• No results found

1 = (bijna) nooit; 2 = soms; 3 = (bijna) altijd; 4 = niet van toepassing (=restcategorie) score begin 1. PLANMATIG BEGELEIDER VAN LEERLINGEN MET

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1 = (bijna) nooit; 2 = soms; 3 = (bijna) altijd; 4 = niet van toepassing (=restcategorie) score begin 1. PLANMATIG BEGELEIDER VAN LEERLINGEN MET"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 = (bijna) nooit; 2 = soms; 3 = (bijna) altijd; 4 = niet van toepassing (=restcategorie) score begin 1. PLANMATIG BEGELEIDER VAN LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN

1.1. Een positieve grondhouding bezitten m.b.t. de mogelijkheden en toekomstkansen van leerlingen

11 S

Ik toon geloof in de ontwikkelings- en leermogelijkheden van elke leerling.

2

11 I

In alle fasen van het planmatig handelen ga ik expliciet zoeken naar de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen.

1

11 I

In het team verdedig ik het recht op persoonlijke ontwikkeling en ontplooiingskansen van elke leerling.

2

11 I

De mogelijkheden en talenten van een leerling neem ik als uitgangspunt van mijn handelen.

2

11 E

Ik toon een doordacht en volgehouden engagement t.a.v. elke leerling in alle omstandigheden, vanuit een geloof in de mogelijkheden van elke leerling.

2 11 E

Ik zet me actief in tegen elke vorm van achterstelling van elke leerling, gericht op een inclusieve samenleving.

2 11 E

In het team kom ik ervoor op om de mogelijkheden en talenten van elke leerling in alle fasen van het planmatig handelen als uitgangspunt te nemen.

1

11 S

Ik sta open voor positieve toekomstkansen van elke leerling.

3

11 I

In het planmatig handelen werk ik expliciet aan een toekomstperspectief van leerlingen dat de schoolloopbaan overstijgt.

2

11 E

Ik ben de stuwende kracht in de uitbouw van een ondersteunend netwerk rond een leerling.

1

11 S

Ik erken het recht op communicatie en sociaal contact van een leerling als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren.

2 11 I

Ik blijf steeds zoeken naar mogelijkheden, ook als communicatie en sociaal contact niet op een vanzelfsprekende manier verloopt.

2

11 I

Ik betrek een leerling als volwaardige partner in het planmatig handelen.

1

11 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid gericht op volwaardig burgerschap in de samenleving.

1 1.2. Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een brede beeldvorming van een leerling in zijn context

12 S

Ik beluister en verken het beeld dat ouders, collega's en andere partners geven van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften.

2

12 S

Ik raadpleeg de beschikbare gegevens over een leerling.

2

12 S

Ik observeer de mogelijkheden en onderwijsbehoeften van leerlingen.

2

12 I

In team bouw ik een totaalbeeld van een leerling op.

1

12 I

Ik betrek actief de ouders en leerling in het proces van beeldvorming.

1

12 I

In functie van een brede beeldvorming onderzoek ik bestaande informatie kritisch en/of ik bepaal in overleg of nieuwe gegevens verzameld moeten worden.

1 12 I

Ik kan systematisch en gestructureerd observeren over een langere periode, met het oog op evalueren en bijsturen van de beeldvorming en het planmatig handelen.

2 12 I

Leerlingen en hun klasgroep kan ik breed observeren met het oog op maximale participatie binnen het klasgebeuren.

3

12 I

Ik bezit kennis van handelingsgerichte diagnostiek, diagnostische instrumenten en hun toepassingen.

1

12 E

De meervoudige betekeniswaarde van gegevens verken ik in overleg met het team.

1

12 E

Ik draag actief bij aan de implementatie van een observatiesysteem in de school.

1

12 E

Ik kan samen met het schoolteam een observatiesysteem ontwikkelen, aangepast aan de eigenheid van leerlingen, klas of school.

1

12 S

Ik erken specifieke onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.

2

12 S

Ik ben me ervan bewust dat een diagnose altijd een individueel perspectief heeft.

2

12 I

Ik formuleer specifieke onderwijsbehoeften van een leerling in zijn context op basis van brede beeldvorming.

2

(2)

12 I

Ik duid op individueel en groepsniveau essentiële onderwijsbehoeften aan o.b.v. de beeldvorming.

2

12 I

Ik verfijn de formulering van onderwijsbehoeften steeds verder, rekening houdend met alle factoren.

