• No results found

‘Taken OPTA rond toegang tot de kabel nog niet duidelijk’ 9

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘Taken OPTA rond toegang tot de kabel nog niet duidelijk’ 9"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

KPN MAG TELEFOONTARIEVEN IN TWEE STAPPEN AANPASSEN

5

EERSTE

KAMER AANVAARDT

TELECOMMUNICATIEWET

6

REGISTRATIES KOMEN IN PLAATS VAN MACHTIGINGEN EN VERGUNNINGEN

10

KPN OVERTREEDT REGELS NIET MET EXPERIMENT

‘SNEL-NET’

12

BEZWAAR

KABELFOON

TEGEN

KPN-TARIEF VOOR KERKTELEFOON

13

DE PRIVACY-ASPECTEN VAN NUMMERWEERGAVE

14

November 1998 -nr.

9

‘Taken OPTA rond toegang tot

de kabel nog niet duidelijk’

Collegevoorzitter Arnbak tempert hooggespannen verwachtingen

Met die boodschap wilde prof.dr. J.C. Arnbak, voorzitter van het OPTA-college, de aanwezige kabelexploitanten tijdens het veertiende Kabelcongres duidelijk maken dat zij niet te hooggespannen verwachtingen van OPTA moeten koesteren. ‘U moet van OPTA geen wonderen op kabelgebied verwachten’, hield hij zijn gehoor voor. OPTA zal toezicht houden op basis van redelijkheid. Dit volgens Arnbak rekbare polder-begrip zal OPTA samen met de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) invullen, omdat het ook mededingingsrechtelijke aspecten heeft. OPTA heeft, aldus haar collegevoorzitter, geen taak

op het gebied van de eindgebruikerstarieven van kabelexploitanten. Gaat het om toegangstarieven die programma-aanbieders betalen aan kabel-bedrijven, dan zal OPTA uitgaan van het begrip ‘kostenoriëntatie’.

Bij de toerekening van de kosten gaat het erom waar precies die kosten aan moeten worden toege-rekend. De vraag waar het, aldus Arnbak, in dit geval om draait is: kan bij kabeltelevisienetten, net als in de telefoniewereld, worden gesproken van een transportnet en een aansluitnet waarvoor een basisbedrag wordt betaald? ‘Dat is niet zeker. De analogie met een telecomnet gaat immers nog maar gedeeltelijk op: de herbalancering (waarbij het abonnementstarief omhoog en de gespreksta-rieven omlaag ging, red.) heeft vooral betrekking op de vaste telefoondienst die KPN aanbiedt. Kabelnetten echter kunnen in beginsel veel meer diensten leveren, zeker wanneer zij geschikt gemaakt zijn voor twee-wegverkeer. Een mogelijke objectieve oplossing zou kunnen zijn de kosten van het kabelnet te analyseren om zo de kosten toe te kunnen rekenen aan verschillende E

(2)

diensten. De vraag is alleen wat deze objectiviteit praktisch zou betekenen voor de kosten van nieuwe diensten. Hoe kun-nen de hoge aanloopverliezen worden gedekt?’

KLEM

Bij kostenallocatie speelt volgens Arnbak nog iets anders: ‘Wat doen we met de – vaak zeer aanzienlijke – kosten die kabel-exploitanten hebben gemaakt voor de over-name van de kabelnetten van de gemeen-ten? En: welk deel van deze kosten met hun zogenoemde goodwill-componenten zijn toe te rekenen aan nieuwe diensten en welk deel aan de diensten voor omroep? En moeten wij goodwill ook nog verschillend toerekenen aan de publieke en commerciële programma’s?’ Op die vragen kon ook Arnbak nog geen antwoorden geven. De juridische mogelijkheden van OPTA op dit punt zijn, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, beperkt. De bevoegdheid van het college is niet genormeerd. Arnbak: ‘Er is bijvoorbeeld niet in de wet vastgesteld dat tarieven kostengeoriën-teerd moeten zijn. De redelijkheid is dus de basis voor oordelen en die zou, lijkt mij, wel tot het criterium van kostenoriën-tatie kunnen leiden. Maar dit is niet uit de wet te lezen.’

De bevoegdheid van het college om in te grijpen in de interconnectiecontracten is verankerd in de wet. Dat geldt echter niet voor contracten tussen kabelexploitanten en programma-aanbieders, laat staan voor contracten tussen kabelexploitanten en gemeenten. OPTA kan optreden als scheids-rechter bij geschillen, maar klachten over misbruik van machtspositie door kabelex-ploitanten zal OPTA doorsturen naar de NMa.

Dan zijn er ook kabelexploitanten die zich in een soort klem bevinden tussen een hoge aankoopprijs voor hun netten en een opgelegd lage abonnementsprijs. Dit pro-bleem kan OPTA evenmin oplossen. Arnbak maakte duidelijk waarom niet: ‘In Nederland geldt nu eenmaal het civielrechtelijke ada-gium: afspraak is afspraak, ofwel contract is contract. De suggestie voor herbalance-ring à la de telefoontarieven, zoals Nico van Eijk van het Instituut voor

Informatie-recht heeft voorgesteld, loopt vast op deze contracten die kabelexploitanten uit vrije wil hebben afgesloten. Ook hier geldt dat het college van OPTA geen wettelijke bevoegdheden heeft om in deze contracten te treden.’

KAARTJESCONTROLEUR

Arnbak stond verder nog even stil bij de via de Mediawet voorgeschreven basispak-ketten, ook wel bekend als de must-carry-verplichting. Daarbij krijgt de kijker een vast pakket aan zenders aangeboden zon-der dat hij of zij daar enige invloed op kan uitoefenen. Hooguit kan de kijker nog kie-zen voor het uitgebreidere pakket waarover de lokale Programmaraad adviseert. Voor het oplossen van de patstelling tussen must-carrypakket enerzijds en de tarief-klem anderzijds verwees Arnbak wederom naar de wetgever. ‘OPTA is kaartjescontro-leur en niet de dirigent van het orkest geworden.’

Hoewel Arnbak besefte dat hij de aanwezi-gen met zijn verhaal niet op alle punten vrolijker had gestemd, riep hij hen toch op de kansen die er wel degelijk liggen te grijpen. ‘Kies daarbij voor de eigenheid van de kabel met zijn grote mogelijkheden. Buit de mogelijkheden uit die KPN nu nog niet heeft en probeer u te profileren met diensten die KPN niet of nog niet kan aan-bieden. Want KPN is bezig zich te ontwik-kelen tot een efficiënt werkend bedrijf met een uitstekende uitgangspositie. Treuzel

niet te lang en wacht niet totdat ADSL en digitale televisie op grote schaal door anderen worden aangeboden. Let daarbij niet alleen op de kansen en bedreigingen op de korte termijn. Kijk vooral naar de lange-termijnmogelijkheden – en die zijn er volop.’

Kabelnetwerken hebben, voegde hij daar-aan toe, een grote potentie als het om het aanbieden van geconvergeerde diensten gaat. ‘Er ligt immers al een uitgestrekt netwerk met vertakkingen tot in vrijwel elke huiskamer in Nederland. Het vormt een uitstekende basis voor geconvergeerde diensten. Telecommunicatie- en omroep-netten kunnen in elkaar overvloeien, Internet en telefonie kunnen parallel via deze kabel plaatsvinden en ook de integra-tie van een mobiel netwerk met een kabel-netwerk lijkt tot de mogelijkheden te behoren.’

