• No results found

B G W F J A A R V E R S L A G

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "B G W F J A A R V E R S L A G"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Voorzitter

Bertrand ROOSEN AG INSURANCE

Directeur Marketing & Strategic Develop- ment Non-Life

Ondervoorzitter

Marc PURNAL BELFIUS INSURANCE

Senior Executive Manager Claims

Bestuurders

Piet CLAEYS ATHORA BELGIUM

Corporate Distribution Director Pierre CREUVEN PREVOYANCE & VOORZORG

Claims Director Ivo DE BONDT BALOISE INSURANCE

Directeur Niet-Leven Techniek Retail

Marc EUBEN KBC VERZEKERINGEN

General Manager Claims Strategy, Preven- tion & Reinsurance

Johan MUYLDERMANS BGWF

Directeur Operaties

Catherine PARIS ETHIAS

Head of Legal Institutional Claims & Policies Jean-Luc PETIT

BGWF

Financieel / HR / IT / Administratief Directeur Patrick SCHEPENS ALLIANZ BENELUX

Head of Reinsurance & Steering Midcorp

Laurent SIMON AXA BELGIUM

Director Customer Solutions (P&C Retail) Catherine VAN HAUTE BGWF

Directeur Generaal

RAAD VAN BESTUUR op 31/12/2019

Vertegenwoordiger van de Minister die de

verzekeringen in zijn bevoegdheid heeft

Véronique EECKELEERS

Vertegenwoordiger van ASSURALIA

Bruno DIDIER

(3)

UITVOEREND COMITE op 23/04/2020

Bertrand ROOSEN Marc PURNAL Catherine VAN HAUTE Johan MUYLDERMANS

Jean-Luc PETIT

DIRECTIECOMITE op 23/04/2020

Catherine VAN HAUTE – Directeur Generaal Johan MUYLDERMANS – Directeur Operaties

Jean-Luc PETIT – Financieel / HR / IT / Administratief Directeur

ERKENDE COMMISSARIS op 31/12/2019

Vinciane MARICQ

INTERNE AUDIT op 31/12/2019

Callens, Pirenne, Theunissen & Co Bedrijfsrevisoren

(4)

8.798

Geopende dossiers (ongevallen in België)

39.100

Tariferingsaanvragen Auto

117.920

Aanvraag tot identificatie van een verzekeraar (Belgische kentekenplaten)

Een aantal cijfers ...

(5)

Opdrachten van het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds

De opdrachten van het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds, aanvankelijk Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, opgericht in 1957 in het kader van de wet die de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering voortvloeiende uit het gebruik van motorrijtuigen verplicht maakte, werden gewijzigd en uitgebreid hetzij in functie van de Europese richtlijnen en van wettelijke of regelgevende Belgische bepalingen, hetzij op grond van het art. 3.D van zijn statuten.

Indien volgens de statuten de werking van het Fonds afhankelijk is van de bijdragen van verzekeringsondernemingen, waarborgt de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de Minister die de verzekeringen in zijn bevoegdheden heeft, de onpartijdi- gheid van de instelling.

Op 31 december 2019 kunnen de taken als volgt samengevat worden :

1. Informatieopdracht

a) identificatie van de verzekeringsonderneming van de in Bel- gië ingeschreven voertuigen;

b) identificatie van de verzekeringsonderneming van de voertui- gen die ingeschreven zijn in andere Lidstaten van de Europese Economische Ruimte;

c) identificatie van de schaderegelaar aangewezen door ie- dere verzekeringsonderneming in alle Staten van de Europese Economische Ruimte;

d) melding aan de Belgische politieoverheid van de voertuigen verdacht van niet-verzekering.

2. Vergoedingsopdracht

Het Fonds is genoodzaakt om de schade te vergoeden in het kader van de wet van 21 november 1989 betreffende de ver- plichte motorrijtuigenverzekering wanneer:

a) de vergoedingen verschuldigd zijn door een verzekeringson- derneming die failliet verklaard is of die haar verplichtingen niet nakomt na intrekking of afstand van de toelating;

b) geen enkele verzekeringsonderneming verplicht is tot scha- devergoeding om reden van een toevallig feit waardoor de bestuurder van het voertuig dat het ongeval veroorzaakt heeft, vrijuit gaat;

c) bij diefstal, geweld of heling, de burgerrechtelijke aansprake- lijkheid waartoe het voertuig aanleiding kan geven, niet verze- kerd is;

d) de benadeelde geen met redenen omkleed antwoord gekregen heeft binnen de drie maanden na het verzoek tot schadevergoeding;

e) de verzekeringsonderneming geen schaderegelaar aangewezen heeft;

f) het voertuig dat het ongeval heeft veroorzaakt, niet kan wor- den geïdentificeerd;

g) het voertuig niet verzekerd is of wanneer de verzekering- sonderneming binnen de twee maanden na het ongeval niet geïdentificeerd werd.