1

12 E

Ik breng complexe onderwijsbehoeften van leerlingen en groepen in kaart.

1

12 E

Ik nuanceer de formulering van onderwijsbehoeften en stuur die bij.

2

1.3. Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften

13 S

Ik kies gedifferentieerde lesdoelen en formuleer deze concreet en operationeel, rekening houdend met de beginsituatie.

2

13 S

Ik ben bereid tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen.

2

13 I

Ik selecteer relevante doelen uit onder meer eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen, op basis van onderwijsbehoeften,

3 13 I

Ik leg prioritaire doelen vast op individueel en op groepsniveau in respectievelijk een individueel handelingsplan en een groepswerkplan.

2

13 I

Deze doelen plaats ik binnen een toekomstperspectief en brede context.

2

13 I

Deze doelen formuleer ik samen met alle betrokkenen, inclusief leerling en ouders.

1

13 I

Ik ga steeds creatief op zoek naar nieuwe ontwikkelingskansen, hoe klein ook, die de toekomstkansen verruimen.

3 13 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en -beleid waarbinnen het toekomstperspectief van leerlingen rcithting gevend is voor de werking

van de school.

1

13 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en -beleid waarbinnen de samenwerking met alle betrokkenen richting gevend is voor de werking

van de school.

1

13 E

Ik stuur een ondersteuningsplan dynamisch en creatief bij.

2

1.4. Realiseren en coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 14 S

Ik ben er me bewust van dat het eigen didactisch handelen dient aangepast te worden aan de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling.

14 I

In overleg met collega’s en het team stem ik systematisch het eigen didactisch handelen afop de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling.

2

14 E

In het team stel ik mijn eigen didactisch handelen ter besrpeking.

1

14 S

Ik weet dat de gegevens uit een leerlingvolgsysteem waardevol zijn om het eigen didactisch handelen bij te sturen.

3

14 I

Ik maak individuele handelingsplannen en groepswerkplannen in dialoog met het team.

1

14 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en -beleid over planmatig werken op individueel, klas- en schoolniveau.

1

14 S

Ik heb zicht op de betrokken partijen wanneer zich specifieke onderwijsbehoeften stellen.

2

14 S

Ik lever een actieve bijdrage aan klassenraden of interdisciplinair overleg.

3

14 I

Ik spreek de betrokken partijen aan en nodig hen uit tot overleg.

1

14 I

Ik stuur een interdisciplinair overleg of klassenraad aan, van voorbereiding tot uitvoering en opvolging.

1

14 E

Ik bouw een breed netwerk van betrokkenen uit.

1

14 E

Ik geef de organisatie van interdisciplinair overleg en klassenraden vorm en stuur die aan.

1

14 S

Ik erken dat ouders en leerling zelf betrokken partijen zijn in het planmatig werken.

2

14 I

Ik betrek leerlingen en ouders als ervaringsdeskundigen bij elke fase van het planmatig handelen.

1

14 I

Ik sta zelf model voor een constructieve samenwerking met leerlingen, ouders en collega's.

3

14 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid dat de samenwerking tussen alle betrokkenen stimuleert en empowerment van ouders

en leerlingen bevordert.

1

(3)

14 S

Ik voer op systematische wijze gemaakte afspraken uit en evalueer die.

2 14 I

Ik kom tot heldere en inzichtelijke afspraken met meerdere partijen die betrokken zijn bij de opvolging van een leerling.

2 14 I

Ik zie erop toe dat afspraken die voor een leerling gemaakt werden in het team, worden nageleefd binnen een redelijke termijn.

3

14 E

Ik evalueer en stuur afspraken bij, met het oog op een lange termijnplanning.

2

14 S

Ik ken de cyclus van planmatig handelen en het zorgcontinuüm.

3

14 I

Ik verduidelijk de cyclus van planmatig werken en het zorgcontinuüm aan alle betrokkenen.

2

14 I

Ik bewaak de toepassing van de cyclus van planmatig werken en het zorgcontinuüm in het team.

2

14 I

Ik verzorg de schriftelijke neerslag van het planmatig werken (in verslaggeving, volgsysteem of dossier) op een objectieve en correcte manier.

1

14 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling en realisatie van planmatig werken in school.

1

14 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en -beleid over de schriftelijke neerslag van het planmatig werken.

