• No results found

Actief op zoek naar problemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Actief op zoek naar problemen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

tekst Jessica Maas beeld katrien mulder

“Weet je wat het probleem is met gemeenten? Ze luisteren vaak niet. Niet echt”, zegt de 34-jarige Anita. Ze heeft een licht verstandelijke beperking (LVB) en vertelt over ingewikkelde procedures, over de vele sollicitaties, over hoe mensen haar voortdurend overschatten. Bij de gemeente en ook bij het tuincentrum waar ze nu werkt. Collega’s mopperen op haar omdat ze soms te langzaam werkt. “Maar ik doe echt mijn best.”

Anita is een van inwoners van Almere met wie Anne Martien van der Does, plaatsvervangend ombudsman van de metropool Amsterdam, en onderzoe- ker Dana Plat vorig jaar in gesprek gingen. Het tweetal bezocht sociale werk- plaatsen, projecten voor beschermd wonen, praktijkscholen en wijkteams en

GEÏNSPIREERD DOOR HET DIVOSA VOORJAARSCONGRES ZOCHT SPRANK NAAR VOORBEELDEN VAN LEF EN VERTROUWEN IN HET LAND. DEEL 1: ALMERE, WAAR ANNE MARTIEN VAN DER DOES IS AANGESTELD ALS OMBUDSMAN VOOR MENSEN DIE DE SAMENLEVING ERG INGEWIKKELD VINDEN.

luisterde naar verhalen over de doorgeslagen bureaucratie, over schulden en over moeizame contacten met de gemeente. ‘Wij moeten onze afspraken nakomen, maar de gemeente belt nooit terug’, klonk het vaak. Een probleem is ook dat veel van deze mensen verbaal wel sterk zijn, maar niet alles even goed begrijpen.

Van der Does: “Het was onze opdracht om de ervaringen van deze groep bo- ven water te halen.” Die werkwijze is van deze tijd, zegt ze. “De klassieke rol van de ombudsman is tweedelijns klachtenafhandeling. Tegenwoordig zijn we juist proactief en gaan we op zoek naar de problemen. We signaleren veel meer.”

Lol maken Na de bevindingen besloot Almere Van der Does tot Ombuds- man Zorg Speciale Mensen te benoemen. De eerste in Nederland. Van der Does: “Luisteren, Oplossen en Leren, dat is onze benadering. Kortom, we gaan LOL maken in Almere.”

Om echt inclusief te zijn moeten gemeenten en dus ook de ambtenaren lef hebben, klinkt het. “Als een ambtenaar voelt dat beleid wringt en dat het de burger in een bepaalde situatie helemaal niet helpt, dan moet hij of zij creatief kunnen zijn en uitzonderingen durven maken. Er is vaak veel meer mogelijk dan gedacht.”

Jobcoach De ombudsman ziet de aandacht voor mensen die in de knel komen toenemen. “Bijzonder aan Almere is dat we echt actief op zoek gaan naar deze mensen; mensen als Anita die het vaak lastig vinden om hulp te vragen.” Onderzoeker Plat: “Ik had haar vanmorgen nog aan de lijn. Ze heeft echt een jobcoach nodig om te voorkomen dat het op haar werk misgaat. Die oplossing is veel goedkoper dan haar in de bijstand te laten terugvallen.”

Wat? Almere heeft als eerste een Ombudsman Zorg Speciale Mensen.

Voor wie? Voor mensen voor wie de huidige (digitale) samenleving te ingewikkeld is. Waarom? Mensen met bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking hebben vaak een grotere afstand tot de samenleving en zijn daardoor kwetsbaarder. Doel? Goed toegankelijke dienstverlening voor álle inwoners; niemand uitgezonderd. Kwestie van lef en vertrouwen? De ombudsman kijkt met kritische blik naar het gemeentelijke beleid en houdt de organisatie een spiegel voor.

lef en vertrouwen

Actief op zoek naar problemen

Twee sporen

Voor Van Ark is het glas altijd halfvol. Of zelfs voor driekwart. De optimistische ‘hands-on mentaliteit’ van de VVD is haar op het lijf geschreven. Maar dat betekent niet dat ze haar ogen sluit voor de realiteit. “Ik denk in twee sporen. Het eerste spoor is: de problemen benoemen en oplossingen zoeken. Het tweede spoor is: kijken naar wat er wél goed gaat, een beetje trots zijn op wat je hebt bereikt. Vergeleken met andere landen doen we het hier echt niet zo slecht in het sociaal domein.”

Wat kan er wel beter? “Werk en inkomen zijn onderwerpen die we – terecht – op nationaal niveau regelen, maar het is interessant om eens over de grens te kijken. Neem de schuldhulpverlening in Zweden.