Het Fonds is genoodzaakt om de schade te vergoeden in het kader van de BA algemene verzekering wanneer :

een technologische ramp van grote omvang als uitzonderlijk schadegeval erkend wordt door het Comité der wijzen opge- richt door de wet van 13 november 2011 betreffende de ver- goeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval, die op 1 november 2012 in werking is getreden.

3. Tariferingsbureaus

a) Auto

Het Fonds zorgt voor het secretariaat en het dagelijks bestuur van het Tariferingsbureau auto (art. 9bis §3 van de wet van 21 november 1989). Het Fonds neemt het resultaat van het schadegevallenbeheer, betreffende de door het Tariferingsbu- reau getarifeerde risico’s, in zijn rekeningen op.

b) Natuurrampen

Overeenkomstig art. 1 van het koninklijk besluit van 25 februa- ri 2006, oefent het Tariferingsbureau “Natuurrampen” bedoeld in art. 131 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verze- keringen zijn activiteit uit in de schoot van het Belgisch Ge- meenschappelijk Waarborgfonds. Deze activiteit wordt volledig ten laste genomen door de verzekeringsondernemingen die in België de verzekering brand “eenvoudige risico’s” uitoefenen.

4. Opdracht van algemeen belang

Schadegeval « Ramp Gellingen »

De rol van het Fonds bestond erin, gedurende de hem daartoe toegemeten termijn, aan de slachtoffers of hun rechthebben- den vergoedingsvoorstellen ter definitieve schadeafwikkeling voor te leggen in het kader van het schadegeval gekend onder de naam van “Ramp Gellingen” en te waken over de uitvoering ervan tot wanneer de aansprakelijkheden werden vastgelegd.

(6)

1. INFORMATIEOPDRACHT

In 2019 heeft het Fonds 117.920 (+ 13,8 %) aan- vragen ontvangen om over te gaan tot identifi- catie van de verzekeringsonderneming die de aansprakelijkheid van de in België ingeschreven voertuigen dekt waaronder 7.095 (+ 2,4 %) aanvra- gen afkomstig uit de andere lidstaten van de EER.

Het aantal aanvragen tot identificatie betref- fende de verzekeringsondernemingen die de aansprakelijkheid van de voertuigen ingeschre- ven in andere lidstaten van de EER dekken, be- draagt 19.300 (+ 3,5 %). De opzoekingen tot identificatie van de schaderegelaars aangeduid door de verzekeringsondernemingen gebeuren hoofdzakelijk via de internet site van het Fonds.

In 2019 werd in het kader van het artikel 19 bis van de wet van 21 november 1989, de verzekeringstoes- tand van 56.350 (55.771 in 2018) in België ingeschre- ven voertuigen onderzocht. Wanneer dit nazicht het niet mogelijk gemaakt heeft de verzekeringsonder- neming te identificeren, werden de desbetreffende

voertuigen aan de politie gesignaleerd.

2. VERGOEDINGSOPDRACHT

ALGEMENE ACTIVITEITEN

In het kader van zijn tussenkomsten krachtens artikel 19bis-11 §1, 3°, 4°, 7° en 8° van de wet van 21 no- vember 1989 heeft het Fonds, in 2019, 8.461 aan- giften ontvangen betreffende ongevallen die zich in België voordeden, hetzij 2,15 % minder dan in 2018.

Beheersverslag van de raad van bestuur Beheersverslag van Beheersverslag van

ingediend op de Gewone Algemene Vergadering van 28 mei 2020

Dames en Heren,

Wij hebben de eer u op de hoogte te stellen van de activiteiten van het BELGISCH

GEMEENSCHAPPELIJK WAARBORGFONDS en u de jaarrekeningen afgesloten op

31 december 2019 voor te leggen.

(7)

Grafiek : Evolutie van het aantal schadeaangiften per jaar

Onder deze aangiften zijn er 5.131 (60,6 %) die on- gevallen betreffen die zich in 2019 voordeden.

Er dient ook rekening gehouden te worden met 3.853 (3.443 in 2018) aangiften betreffende schadege- vallen die zich in het buitenland voordeden (waar- van 2.794 zich in 2019 voordeden) waarbij in België ingeschreven voertuigen betrokken waren, en die door het Fonds ten laste genomen worden indien deze voertuigen niet verzekerd zijn.

Alle voorvalsjaren zonder onderscheid

De uitkeringen en externe beheerskosten die in 2019 betaald werden, bedragen € 31.839.888, hetzij € 1.489.602 (4,5 %) minder dan in 2018.

Grafiek : Evolutie van de jaarlijkse uitbetalingen (x € 1.000)

De voorzieningen voor te regelen schadege- vallen berekend op 31 december 2019 be- dragen € 220.525.098 aan dewelke een provisie van € 11.026.255 moet toege- voegd worden voor interne beheerskosten.

Grafiek : Evolutie van de technische voorzieningen (zonder interne beheerskosten) (x € 1.000.000)

Schadegevallen die zich vóór 2019 voordeden

De voorzieningen betreffende de schadege- vallen die zich vóór 2019 voordeden, bedroe- gen € 220.275.088 op 31 december 2018 en € 193.419.024 op 31 december 2019.