1

2. Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen 2.1. Waarderen van de diversiteit in een klasgroep, als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van elke leerling 21 S

Ik erken het recht op individualisering van de onderwijsaanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in een klasgroep.

2 21 I

Ik werk aan aan gelijke onderwijskansen en redelijke aanpassingen, rekening houdend met internationale, wetgevende, ethische en sociaal-culturele kaders.

2

21 E

Ik sensibiliseer het team inzake gelijke onderwijskansen en het recht op redelijke aanpassingen.

1

21 S

Ik hanteer een sensitieve en responsieve begeleidingsstijl t.a.v. individuele leerlingen.

2

21 I

Ik ken de persoonlijke interesses, talenten en zorgen van leerlingen, om ieders motivatie en welbevinden in een groep te vrijwaren en erop te anticiperen in

de voorziene aanpak in de klas.

3

21 E

In het team werk ik proactief mee aan onderwijs- en begeleidingsstijlen die de diversiteit van leerlingen waarderen.

1

21 S

Ik ga spontaan in interactie met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn.

3

21 I

Ik bevorder interacties met en tussen leerlingen en zet de aanwezige groepsdynamiek doelgericht in als leerbevorderende factor.

2

21 E

In een diverse groep werk ik aan volledige participatie en wederzijdse ondersteuning van alle leerlingen.

1

21 S

Ik betrek elke leerling actief bij groepsactiviteiten.

3

21 I

Ik begrijp ondersteuningsvragen als vragen naar doelgerichte differentiatie, opdat elke leerling volwaardig kan participeren aan een toegankelijk curriculum

en zich betrokken voelt bij groepsactiviteiten.

2

21 E

Samen met collega’s, klasgenoten en teamleden toets ik voorgestelde aanpassingen en maatregelen aan het criterium van participatie.

1 2.2. Differentiëren van het aanbod en de aanpak, op basis van de leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in een groep

22 S

Ik voer kleine aanpassingen door aan het programma die beantwoorden aan de behoeften van een leerling.

2

22 S

Ik ken stimulerende, compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen en een brede waaier van differentiatievormen.

2 22 S

Ik heb zicht op individuele maatregelen voor bepaalde leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, in het kader van het realiseren van een passend onderwijsaanbod.

2 22 I

Ik zet stimulerende, compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen gericht in bij het uitwerken van een passend onderwijsaanbod.

2 22 I

Ik differentieer binnen een bestaande klascontext in functie van de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen in inhouden, instructie, tempo en verwerking.

2 22 I

Ik teken binnen een bestaande klascontext individuele trajecten uit voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

1

22 I

Ik pas principes van ‘universeel design in onderwijs’ toe in het dagelijks onderwijskundig handelen.

1

22 I

Ik zet aangepaste technologische en niet-technologische hulpmiddelen in die de participatie in de klas bevorderen.

1

(4)

22 E

Ik onderneem op schoolniveau acties om een passend onderwijsaanbod te realiseren voor alle leerlingen.

1 22 E

Ik maak handleidingen in verband met individuele leertrajecten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

1 22 E

Ik neem in het schoolteam een voortrekkersrol op in de realisatie van de principes van ‘universeel design’.

1 22 S

Ik ben me bewust van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep.

2 22 I

Ik bewaar de participatie en aansluiting met een klasgroep maximaal door aansluiting bij het ritme van deze groep, klasroutines en gemeenschappelijke thema’s.

2 22 I

Ik realiseer continuïteit in het onderwijsaanbod door het eigen handelen af te stemmen op routines en/of klas- en groepsaanpak van collega’s en door te

zorgen voor een goede overdracht naar toekomstige betrokkenen.

2

22 E

Ik stel participatieplannen op en maak er gebruik van in diverse groepen en bij collegiale ondersteuning van collega’s.

1 22 E

Ik bewaak op schoolniveau een continuïteit in het onderwijsaanbod door een voortdurende afstemming met collega’s.

1

22 S

Ik hanteer gedragsmanagement en klasmanagement uitgaande van een waarderende houding.

2

22 I

Ik pas de eigen begeleidingsstijl aan grote verschillen in gedrag aan.

2

22 I

Ik begrijp gedrag van leerlingen in een gegeven context en hanteer een evenwichtig en aangepast gedragsmanagement, rekening houdend met

groepsafspraken en individuele behoeften.

2

22 E

Ik bied ondersteuning aan collega’s m.b.t. gedrags- en klasmanagement.