Daar neemt de overheid alle schulden over en pas daarna gaan men- sen aflossen. Een ander voorbeeld is het activerende arbeidsmarktbe- leid in Denemarken, waar mensen zich al een week na hun ontslag moeten melden. Dat is zinvol, want uit onderzoek blijkt dat de kans op werk de eerste drie maanden het grootste is. Natuurlijk kun je zo’n systeem niet zomaar een-op-een overnemen – ieder land heeft zijn eigen, specifieke arbeidsmarkt en zijn eigen definitie van armoede – maar we kunnen wel leren van elkaar.”

‘Lef en vertrouwen’ is het thema van het Voorjaarscongres van Divosa. “Die twee moeten met elkaar in balans zijn. Lef moet geen onbezonnenheid worden en vertrouwen geen stilstand. Ik zie veel lef in het sociaal domein: gemeenten die hun nek uitsteken en op een nieuwe, doortastende manier proberen te werken. Dan mogen ze ook het vertrouwen hebben dat het mag mislukken. Wel gecontroleerd en gecoördineerd uiteraard, want we werken hier voor mensen. Het vergt ook lef en vertrouwen om met elkaar mee te kijken, te leren van fou- ten en je kwetsbaar op te stellen.”

Fred Teeven, oud-collega in de Tweede Kamer, zei: Tamara is van de afdeling warmte en communicatie. “Dat is een mooi compliment.

De deur is inderdaad niet zo gauw dicht bij mij. Je moet altijd in ge- sprek blijven. Dat is de enige manier om naar elkaar toe te bewegen.

In mijn werkkamer op het ministerie staat niet voor niets een grote ronde tafel. Kom langs, vertel wat je op je lever hebt en dan kijken we samen wat we eraan kunnen doen.”

‘Ik zie veel lef in het sociaal domein,

gemeenten die hun nek uitsteken’

‘Haal scherpe randen van loon- dispensatie’

Sprank spreekt staatssecretaris Van Ark enkele dagen voor het beladen Tweede Kamerdebat van 26 april over de loondispensatie. In dit systeem worden mensen met een arbeidshandicap die een productivi- teit hebben onder het minimumloon, ook betaald onder het minimumloon.

Zo nodig krijgen ze een aanvullen- de uitkering van de gemeente tot het minimumloon per uur. Het plan brengt een hoop onrust teweeg.

Maatschappelijke organisaties veroor- delen het omdat het discriminerend zou zijn. De 21-jarige rolstoelgebonden Noortje van Lith uit Roosendaal schrijft een brief aan pre- mier Rutte waarin zij haar zorgen uit. De brief gaat viral en er volgt een petitie voor gelijke rechten voor mensen met een arbeidsbe- perking, die ruim tachtigduizend keer wordt ondertekend.

Van Ark, tijdens het interview: “Er staan te veel mensen aan de kant, dat is nog lang niet overal doorgedrongen. Nu staat het thema bo- venaan de agenda en daar ben ik blij om.”

Huiswerk De oppositie grilt de staatssecre- taris tijdens het Kamerdebat: ze creëert tweede-

rangsburgers, ze is de omgekeerde Robin Hood door te stelen van de armen en te geven aan de rijken, Hans de Boer van VNO- NCW wil het én het is een ordinaire bezuiniging van 500 miljoen euro. Ook coalitiepartijen D66 en ChristenUnie zijn kritisch. ‘Maak een pas op de plaats’, draagt D66 Van Ark op. De ChristenUnie dirigeert haar terug naar de tekentafel met ‘huiswerk’. Van Ark mag verder met de loondispensa- tie, maar moet de scherpe randen eraf halen. Mensen ma- ken zich zorgen dat zij straks hun pensi- oen- en WW-rech- ten verliezen of geen aanspraak kunnen maken op bijstand omdat ze spaargeld hebben.

Van Ark belooft naar de zorgen te gaan kijken.

Tijdens het debat weerspreekt Van Ark dat het om een bezuiniging gaat, omdat ze de besparingen elders wil gebruiken om meer mensen te on- dersteunen richting (beschutte) werk- plekken. Wel snapt ze de betrokkenheid van mensen in de afgelopen dagen en weken. “Ieder- een wil waardig meedoen. Wat Divosa-directeur Erik Dannenberg hierover zei, vind ik sprekend: ‘Je kunt wel uit je uitkering komen, maar niet uit je handicap.’”

12

sprank* 05.2018

12

sprank* 05.2018

Anne Martien van der Does, Ombudsman Zorg Speciale Mensen.

(2)

Afgelopen zomer kreeg ik een lichtelijk chagrijnig mailtje van mijn uitgever.

Dat ik er niet genoeg aan deed om mijn boek te promoten. Inderdaad ging mijn aandacht meer naar mijn werk uit, want behalve auteur van ‘Werken als een gek’ ben ik eerst en vooral medewerker bij een gemeente. En dus kan ik niet de hele tijd de hort op voor lezingen en presentaties. Tenminste, dat is wat ik zei als mensen me vroegen naar mijn boek en de activiteiten daaromheen.

