• No results found

Figuur 1.1 Onderzoeksmodel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Figuur 1.1 Onderzoeksmodel"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

65 Theorie ontstaan / nut

en inrichting accoun-tantspraktijk Onderzoeksrapport London Economics Gesprekken / enquêtes met betrokkenen Beoordelingscriteria Accountantspraktijk bij wel / geen beperking

aansprakelijkheid

Oordeel beperken aan-sprakelijkheid

Bijlage 1

Onderzoeksontwerp

Dit onderzoeksmodel bestaat uit een conceptueel model waarin het wat, waarom en hoeveel van het onderzoek bepaald wordt, en een onderzoekstechnisch model waarin beslissingen worden genomen over waar, hoe en wanneer onderzicht wordt.

§ 1

Conceptueel ontwerp

Het conceptueel ontwerp bepaalt wat, waarom en hoeveel onderzocht wordt. Het bestaat uit vier delen: doelstelling, onderzoeksmodel, vraagstelling en begripsbepaling. (Verschuren en Doorewaard, 2005:16) Deze onderwerpen worden, aangevuld met randvoorwaarden, het trechtermodel en het conceptueel model, in dit hoofdstuk besproken.

§ 1.1 Doelstelling

Een doelstelling wordt volgens Verschuren en Doorewaard (2005:30) gemaakt naar aanleiding van een projectkader. Het projectkader in dit onderzoek is als volgt te omschrijven: wanneer de accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring afgeeft kan hij daarmee beslissingen van gebruikers beïnvloeden, wat catastrofale gevolgen kan hebben. Dit kan zelfs leiden tot de ondergang van een accountantskantoor. Momenteel zijn er vier grote accountantskantoren, te weten Deloitte, PwC, KPMG en Ernst & Young. Om deze te beschermen tegen genoemd accountantscontrolerisico wordt er gesproken over het beperken van de aansprakelijkheid van accountantskantoren, en daarmee ook de accountant zelf. Hiermee gaan voor- en nadelen gepaard voor diverse partijen.

Uit dit projectkader is de volgende doelstelling gedestilleerd:

Het doel van het onderzoek is het doen van aanbevelingen aan de directie van Deloitte Accountants B.V. omtrent haar standpunt ten aanzien van een beperking van de aansprakelijkheid van accountantskantoren.

§ 1.2 Onderzoeksmodel

Een onderzoeksmodel is een schematische weergave van het doel van het onderzoek en de globale stappen die gezet moeten worden om dit doel te bereiken (Verschuren en Doorewaard, 2005:46).

Het onderzoek passende bij bovenstaande doelstelling wordt weergegeven in onderstaand model.

(2)

66 Het uiteindelijke doel van het onderzoek is het vormen van een oordeel over het wel of niet beperken van de aansprakelijkheid van accountantskantoren, en indien wel de over de wijze waarop. Dit oordeel wordt gevormd door bestudering van accountantspraktijk met en zonder be-perkte aansprakelijkheid (onderzoeksobject). Naar dit object wordt vanuit een bepaalde optiek gekeken. Hier worden de praktijken kritisch geëvalueerd aan de hand van een aantal criteria: de in- en externe factoren. Deze optiek wordt ontwikkeld door het bestuderen van literatuur over het ontstaan en het nut van de accountantspraktijk, door een verdieping in het onderzoeksrapport van London Economics, dat de aansprakelijkheidskwestie op Europees niveau behandeld, en door het voeren van gesprekken met en het houden van enquêtes onder betrokkenen.

Bovenstaand model komt op het volgende neer: een bestudering van de inrichting en het nut van de accountantspraktijk voor de diverse betrokkenen, in het licht van in- en externe criteria voor effectief accountancybeleid, levert beoordelingscriteria waarmee de accountantspraktijken met en zonder beperking van de aansprakelijkheid worden beoordeeld. De beoordelingsresultaten worden verwerkt tot een oordeel omtrent het beperken van aansprakelijkheid in Nederland. § 1.3 Vraagstelling

Op basis van bovenstaand onderzoeksmodel is de volgende vraagstelling geformuleerd:

Op welke manier kan een aansprakelijkheidsbeperking van geregeld worden, en is dit een positieve dan wel negatieve ontwikkeling voor Deloitte Accountants B.V. vergeleken met de hui-dige situatie gezien de in- en externe factoren die op deze kwestie betrekking hebben?

Om de beantwoording van deze vraagstelling te structuren wordt hij gespecificeerd aan de hand van deelvragen, welke deelstappen zijn in het onderzoeksproces (Verschuren, 1999:65). De deelvragen zijn gerubriceerd in een verkenningsfase, een verdiepingsfase en een fase waarin een vertaalslag gemaakt wordt van de resultaten van de vorige fase, naar Deloitte Accountants B.V. Deelvragen:

Verkenning

1. Op welke manier en waarom is accountancy ontstaan en ontwikkeld tot de huidige praktijk, en op welke manier is deze huidige praktijk ingericht, met name met betrekking tot de aansprakelijkheid van accountants?