DRIE BELANGEN

Tijdens de parallelsessie, waarbij er vragen konden worden gesteld aan Arnbak en enige medewerkers van OPTA, maakte Arnbak nog eens duidelijk dat OPTA te maken heeft met drie verschillende belan-gen: die van de gewezen monopolist KPN, de concurrenten van KPN en de consumen-ten. ‘OPTA moet proberen een evenwicht te vinden tussen die belangen. Sinds 1 juli vorig jaar is de telecommarkt geliberali-seerd. Waar er echter nog geen sprake is

Prof.dr. Arnbak tijdens het 14e Kabelcongres: ‘OPTA kan problemen die samenhangen met ‘toegang tot de kabel’ niet op stel en sprong oplossen.’

(3)

Welkom nieuwe ‘onder

toezicht gestelden’

Als er nu verder geen verrassingen optreden zal één dezer dagen de Telecommunicatiewet in werking treden. Er is in het parlementaire en maatschappelijke debat veel aandacht besteed aan de verplichtingen die deze wet oplegt aan KPN als dominante marktpartij. Enigszins buiten beeld is gebleven dat de wet aan andere markt-partijen dan KPN ook vele nieuwe verplichtingen oplegt. OPTA ziet toe op de naleving van de nieuwe wettelijke regels (althans voor zover daarvoor de benodigde financiële middelen ter beschikking komen en nadat de benodigde menskracht daarvoor in huis zal zijn gehaald, wat geen sinecure zal zijn). Reden derhalve om de nieuwe partijen die – zoals dat in de deftige taal van Den Haag wordt aangeduid – ‘onder toezicht zijn gesteld’, van harte welkom te heten in de wereld van het toezicht. Hoewel het merendeel van ons werk zich logischerwijs zal blijven richten op KPN en de relaties tussen KPN en andere marktpartijen, zal het merkbaar wor-den dat ook anderen nu verplichtingen hebben gekregen waaraan zij af en toe moeten worden ‘herinnerd’. Ik noem hierna een paar voorbeel-den.

De Telecommunicatiewet verplicht aanbieders van openbare telecommunicatiediensten en -netwerken zich bij OPTA als zodanig te laten registreren. Omdat de regering ervoor gekozen heeft af te zien van de wettelijke mogelijkheid om deze registratieplicht bij algemene maat-regel van bestuur in te perken, betekent dit dat naar onze schatting een kleine duizend markt-partijen registratie zullen moeten aanvragen. De nieuwe wettelijke regels schrijven voor dat openbare aanbieders van telecommunicatienet-ten onderling interconnectie-afspraken maken en hun overeenkomsten bij OPTA deponeren. Dat geeft OPTA de gelegenheid om na te gaan of er afspraken zijn gemaakt die in strijd zijn met wettelijke bepalingen.

De wet bevat een groot aantal regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Er zijn voorschriften voor gescheiden boekhou-dingen daar waar aanbieders op bepaalde andere, nog beschermde deelmarkten aktief zijn.

En dan zijn er nog tal van ‘kleinigheden’ zoals de verplichting voor aanbieders om hun pro-ducten en tarieven kenbaar te maken voor het publiek, zorg te dragen voor bereikbaarheid van alarmnummers en directory services en zich aan te sluiten bij een orgaan voor de beslechting van geschillen met klanten. Eén en ander nog afgezien van de veel zwaar-dere verplichtingen die gepaard gaan met de aanwijzing als aanmerkelijke marktmacht, zoals het aanbieden van kostengeoriënteerde tarieven. OPTA zal, als daarvoor de middelen beschikbaar komen, gaandeweg duidelijk kun-nen maken op welke wijze het toezicht op de naleving van deze nieuwe regels vorm zal krij-gen. Op korte termijn gaat dat al spelen voor het uiterst belangrijke onderwerp ‘nummerpor-tabiliteit’. Per 1 januari 1999 moeten de tele-com-operators er zorg voor dragen dat klanten met behoud van hun nummer van aanbieder naar aanbieder kunnen overstappen. Dat geldt niet alleen voor een overstap van KPN naar nieuwe markttoetreders, maar ook omgekeerd. KPN lijkt tijdig in staat te zullen zijn nummer-portabiliteit aan te bieden. De vraag of dit ook geldt voor de nieuwe toetreders tot de markt wordt een eerste interessante testcase van hun nieuwe verantwoordelijkheden in een liberalisa-tieproces dat niet alleen rechten, maar ook plichten schept. Hans Bakker

Colofon

Eindredacteur: Ludo Korteman Redactie:

Alex van Kalken Hetty Joosten Els van Kuijen Louis van der Linden Wout de Natris Patrick Ooms Monique Theuerzeit Basisvormgeving: Harlon, Utrecht Fotografie: Kelle Schouten Grafische productie: Herbschleb en Slebos Drukwerk: Meboprint, Amsterdam Redactieadres: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 59 Telefax (070) 315 35 02 Connecties wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld, maar om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittrek-sels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstan-dig de originele teksten te raadplegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

(4)

van concurrentie, mag dat niet ten koste gaan van de consument. Juist als die niets te kiezen heeft is er toezicht nodig.’ OPTA’s oordeel van begin september over de telefoontarieven van KPN is, op de korte termijn, goed voor de consument. Op de langere termijn echter niet omdat daar-door de concurrentie niet op gang komt, meende één van de aanwezigen. Volgens Rob van Eijl, hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt, heeft OPTA bij het bepalen van haar oordeel gekeken naar de verschillende soorten telefoonverkeer. ‘Bij het internationale telefoonverkeer grijpt OPTA niet in omdat daar voldoende concur-rentie aanwezig is. Voor het interlokale verkeer geldt dat daar de concurrentie op gang begint te komen. Om die reden mag KPN er drie jaar over doen om de tarieven te verlagen en krijgen concurrenten intus-sen de kans om klanten en telefoonverkeer aan te trekken. Op lokaal niveau zijn er zo goed als geen concurrenten van KPN actief. Omdat OPTA heeft geoordeeld dat de tarieven voor lokaal telefoonverkeer te

hoog zijn moeten die flink omlaag. Per 1 juli jl. is echter het abonnement in prijs verhoogd en dat is voor concurrenten met een eigen aansluitnet juist gunstig.’

NUMMERPORTABILITEIT

Een andere vragensteller vroeg zich af welk uitgangspunt OPTA hanteert bij het bepa-len van de kosten die telecom- of kabel-bedrijven in rekening mogen brengen bij het berekenen van hun tarieven. ‘De ene exploitant is de andere niet en dus lopen de kosten altijd uiteen’. Hoofd van de afde-ling Interconnectie en Bijzondere Toegang, Jos Huigen, legde uit dat een exploitant altijd recht heeft op een vergoeding van

de gemaakte kosten met daar bovenop een redelijk rendement. ‘Je kunt je alleen afvragen of, in het geval van interconnec-tie, bij het gebruik van andermans net moet worden meebetaald aan een ineffi-ciënt netwerk. Het OPTA-college heeft gezegd dat dat niet redelijk is als de eige-naar van het net die inefficiency te verwijten valt.’