Onwaar was dat niet.

Maar het is ook niet helemaal waar.

De waarheid is dat ik ervan af wilde, van het label ‘werknemer met een psy- chische aandoening’. Het gaat inmiddels namelijk erg goed met mij – wat nou psychische kwetsbaarheid! Zo open als ik er in mijn boek over ben, zo gesloten wilde ik er ondertussen graag weer over zijn. Ik wilde dóór. Andere wegen inslaan, nieuwe kansen ontdekken. Onder andere op het gebied van werk. En dan is een etiketje het laatste wat je kunt gebruiken. Want al ben ik nog zo beter, al voel ik me vele malen sterker dan ik me ooit voelde: de ge- fronste wenkbrauwen, de blik die plotseling vernauwt en de armen die over elkaar geslagen worden, blijven zeer pijnlijke signalen van het stigma dat je gratis en voor niets bij een psychiatrische diagnose krijgt.

Toen ik nog gek was, had ik niets te verliezen. Maar nu wil ik de associatie met psychische aandoeningen ver van mij wegduwen. En dus zeg ik al een poosje ‘nee’ tegen iedereen die iets rondom mijn boek van me vraagt.

Totdat ik onlangs een training volgde.

“Je mag jezelf wel wat meer laten zien”, kreeg ik na twee dagen te horen. Ik was inderdaad wat stil geweest. Niet omdat ik vond dat ik niets te melden had, maar omdat ik me realiseerde hoe anders mijn leven en mijn loopbaan zijn verlopen door de lange periode van psychische klachten die ik achter

de rug heb. Welke keuzes ik daardoor noodgedwongen maakte. Voor een leven zonder kinderen bijvoorbeeld.

Wat voor veel anderen vanzelfsprekend is, is dat voor mij niet. Ik had me daardoor beperkt kunnen gaan voelen. In plaats daarvan leerde ik om altijd te zoeken naar wat wél kan. Waardoor ik vanzelf out-of -the-box denk. Handig.

En zo lastig. Want wat een grote afstand moet ik vaak overbruggen om aansluiting te vinden met anderen. Met mijn medecursisten in dit geval. Ik worstel ermee en kom er niet goed uit.

Is het toeval dat ik na de derde trainingsdag op mijn voicemail een verzoek hoor om mee te werken aan een radioprogramma over werken met een psychische aan- doening? Dat een collega me vraagt om dagvoorzitter te zijn van een kennisfestival met datzelfde thema? Om een column te schrijven?

Ja, zeg ik tegen alle drie.

Wie weet wat ik ermee verlies.

En wat een wereld is er dus nog te winnen.

Marieke Sweens, medewerker uitvoeringsbeleid bij de gemeente Leiden en auteur van ‘Werken als een gek – dé handleiding voor werken met een psychische aandoe- ning’, Uitgeverij Lucht (2016)

‘Toen ik nog gek was, had ik niets te verliezen’

18

tekst Jessica Maas beeld katrien mulder

“Ik heb zestien jaar in een apotheek in Damascus gewerkt en wil nu hier graag een stageplek in een apotheek vinden”, vertelt de 37-jarige Linaa in goed Nederlands. Ze is een van de deelnemers van de K!X Works-training in Delft.

Vijftien weken lang – een ochtend per week – worden deze nieuwkomers voorbereid op en begeleid naar werk of scholing. Voor de groep staan Mira Wallaart, consulent van de Jongerenacademie (onderdeel van Delft Support, dat de Wmo en Jeugdwet uitvoert voor de gemeente Delft) en Safiye Taskir

GEÏNSPIREERD DOOR HET DIVOSA VOORJAARSCONGRES ZOCHT SPRANK NAAR VOORBEELDEN VAN LEF EN VERTROUWEN IN HET LAND. DEEL 2: DELFT, WAAR VEEL NIEUWKOMERS WERK OF EEN OPLEIDING VINDEN DANKZIJ K!X WORKS.

van Werkse!, het werkgeversservicepunt en re-integratiebedrijf. “We zijn hier om jullie te helpen, pak die kans”, stelt Taskir kordaat.

Droom De eerste opdracht. Schrijf op wat je wilt bereiken. Wat is je droom?

En welke stappen ga je daarvoor zetten? Een jonge Somalische vrouw staart naar het witte vel. Haar buurman uit Tanzania, die droomt van een baan als luchtvaarttechnicus, begint meteen te schrijven.