2

2.3. Actief op zoek gaan naar hulpmiddelen en ondersteuning die de communicatie- en interactiemogelijkheden van leerlingen bevorderen

23 S

Ik ken het belang van communicatie en interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling van leerlingen.

3

23 S

Ik moedig spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen aan.

3

23 I

Ik herken de communicatiemogelijkheden en communicatieve behoeften van leerlingen en volg die teamgericht op via observatie, een aangepaste

interactiestijl en aanbod.

2

23 I

Ik gebruik alternatieve vormen van communicatie en interactie bij die leerlingen waarvoor verbale communicatie niet vanzelfsprekend is.

1 23 I

Ik maak vanuit een interdisciplinaire aanpak teamafspraken zodat de communicatie- en interactiemogelijkheden doelgericht opgevolgd en bevorderd worden.

1 23 E

Ik breid de communicatiemogelijkheden van leerlingen uit via een doelgerichte en consequente interdisciplinaire aanpak op schoolniveau.

2 23 S

Ik maak werk van verbondenheid in de klas en bestrijd alle vormen van pestgedrag en uitsluiting van communicatie, interactie en participatie.

3 23 I

Ik bevorder actief gevarieerde sociale contacten en interacties tussen leerlingen en binnen bredere netwerken.

2 23 I

Ik maak gebruik van doelgerichte partnerstrategieën die de communicatie bevorderen van leerlingen met communicatieve beperkingen.

2

23 I

Ik hanteer sociale interventies en maatregelen voor groepsbevordering.

3

23 E

Ik werk aan een schoolbrede realisatie van verbondenheid.

1

23 S

Ik bevraag de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkheden.

1

23 I

Ik zet gepaste ondersteunende communicatie in op leerling- en/ of groepsniveau.

1

23 I

Ik ga actief op zoek naar aangepaste communicatiemiddelen en –ondersteuning voor leerlingen met communicatieve beperkingen.

2

23 I

Ik betrek leerlingen actief in de zoektocht naar gepaste communicatiemiddelen.

1

23 I

Ik ken specifieke technologische en niet-technologische communicatiemiddelen en verken en bevraag hun toepassingsmogelijkheden.

1 23 E

Ik stel informatie over technologische en niet-technologische ondersteunende communicatiemiddelen ter beschikking van het ganse team.

1 23 E

Ik maak met het team duidelijke afspraken over de inzet van technologische en niet-technologische ondersteunende communicatiemiddelen.

1

2.4. Een deskundige en evenwichtige afstemming bieden van het onderwijsaanbod – incl. de leerlijnen - op de specifieke

onderwijsbehoeften van leerlingen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief, maatschappelijke participatie en alle

(5)

24 S

Ik streef een gelijkwaardige benadering en instructietijd na voor alle leerlingen.

3

24 S

Ik betrek leerlingen bij het klasgebeuren in alle leer- en spelactiviteiten.

2

24 I

Ik benoem en gebruik verschillende niveaus van planmatig handelen (individueel, groeps- en schoolniveau).

2

24 I

Ik selecteer vanuit de verschillende ondersteuningsvragen doelen voor het groepswerkplan.

2

24 I

Ik werk met participatieplannen.

1

24 E

Ik stuur collega’s inhoudelijk aan bij het opstellen van groepswerkplannen.

1

24 I

Ik benader de beschikbare leerlijnen kritisch, ik vul ze aan en breng er wijzigingen in aan.

2

24 I

Ik pas leerlijnen aan voor de individuele afstemming van het onderwijsaanbod.

1

24 I

Ik stem het geïndividualiseerd aanbod weer af op de groepsaanpak met het oog op maximale participatie.

1

24 E

Ik coördineer een schoolwerkgroep inzake de herziening van leerlijnen.

1

24 I

Ik handel leeftijdsadequaat ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

2

24 I

Ik stuur het eigen didactisch handelen ten aanzien van een individuele leerling en een groep creatief en dynamisch bij.

3 3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften,

3.1. In de samenwerking model staan voor een toekomstgerichte en emancipatorische begeleiding

31 S

Ik benoem maatschappelijke structuren van achterstelling die leerlingen en hun gezinnen kwetsbaar maken en breng die in kaart, vanuit een visie op gelijke

onderwijskansen.