Ook nummerportabiliteit, de mogelijkheid om je telefoonnummer mee te nemen naar een andere telecomaanbieder, was goed voor enige discussie. Wanneer wordt dat ingevoerd, wilde iemand weten. Volgens Ron Brummelkamp van de afdeling Nummers en Registraties is dat 1 januari a.s. Jos Huigen voegde daar nog aan toe dat KPN heeft toegezegd er alles aan te zullen doen om nummerportabiliteit per 1 januari mogelijk te maken. ‘Deze ver-plichting geldt overigens niet alleen KPN, maar ook de andere partijen. OPTA krijgt pas per 1 januari bevoegdheden op dit punt. Als nummerportabiliteit er op die datum nog niet is, zullen we kijken wat dan moeten doen.’ K

‘U moet van OPTA

geen wonderen

op kabelgebied

verwachten’

(5)

KPN Telecom mag van het college van OPTA de telefoontarieven waarschijnlijk in twee stappen aanpassen in plaats van in één keer. KPN moet op 1 januari 1999 de tarieven al beperkt verlagen. In juli 1999 volgt dan een tweede en definitieve stap, tegelijk met het invoeren van een price cap-systeem. Met welke percentages de tarieven zullen worden bijgesteld is nog niet bekend. Besluiten hierover zijn tegen het einde van deze maand te

verwachten.

Alle betrokken partijen (KPN, andere tele-communicatiebedrijven en organisaties zoals de Consumentenbond) konden op 12 november hun mening geven over het voorstel van het OPTA-college. Het college neemt nog deze maand een definitief besluit. In haar oordeel van begin septem-ber liet het college nog weten dat zij al per 1 januari 1999 volledig kostengeoriën-teerde tarieven van KPN wilde eisen. Dat wil zeggen dat de tarieven gebaseerd moeten zijn op de onderliggende kosten en bovendien ruimte laten voor een redelijke winst.

KPN kondigde begin deze maand omvang-rijke investeringen aan in haar net. Daarbij wordt een deel van de telecommunicatie-apparatuur en -infrastructuur versneld afgeschreven. Samen met de voorgenomen reorganisatie leidt dit bij KPN tot een ster-ke stijging van de kosten. Eén en ander is voor het OPTA-college aanleiding geweest om de realisatie van het oorspronkelijke plan in tweeën op te splitsen. Onverkorte toepassing van het eerdere OPTA-oordeel zou per 1 januari tot lagere gesprekstarie-ven leiden. Vervolgens zouden op 1 juli de tarieven wellicht weer moeten stijgen vanwege de dan gebleken hogere kosten. Het OPTA-college wil zo’n ‘jojo-effect’ voorkomen.

De eerste stap van het nieuwe OPTA-voor-stel houdt in dat KPN per 1 januari a.s. de

tarieven aanpast. Deze aanpassing geldt voor de eerste zes maanden van 1999. Consequentie hiervan is dat KPN tijdens deze periode de tarieven minder hoeft te verlagen dan waarvan het OPTA-college aanvankelijk uitging. Per 1 juli 1999 volgt dan een tweede en definitieve aanpassing. OPTA wil vanaf die datum de telefoontarie-ven gaan reguleren door middel van meer-jarige afspraken op basis van tariefpla-fonds (price cap-systeem).

LOKALE TELEFONIE

In de periode tot 1 juli 1999 zal OPTA nagaan of KPN de aangekondigde investe-ringen ook daadwerkelijk doet. Verder zal een actualisering moeten plaatsvinden van de zogeheten Weighted Average Cost of Capital-berekeningen. Op deze WACC-methode zijn de normpercentages voor de

rendementsbeoordeling gebaseerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om een aanpassing aan de inmiddels veranderde rentestanden. Ook zal OPTA het eerste half jaar van 1999 benutten om onderzoek te doen naar ont-wikkelingen van concurrentie op het gebied van de lokale telefonie. OPTA was er bij haar oordeel van begin september van uitgegaan dat die concurrentie niet op korte termijn te verwachten valt. De afge-lopen tijd heeft OPTA echter geluiden gehoord dat kabelexploitanten wel degelijk concrete plannen op dit punt hebben. Als dat zo is, dan zou het college daarmee rekening kunnen houden. De tarieven voor lokaal telefoonverkeer zouden dan bijvoor-beeld fasegewijs kunnen worden aange-past, net zoals dat bij de tarieven voor interlokale gesprekken gebeurt. K

(6)

De Telecommunicatiewet heeft tot doel de Nederlandse telecommunicatiemarkt te libe-raliseren. Om die reden zijn in de wet de in Europees verband afgesproken regels opge-nomen voor liberalisatie en Europese har-monisatie van de telecommunicatiesector. Eén van de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de (oude) Wet op de tele-communicatievoorzieningen is dat het stelsel van vergunningen, machtigingen en de concessie (voor KPN) komt te vervallen. In principe mag iedereen in Nederland voortaan openbare telecommunicatienetten exploiteren en telecommunicatiediensten aanbieden. Marktpartijen hoeven geen ver-gunning meer aan te vragen voordat ze met hun commerciële activiteiten beginnen. Wel moeten zij zich bij OPTA laten registreren.

In plaats van vergunningen en machtigin-gen komt er een registratiesysteem. Deze registratie is laagdrempelig: een registratie vormt geen barrière voor markttoetreding.

VIJF HOOFDCATEGORIEËN

Er zijn vijf hoofdcategorieën waarvoor deze registratieplicht geldt: voor het aanleggen of aanbieden van een openbaar telecom-municatienetwerk, huurlijnen of een omroepnetwerk, het aanbieden van een openbare telecommunicatiedienst of een systeem voor voorwaardelijke toegang, zoals decoders. Op pagina 10 van deze Connecties kunt u meer lezen over het onderwerp ‘registraties’.

Alleen voor het gebruik van frequenties is

een vergunning nodig. Marktpartijen moe-ten daarvoor zijn bij de Rijksdienst voor Radiocommunicatie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Wel adviseert OPTA de minister over het gebruik van frequen-tieruimte voor openbare netwerken of openbare telecommunicatie-diensten, over de beperkingen waaronder de vergunning wordt verleend en over de voorschriften die aan de vergunning kunnen worden verbonden.

Houders van vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte zijn verplicht te voldoen aan redelijke verzoeken tot het medegebruik van antenne-opstelpunten (site-sharing). Het gaat dan om frequen-tieruimte die is bedoeld voor het exploite-ren van openbare telecommunicatienetwer-ken of omroepzendernetwertelecommunicatienetwer-ken, dan wel het aanbieden van telecommunicatiedien-sten. Als verzoeken tot site-sharing niet tot het gewenste resultaat leiden, kan OPTA op dit punt regels vaststellen (zie hiervoor ook Connecties nr. 8).

GRAAFRECHTEN

Waar voorheen vooral vergunninghouders graafrechten hadden, is het onder de nieu-we Telecommunicatienieu-wet zo dat iedereen

Exploiteren van netten en aanbieden van diensten voortaan vrij

Esprit Telecom Benelux BV en Interaktieve Media Services BV (IMS) hebben bezwaar gemaakt tegen de beslissing van OPTA over de tarieven van KPN voor vaste verbindingen. Het college van OPTA stemde op 25 augus-tus jl. in met deze tarieven. Esprit en IMS stellen dat zij nadeel ondervinden van de

goedkeuring van KPN’s tarieven voor vaste verbindingen. Daarnaast hebben zij het colle-ge verzocht te bemiddelen in de zin van de artikelen 40b en 40c van de Wet op de telecom-municatievoorzieningen. Op grond van deze artikelen kan het college worden gevraagd te beoordelen of de klagers in hun

belang zijn getroffen. Dit kan mogelijk leiden tot een aanwij-zing waarbij KPN de tarieven moet wijzigen.