De K!X-training is ontwikkeld door kennisinstelling Movisie en wordt in twaalf gemeenten toegepast. Delft heeft de methodiek inmiddels uitgebreid. Niet alleen aandacht voor werk, scholing en bedrijfsbezoeken, maar ook voor de

‘sociale kaart’ van Delft. Wallaart: “We pakken hier echt wel door. Onze bege- leiding is intensief. We kijken verder dan alleen scholing en werk, wat speelt er thuis? Zijn er financiële problemen? We laten ze niet zomaar los.”

Vruchten De aanpak werpt vruchten af, aldus Ron Rietkerken van welzijnsin- stelling Participe.”Een groot deel van de 42 deelnemers in de vorige groep is uitgestroomd naar werk of scholing; de rest volgt een intensief traject om dit te bereiken.” Wallaart ziet de deelnemers veranderen in de loop van de we- ken. “Opener, meer zelfvertrouwen.”

Maar het zijn niet allemaal succesverhalen, waarschuwt trainer Taskir. Ze heeft de groep net verteld hoe ze voor twee jongens werk in de logistiek had ge- vonden. “Ze wilden zo graag werken, maar hun contracten zijn niet verlengd.

Waarom niet? Ze kwamen elke keer te laat. Tsja, dat kan dus niet. Dan zegt zo’n werkgever de volgende keer: laat die statushouders maar.” Apotheker Linaa is in ieder geval vastberaden om haar kansen te grijpen. IJverig schrijft ze mee. “Ik mis mijn werk.”

Wat? Delft geeft statushouders vijftien weken, een ochtend per week, een training gericht op het vinden van werk of opleiding Voor wie? Nieuw- komers in de gemeente Delft. Waarom? Statushouders kunnen extra on- dersteuning gebruiken bij het vinden van hun weg op de Nederlandse ar- beidsmarkt of onderwijs. Centraal bij K!X staat het benoemen van de eigen talenten en competenties. Doel? Duurzame integratie. Kwestie van lef en vertrouwen? De Delftse aanpak is intensief, kost veel tijd en vraagt ook samenwerking en maatwerk.

lef en vertrouwen

‘We laten ze niet zomaar los’

gastcolumn

sprank* 05.2018

Orwa al Masud (links), Walid al Ush (midden) en Mira Wallaart van K!X works.

(3)

tekst Martine de Vente beeld katrien mulder Als iemand zijn zorgverzekering niet meer kan betalen, dan is dat soms een teken dat er meer aan de hand is. De vordering van de zorgverzekeraar gaat na zes maanden over naar het CAK, dat de premies – voor zover mogelijk – inhoudt op het loon of de uitkering. In Nederland hebben 250.000 mensen zo’n regeling;

in Amsterdam 24.000. “Het zijn een hele hoop BSN-nummers, maar wij kennen de mensen daarachter niet”, zegt Rémi Langenberg van het CAK. Door een wijziging in de Zorgverzekeringswet is het sinds 1 juli mogelijk om de bestanden van het CAK op te vragen. Inmiddels hebben zo’n honderd gemeenten dat ge- daan, waaronder de gemeente Amsterdam.

Weer naar de tandarts Bij wijze van proef ging de Ombudsman van Amster- dam langs bij vijftien mensen achter het BSN-nummer. “Het CAK heeft de ge-

GEÏNSPIREERD DOOR HET DIVOSA VOORJAARSCONGRES ZOCHT SPRANK NAAR VOORBEELDEN VAN LEF EN VERTROUWEN IN HET LAND. DEEL 3: AMSTERDAM, WAAR DE MENSEN ACHTER DE BSN-NUMMERS THUIS WORDEN BEZOCHT.

Aanbellen om schulden op te lossen

meente nodig om de schulden op te lossen”, zegt May Pastoors van de Ombud- man. In deze kleine steekproef stuitte Pastoors op een grote verscheidenheid aan situaties: van een eenmalige misser tot iemand die achterstanden opbouw- de na het overlijden van zijn partner. De belangrijkste uitkomst: van de vijftien

‘proefpersonen’ waren er tien nog nooit in aanraking geweest met schuldhulp- verlening. “Terwijl daar toch sprake was van meer problemen.”

Het huisbezoek bood de kans om met de wanbetalers in gesprek te gaan en bracht veel problemen aan het licht. Het project werd daarom naar een volgende fase gebracht: vanaf begin dit jaar bezoekt de Ombudsman in elk van de stads- delen Noord, West en Zuidoost vijftig adressen, samen met schuldhulpverlening en de wijkteams. Pastoors kan nog geen conclusies delen, behalve ‘dat er geen peil op te trekken is wanneer mensen thuis zijn.’ En dat de schuldhulpverleners met weinig informatie op pad moeten. “Alsof je met een blinddoek de snelweg opgaat.” In Amsterdam-Noord sprak ze veel jonge twintigers die niet weten hoe het systeem werkt. “Dat is een groep met wie je eenmalig een afspraak maakt en die wel weer op de rails komt.” Ook ontmoette ze mensen die blij waren dat ze werden benaderd. Omdat er een betalingsregeling getroffen kon worden met hun zorgverzekeraar, kunnen zij weer naar de tandarts of de fysiotherapeut. Wie een regeling treft, betaalt zijn verzekering namelijk niet meer via het CAK en kan zich weer aanvullend verzekeren.