De uitbetalingen voor deze schadegevallen, uitge- voerd in 2019, bedragen € 30.415.081, wat een mali inhoudt van 1,6 %, hetzij € 3.559.017.

Schadegevallen die zich in 2019 voordeden

De schadegevallen gebeurd in 2019 heb- ben het Fonds ertoe gebracht € 1.424.807 uit te betalen aan schadevergoedingen en ex- terne kosten en technische voorzieningen voor een bedrag van € 27.106.074 aan te leggen.

De globale kost van deze schadege- vallen, die met 5,2 % daalt, bedraagt

€ 28.530.881 tegenover € 30.104.881 in 2018.

ACTIVITEITEN PER AARD VAN DE SCHADEGEVALLEN

De bij het Fonds gedane aangiften zijn in 2019, volgens de verschillende gevallen van tussenkomst, op volgende wijze in te delen :

(8)

Grafiek : Indeling van de aangiften per aard van de schadegevallen

NIET-VERZEKERING

Niet-verzekering in België

Er werden in 2019 door het Fonds 7.147 aangiften geregistreerd betreffende schadegevallen in België gebeurd wegens betrokkenheid van een mogelijks niet-verzekerd motorrijtuig, hetzij 85 minder dan in 2018, of een daling van 1,2 %.

Grafiek : Evolutie van het aantal aangiften gebaseerd op de niet- verzekering in België

Voor de schadegevallen gebeurd in 2019, heeft het Fonds € 1.236.041 uitbetaald als schadevergoedin- gen en externe kosten en heeft het een bedrag van

€ 15.556.454 aangelegd voor technische voorzie- ningen.

De globale kost van € 16.792.495 (tegen- over € 17.414.813 in 2018, eind 2018) verte- genwoordigt een vermindering van 3,6 %.

Grafiek : Kost van de dossiers « niet- verzekering » in België in eerste waarneming (x € 1.000)

Niet-verzekering in het buitenland

Overeenkomstig de met het BELGISCH BUREAU VAN DE AUTOVERZEKERAARS aangegane verbintenis, moet het Fonds aan laatstgenoemde de kosten terugbe- talen van schadegevallen die op het grondgebied van bepaalde staten (voornamelijk deze van de Eu- ropese Unie) plaatshebben, en worden veroorzaakt door niet-verzekerde voertuigen.

Wanneer een voertuig dat in België zijn gewoonlijke standplaats heeft, betrokken wordt in een ongeval in het buitenland, hebben de benadeelden het recht om schadevergoeding van het nationaal bureau van het land waar het ongeval zich voordeed, op te eisen. Het nationaal bureau dat het verzoek tot schadevergoeding beheert, zal, van de verzekeraar van het voertuig of, bij afwezigheid hiervan, van het Belgisch Bureau, de terugbetaling van zijn uitbetalin- gen eisen.

Het Fonds heeft voor de schadegevallen die zich in 2019 voordeden € 86.817 aan het Belgisch Bureau terugbetaald en heeft bij wijze van technische voor- zieningen een bedrag van € 1.466.276 in rekening gebracht voor de te betalen schadegevallen.

Krachtens artikel 19bis-12, 2° van de wet van 21 no- vember 1989 heeft een benadeelde persoon die zijn verblijfplaats heeft in België het recht zich tot het Fonds te wenden ondermeer wanneer het voertuig dat betrokken is zijn gewoonlijke standplaats in Bel- gië heeft. Voor de schadegevallen die zich in 2019 voordeden, bedraagt de kost € 15.207.

(9)

NIET-GEÏDENTIFICEERD

Het Fonds ontving 871 aangiften om reden van de niet-identificatie van het motorrijtuig betrokken bij het ongeval (- 3,5 %).

Grafiek : Evolutie van het aantal aangiften gebaseerd op de «niet- identificatie»

Voor de schadegevallen gebeurd in 2019, heeft het Fonds € 13.237 betaald bij wijze van schadevergoe- dingen en externe kosten en de technische voorzie- ningen werden geschat op € 6.839.927.

De globale kost van dit soort dossiers, die met 18,1% daalt, bedraagt dus € 6.853.164 tegen- over € 8.369.561 in 2018, voor 2018.

Grafiek : Kost van de dossiers “niet- identificatie” in eerste waarneming (x € 1.000)

Sinds 1957 werd het Fonds door de wet verplicht de stoffelijke schade uit te sluiten wanneer het ongeval werd toegeschreven aan een niet-geïdentificeerd motorrijtuig.

Tengevolge de omzetting van de richtlijn 2005/14/

EG, is de tegemoetkoming van het Fonds uitgebreid tot dit type van schade indien de aansprakelijkheid toekomt aan een onbekend gebleven voertuig, op voorwaarde dat het Fonds een van de benadeelde personen vergoedt om reden van belangrijke licha- melijke schade die opgelopen werd als gevolg van het ongeval (artikel 17 van de wet van 8 juni 2008 houdende diverse bepalingen). Deze uitbreiding is slechts van toepassing voor ongevallen overkomen vanaf 26 juni 2008.