1

31 I

Ik herken, vanuit een visie op gelijke onderwijskansen, de complexiteit van maatschappelijk achterstelling in concrete situaties. Strategieën die hierop een

antwoord kunnen bieden kan ik toepassen.

2

31 I

Ik kom op voor kwetsbare leerlingen, vanuit een visie op gelijke onderwijskansen.

3

31 I

Ik analyseer sterktes en zwaktes in het eigen team wat betreft gelijke onderwijskansen en geef een aanzet tot oplossingen.

2

31 E

Ik teken een beleid uit op niveau van de school voor meer gelijke onderwijskansen.

1

31 S

Ik ken de gangbare procedures m.b.t. ambts- en beroepsgeheim.

3

31 S

Ik ga op een respectvolle manier om met privacygevoelige informatie.

3

31 S

Ik ken de principes van open communicatie.

2

31 I

In concrete situaties pas ik procedures van ambts- en beroepsgeheim toe.

3

31 I

Ik hanteer, zowel bij mondelinge als schriftelijke communicatie en met in begrip van verslaggeving, een correcte en respectvolle taal.

3

31 I

Ik kan en durf zelf reflecteren over deontologische vraagstukken vanuit een basishouding van respect .

3

31 I

Ik pas de principes van open communicatie toe in contacten met betrokken partijen.

2

31 E

Ik bevraag de manier waarop in de school met gegevens wordt omgegaan ook kritisch.

1

31 E

Ik neem een voortrekkersrol in de school op mij m.b.t. het uittekenen van een deontologische code.

1

31 E

Ik verfijn een beleid van open communicatie op schoolniveau.

1

31 S

Ik ken mogelijke invloeden van de thuis – en maatschappelijke context op het functioneren van leerlingen.

3

31 S

Ik ken verschillende gezinsvormen en hun betekenis voor en invloed op leerlingen.

3

31 S

Ik sta open voor vragen en bekommernissen van direct en indirect betrokkenen.

2

31 I

In alle fasen van het planmatig handelen, geef ik leerlingen en ouders een plaats als volwaardige partners in het team.

1

(6)

31 I

Ik kijk positief naar de inbreng van ouders en leerlingen. Het geloof van ouders in de mogelijkheden van hun kind waardeer en respecteer ik.

2

31 I

Ik beluister dromen en toekomstplannen die ouders voor hun kinderen koesteren.

2

31 E

In het schoolteam kom ik op voor de mening van ouders en leerlingen.

1

31 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid waar een emancipatorische samenwerking met ouders en leerlingen het uitgangspunt is.

1

31 S

Ik herken signalen van problematische opvoedingssituaties.

2

31 I

Ik ken informatie omtrent schooleigen procedures, netwerken en andere vormen van ondersteuning bij problematische opvoedingssituatie en stel die ter beschikking.

2 31 I

Ik toon een blijvend engagement om in problematische opvoedingssituaties te zoeken naar communicatiekanalen met ouders en leerlingen.

2 31 I

Ik baken in het omgaan met problematische opvoedingssituaties de eigen rol af en vervul een doorverwijsfunctie.

2 31 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid inzake de ondersteuning van problematische opvoedingssituaties.

1 31 E

Ik ontwikkel netwerken van samenwerking met partners uit andere sectoren ter ondersteuning van problematische opvoedingssituaties

1

3.2. Planmatig werken aan ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie

32 S

Ik informeer me over hoe de school samenwerking met ouders vorm geeft.

2

32 I

Ik bevraag kritisch de bestaande samenwerking met ouders.

1

32 E

Ik ontwikkel een schoolvisie en-beleid over ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid vanuit een emancipatorische kijk op samenwerking.

1

32 S

Ik ga (in)formele contacten met ouders aan.

1

32 I

Ik neem initiatieven om alle ouders te betrekken bij het schoolgebeuren.

1

32 I

Ik maak mondelinge en schriftelijke communicatie toegankelijk voor alle ouders.

1

32 I

Ik heb aandacht voor de aanvaardings-en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie.

2

32 E

Ik zet diversiteit van ouders in als meerwaarde.

1

3.3. Een duurzame en gelijkwaardige interactie aangaan met alle betrokken partijen in de school en een breed netwerk

33 S

Ik weet welke partijen betrokken zijn bij de begeleiding van leerlingen.

2

33 S

Ik sta ervoor open om samen te werken met nieuwe partners.

3

33 S

Ik informeer me over betekenisvolle relaties voor leerlingen en de school.