Morele plicht Na de proef in de stadsdelen is het de bedoeling dat de ge- meente Amsterdam de aanpak gaat overnemen. “Contact zoeken is de beste manier om deze mensen te bereiken”, besluit Rémi Langenberg. “Dat kunnen wij niet vanuit Den Haag. Heel veel taken, waaronder de schuldhulpverlening, gaan naar de gemeenten, terwijl de meeste schulden door rijksdiensten worden opgelegd. Het minste wat we kunnen doen is informatie geven; dat voelt haast als een morele plicht.”

Wat? het CAK deelt gegevens met de Ombudsman van Amsterdam, die ver- volgens op huisbezoek gaat. Voor wie? Mensen die een betalingsachterstand hebben op hun zorgverzekering. Waarom? Proberen te achterhalen waarom betalingsachterstanden zijn ontstaan. Doel? Mensen met schulden adequaat helpen. Kwestie van lef en vertrouwen? Actief zoeken naar de mensen ach- ter de BSN-nummers (gevoelig!) om hen te helpen hun problemen op te lossen.

lef en vertrouwen

21

sprank* 05.2018

Ombudsman Amsterdam May Pastoors.

sprank* 05.2018

Lager opgeleid. Afstand tot de arbeidsmarkt.

Wat zeggen we eigenlijk als we zeggen wat we

zeggen? Welk stempel drukken we daarmee? En

doen we vaak niet nodeloos ingewikkeld?

(4)

tekst Martine de Vente beeld katrien mulder Mildred van het Schip had een baan bij een grote zorginstelling, maar raakte die kwijt na een reorganisatie. Uit een soort verveling bedacht ze een plan om mensen die langdurig in de bijstand zitten weer aan het werk te helpen met persoonlijke gesprekken en coaching. Ze ging praten met wethouder Adri de Roon in Lisse, die meteen uitriep: ‘Dat bestaat nog niet.’ Van het Schip was verbaasd, maar zegt ook: “Van een consulent van de sociale dienst kun je dat niet verwachten.”

Geen nette kleren Van het Schip kreeg budget voor een pilot met tien cliënten, die een activeringstraject kregen van twaalf gesprekken. “Natuurlijk

GEÏNSPIREERD DOOR HET DIVOSA VOORJAARSCONGRES ZOCHT SPRANK NAAR VOORBEELDEN VAN LEF EN VERTROUWEN IN HET LAND. DEEL 5: LISSE, WAAR COACH MILDRED CLIËNTEN

EEN KLEIN ZETJE GEEFT RICHTING ACTIVERING.

gingen eerst de hakken in het zand. Zo van: ‘Wat moeten we nu weer?’ Maar weet je, als je zonder werk zit, valt alle structuur weg. Je weet eigenlijk nooit waar je moet beginnen om er weer uit te komen.” Zelf had ze die ervaring ook toen ze werkloos was. “Op een gegeven moment voel je dat je er niet meer bij hoort.”

Kleine drama’s beletten mensen dan om in actie te komen. “Mensen hebben geen netwerk of geen geld voor nette kleren om te solliciteren. Ze gaan in een cirkeltje redeneren, zien geen mogelijkheden, maar alleen nog proble- men. Een kijkje nemen op een potentiele nieuwe werkplek of nadenken over vrijwilligerswerk? Iemand met werk pakt het makkelijk op, voor mensen die al een hele tijd thuis zitten is het een onoverkomelijk iets. Ik stel vragen om erachter te komen wat de barrières precies zijn.” En dan blijkt bijvoorbeeld dat veel cliënten denken dat een vrijwilligersbaan de hele dag in beslag neemt. Ze weten niet dat ze ook kunnen beginnen met twee uurtjes per week. Van het Schip is ook eens met een paar cliënten naar een werkplek gegaan om kennis te maken. “Omdat ze denken dat ze niet welkom zijn.”

Voorzichtig begin Op een uitzondering na hebben alle cliënten uit de pilot nu een vrijwilligerswerkplek. Extra trots is Van het Schip op de man die aan het traject een baan heeft overgehouden en nu werkbegeleider is bij PostNL.

Of Van het Schip kan doorgaan met een nieuwe lichting, daarover is ze nu in gesprek met een beleidsmedewerker van de gemeente Lisse. “Maar er is een nieuw college, dus het is nog even afwachten.”