Voordat het college op het bezwaar en het verzoek om bemiddeling beslist, zullen beide klagende partijen en KPN op 23 november, vanaf 13.30 uur, worden gehoord. De

hoor-zitting vindt plaats in de vesti-ging ‘Babylon’ van OPTA, Koningin Julianaplein 30 in Den Haag. Aanmelden voor de hoorzitting kan tot 20 novem-ber schriftelijk bij OPTA, de heer C.C. van Delft, of per e-mail: J.vanDelft@opta.nl. K

Bezwaar tegen KPN-tarieven voor vaste verbindingen

Eerste Kamer aanvaardt

Telecommunicatiewet

(7)

die een openbaar telecommunicatie- of omroepnetwerk aanbiedt deze rechten heeft. Iedereen moet de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels voor dergelijke net-werken in openbare gronden gedogen. Wel bestaat daarbij een recht op schadevergoe-ding. De gedoogplicht voor interlokale en internationale kabels geldt voor alle gron-den, behalve afgesloten tuinen en erven die met een woning één geheel vormen. De gemeenten zullen op grond van de Telecommunicatiewet verordeningen maken om deze gedoogplicht nader uit te werken. Ook zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de coördinatie van de graaf- en andere werkzaamheden in dit verband. Mochten aanbieders van een openbaar telecommuni-catie- of omroepnetwerk en de eigenaar van de grond niet tot overeenstemming komen, dan kan laatstgenoemde OPTA vragen hier-over een besluit te nemen.

TOEGANG TOT DE KABEL

OPTA heeft op grond van de Telecommuni-catiewet ook een aantal bevoegdheden

gekregen als het gaat om toegang tot de kabel, omroepnetwerken en systemen voor voorwaardelijke toegang (televisiedeco-ders). Zoals al gemeld moeten aanbieders van voorwaardelijke toegangssystemen zich bij OPTA laten registreren. OPTA ziet erop toe dat toegang tot deze systemen op eer-lijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden gebeurt. Het college van OPTA kan ontheffing van verplichtingen die voortvloeien uit de Mediawet (onder meer doorgifteverplichting van een basispakket) verlenen voor aanbieders van omroepnet-werken die geen aanmerkelijke macht op de markt hebben.

CONCURRENTIE

Bij concurrentie in de markt moeten eind-gebruikers die klant zijn bij de ene aanbie-der kunnen communiceren met klanten van de andere aanbieder. De wet voorziet daar-om in interconnectieverplichtingen. Alle exploitanten van openbare telecommunica-tienetwerken en aanbieders van openbare telecommunicatiediensten zijn verplicht

verzoeken tot interconnectie in te willigen. In principe komen interconnectieovereen-komsten tot stand door onderhandelingen tussen de betrokken partijen. Wel kan het college van OPTA termijnen aan de onder-handelingen stellen. Ook kan het, als de marktpartijen niet tot overeenstemming kunnen komen, op aanvraag regels vast-stellen die tussen hen zullen gelden. Als een marktpartij een interconnectiever-zoek van een andere partij niet redelijk vindt, kan eerstgenoemde een verzoek bij het college indienen om van de intercon-nectieplicht te worden ontheven. Het col-lege bekijkt dan onder meer of dit een redelijk verzoek is en of er andere – tech-nisch en commercieel haalbare – mogelijk-heden bestaan. Verder beslecht het OPTA-college geschillen tussen de onderhande-lende partijen.

Marktpartijen moeten binnen een week na het sluiten van een interconnectieovereen-komst een afschrift daarvan naar OPTA sturen. Het college beoordeelt de

(8)

nectieovereenkomsten en kan deze laten aanpassen als er bepalingen instaan die in strijd zijn met de wet.

AANMERKELIJKE MARKTMACHT

Nieuwe partijen moeten tot de markt kun-nen toetreden om daarmee de totstandko-ming van daadwerkelijke concurrentie te bevorderen. Daarom is in Europees verband gekozen voor een stelsel waarin nieuw toetredende en kleine aanbieders minder zware plichten hebben dan partijen met een zogenoemde ‘aanmerkelijke markt-macht’. Het gaat dan om partijen die een marktaandeel van ongeveer 25 procent hebben op een bepaalde (deel)markt. De wet bevat een overgangsbepaling waaruit blijkt dat KPN in elk geval voor een perio-de van twee jaar na inwerkingtreding van de wet als aanmerkelijke marktmacht is aangewezen voor huurlijnen, openbare vaste telefoonnetwerken en -diensten.

De verplichtingen voor partijen met aan-merkelijke marktmacht bestaan er bijvoor-beeld uit dat interconnectie voor iedereen onder gelijke voorwaarden moet worden aangeboden en dat sommige tarieven kos-tengeoriënteerd moeten zijn. Daarnaast dienen partijen met aanmerkelijke markt-macht te voldoen aan alle redelijke verzoe-ken tot bijzondere toegang. Dit is toegang tot een telecommunicatienetwerk op pun-ten anders dan de netwerkaansluitpunpun-ten die aan de meeste gebruikers worden aangeboden. Carrierselectie bijvoorbeeld maakt gebruik van bijzondere toegang. Verder moeten vaste openbare telefoon-netwerken en -diensten tegen kostenge-oriënteerde tarieven worden aangeboden. Ook gelden er eisen tot het voeren van een gescheiden boekhouding voor onder meer interconnectie en bijzondere toegang, huurlijnen, openbare telefoon-diensten en omroepnetwerken.

Het OPTA-college wijst partijen met aan-merkelijke marktmacht aan. Het college heeft de wettelijke mogelijkheid van het 25-procentscriterium af te wijken. Op korte termijn zal het college over dit onderwerp een consultatiedocument uitbrengen.

KWALITEITSEISEN

Aanbieders van huurlijnen, een vast open-baar telefoonnetwerk of telecommunicatie-dienst zijn onder andere verplicht bepaalde kwaliteitseisen na te leven. Ook moeten zij hun tarieven bekend maken en gratis toe-gang tot het alarmnummer 112 aanbieden. Iedereen kan geschillen met aanbieders van openbare telefoonnetwerken en -diensten en huurlijnen (voor zover deze aanbieders aanmerkelijke macht op de markt hebben) voorleggen aan OPTA. Ook zijn er in de wet regels opgenomen over de bescherming van privacy en de integriteit van netwerken.

MEDEDINGING

Vanwege het specifieke karakter van de telecommunicatiemarkt èn omdat er nu sprake is van een overgangssituatie naar een volledig geliberaliseerde markt, zijn specifieke regels nodig in aanvulling op het algemene mededingingsrecht. In de wet zijn bepalingen opgenomen over de uitleg die het college zal geven aan begrippen uit het mededingingsrecht. Deze begrippen zullen worden uitgelegd aan de hand van richtlijnen die OPTA en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) samen opstellen. Ook moeten OPTA en NMa een samenwerkingsprotocol opstellen. Overigens is er, vooruitlopend op de wet, al sprake van samenwerking tussen de NMa en OPTA. Zo is er een gezamenlijk werk-document over het begrip ‘redelijk rendement’ verschenen en een aantal dossiers wordt gezamenlijk behandeld.