Alle voorvalsjaren zonder onderscheid, heeft het Fonds € 91.971 betaald als vergoeding van stoffe- lijke schade (€ 70.709 in 2018).

Voor de schadegevallen van het voorvalsjaar 2019 werd er voor de stoffelijke schade een technische voorziening van € 238.826 (buiten IBNR) samenge- steld (€ 321.573 eind 2018, voorvalsjaar 2018).

TOEVALLIG FEIT

Alle voorvalsjaren samen heeft het Fonds in 2019, 152 dossiers geopend, tegenover 175 in 2018 (- 13,1 %).

Grafiek : Evolutie van het aantal aangiften gebaseerd op toevallig feit

De aangiften met betrekking tot ongevallen die zich voordeden in 2019 om reden van een toevallig feit waardoor de bestuurder van het voertuig dat het on- geval veroorzaakte vrijuit gaat, gaven aanleiding tot uitbetalingen door het Fonds voor een bedrag van

€ 60.391 als vergoedingen en externe kosten alsook tot een schatting ten belope van € 794.050 van de technische voorzieningen. De globale kost bedraagt dus € 854.441 tegenover € 1.492.611 in 2018, eind 2018.

(10)

Grafiek : Kost van de dossiers « toevallig feit » in eerste waarneming (x

€ 1.000)

DIEFSTAL

Het Fonds heeft 291 aangiften geregistreerd tegen- over 337 in 2018 (- 13,6 %).

Grafiek : Evolutie van het aantal aangiften gebaseerd op diefstal

De schadegevallen die zich in 2019 voordeden, hebben geleid tot uitbetalingen voor een bedrag van € 24.381 en er werden technische voorzie- ningen ten belope van € 2.438.100 aangelegd, het- zij samen € 2.462.481 tegen € 1.734.379 in 2018, eind 2018. Vergeleken met de cijfers voor 2018 is de kost voor 2019 met 42 % gestegen.

Grafiek : Kost van de dossiers «diefstal» in eerste waarneming (x € 1.000)

FAILLISSEMENT

In 2003 is een in Frankrijk erkende verzekeringson- derneming, die in België een bijkantoor bezat, het voorwerp geworden van een procedure van inve- reffeningstelling in haar herkomstland. Hoewel het Belgisch bijkantoor sinds 2000 geen contracten

“BA motorrijtuigen” meer uitgaf, is het Fonds gehou- den de dossiers die nog niet afgewikkeld waren op de datum van de invereffeningstelling ten laste te nemen. Zoals in 2018 bedragen de uitkeringen en externe beheerskosten betaald in 2019 € 0.

Voor de twee dossiers die nog open zijn (medische reserves), bedragen de technische voorzieningen op 31 december 2019, € 80.572 (€ 80.572 op 31 december 2018).

ONGEVALLEN IN HET BUITENLAND

(Invorderbare dossiers)

In 2019 heeft het Fonds 1.567 dossiers (1.654 in 2018) geopend naar aanleiding van verzoeken tot schadevergoeding ingediend door personen met Belgische verblijfplaats die het slachtoffer waren van ongevallen overkomen in het buitenland.

Deze verzoeken steunen op de afwezigheid van een met redenen omkleed antwoord (274), op de afwe- zigheid van de aanwijzing van een schaderegelaar in België (264), op de diefstal (2), op het toevallig feit (4), op de niet-identificatie van het voor het ongeval verantwoordelijke voertuig (11), en op de niet-iden- tificatie, binnen de twee maanden na het ongeval, van de verzekeringsonderneming van het voertuig

(11)

dat het ongeval veroorzaakt heeft (1.012).

Voor alle voorvalsjaren zonder onderscheid bedra- gen de uitbetalingen € 381.618 (€ 385.181 voor 2018). De technische voorzieningen bedragen € 3.966.979 (€ 3.689.591 voor 2018), hetzij bij elkaar gerekend € 4.348.597 (€ 4.074.772 voor 2018), ten laste genomen door de schadevergoedingsorga- nen en de waarborgfondsen van de desbetreffende Lidstaten van de EER.

Voor de schadegevallen overkomen in 2019, be- dragen de uitbetalingen € 22.518 en de technische voorzieningen € 1.195.890, hetzij een globale kost van € 1.218.408 (€ 1.184.264 in 2018).

ONGEVALLEN IN BELGIE

(Invorderbare dossiers)

In 2019 heeft het Fonds 337 dossiers geopend (388 in 2018) met betrekking tot ongevallen over- komen in België : 302 dossiers betreffen gevallen van afwezigheid van een met redenen omkleed antwoord, de 35 andere dossiers betreffen de afwe- zigheid van aanwijzing van een schaderegelaar in het land van de woonplaats van de benadeelde.

De kosten van deze schadegevallen, alle boekja- ren zonder onderscheid, bedragen € 894.399 (€ 890.956 in 2018) die het voorwerp zijn van een schuldvordering van het Fonds op de des- betreffende ondernemingen BA motorrijtuigen.

Voor het voorvalsjaar 2019, bedraagt de globale kost € 215.306 (€ 223.961 voor 2018).