Maarten Dijkshoorn van sociale werkvoorziening MareGroep, waar een van de cliënten stage liep, hoopt in elk geval op een vervolg. “Deze cliënte is heel voorzichtig begonnen, met een paar uurtjes. Dat ging heel goed. En anders dan bij veel ‘echt’ vrijwilligerswerk maakte ze deel uit van een werkomgeving.

Het kan een stap zijn richting reguliere arbeidsmarkt.”

Wat? Lisse huurt een coach in om mensen te activeren. Voor wie? Voor mensen die langdurig in de bijstand zitten. Waarom? Als je lang zonder werk zit, weet je niet meer waar je moet beginnen. Doel? Een (vrijwilligers-) werkplek. Kwestie van lef en vertrouwen? Niet elke gemeente durft zo'n investering in het 'granieten bestand' aan.

lef en vertrouwen

Hakken uit het zand

tekst Jessica Maas beeld katrien mulder Zijn enthousiasme is voelbaar als Erwin van der Star vertelt over de infor- matieavond voor potentiële klanten die ze pas hebben georganiseerd. De Drent mag zich sinds begin dit jaar mededirecteur noemen van Co-llective, een nieuw bedrijf dat websites beveiligt. Het begon allemaal met ‘Heel Dren- the Onderneemt’, een gewaagd experiment dat eind 2017 van start ging (zie kader). Een gemêleerd gezelschap van mensen die vanuit de bijstand een eigen bedrijf zijn begonnen, wordt uitgenodigd door De Drentse Zaak en de kans geboden om – met behoud van uitkering – een gezamenlijk bedrijf op te zetten naast hun eigen onderneming. Het idee: door hun ondernemersvaar- digheden een boost te geven, kan ook ieders eigen bedrijf verder bloeien.

GEÏNSPIREERD DOOR HET DIVOSA VOORJAARSCONGRES ZOCHT SPRANK NAAR VOORBEELDEN VAN LEF EN VERTROUWEN IN HET LAND. DEEL 4: DRENTHE, WAAR MENSEN VANUIT DE UITKERING SAMEN EEN BEDRIJF BEGINNEN.

Ieder zijn rol ‘Heel Drenthe Onderneemt’ startte met zeven deelnemers.

Samen brainstormden ze over het bedrijf dat ze gingen oprichten – want dat mochten ze zelf bedenken. De meest uiteenlopende ideeën kwamen ter tafel en werden ook weer afgeschoten. “De samenwerking liep niet altijd soepel”, bekent Van der Star. “En enkele deelnemers kwamen erachter dat het onder- nemerschap toch niets voor hen is.” Uiteindelijk stond Van der Star samen met Roely van Asselt, Lydia Hiddingh en Igor Prihodko aan de wieg van Co-llective.

Het overgebleven viertal zit op een lijn, zegt hij. “We geloven er echt in.”

Van der Star zag het al meteen zitten. “Ik ben overal voor in. Het onderne- merschap past echt bij mij. Zet me niet van 9 tot 5 op een kantoor. Daar word ik doodongelukkig van. Al in de bijstand ben ik begonnen met het bouwen van websites.” Van Asselt, die ervaring heeft in de telemarketing, weet hoe ze nieuwe klanten over de streep kan trekken, Prihodko, met een eigen klus- senbedrijf, verdiept zich in de nieuwe privacywetgeving. Zo pakt ieder zijn rol.

Doestand Ondernemerscoach Martijn van der Tuin nam samen met Albert Rouwkema van De Drentse Zaak het initiatief voor ‘Heel Drenthe Onderneemt’.

Hij licht toe: “Je ziet overal coöperaties ontstaan. Maar het gevaar daarvan is dat mensen niet op eigen benen leren staan. Met deze ondernemers willen we van- uit de bijstand een bedrijf oprichten. We bieden een startbudget van 1.000 euro, coachen de groep en stellen een dag per week kantoorruimte beschikbaar.” Van der Tuin zou het elke gemeente aanraden: “Mensen komen in beweging, in de doestand.” Van der Star: “We zijn net een bv geworden en gaan lekker door. De eerste klanten zijn binnen.”

Wat? ‘Heel Drenthe Onderneemt’ is een experiment van De Drentse Zaak (onderdeel van Werkplein Drentsche Aa, de sociale dienst voor de gemeen- ten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo). Voor wie? Een groep ondernemers uit de PTO- en Bbz-regeling (Parttime ondernemen en Besluit bijstands- verlening zelfstandigen). Waarom? Uitkeringsgerechtigden extra kennis en vaardigheden bijbrengen om de levensvatbaarheid van hun onderneming te vergroten.Doel? De ondernemersvaardigheden van de deelnemers verster- ken, waar ook hun eigen bedrijf van profiteert. Kwestie van lef en ver- trouwen? Het is een gewaagd experiment om beginnende ondernemers met behoud van uitkering een bedrijf op te laten zetten.

lef en vertrouwen

‘We geloven er echt in’

Coach Mildred van het Schip (rechts) en postbezorger Elisabeth van Elewout van MareGroep.