NUMMERS

Ook onder de nieuwe Telecommunicatiewet blijft OPTA op aanvraag nummers toeken-nen aan exploitanten respectievelijk aan-bieders van telecommunicatienetwerken en -diensten en/of de gebruikers hiervan. Dit gebeurt in principe op grond van het door de minister opgestelde nummerplan. Ook kan OPTA nummers reserveren. K

(9)

TPG heeft met Zweden een contract geslo-ten nadat het had aangekondigd dat het niet zal deelnemen aan de zogeheten REIMS II-overeenkomst. In de REIMS I- en II-overeenkomsten hebben de postbedrij-ven van de EU de vergoedingen geregeld die zij berekenen voor het afhandelen van elkaars post. Tevens is in de overeenkom-sten de kwaliteit van de afhandeling vast-gelegd. De Europese Commissie moet deze overeenkomsten goedkeuren. REIMS II ligt momenteel ter goedkeuring bij de Europese Commissie.

RICTHLIJN INTERCONNECTIE

Op 3 oktober is richtlijn 98/61/EG van het Europees Parlement en de Raad gepubli-ceerd. Deze richtlijn wijzigt richtlijn 97/33/EG (de interconnectie-richtlijn) over nummerportabiliteit – het meenemen van je telefoonnummer naar een andere tele-comaanbieder – en carriervoorkeuze. De wijziging houdt onder andere een extra verplichting in voor marktpartijen die door de nationale toezichthouders (NRA’s) zijn aangewezen als ‘aanmerkelijke marktmacht’. Het gaat daarbij om partijen die een marktaandeel hebben van ongeveer 25 pro-cent op een bepaalde (deel)markt. Voor

hen gelden strengere regels dan voor par-tijen met een kleiner marktaandeel. Partijen met aanmerkelijke marktmacht worden verplicht om hun abonnees, met inbegrip van ISDN-gebruikers, de mogelijk-heid te bieden toegang te krijgen tot andere aanbieders van telecomdiensten. De directeur-generaal van de Britse toe-zichthouder Oftel heeft op 14 oktober zowel British Telecom als Kingston aange-wezen als partijen met aanmerkelijke macht op de ‘vaste’ telefoniemarkt. De aanwijzing vloeit voort uit onder meer de Europese regels voor Open Network Provision (ONP).

BESLUIT VANTKC

De Oostenrijkse toezichthouder, TKC, heeft begin oktober een besluit genomen in een door vier marktpartijen aangebracht inter-connectiegeschil. Dit geschil betrof de interconnectievergoedingen voor netwerk-aanbieders, het recht op interconnectie op een zo laag mogelijk aansluitpunt op het

netwerk van Telekom Österreich en gelijk-schakeling van ISDN- en spraaktelefonie-diensten voor interconnectie. Prof. dr. Otruba, de voorzitter van TKC, verwacht dat de interconnectietarieven met 30 pro-cent zullen dalen. Dat zal leiden tot een aanzienlijke verlaging van de telefoonta-rieven voor eindgebruikers. Tevens is een besluit genomen over carrierselectie. Ook Oostenrijk kent een viercijferige code die voorafgaand aan het gewenste nummer moet worden gekozen. Telekom Österreich moet technische maatregelen nemen om de huidige wachttoon tussen de carrier selec-tiecode en het gewenste nummer te voor-komen. Carrier preselectie – waarbij één-malig wordt vastgelegd dat iemand altijd via een bepaalde telecomaanbieder zijn telefoonverkeer laat afhandelen – zal in Oostenrijk vanaf 1 januari 2000 mogelijk zijn. K

Europese ontwikkelingen

TPG en Zweedse Post sluiten overeenkomst

(10)

De Telecommunicatiewet spreekt over vijf categorieën ‘spelers’ op de telecommunica-tiemarkt voor wie de registratieplicht geldt. Dit zijn marktpartijen die een open-baar telecommunicatienetwerk, huurlijnen of een omroepnetwerk aanleggen of aanbieden, of partijen die een openbare telecommunicatiedienst of een systeem voor voorwaardelijke toegang (bijvoorbeeld decoders) aanbieden. Een uitzondering betreft de houders van een vergunning voor het gebruiken van frequenties. Dergelijke vergunningen worden echter niet door OPTA, maar door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat uitgegeven. Daarnaast heeft de wetgever de mogelijk-heid opengehouden dat bij algemene maatregel van bestuur diensten of (omroep)inrichtingen van geringe omvang of betekenis, bijvoorbeeld een gemeen-schappelijke antenne-inrichting, worden vrijgesteld van de registratieplicht.

HOE KUNT U ZICH LATEN REGISTREREN?

Voor elk van de vijf categorieën bestaat een registratieformulier. Het ingevulde formulier moet worden ondertekend door een daartoe bevoegd persoon binnen de organisatie. De bevoegdheid moet blijken uit een recent uittreksel (niet ouder dan 6 maanden) uit het handelsregister. De openbare-dienstenaanbieders en/of net-werkexploitanten dienen bij hun registra-tie-aanvraag informatie mee te sturen. Daarmee moeten zij aannemelijk maken dat hun aanbod openbaar is dan wel openbaar zal worden aangeboden. Als sprake is van één van de genoemde

Nieuwe Telecommunicatiewet, nieuwe regels

Registraties komen in plaats van machtigingen

Onder de nieuwe Telecommunicatiewet, die waarschijnlijk nog deze maand in werking treedt, moeten exploitanten van telecommunicatienetwerken en aanbieders van

telecommunicatiedien-sten zich bij OPTA laten registreren. De onder de ‘oude’ Wet op de telecom-municatievoorzieningen nog bestaande machtigingen en vergunningen komen daarmee te vervallen. Nieuwe regels

(11)

en vergunningen

categorieën waarvoor de registratieplicht geldt, zal OPTA het bedrijf opnemen in het register van geregistreerde partijen. Dit register zal openbaar zijn en is te zijner tijd te vinden op de website van OPTA (www.opta.nl). Belangrijk is te weten dat registratie voor meerdere categorieën mogelijk is. Zo zal een exploitant van een telecommunicatienetwerk zijn netwerk waarschijnlijk ook gebruiken voor het aan-bieden van telecommunicatiediensten. In zo’n geval moet de exploitant zich mini-maal in twee categorieën laten registreren.

WAT GEBEURT ER MET DE BESTAANDE

MACHTIGINGEN, VERGUNNINGEN EN REGISTRATIES?

In de nieuwe wet zal nog slechts sprake zijn van registratie. Dit betekent dat machtigingen op basis van de ‘oude’ wet (Wtv) en vergunningen op basis van de Vergunningenwet (Vw) vervallen. Partijen die een vergunning of machtiging hadden zullen zich moeten laten registreren bij OPTA. Een uitzondering geldt voor registra-tie op grond van artikel 4ac van de Wtv (bijzondere toegang tot of interconnectie met het vaste telecommunicatienet van KPN). Deze vorm van registratie is gelijk gesteld met een registratie onder de nieu-we nieu-wet. Dit houdt in dat deze partijen geen nieuw verzoek om registratie in hoeven te dienen en dat zij automatisch zijn geregistreerd bij OPTA.

