Vraag nr. 93 van 19 januari 2005
van mevrouw GREET VAN LINTER
Vormingsbesluit lokale mandatarissen – Brussel Op 2 september 2004 verscheen in het Belgisch Staatsblad de publicatie van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 tot vaststelling van voorwaarden en regels inzake de toekenning van subsidies voor vormingsinitiatieven voor lokale mandatarissen, ambtenaren en topambtenaren. In het Vlaams Regeerakkoord staat duidelijk vermeld dat alle decreet- en regelgeving op hun toepasbaarheid in Brussel en hun effect op de band met Vlaanderen zal worden getoetst. Deze "Brusseltoets" zal, nog steeds volgens dit akkoord, voor elk beleidsdomein gebeuren door de verant-woordelijke minister.
Blijkens het antwoord van minister Anciaux, aan wie ik daarover een schriftelijke vraag stelde, is het bovenvermelde besluit evenwel niet van toepassing op de Nederlandstalige mandatarissen in Brussel (vraag nr. 5 van 17 september 2004; Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 3 van 19 november 2004, blz. 160).
Welke initiatieven neemt de minister terzake m.b.t. de Nederlandstalige Brusselse mandataris-sen, teneinde vermelde passage uit het Vlaams Regeerakkoord naar de letter en de geest na te komen ?
Antwoord
Het besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor lokale mandatarissen, ambtenaren en topambtena-ren werd door de vorige Vlaamse Regering goedge-keurd en dit op 28 mei 2004. Dit betekent dat dit gebeurde voor er sprake was van het huidige regeer-akkoord, waarin een verplichte Brusseltoets is opge-nomen.
Bovendien is het besluit van toepassing op de lokale besturen. In artikel 1, 3° worden die gedefinieerd als de gemeenten, de OCMW’s, de districten, de inter-gemeentelijke samenwerkingsverbanden en de pro-vincies van het Vlaamse gewest. Krachtens artikel 6, § 1, VIII van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen is de