VERHAALSVORDERINGEN

In het kader van de dossiers betreffende de niet-verzekering en gevallen van diefstal, stelt het Fonds, wettelijk in de rechten geplaatst van de be- nadeelde, een subrogatoire vordering in tegen de aansprakelijke.

In 2019 heeft het Fonds 2.371 nieuwe dossiers

“verhaalsvorderingen” geopend (2.659 in 2018).

Over het geheel genomen, dit wil zeggen, reke- ning houdend met de eerder geopende dossiers kon het Fonds in 2019 een totaal bruto-bedrag van € 4.018.841 (€ 4.185.595 in 2018) innen, het- zij 18,5 % (18,4 % in 2018) van de uitbetalingen van het boekjaar inzake diefstal en niet-verzekering.

VERZOEK OM DOCUMENTATIE/INFOR- MATIE

Er worden regelmatig vragen gesteld aan het Fonds betreffende de voorwaarden van tussenkomst ten gunste van de benadeelden van een verkeersonge- val. Wanneer die vragen geen aanleiding geven tot de opening van een dossier, worden zij behandeld door de dienst “documentatie” die, in 2019, op 302 aanvragen heeft geantwoord.

TRIP

De wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, die op 1 mei 2008 in werking trad, maakt de dekking van het risico terrorisme verplicht in de contracten bedoeld door de wet betreffende de verplichte aansprake- lijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. Daaruit volgt dat het Fonds ook een vergoedingsplicht heeft voor de schade voortvloeiende uit een terreurdaad wanneer geen enkele verzekeringsonderneming verplicht is dekking te verlenen wegens één van de redenen welke de gevallen van tussenkomst van het Fonds uitmaken.

Teneinde de lasten te beperken in het geval waar het naar aanleiding van een terreurdaad zou moe- ten tussenkomen, heeft het Fonds zich bij de vzw TRIP aangesloten, als “corresponderend lid”, wat het zal toelaten het schadegeval in te dienen en dus van de beperking van 1 miljard euro’s aangepast naar- gelang de evolutie van de consumptieprijsindex te genieten. Het zal niet moeten tussenkomen voor an- dere schadegevallen dan deze die het heeft inge- diend.

Er werd in 2019 geen enkel geval geregistreerd in het kader van de toepassing van de wet van 1 april 2007.

3. DE TARIFERINGSBUREAUS

a) Auto

Het Tariferingsbureau auto werd binnen het BGWF opgericht (art. 9bis §1st van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheids- verzekering inzake motorrijtuigen). Zijn opdracht bestaat erin vast te stellen tegen welke premie en onder welke voorwaarden een verzekeringsonder- neming iedere persoon moet dekken die onderwor- pen is aan de verplichte verzekering wanneer deze

(12)

beantwoordt aan bepaalde voorwaarden vastges- teld door de wet.

Het Fonds zorgt voor het secretariaat en het dagelijks bestuur van het Tariferingsbureau. De dekking van de risico’s wordt verzekerd door drie beherende onder- nemingen die de voorwaarden van het lastenboek aanvaard hebben hetwelk in het bijzonder voorziet dat het maatschappelijk boekjaar betreffende deze activiteit begint op 1 november om te eindigen op 31 oktober van het daarop volgende jaar.

Door een informatica-toepassing die tijdens het jaar 2013 wordt ontwikkeld en die ter beschikking is van zowel de verzekeringstussenpersonen als particulie- ren, is het mogelijk om een tariferingsaanvraag «on- line» via het web in te dienen. Het succes van deze toepassing - 87,7% van het totaal aantal aanvragen in 2019 - heeft het mogelijk gemaakt om de admi- nistratieve procedures betreffende de opening van de dossiers beduidend te vereenvoudigen en het opmaken van het verzekeringsaanbod ten opzichte van de verzekeringsnemers te versnellen.

Tijdens het boekjaar heeft het secretariaat 39.100 tariferingsaanvragen (hetzij 0,8 % minder dan voor het vorige boekjaar) behandeld en heeft het 37.459 tariferingen (37.216 in 2018) overgemaakt. Op 31 oktober jongstleden waren 27.042 voertuigen verze- kerd door de beherende ondernemingen (27.743 in 2018). De uitgegeven premies tijdens het boekjaar bedragen € 20.869.841 tegenover € 21.088.139 (hetzij - 1 %). Rekening houdend met de kost van het secretariaat voor het jaar 2019, toont het financiële resultaat vastgesteld op 31 oktober 2019 een nega- tief saldo van € 1.541.372 tegenover € 8.110.646 voor het vorige boekjaar.

b) Natuurrampen

Het Tariferingsbureau natuurrampen, in tegenstelling tot het Tariferingsbureau BA auto, tarifeert geen enkel individueel dossier maar beperkt zich tot het bepalen van contractuele voorwaarden en tariefvoorwaar- den die zullen voorgesteld worden door de verze- keringsondernemingen die niet wensen een dekking volgens hun eigen voorwaarden te verlenen. Het Bureau heeft een modelovereenkomst, een premie- voet en vrijstelling vastgelegd.