De nieuwe regeling voor registratie geldt niet van de ene op de andere dag. Partijen hebben na het in werking treden van de Telecommunicatiewet zes maanden de tijd om zich te laten registreren. OPTA zal de partijen die op dit moment bekend zijn als vergunninghouder, gemachtigde of geregi-streerde met een brief informeren over het veranderde regime. Het intrekken van de Wtv en de Vw zal te zijner tijd per Konink-lijk Besluit plaatsvinden, op tijdstippen die per onderdeel van die wetten verschillend kunnen zijn.

WAARVOOR DIENT DE REGISTRATIE?

De registratie dient in eerste instantie om een beeld te krijgen van de partijen die actief zijn op de telecommunicatiemarkt. Dit inzicht in de markt is noodzakelijk om te kunnen bepalen aan welke partijen bepaalde informatie wordt gevraagd bij de uitoefening van specifieke taken die aan OPTA, de minister of anderen zijn opgedra-gen. Een voorbeeld daarvan is de taak van OPTA om te bepalen welke partijen beschikken over een ‘aanmerkelijke markt-macht’. Dat zijn partijen die een marktaan-deel hebben van circa 25 procent of meer op een bepaalde (deel)markt. Een ander voorbeeld is de gedoogplicht rond het gra-ven voor openbare telecommunicatienet-werken en omroepnettelecommunicatienet-werken. Lokale over-heden zullen zelf moeten bepalen of deze gedoogplicht geldt voor de partij die zich daarop beroept. De bewuste overheids-instantie zal echter eerst kijken of de verzoekende partij in het register van OPTA staat.

WAT ALS PARTIJEN ZICH NIET LATEN REGISTREREN?

In de Wet op de economische delicten staat dat het niet nakomen van de registratieverplichting strafbaar is. In een dergelijk geval kan OPTA het Openbaar

Ministerie vragen om vervolging in te stellen.

Daarnaast is OPTA onder meer belast met het toezicht op de naleving van de Telecommunicatiewet. Als blijkt dat een marktpartij in gebreke blijft, dan kan OPTA een boete opleggen van maximaal één miljoen gulden.

WELKE GEVOLGEN HEEFT DE REGISTRATIE VOOR U?

Een registratie is in principe drempelloos. Dit houdt in dat er geen inhoudelijke toets zal plaatsvinden, behalve de toets of het gaat om een openbaar aanbod. Dit kan onder meer worden aangetoond door brochures of andere reclame-uitingen mee te sturen met het verzoek om registratie. Verder kunt u gevraagd worden gegevens te verstrekken over onder meer aspecten die van belang zijn voor de veiligheid van de staat.

Het feit dat er geen inhoudelijke toets plaatsvindt betekent dat er aan een regis-tratie geen rechten of plichten zijn gekop-peld. Uw rechtspositie verandert niet door het feit dat u geregistreerd bent. Of u bepaalde rechten krijgt of aan bepaalde plichten moet voldoen hangt af van uw bedrijfsactiviteiten. Hierdoor zal mogelijk elke keer een toets plaatsvinden om te

Bureau Nummeruitgifte en

Registratieverlening

Eén van de bureaus binnen OPTA is het bureau Nummeruitgifte en Registratie-verlening. Dit bureau is ontstaan uit het samenvoegen van het bureau Vergunningverlening met een deel van het bureau Nummertaken. Dit bureau heeft twee kerntaken. De eerste is de uitgifte van informatienummers. Aanvragers kunnen bij het bureau terecht voor het aanvragen van een toekenning of reservering van één of meer nummers uit de 0800-/0900-/0906- en 0909-reeks.

Verder krijgt het bureau met de inwer-kingtreding van de Telecommunicatie-wet een nieuwe taak: het registreren

van aanbieders van openbare telecom-municatienetwerken, omroepnetwer-ken, huurlijnen, openbare telecommu-nicatiediensten en systemen voor voorwaardelijke toegang.

(12)

Het OPTA-college zal geen stappen ondernemen tegen het experiment ‘Snel-net’ van KPN Telecom. Volgens het college is niet gebleken dat KPN met dit experiment de regels van de telecommunicatiewetgeving overtreedt.

KPN Telecom houdt sinds 1 januari van dit jaar een proef in Amsterdam met de ADSL-technologie onder de naam ‘Snel-net’. Aan dit experiment doen ruim 900 gebruikers mee. De proef zou aanvankelijk een half jaar in beslag nemen, maar is door KPN Telecom verlengd tot eind december van dit jaar. Naast het testen van de technolo-gie meet KPN ook het gedrag van

gebrui-kers waar het gaat om de afname van diverse diensten, zoals snelle

Internettoegang en ‘video on demand’. Een aantal marktpartijen heeft bij het college van OPTA geklaagd over dit experi-ment. Deze partijen zijn van mening dat, gezien de duur en de omvang ervan, geen sprake kan zijn van een experiment. Zij stellen verder dat KPN Telecom niet voldoet aan de eis van kostenoriëntatie. Dit omdat KPN onder meer een kosteloos Internetabonnement en een multimedia-pc beneden de kostprijs aan de deelnemers ter beschikking stelt. De partijen zijn van mening dat KPN Telecom dit doet om klanten aan zich te binden.

OPTA heeft KPN Telecom over vragen gesteld over Snel-net en vervolgens het experiment beoordeeld aan de hand van de

huidige telecommunicatie-regelgeving. Daarin zijn wat betreft experimenten op vaste openbare telefoonnetwerken geen voorwaarden of beperkingen gesteld. De eis van kostenoriëntatie is alleen van toe-passing op de concessiediensten telefonie en vaste verbindingen.

De klacht dat KPN Telecom met het experi-ment heeft geprobeerd klanten aan zich te binden is volgens het college niet aanne-melijk. OPTA stelt dat niet gebleken is dat de aangezochte deelnemers door mee te werken aan de proef van KPN zijn gebon-den aan het afnemen van een eventuele ADSL-dienst van KPN Telecom na afloop van het experiment. Het college zal dan ook geen stappen tegen KPN Telecom ondernemen. K

bepalen welke marktpartijen aan bepaalde verplichtingen moeten voldoen of aan welke marktpartijen bepaalde rechten toe-komen. Een voorbeeld van dat laatste is de

al eerder aangehaalde gedoogplicht die lokale overheden hebben bij graven. Aan een registratie zullen geen voorwaar-den en beperkingen worvoorwaar-den verbonvoorwaar-den.

WANNEER WORDT EEN REGISTRATIE GEWIJZIGD OF BEËINDIGD?

Een registratie wordt in principe slechts gewijzigd of beëindigd op verzoek van de partij die geregistreerd is. Er zijn ook gevallen die OPTA het recht geven om een registratie te wijzigen of te beëindigen. Dat kan gebeuren als blijkt dat de verstrek-te gegevens niet meer juist zijn of als de gronden voor de registratie zijn vervallen. Tevens kan een registratie worden beëin-digd als de desbetreffende partij handelt in strijd met de wet òf – op aanwijzing van de minister van Verkeer en Waterstaat – als dat in het belang is van de veiligheid van de staat of de handhaving van de rechtsorde.

MEER VRAGEN?

Dit artikel bevat algemene informatie over registraties. Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen over de op handen zijnde veranderingen, dan kunt u contact opnemen met onze medewerkers van het Bureau Nummeruitgifte en Registratie-verlening via het gratis informatienummer 0800 – 022 31 22. K

(13)

Geïnteresseerde marktpartijen kunnen binnenkort het door OPTA ontwikkelde bottom up-model uittesten. OPTA heeft mede aan de hand van dit model de interconnectietarieven van KPN beoor-deeld.