2

33 I

Ik ontwikkel een breed beeld op partijen die een rol kunnen spelen in de begeleiding van leerlingen.

1

33 I

Ik ga in een breed netwerk actief op zoek naar bijkomende partners in de ondersteuning en begeleiding van leerlingen en de school

2 33 I

Ik zoek een breed netwerk van betrokken partijen op, nodig hen uit of stel hen samen, rekening houdend met betekenisvolle relaties voor leerlingen en de school.

1 33 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en-beleid over het planmatig en duurzaam samenwerken in de school en met een breed netwerk.

1 33 E

Ik werk aan een brede leer- en leefomgeving voor alle leerlingen, vanuit een gedeelde visie binnen het interdisciplinaire team

2

33 S

Ik ben me ervan bewust dat samenwerking steeds een meerwaarde betekent voor leerlingen en de school.

3

33 S

Ik ben bereid tot intensieve samenwerking.

3

33 I

Ik maak me vrij voor overleg en speel soepel in op vragen naar samenwerking.

2

33 I

Ik onderhoud doelgericht informele en formele contacten met betrokken partijen.

2

33 I

Ik ontwikkel een gemeenschappelijke taal in het interdisciplinaire team.

1

(7)

33 I

Ik toon een volgehouden professionele houding in moeilijk lopende samenwerkingen.

2

33 I

Ik neem een leidinggevende rol op in een begeleidingsteam.

1

33 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een professionele houding van het team in samenwerkingen.

1

33 E

Ik werk aan de uitbouw van een samenwerkend breed netwerk op niveau van de school vanuit een emancipatorische kijk op alle betrokkenen.

1 33 E

Ik ontwikkel een gemeenschappelijk referentiekader in een groep die handelt vanuit verschillende referentiekaders.

1 4. Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau 4.1 Ruime coachingvaardigheden inzetten

41 S

Ik sta open voor de expertise van anderen.

3

41 S

Ik aanvaard van collegiale ondersteuning.

3

41 S

Ik ben bereid om breder dan de eigen klaspraktijk te kijken en te leren van het klasgebeuren bij collega’s.

3

41 S

Ik deel ervaringen uit de eigen klaspraktijk met collega’s.

2

41 I

Ik ondersteun collega’s in het formuleren van hun ondersteuningsbehoeften en in het zoeken naar antwoorden op die behoeften.

2

41 I

Collegiaal consulteren in de klaspraktijk en bij klasoverschrijdende activiteiten.

2

41 I

Ik verwerf inzichten en vaardigheden in co-teaching.

2

41 I

Ik kan principes van co-teaching in de dagelijkse klaspraktijk.

2

41 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid over collegiale consultatie.

1

41 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid over co-teaching.

1

41 S

Ik pas principes van open communicatievaardigheden toe.

2

41 S

Ik heb zicht op eigen krachten en weerstanden.

3

41 I

Ik pas principes van coachingvaardigheden toe.

2

41 I

Ik heb zicht op de krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen van individuele collega’s en speel hier gepast op in.

2

41 I

Ik heb zicht op de krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in een schoolteam.

1

41 I

Ik stimuleer reflectie en uitwisseling tussen collega's.

3

41 E

Ik kijk kritisch naar de eigen coachingstijl vanuit kennis van meerdere referentiekaders over coachingen blijf me hierin professionaliseren.

2

41 E

Ik speel gepast in op krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in het schoolteam.

2

41 E

Ik ben een draaischijf in de uitwisseling van expertise tussen collega’s.

1

4.2 Beleidsondersteuning bieden met betrekking tot onderwijsvernieuwing, projecten en schoolvisie

42 S

Ik ken de onderwijsorganisatie.

1

42 S

Het ken het bestaan en belang van schoolcultuur.

2

42 I

Ik verdiep me in de specifieke onderwijsorganisatie en zijn context.

3

43 I

Ik werk samen met alle onderwijspartners in het kader van onderwijsvernieuwing.

2

42 I

Ik benoem de kenmerken van de schoolcultuur.

1

42 E

Ik draag op schoolniveau actief bij aan de ontwikkeling van de onderwijsorganisatie.

2

(8)

42 E

Ik werk met collega’s aan schoolcultuur.

1

42 S

Ik ben op de hoogte van onderwijsvernieuwingen.

2

42 I

Ik werk actief mee aan onderwijsvernieuwingen in de eigen school.