4. BEHEER GELLINGEN

De beroepsvereniging van de verzekeringsonderne- mingen, Assuralia, heeft om de medewerking van

het Fonds verzocht met het oog op het verlenen van zijn goede diensten in het kader van de schadever- goeding van de slachtoffers van het schadegeval dat is gekend onder de naam van “Ramp Gellin- gen” overkomen op 30 juli 2004.

Het Fonds heeft deelgenomen aan de verwezen- lijking van een bijzondere vergoedingsprocedure voor de slachtoffers van de ramp. De rol van het Fonds bestond in essentie hierin aan de slachtoffers of hun rechthebbenden een vergoedingsvoorstel ter definitieve schade-afwikkeling voor te leggen en te waken over de uitvoering van de bekomen akkoor- den.

De slachtoffers van de ramp werden ingelicht over de te ondernemen stappen met het oog op het be- komen van een schadevergoeding in het kader van deze uitzonderlijke regelingsprocedure.

Er werden aldus 140 dossiers geopend. Op 31 de- cember 2011 waren alle dossiers afgesloten en de totale vergoedingen bedroegen € 6.599.910.

Er dient te worden opgemerkt dat de kost van de schadevergoeding, zijnde de uitkeringen en externe kosten, alsook de interne beheerkosten volledig ten laste worden genomen door de verzekeringsonder- nemingen die hebben deelgenomen aan het tot stand brengen van de vergoedingsprocedure.

Aan het einde van het boekjaar 2013 werden de verzekeringsondernemingen van de niet aansprake- lijken volledig terugbetaald inzake uitgevoerde voor- schotten.

Echter, sinds 2014 hebben meerdere slachtoffers, die een bijkomende vergoeding wensen, een vor- dering in rechte tegen het BGWF ingesteld. Het is niet mogelijk voor het BGWF gevolg te geven aan deze eisen aangezien de ad hoc opdracht die het Fonds werd toevertrouwd door de verzekeraars, als beëin- digd wordt beschouwd. Deze geschillen zijn nog al- tijd lopende.

5. TECHNOLOGISCHE ONGEVALLEN

Krachtens artikel 5 §1 van de wet van 13 november 2011, heeft het Comité der wijzen de opdracht, wanneer zich een grote technologische ramp voor- doet, op verzoek van de Minister van Justitie na te gaan of de betrokken gebeurtenis een uitzonderlijk

(13)

schadegeval is in de zin van artikel 2 van de wet.

Het Comité, waarvan de leden voor een hernieuw- bare termijn van zes jaar zijn benoemd heeft zijn huishoudelijk reglement vastgesteld dat door de Koning werd goedgekeurd (Koninklijk Besluit van 26 maart 2014, B.S. 2 april 2014, p. 28466).

6. TIENJARIGE BA

Artikel 10 van de wet van 31 mei 2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgelijke aansprakelijkheid van aannemers, architecten en andere dienstverleners in de bouwsector van werken in onroerende staat en tot wijziging van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect, voorziet de oprich- ting van een Tariferingsbureau dat tot taak heeft het vaststellen van de premie en van de voorwaarden waaronder een verzekeringsonderneming een per- soon moet dekken die gehouden is tot de verzeke- ringsplicht krachtens artikel 5 van de wet.

Er wordt bepaald dat het beoogde Bureau zijn op- drachten binnen het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds uitoefent. Het op touw zetten ervan houdt echter nauw verband met de oprichting van een compensatiekas voor de op basis van artikel 10 van de wet betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgelijke aansprakelijkheid geta- rifeerde risico’s.

Door artikel 98 van de wet van 30 juni 2018 hou- dende diverse bepalingen inzake economie, werd artikel 10/1 aan de wet van 31 mei 2017 toege- voegd met betrekking tot het invoeren van deze compensatiekas.

(14)

! "

#

" $ %#

&' ( ' "

)

'*+,*-+-+ " .#

/ " ! )" "

-0 -+-+.#

1 " - ( ) 23.( " ( " ) &

. $456 #

7 " "

" #

8 "

" #

) ( ( (

. #

"

9

! #

!

#

(15)

BELGISCH GEMEENSCHAPPELIJK WAARBORGFONDS O.O.V.

V

ERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP

31

DECEMBER

2019

(JAARREKENING)

In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van de vereniging BELGISCH

GEMEENSCHAPPELIJK WAARBORGFONDS O.o.v. (de

« Vereniging »), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt een geheel en is ondeelbaar.

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 31 mei 2018, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2020.

Wij hebben de wettelijke controle van de jaarrekening van Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds uitgevoerd gedurende , minstens, twintig opeenvolgende boekjaren.

VERSLAG OVER DE JAARREKENING Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de jaarrekening van de Vereniging, die de balans op 31 december 2019 omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een balanstotaal van € 314.037.284 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een resultaat van het boekjaar van € 0.

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Vereniging per 31 december 2019, alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.