Onder bepaalde voorwaarden stelt OPTA een ruimte met een PC en het computer-model ter beschikking. Het computer-model zal daar-bij niet met de feitelijke kosten- en ver-keersgegevens, maar met fictieve gegevens zijn gevuld. De reden daarvan is dat kosten- en verkeersgegevens bedrijfs-vertrouwelijk zijn.

OPTA deed de toezegging dat anderen het bottom up-model mogen uittesten tijdens de consultatieronde met de markt over de kostentoerekeningsmethoden. Het model is

bedoeld om de kosten te kunnen bereke-nen van een nieuw aan te leggen netwerk. Het bottom up-model werd samen met het door KPN ontwikkelde Embedded Direct Cost-systeem gebruikt bij het beoordelen van de interconnectietarieven van KPN. Het college van OPTA heeft op 1 juli jl. haar oordeel uitgesproken over deze tarieven. Marktpartijen kunnen voor het uitvoeren van een test schriftelijk of via e-mail con-tact opnemen met drs. W. de Natris, e-mail W.deNatris@opta.nl. Na aanmelding zal een afspraak worden gemaakt. K Voor KPN valt de dienst onder de vaste

verbindingen. In haar oordeel over de kos-tenoriëntatie van vaste verbindingen van 15 juli jl. constateerde het OPTA-college dat KPN de tarieven voor kerktelefoon met drie procent wilde verhogen tot ƒ6,08 per maand. Daarmee is het tarief nog niet kos-tendekkend en dus ook niet kostengeoriën-teerd. Gezien het door KPN genoemde sociale karakter heeft het college toch ingestemd met het (te) lage tarief. Tegen het OPTA-besluit van 25 augustus

jl., waarin het college heeft ingestemd met de KPN’s tarieven voor vaste verbindingen, maakt Kabelfoon nu bezwaar. Het bedrijf biedt onder meer Internetdiensten en kerk-telefoon aan via het kabelnet van CAI-Westland. Volgens Kabelfoon wordt ook op enkele andere plaatsen in Nederland kerk-telefoon via het kabelnet aangeboden.

Kabelfoon is van mening dat er wel dege-lijk concurrentie is op het gebied van de dienst kerktelefoon en meent dat de gerin-ge omvang van de dienst niet betekent dat de tarieven niet kostengeoriënteerd hoeven te zijn. Op 17 november vindt er een hoor-zitting over het bezwaarschrift van Kabelfoon plaats. K

Bezwaar Kabelfoon tegen

KPN-tarief voor kerktelefoon

Kabelfoon heeft een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van OPTA om de nieuwe tarieven van KPN voor de dienst kerktelefonie goed te keuren. Kerktelefoon biedt abonnees de mogelijkheid kerkdiensten via een huurlijn te volgen.

(14)

Het is al enkele jaren mogelijk om tijdens de ‘opbouw’ van een telefoongesprek infor-matie mee te zenden, zoals het nummer van degene die belt. Tot een paar maanden geleden gebruikten telecom-aanbieders deze informatie alleen intern,

bijvoorbeeld voor de nota’s die zij aan hun klanten sturen.

Sinds enkele maanden kan ook de abon-nee, door een abonnement op de dienst

‘nummerweergave’ te nemen, zien wie hem of haar belt. Deze dienst is te beschouwen als een verbetering van de privacy: degene die wordt gebeld kent de identiteit van de beller. Daardoor kan de gebelde zelf beslis-sen of hij de telefoon opneemt of niet. Tegelijkertijd is de privacy van de beller niet meer gewaarborgd omdat hij niet meer kan bellen zonder zijn telefoonnummer bekend te maken. Om de gevolgen voor de persoon-lijke levenssfeer van alle gebruikers (bellers en gebelden) zoveel mogelijk te minimalise-ren, is het aanbieden van nummeridentifica-tie in de Telecommunicanummeridentifica-tiewet geregeld.

BLOKKERINGSREGELINGEN

In de Wet persoonsregistraties (WPR) staan algemene bepalingen voor de bescherming van de privacy, die van toepassing zijn op alle verwerkingen van persoonsgegevens. Een telefoonnummer is een persoonsgege-ven in de zin van de WPR. Naast de alge-mene privacybepalingen zijn in hoofd-stuk 11 van de Telecommunicatiewet (Tw) de regels te vinden die specifiek van

toe-passing zijn op de telecommunicatiemarkt. In artikel 11.9 van de Tw staan de regels die betrekking hebben op het aanbieden van de faciliteit nummeridentificatie, ofwel nummerweergave. In dat artikel staan de blokkeringsmogelijkheden genoemd die degene die nummeridentificatie aanbiedt ter beschikking moet stellen aan de gebruikers en abonnees. Deze verplichting geldt niet alleen voor aanbieders van ‘vaste’, maar ook voor aanbieders van mobiele en van geïntegreerde telecommu-nicatiediensten.

Als een telecombedrijf nummeridentificatie aanbiedt moeten zijn klanten de volgende blokkeringsmogelijkheden krijgen. In de eerste plaats moet iedereen die belt koste-loos de weergave van zijn of haar nummer kunnen blokkeren. Ten tweede moet iemand die wordt gebeld de mogelijkheid krijgen de weergave van het nummer van degene die opbelt te verhinderen. Ten derde moet degene die een telefoontje krijgt een gesprek kunnen weigeren als het nummer van degene die belt niet zichtbaar

In het vorige nummer van Connecties werd in algemene zin ingegaan op privacy-aspecten rondom telecommuni-catie. Dit artikel gaat uitgebreider in op één van die onderwerpen: nummer-weergave. Daarbij kan iemand die wordt gebeld op een schermpje op het telefoontoestel het nummer zien van degene die belt.

(15)

is. De telefoon gaat in dat geval gewoon niet over.

De eerste vorm van blokkeren moet in elk geval voor elke oproep afzonderlijk lijk zijn. KPN Telecom biedt ook de moge-lijkheid om de weergave van het nummer permanent te blokkeren. De tweede en derde vorm van blokkeren bieden telecom-bedrijven op dit moment nog niet aan. De derde vorm, ook wel ‘block blocking’ genaamd, is van groot belang voor de bescherming van de privacy van abonnees.

ALARMNUMMER112

In artikel 11.10 van de Tw is geregeld dat bij het alarmnummer 112 het nummer van diegene die belt altijd is te zien, ook als de nummerweergave geblokkeerd is. De aanbieders van nummeridentificatie zijn verplicht tegelijk met het nummer naam, adres en woonplaats van de abonnee aan de alarmcentrale te geven. Deze gegevens zijn een hulpmiddel bij het lokaliseren van de plek waar hulp wordt gevraagd. Bovendien gaat de verstrekking van deze gegevens misbruik van het alarmnummer tegen. Artikel 11.10 legt de wettelijke basis die de WPR vereist bij het verstrek-ken van gegevens aan derden.

‘OMGEKEERDE’ NUMMERIDENTIFICATIE

Naast identificatie van degene die belt (ofwel nummerweergave zoals wij die nu kennen) is er nog een tweede soort num-meridentificatie. Dat is de weergave van het nummer dat wordt gebeld nog voordat de verbinding tot stand is gebracht. Als een toestel is doorgeschakeld ziet de beller het nummer van het toestel waarheen is doorgeschakeld.