Roely van Asselt (links), Erwin van der Star (midden) en Martijn van der Tuin (rechts)

(5)

tekst Martine de Vente beeld katrien mulder Mildred van het Schip had een baan bij een grote zorginstelling, maar raakte die kwijt na een reorganisatie. Uit een soort verveling bedacht ze een plan om mensen die langdurig in de bijstand zitten weer aan het werk te helpen met persoonlijke gesprekken en coaching. Ze ging praten met wethouder Adri de Roon in Lisse, die meteen uitriep: ‘Dat bestaat nog niet.’ Van het Schip was verbaasd, maar zegt ook: “Van een consulent van de sociale dienst kun je dat niet verwachten.”

Geen nette kleren Van het Schip kreeg budget voor een pilot met tien cliënten, die een activeringstraject kregen van twaalf gesprekken. “Natuurlijk

GEÏNSPIREERD DOOR HET DIVOSA VOORJAARSCONGRES ZOCHT SPRANK NAAR VOORBEELDEN VAN LEF EN VERTROUWEN IN HET LAND. DEEL 5: LISSE, WAAR COACH MILDRED CLIËNTEN

EEN KLEIN ZETJE GEEFT RICHTING ACTIVERING.

gingen eerst de hakken in het zand. Zo van: ‘Wat moeten we nu weer?’ Maar weet je, als je zonder werk zit, valt alle structuur weg. Je weet eigenlijk nooit waar je moet beginnen om er weer uit te komen.” Zelf had ze die ervaring ook toen ze werkloos was. “Op een gegeven moment voel je dat je er niet meer bij hoort.”

Kleine drama’s beletten mensen dan om in actie te komen. “Mensen hebben geen netwerk of geen geld voor nette kleren om te solliciteren. Ze gaan in een cirkeltje redeneren, zien geen mogelijkheden, maar alleen nog proble- men. Een kijkje nemen op een potentiele nieuwe werkplek of nadenken over vrijwilligerswerk? Iemand met werk pakt het makkelijk op, voor mensen die al een hele tijd thuis zitten is het een onoverkomelijk iets. Ik stel vragen om erachter te komen wat de barrières precies zijn.” En dan blijkt bijvoorbeeld dat veel cliënten denken dat een vrijwilligersbaan de hele dag in beslag neemt. Ze weten niet dat ze ook kunnen beginnen met twee uurtjes per week. Van het Schip is ook eens met een paar cliënten naar een werkplek gegaan om kennis te maken. “Omdat ze denken dat ze niet welkom zijn.”

Voorzichtig begin Op een uitzondering na hebben alle cliënten uit de pilot nu een vrijwilligerswerkplek. Extra trots is Van het Schip op de man die aan het traject een baan heeft overgehouden en nu werkbegeleider is bij PostNL.

Of Van het Schip kan doorgaan met een nieuwe lichting, daarover is ze nu in gesprek met een beleidsmedewerker van de gemeente Lisse. “Maar er is een nieuw college, dus het is nog even afwachten.”

Maarten Dijkshoorn van sociale werkvoorziening MareGroep, waar een van de cliënten stage liep, hoopt in elk geval op een vervolg. “Deze cliënte is heel voorzichtig begonnen, met een paar uurtjes. Dat ging heel goed. En anders dan bij veel ‘echt’ vrijwilligerswerk maakte ze deel uit van een werkomgeving.

Het kan een stap zijn richting reguliere arbeidsmarkt.”

Wat? Lisse huurt een coach in om mensen te activeren. Voor wie? Voor mensen die langdurig in de bijstand zitten. Waarom? Als je lang zonder werk zit, weet je niet meer waar je moet beginnen. Doel? Een (vrijwilligers-) werkplek. Kwestie van lef en vertrouwen? Niet elke gemeente durft zo'n investering in het 'granieten bestand' aan.

lef en vertrouwen

Hakken uit het zand

tekst Jessica Maas beeld katrien mulder Zijn enthousiasme is voelbaar als Erwin van der Star vertelt over de infor- matieavond voor potentiële klanten die ze pas hebben georganiseerd. De Drent mag zich sinds begin dit jaar mededirecteur noemen van Co-llective, een nieuw bedrijf dat websites beveiligt. Het begon allemaal met ‘Heel Dren- the Onderneemt’, een gewaagd experiment dat eind 2017 van start ging (zie kader). Een gemêleerd gezelschap van mensen die vanuit de bijstand een eigen bedrijf zijn begonnen, wordt uitgenodigd door De Drentse Zaak en de kans geboden om – met behoud van uitkering – een gezamenlijk bedrijf op te zetten naast hun eigen onderneming. Het idee: door hun ondernemersvaar- digheden een boost te geven, kan ook ieders eigen bedrijf verder bloeien.