Basis voor het oordeel zonder voorbehoud Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie « Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening » van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vereniging de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

(16)

2 | P a g e Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

voor het opstellen van de jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Bij het opstellen van de jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vereniging om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vereniging te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA’s is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vereniging, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vereniging ter hand heeft genomen of zal nemen.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA’s, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico’s inspelen en het verkrijgen van controle- informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Vereniging;

het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;

het concluderen dat de door het

bestuursorgaan gehanteerde

continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vereniging om haar continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen.

(17)

P a g e Als deel van een controle uitgevoerd passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende

het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico’s inspelen en het verkrijgen van controle- informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne

het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne

het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop

het concluderen dat de door het

bestuursorgaan gehanteerde

continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vereniging om haar continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen.

3 | P a g e Onze conclusies zijn gebaseerd op de

controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag.

Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Vereniging haar continuïteit niet langer kan handhaven ;

het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening, en van de vraag of de jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

Wij communiceren met het bestuursorgaan onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.

OVERIGE DOOR WET- EN REGELGEVING GESTELDE EISEN

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van de andere informatie opgenomen in het jaarverslag, het naleven van de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven en de naleving van bepaalde voorschriften uit de wetgeving betreffende de onderlinge verzekeringsverenigingen en van de statuten van de Vereniging.

Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (versie “in behandeling”) bij de in België van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (ISA’s), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de andere informatie opgenomen in het jaarverslag en de naleving van bepaalde voorschriften uit de wetgeving betreffende de onderlinge verzekeringsverenigingen en van de statuten te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag

In de context van onze controle van de jaarrekening zijn wij verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het activiteitenverslag een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij een van materieel belang zijnde niet-overeenstemming met de jaarrekening of informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor heeft geen opdrachten die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de jaarrekening verricht, en is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vereniging.

Andere vermeldingen

Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd in overeenstemming met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.

Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten, en de naleving van bepaalde voorschriften uit de wetgeving betreffende de onderlinge verzekeringsverenigingen zijn gedaan of genomen.

Brussel, 5 mei 2020

RSM RÉVISEURS D'ENTREPRISES - BEDRIJFSREVISOREN CV

COMMISSARIS

Vertegenwoordigd door VINCIANE MARICQ,VENNOOT

,

(18)

BALANS EN RESULTATENREKENING

OP 31/12/2019

(19)

! "" # $% & '! ' !(

! &)#* # + + !, !' (!'- !'

! )& # & . +** % + -! ! ,, '!, ! '

!" #

! )& #%)/ +* # 0 + + + ,! ' ! ,

$ !

) % (! '! ( !'( !- -

% & &" ! # '! # #

(20)

/ ..

! + & #") + ! !

( $ $$ '! ! $ ) * !

+ $ $$ '! ! $

( $ $$ '! ! $

, + $ $$ '! ! $ -+. + +

! 1+ . 1 &))#2 + + + '!( ! -( '! ! ,-

/ 0 + $ $ 1

/ 0 "

! &))#2 + + + &))# )& # # . )3. + 0). + ! '' ! ''

2 0

! . 14%* + ,!- (! - -! !-

/ &

3 & # " ) " 0

. "

". " 0

) % (! '! ( !'( !- -

% & &" ! # '! # #

(21)

# 5 6

1+ . 1 # 0 + + + 7% & +.& #2 0 # +

! & #* +* /# " .8 )+* # # 0 & + 1 #& #2 0 # + ! '!' ! !,

. & $

. 4 '0 0 + $ $

1 ) 0 * ! 0 ! - ' +) 5. +

9 ! )/ # + . + & + % + + ,(! !(,-

". $" "

"". $" "

! )& # 1+ . 1 )/ # + . +8

)+* # # 0 & + 1 #& #2 0 # + ,! ( ! ! ' ! ,

(! . 1 * % . 8 )+* # # 0 & + 1 #& #2 0 # + 7 7- ! ' !, 7 (! - !

. +"

. & +"

". 4 '0 0 " )

* ! 0 ! - ' 5) + . +

. 4 '0 0 " )

0 * ! 0 ! - ' 5 ) + . +

'! + ) 7 *# : .0). + 7 7'! '! , 7'! (!'

. 2 6& !

. 2 !

! )& # 1+ . 1 % . +8

)+* # # 0 & + 1 #& #2 0 # + 7 7 ! , 7 !--,!---

! # .4% & + * 1+ . 1 # 0 + + + 7 % & +.& #2 0 # +

4 -5. !' - -,

/ -+.

% & &" ! # '! # #

(22)

# 5 6

+ 7 1+ . 1 # 0 + +

! # .4% & + * 1+ . 1 # 0 + + + 7% & +.& #2 0 # +

4 -5. -,

/ -+.

'! )& # )/ # + . + ! ,- (! ,

! )& # 0). + 7 7 ,!,, 7 (!'

,! # .4% & + 1 ) 0: #

4 -5.

/ -+.

% & &" ! # '! # #

(23)

BIIJLAGEN

EN

COMMENTAAR

(24)

- - -

! !

- " # $"

" !

! " # $ $ % & &

- # $" "

% $& '

'

! !