Ook in dit geval geldt dat degene die wordt gebeld de mogelijkheid moet hebben de weergave van het nummer van degene die belt kosteloos te blokkeren. Deze vorm van blokkeren is vooral van belang bij doorgeschakelde toestellen. De gebelde kan bezwaren hebben tegen het zichtbaar maken van het toestelnummer waarheen de telefoon is doorgeschakeld. Een arts kan bijvoorbeeld zijn praktijktoestel doorge-schakeld hebben naar zijn mobiele toestel, maar niet willen dat al zijn patiënten zijn mobiele telefoonnummer te zien krijgen. K

Toegekende carrierselectie-codes

per 30 oktober 1998

Code Nummerhouder Vestiging in Datum toekenning

1600 EnerTel N.V. Rotterdam 23-4-1997

1602 Tele2 Nederland B.V. Oude Meer 6-6-1997

1603 United World Telecom Netherlands Broek op Langedijk 9-4-1998

1606 Talkline Benelux B.V. Baarn 29-10-1998

1608 N.V. Centrale Antenne Systemen Delft 11-7-1997

Exploitatie Maatschappij ‘CASEMA’

1609 ID Switch GmbH Düsseldorf Duitsland 7-10-1998

1610 M-Tel B.V. Hoofddorp 4-9-1997

1611 Versatel Telecom B.V. Amsterdam 12-5-1997

1615 World Telecom Labs NL B.V. Zaventem (B) 4-3-1998

1616 Telfort B.V. Amsterdam 12-5-1997

1620 Interoute Netherlands B.V Amsterdam 27-8-1997

1622 N.V. PNEM Teleservices ’s-Hertogenbosch 25-8-1997

1623 Viafoperations Communications B.V. Hoofddorp 29-7-1997

1626 IMS Telecom Amsterdam 12-5-1997

1630 Long Distance International Ltd. London (GB) 10-12-1997

1633 Telegroup Nederland B.V. Lelystad 13-8-1997

1636 Steady Sports BV Rijswijk 30-7-1998

1640 Debitel Nederland B.V. Hoofddorp 22-9-1998

1644 Worldxchange NL Corporation Amsterdam 18-6-1997

1646 Global One Communications B.V. Amstelveen 24-4-1997

1649 Infotel B.V. Oss 24-4-1998

1654 Axxon Telecom B.V. Capelle a/d IJssel 11-5-1998

1655 KPN Telecom B.V. Den Haag 12-5-1997

1656 Atlantic Telecom Venray B.V. Venray 25-9-1997

1658 One Tel B.V. Amsterdam Z.O. 14-8-1998

1660 Callmax B.V. Eindhoven 22-8-1997

1661 RSL COM Holdings B.V. Hoogland 17-8-1998

1664 N.V. Telekabel Velp 22-8-1997

1665 Worldport Communications Europe B.V. Den Haag 15-4-1998

1666 Teltrack B.V. Wassenaar 10-12-1997

1667 USA Global Link Holdings B.V. Amsterdam 27-10-1998

1668 AT&T Unisource Communication Services v.o.f. Hoofddorp 25-4-1997

1669 International Tele Group (I.T.G.) B.V. Utrecht 26-5-1998

1670 Worldcom Communications B.V. Amsterdam 25-8-1997

1677 Kabeltelevisie Amsterdam B.V. Amsterdam 6-6-1997

1680 Esprit Telecom Benelux B.V. Amsterdam 12-5-1997

1684 Swift Global Netherlands B.V. Leiderdorp 5-12-1997

1685 N.V. CasTel Groningen 19-9-1997

1686 T.M.I. Tele Media International Ltd. Amsterdam 14-8-1997

1687 Orion Telecom B.V. Rotterdam 14-5-1997

1688 FCI Carrier Services B.V. Amstelveen 27-5-1998

(16)

KConsultatiedocument I over kostentoere-kening voor interconnectie en bijzondere toegangsdiensten • 22 augustus 1997

KConsultatiedocument II over kostentoe-rekening voor interconnectie en bijzon-dere toegangsdiensten • 26 maart 1998

KBesluit van het OPTA-college inzake de bezwaren tegen het ‘Telfort-besluit’ van 26 juni 1997 • 3 april 1998

KConsultatiedocument over bijzondere toegangsdiensten • 4 juni 1998

KOPTA-college stelt interconnectietarieven vast (EDC oordeel) • 1 juli 1998

KBesluit op bezwaar in het geschil EnerTel KPN • 15 juli 1998

KOordeel kostenoriëntatie vaste verbindin-gen • 15 juli 1998

KInstemmingsbesluit tarieven vaste ver-bindingen • 25 augustus 1998

KOordeel van het OPTA-college over tele-foontarieven KPN Telecom • 4 september 1998

KOordeel van het OPTA-college over de KPN-tarieven voor spraaktelefonie (volle-dige tekst) • 10 september, bijlage 1, bijlage 2

KBesluit van het OPTA-college op het bezwaar van Versatel tegen de aanwij-zing inzake kortingsregelingen telefonie van KPN • 29 september 1998

KBesluit van het OPTA-college op het bezwaar van KPN tegen de aanwijzing inzake kortingsregelingen telefonie van KPN • 29 september 1998

KSpeech van prof. J.C. Arnbak voorzitter van het OPTA-college op het 14e kabelcongres • 28 oktober 1998

KPersbericht: Aanpassing telefoontarieven KPN in twee stappen • 6 november 1998

KBesluit van het OPTA-college in het geschil Enertel – KPN

KOordeel van het OPTA-college tussen EnerTel N.V. en Koninklijke PTT Nederland N.V. K

Op de website van OPTA (www.opta.nl) vindt u op de pagina Actueel alle belangrijke publicaties van OPTA. De documenten in Word-7-formaat zijn een-voudig te downloaden. Mochten er desondanks problemen zijn bij het opvragen van de publicaties dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de afdeling Communicatie, telefoon (070) 315 35 64. Hieronder een overzicht van de beschikbare documenten.

OPTA-publicaties op Internet

Connecties integraal op OPTA-website

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aan het statistische gegeven dát ouderen en zwakkeren van gezondheid langer zorg nodig hebben en een groter risico lopen om te overlijden, kunnen we ook de conclusie verbinden

Blijkens het ontwerpbesluit is OPTA van mening dat er voldoende concurrentiedruk wordt uitgeoefend, mede gebaseerd op de marktafbakening waarbij transit en directe interconnectie

Voorbeelden van juiste sociaaleconomische kenmerken van de zittende bewoners zijn:. −

• de aardbeving in San Francisco (bron 2a) tot veel schade leidde omdat het een dichtbevolkt gebied betrof, maar het aantal slachtoffers bleef beperkt vanwege het

• de aardolie als gevolg van de lage soortelijke massa naar hogere lagen migreert en zich verzamelt in de toppen van de anticlinalen (verklarend.

Door de eerder in mijn verhaal genoemde regelgebieden voor orgaan- en weefselspecifieke genexpressie te koppelen aan het DNA voor het Bt-eiwit kan dit eiwit bijvoorbeeld alleen in

Patienten die het recht op gelijke toegang tot zorg met een beroep op grondrechten willen effeetueren maken in de regel nog de meeste kans op toewijzing van hun vordering indien zij

Het betreft kosten voor het geschikt maken voor interconnectie van de lokale nummercentrales, inclusief de vervanging van de PRX/A centrales, voor het testen van de interconnectie,