekeek ik zijn track record en controleerde ik de cijfers. Toch was vertrouwen de basis. Dan helpt het als je elkaar een beetje kent.

Dat is, denk ik, onveranderd gebleven bij Rabo- bank. Directeuren van lokale Rabobanken kennen nog altijd de bedrijven en de ondernemers uit de buurt.’

Vertrouwen was de basis.

Dan helpt het als je elkaar een beetje kent

25

ik blik terug

(26)

De impact van de coronacrisis op de bedrijven van Dimitri Nashid

Khali en Wouter Taal is groot. De heren sloegen de handen ineen en vonden een succesvol antwoord op de beperkende coronamaatregelen:

Time to Speak. Hét platform waarmee je online en hybride events naar je

huiskamer haalt.

ONL INE VER GA DER EN

TEKST: MARINKA WESTRIK BEELD: ANOUK BOONSTRA, NIKA HOOGLAND

aar veel bedrijven de afgelopen maanden hun uiterste best deden om de schade van de coronacrisis te beperken, was dit voor de zakenpartners Dimitri Nashid Khali en Wouter Taal niet anders. ‘Onze bedrijven werden ieder op hun eigen manier hard geraakt’, vertelt Dimitri, eigenaar van SEM productions. ‘Al vrij snel hadden wij in de gaten dat dit weleens een hele lastige periode kon worden. Beurzen en events werden gecanceld en opdrachtgevers vertelden ons dat alles on hold kwam te staan. Dit had natuurlijk een enorme impact op onze bedrijfsvoering. We gingen van vol gas, naar een lege agenda. Dat was voor ons het moment om samen te komen en te bespreken hoe we dit gat konden vullen.’

Coronacrisis biedt unieke kans

Dat de heren in deze moeilijke periode de handen ineen sloegen, is geen toeval. ‘Onze dienstverlening sluit perfect op elkaar aan en al ongeveer tien jaar pakken we veel klussen samen op’, licht Wouter, eigenaar van Time Star Media toe. ‘Time Star Media helpt organisaties die video en animatie willen inzetten voor interne en externe communicatiedoelen en SEM productions is toonaangevend in eventtechniek.

Wij leveren dan ook regelmatig ons eindproduct aan

W

26 Rabo &Co

(27)

bij SEM productions en zij zorgen ervoor dat ons product helemaal tot zijn recht komt en op de juiste manier ondersteund wordt met bijvoorbeeld licht en geluid. Een gouden combinatie waarbij creativiteit en techniek naadloos in elkaar overlopen.’

Een platform voor online en hybride events

‘We beseften al snel dat de

videocommunicatiemarkt de komende periode hard zou groeien. Sommige evenementen en vergaderingen kun

je nou eenmaal niet cancelen. Denk bijvoorbeeld aan een Algemene Ledenvergadering of een belangrijk congres.’ Vanuit deze benadering ontstond Time To Speak, een bedrijf dat zich inzet voor online en hybride events. ‘We hebben Time to Speak in no time opgericht. Van niets naar een bedrijf waar we nu met ongeveer twintig mensen werken. Dat is dus best snel gegaan’, lacht Dimitri. Eén van de diensten die het bedrijf aanbiedt is Online-ALV. ‘Een uiterst gevoelig en intelligent systeem, speciaal ingericht voor de algemene ledenvergadering van verenigingen’, vertelt Wouter.

‘Online-ALV is geschikt voor diverse groepen; van lokale sportclubs tot nationale brancheverenigingen. Een systeem zonder onnodige en ingewikkelde functies. Meekijken, meepraten en stemmen gaan precies zoals tijdens een traditionele algemene ledenvergadering, maar dan bijvoorbeeld vanuit je huiskamer. Hiermee bieden we stichtingen, verenigingen en brancheorganisaties een veilige en juridisch kloppende manier om de nodige besluitvorming online te regelen.’ Fysiek samenkomen, is dus niet langer nodig. ‘Nu ten tijde van corona natuurlijk erg prettig, maar ook wanneer we weer zonder maatregelen samen mogen komen. Het regelen van bijvoorbeeld oppas is niet langer een struikelblok en de kans dat jonge leden online aansluiten is een stuk groter. Goed voor de ledenbinding dus!’