1

42 I

Ik informeer mij over actuele thema’s en vernieuwingen in onderwijs en aanverwante sectoren.

1

42 I

Ik formuleer een eigen mening over actuele thema’s en vernieuwingen, deel deze met collega’s en vertaal die naar de concrete onderwijspraktijk.

3

42 I

Ik draag actief bij in het herformuleren van de schoolvisie.

1

42 E

Ik bouw werkgroepen inzake onderwijsvernieuwing uit, en coördineer die.

1

42 E

Ik draag actief bij in de ontwikkeling, bijsturing en actualisering van het schoolwerkplan.

1

42 E

Ik stippel een nascholingsplan uit vanuit de behoeften van het schoolteam en geef die mee vorm.

1

5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen

5.1. Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen met betrekking tot de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

51 S

Ik heb ruime interesse in onderwijs voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

3

51 I

Ik verdiep me in het vormgeven van een universeel onderwijsdesign en de plaats van specifieke ondersteuning daarbinnen.

2 51 E

Ik draag actief bij aan de ontwikkeling van een schoolvisie en –beleid waarin de principes van een universeel onderwijsdesign het uitgangspunt zijn.

1 51 S

Ik voel me betrokken bij wat er in de samenleving gebeurt, benader dit kritisch en vorm er een eigen mening over.

2

51 I

Ik stel me actief op de hoogte van en kijk genuanceerd naar maatschappelijke thema’s.

2

51 E

Ik zet me actief in op schoolniveau om samen met alle betrokkenen een genuanceerde kijk te ontwikkelen op maatschappelijke thema’s en de betekenis hiervan voor de school.

1 5.2 Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen

52 S

Ik maak me een onderzoekende houding eigen.

2

52 I

Ik kijk vanuit een onderzoekende houding en handel binnen het domein specifieke onderwijsbehoeften.

2

52 I

Ik ga op zoek naar relevante resultaten van praktijkgericht onderzoek en wetenschappelijke literatuur om het eigen handelen te sturen.

1

52 E

Op schoolniveau ontwikkel ik een onderzoekende houding binnen het team.

1

52 E

Ik zet relevante resultaten van praktijkgericht onderzoek en wetenschappelijke literatuur in binnen het schoolbeleid.

2

52 S

Ik refeflecteer over de eigen rol in onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

2

52 S

Ik geef zelf leerpunten aan op vlak van onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

2

52 I

Ik duid de rol en bijdrage van mezelf aan in concrete situaties en maak dit bespreekbaar in het team.

2

52 I

Ik formuleer eigen ondersteuningsbehoeften en deel die met collega’s.

2

52 I

Ik stuur het eigen handelen bij m.b.t. het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

2

52 E

Ik draag actief bij aan een schoolcultuur waarin leren met en van elkaar centraal staat.

1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Culturele samenwerking ziet hij daarbij als een belangrijk en vanzelfsprekend element: 'Er zijn in de "Gouden Delta" tussen Schelde, Maas en Waai nog tal van domeinen die

Maar mensen met een hoger inkomen kopen duurdere kleding of ze kopen meer kleding dan degenen met een lager inkomen.. 5a Ze heeft de computer nodig om een sollicitatiebrief

Als symbool van Zijn orde en als herinnering voor elk meisje, elke vrouw: ik ben het lichaam, geroepen om op Gods eer en lof gericht te zijn.. Als je je hoofdbedekking opzet,

De opdrachten voor de bootcamp kwamen vanuit drie partners van Economie071: de gemeentes Zoeterwoude (kaasroute), Katwijk (smart beach) en Leiden (Pilgrimroute). Lees

Wanneer je een algemene bevoegdheid voor 5 jaar afgeeft aan De Breed & Partners kunnen wij op ieder moment bij ieder loket een (subsidie)aanvraag indienen.. De kosten voor

Een gemêleerd gezelschap van mensen die vanuit de bijstand een eigen bedrijf zijn begonnen, wordt uitgenodigd door De Drentse Zaak en de kans geboden om – met behoud van uitkering

De scholen hebben een divers onderwijsaanbod zodat ouders in Hilversum een bewuste keuze kunnen maken voor een school die past bij hun kind.. Het onderwijs op de Stip-scholen

• “Na het volgen van een cohorte jongeren bij het verlaten van de school, stelden onderzoekers vast dat 55% onder hen geen job hadden tijdens het eerste jaar.”. correctie: “Na