' (

(25)

)* ) *+ +, ,- - .% . %

/0 1 1 ' # $' # # 2

"

"## $$ %%%% &'&' (($$ $$ $$ $$ '' $$ $$

%%$$ ''

''

) 3

2 ,,% 45,66)%- 7,,80.

9 '$

:1 $ '$

- , &&

-

1 1 '

9 '$

2 ,6 458)* )%-.% .% 7,,80. .8:)%0.8)%-.%

9 '$

:1 $ '$

- - '

- ,& '

9 '$

%.;; .<7,,80. 9.8 .)%0. ,% 5.;

.<*,,8 / 2 = / 2

!

! )*# )+,

!( !

! ), )-.#

"

"// $$ $$ '' 00 $$

> & - )))

'

"

",, %% 0000 '' 00 ''

,

, :,,; 45,99.+)*< <,9);,,+

- $' ' / , )

2

9 '$

7 $" $ '$ ?

9 '$

%

@@@@

@@@@

%

/ , ) 2 / & . ) 2

%).; -. ; 8; :,,; 45,99.+)*< <,9);,,+

+

" ' '

&

; ;,,+

(26)

"

"** $$ 11 22 33 $$ 11

> & . )))

" # (

"

"44 $$ 11 5'5'$$

2 1 / & 1 2 " / & " 2

# " ' $' " ' & $' &

''

4 ; " ! !

2 1 '' A "

''

/ - 2

2 % 1

" / - 2

2 , 1 '' " ( (

"

"## '' $$ $$

) % + " '

8.45; ;8..< . B,<.%

; ; : $ 1 1 $'

' $'

/ ' 2

2 1

2 1

2 1

!2 1 $& '

2 4

( (

! !!

( (

! !!

((

( (

! !!

(27)

"

"#### $$ $$ 00 '' '' $$ $$

77 && ??

)

) 66 77 88 77 99 :: ;;<<==== 77 99 77 :: ;;<<==== >> :: ;;;; ?? ;; >> 88 8@8@99 77 99 AA 88 6868 88 77 :: >> >>

=

=:: 88 77 ;; >8>8 BB 88== :=:=== 77 ;; >>88 CC

,& '$ '$

2 5 & 1 1

'$

2 5

# '

$ '$ $

'$ A ' $

C1 ' ' A

D!A 7 '

A 1

3 ?

- 0

-

2 5 1

!

! ! A

(A

!

!A

! ( A

)

) 66 77 88 77 99 :: ;;<<==== 77 99 77 :: ;<;<==== >> :: ;;;;

;

;=@=@99 :: 8@8@99;;;; 7=7= >> 88 66 AA 88 CC

,& '$ '$

2 5 & 1 1

'$

2 5 $

C1 '

# '

2 5 1

A A

(

(28)

"

"## $$ '' $$ $$%% !! ((55 00'' '' $$

) 9 '

2 "

2 , '

9 $ " '

9 1 # $' " '

! , 1

" A "

2 0 /E2

2 1 / 2

> " ' ''

)) 0

))) ,& $ # 3 3 A

6 $& '

2

!

) ; 1 # ' / 2

( (

( (

! !

( ! !

! ! !

! ! !

!(! !

"

"##44 $$ '' 00 %% 00''

, B ' & $' & '

? 511 # (

"

" ##--::88 '' %% $$ %%%% $$ 00 %% 11 $$

11 DD

" / 2

!!"""" ##!! $$ !! %% &&'' #!#! $$ (( )) %%#!#! ## ""**$$!!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarom toetst de Commissie marginaal, wat wil zeggen dat zij beoordeelt of de werkgever de daarvoor beschreven procedure juist heeft gevolgd en of hij in redelijkheid tot het

Als gevolg van de verkoop van de aandelen in Ajax Cape Town zijn de opbrengsten en kosten van Ajax Cape Town, met een belang van 51% van AFC Ajax NV, alleen voor de periode 1 juli

• Franstalige plaatsvervangende leden Marcel-Jean PAQUET, Voorzitter BIBF Maria PLOUMEN, erkend boekhouder-fiscalist Fabienne COUSIN, erkend boekhouder-fiscalist Jean-Marie

De programmawet van 23 december 2005 wijzigt artikel 58 van de Wet 22 april 1999 en bepaalt dat ingeval van onwettige uitoefening van het beroep van

Volgens de heer Eilert is dit functioneel leeftijdsontslag niet van toepassing op mensen binnen de gemeente Westerwolde en het is zuur dat voor een voorziening moet worden

De buren zijn als eerste uitgenodigd voor een high tea, zo- dat ze met IMEAN care en de medewerkers kennis konden maken.. Tijdens deze bijeenkomst is een presentatie gege- ven

De ’Studie ter voorbereiding van een geïntegreerde aktie voor de Westhoek’, opgemaakt door het West- vlaams Ekonomisch Studiebureau (WES) in opdracht van de GOM

Activiteiten en bereikte resultaten 2017 8 Naar professioneler ondernemerschap en meer rendement voor de bloemist 9 Naar een gezondere arbeidsmarkt voor de bloemist