Voor professionale verenigingen tot de plaatselijke voetbalclub

Time Star Media is al jaren partner van

De Nederlandse Associatie (DNA). Een vereniging van, voor en door verenigingen. DNA zet zich o.a. in voor de ontwikkeling van verenigingen en verenigingsprofessionals. ‘Dankzij deze samenwerking waren wij in staat om ons product onder de aandacht te brengen van een groot aantal potentiële klanten. De tool is namelijk niet alleen geschikt voor professionele verenigingen, maar zeker ook voor bijvoorbeeld de plaatselijke voetbalclub. Zo kunnen amateurverenigingen nu een abonnement afsluiten voor maar 150 euro per jaar. Via een online omgeving kunnen zij vervolgens zelf een onbeperkt aantal vergaderingen vormgeven. Kies je voor een premium pakket, dan ben je verzekerd van een professionele uitzending. ‘Zo voorzien wij bijvoorbeeld in een echte studio, een telefonische helpdesk en uitstekende camera’s.

Uiteraard denken wij ook mee over de invulling van de vergadering.'

‘In de sportwereld zijn we inmiddels behoorlijk bekend doordat NOC-NSF ons bij haar 28.000 aangesloten verenigingen aangeraden heeft als geschikte oplossing voor de algemente leden vergadering’, aldus een trotse Wouter.

Het is ontzettend leuk om te zien dat verenigingsprofessionals onze dienstverlening aan elkaar voordragen. Inmiddels hebben we al zo’n 40 algemene ledenvergaderingen voor professionele organisaties georganiseerd en een hondertal vergaderingen voor lokale clubs.

Over de vraag hoe beiden het ervaren om ondernemer te zijn ten tijde van de coronacrisis, wordt niet lang nagedacht. ‘Als ondernemer kijk je altijd vooruit en ben je op zoek naar nieuwe kansen. De kaarten werden voor iedereen in de branche opnieuw geschud, dus dit was het moment om van deze lastige periode iets bijzonders te maken. Gaandeweg bleek Time to Speak zelfs een uitstekende manier om met nieuwe partijen om tafel te zitten. Ook ontdekten wij dat veel talent noodgedwongen op zoek was naar een nieuwe baan. Wij konden hierdoor dan ook een aantal nieuwe toppers toevoegen aan ons team.’ En wat er gebeurt wanneer de crisis voorbij is? ‘Dat zien we dan wel weer.’ Een ding is in ieder geval zeker: Time to Speak ontwikkelt gewoon door. Met een nieuw platform voor online evenementen in de maak, houdt niets deze ondernemers nog tegen. Soms bieden noodgedwongen veranderingen klaarblijkelijk de beste kansen. Dit wordt door beiden volmondig

Een uiterst intelligent platform, speciaal

voor de ALV van verenigingen

Dimitri Nashid Khali

Wie

en Wouter Taal Bedenkers van het

Wat

platform Time to Speak voor online en

hybride events.

In Nederland en sinds

Waar

kort ook daarbuiten.

Waarom

Ondanks de coronacrisis blijft

de behoefte aan verbinding en contact. In sommige

gevallen is dit zelfs noodzakelijk, maar de

mogelijkheid tot het organiseren van een fysieke bijeenkomst is

niet altijd haalbaar.

27

interview

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Wanneer de kleuters hun jas aandoen voor de speeltijd gaan ze nog even zitten op de bank in de klas en wordt er een digitaal verhaal van een 5-tal minuten opgezet, zodat er

In dit gesprek wordt ervan uitgegaan dat de ouders met de school willen meedenken om een oplossing te zoeken die goed is voor het eigen kind, andere kinderen, de leerkracht,

Planopbouw: In deze woning zijn inkom, berging en toilet in dezelfde zone geplaatst zodat de overige ruimte volledig vrij kan ingevuld worden met keuken en woonkamer.. Een

Welke studenten betrek je in de interactie (on campus studenten, online studenten, beide) 3. Welke soort vraag/opdracht zou je

Eind september elk jaar legt het college van burgemeester en wethouders de conceptbegroting voor het nieuwe jaar voor aan de gemeenteraad.. In de nota van aanbieding bij de

Voor u ligt weliswaar géén Open Monumentendag magazine, maar een XXL ansichtkaart die een indruk geeft wat onze vijf gemeenten op het gebied van erfgoed, monumenten en

De visie vanuit de gemeente op de vraag hoe er idealiter verantwoording zou moeten worden afgelegd aangaande sociale inclusie voor mensen die wonen in een beschutte leefomgeving

Naast de kerngroep zijn alle partners, de Beleidsmedewerkers Sport gemeente Hoorn, de verenigingsondersteuning Sport gemeente Hoorn, de Adviseur lokale sport en het