GEÏNSPIREERD DOOR HET DIVOSA VOORJAARSCONGRES ZOCHT SPRANK NAAR VOORBEELDEN VAN LEF EN VERTROUWEN IN HET LAND. DEEL 4: DRENTHE, WAAR MENSEN VANUIT DE UITKERING SAMEN EEN BEDRIJF BEGINNEN.

Ieder zijn rol ‘Heel Drenthe Onderneemt’ startte met zeven deelnemers.

Samen brainstormden ze over het bedrijf dat ze gingen oprichten – want dat mochten ze zelf bedenken. De meest uiteenlopende ideeën kwamen ter tafel en werden ook weer afgeschoten. “De samenwerking liep niet altijd soepel”, bekent Van der Star. “En enkele deelnemers kwamen erachter dat het onder- nemerschap toch niets voor hen is.” Uiteindelijk stond Van der Star samen met Roely van Asselt, Lydia Hiddingh en Igor Prihodko aan de wieg van Co-llective.

Het overgebleven viertal zit op een lijn, zegt hij. “We geloven er echt in.”

Van der Star zag het al meteen zitten. “Ik ben overal voor in. Het onderne- merschap past echt bij mij. Zet me niet van 9 tot 5 op een kantoor. Daar word ik doodongelukkig van. Al in de bijstand ben ik begonnen met het bouwen van websites.” Van Asselt, die ervaring heeft in de telemarketing, weet hoe ze nieuwe klanten over de streep kan trekken, Prihodko, met een eigen klus- senbedrijf, verdiept zich in de nieuwe privacywetgeving. Zo pakt ieder zijn rol.

Doestand Ondernemerscoach Martijn van der Tuin nam samen met Albert Rouwkema van De Drentse Zaak het initiatief voor ‘Heel Drenthe Onderneemt’.

Hij licht toe: “Je ziet overal coöperaties ontstaan. Maar het gevaar daarvan is dat mensen niet op eigen benen leren staan. Met deze ondernemers willen we van- uit de bijstand een bedrijf oprichten. We bieden een startbudget van 1.000 euro, coachen de groep en stellen een dag per week kantoorruimte beschikbaar.” Van der Tuin zou het elke gemeente aanraden: “Mensen komen in beweging, in de doestand.” Van der Star: “We zijn net een bv geworden en gaan lekker door. De eerste klanten zijn binnen.”

Wat? ‘Heel Drenthe Onderneemt’ is een experiment van De Drentse Zaak (onderdeel van Werkplein Drentsche Aa, de sociale dienst voor de gemeen- ten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo). Voor wie? Een groep ondernemers uit de PTO- en Bbz-regeling (Parttime ondernemen en Besluit bijstands- verlening zelfstandigen). Waarom? Uitkeringsgerechtigden extra kennis en vaardigheden bijbrengen om de levensvatbaarheid van hun onderneming te vergroten.Doel? De ondernemersvaardigheden van de deelnemers verster- ken, waar ook hun eigen bedrijf van profiteert. Kwestie van lef en ver- trouwen? Het is een gewaagd experiment om beginnende ondernemers met behoud van uitkering een bedrijf op te laten zetten.

lef en vertrouwen

‘We geloven er echt in’

Coach Mildred van het Schip (rechts) en postbezorger Elisabeth van Elewout van MareGroep.

Roely van Asselt (links), Erwin van der Star (midden) en Martijn van der Tuin (rechts)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vermoed kan worden dat in de meeste gevallen deze 10 mensen geen betaald werk hadden gevonden, maar geheel zeker is dat niet voor alle 10.. Vandaar dat besloten is om in te perken

Bij een euthanasieverzoek voor psychisch lijden oordelen drie artsen, waarvan minstens één psychiater, volgens hun

Teams kunnen in gesprek gaan over wat er bij hen op school al goed gaat en waar meer aandacht voor nodig is. Over het algemeen wordt er op de scholen al veel gedaan op het gebied

 Mensen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm hebben weinig tot geen bestedingsruimte voor maatschappelijke participatie en sport; Mede hierdoor wordt voorgesteld

Door de Geest groeit de liefde voor elkaar steeds meer.. Daarom bidden we samen dat die eenheid

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

We hebben de lijsttrekkers in de drie gemeenten gevraagd wat men in het algemeen van de aandacht van lokale en regionale media voor de verkiezingscampagne vond en vervolgens hoe

In de enquête is aan de scholen waarbij doordecentralisatie van financiële middelen voor nieuwbouw heeft plaatsgevonden (in ons onderzoek 34 PO scholen en 32 VO.. scholen) de