2. Op welke manier wordt in de huidige praktijk omgegaan met aansprakelijkheden?

3. Op welke manieren kan een aansprakelijkheidsbeperking van accountantskantoren ingericht worden?

Verdieping

4. In hoeverre is aansprakelijkheidsbeperking met het oog op externe factoren een gunstige dan wel ongunstige ontwikkeling in de accountantspraktijk, bekeken van uit het perspectief van Deloitte, ten opzichte van de huidige inrichting?

5. In hoeverre is aansprakelijkheidsbeperking met het oog op interne factoren een gunstige dan wel ongunstige ontwikkeling in de accountantspraktijk, bekeken van uit het perspectief van Deloitte, ten opzichte van de huidige inrichting?

Vertaalslag

6. In hoeverre is het invoeren van een aansprakelijkheidsbeperking van accountantskantoren op grond van externe en interne factoren gerelateerd aan Deloitte Accountants B.V. een positieve dan wel negatieve ontwikkeling in de accountantspraktijk?

(3)

67 Toelichting bij de deelvragen

Bij het formuleren van de deelvragen is het onderzoeksmodel van § 2.3 leidraad geweest. Daar is gesteld dat bestudering van de inrichting en het nut van de accountantspraktijk voor de diverse betrokkenen, criteria op moet leveren om de accountantspraktijk met en zonder beperkte aan-sprakelijkheid te beoordelen.

De eerste stap in het onderzoeksproces betreft daarom de origine van accountancy. In deze ver-kennende fase van het onderzoek wordt eerst gekeken naar het waarom van accountancy: waar-om is het ontstaan, wat is het nut van accountancy? Ook kwaar-omt de accountantspraktijk in Neder-land aan bod. Interessant hierbij zijn de ontwikkelingen (met betrekking tot aansprakelijkheid van de accountant) die accountancy in Nederland heeft doorgemaakt, en waar deze toe geleid hebben: op welke manier is de huidige accountantspraktijk ingericht? Deze laatste vraag is ge-zien het onderzoeksobject met name interessant met betrekking tot wet- en regelgeving aangaan-de aansprakelijkheaangaan-den van accountantskantoren.

De volgende vraag in de eerste fase van het onderzoek richt zich specifiek op aansprakelijkhe-den. Dit werkt twee kanten op. In de eerste plaats betreft het aansprakelijkheidbepalingen in de huidige wet- en regelgeving, en in de tweede plaats betreft het de omgang van Deloitte met aan-sprakelijkheden.

De derde vraag van de verkenningsfase betreft de eventuele nieuwe praktijk waarin de aanspra-kelijkheid beperkt wordt, om duidelijk te maken wat het verschil is tussen accountancy met en zonder beperking van de aansprakelijkheid van accountants. Er worden verschillende manieren genoemd waarop een limitering van aansprakelijkheid vormgegeven kan worden.

De verkenningsfase vormt de basis van het vervolgonderzoek. In de verdiepingsfase komt de kwestie aansprakelijkheidsbeperking nader aan bod. De verschillende manieren waarop aanspra-kelijkheid beperkt kan worden, worden op basis van door London Economics genoemde interne en externe factoren vanuit een Deloitte perspectief beoordeeld. Hierbij wordt gekeken in hoever-re de beperking een gunstige ontwikkeling is vergeleken met de huidige situatie. Deelvraag 4 be-treft de externe factoren, deelvraag 5 de interne.

Op basis van deze beoordeling wordt tot slot geconcludeerd of een aansprakelijkheidsbeperking van accountants volgens Deloitte ingevoerd moet worden, en zo ja op welke manier. Deelvraag 6 is hiermee de vertaalslag van de verkenningsfase naar de beantwoording van de hoofdvraag. § 1.4 Randvoorwaarden

De Leeuw (2001:81) stelt dat een probleemstelling drie componenten heeft, te weten doelstel-ling, vraagstelling en randvoorwaarden. Verschuren en Doorewaard noemen de component randvoorwaarden niet. Als aanvulling op Verschuren en Doorewaard worden ze hier wel ge-noemd.

- Het onderzoek wordt in 4 maanden uitgevoerd.

- Het onderzoek wordt zelfstandig verricht, vanuit de opleiding Accountancy & Control-ling begeleid door drs. A. Smeenge RA en vanuit Deloitte door P. Schuurman. Medebe-oordelaar is dr. J. van Kesteren.

- Het onderzoek voldoet aan de eisen zoals genoemd in de ‘Handleiding afstudeerwerk-stukken voor masteropleiding Accountancy & Controlling, versie januari 2006.

(4)

68 § 1.5 Trechtermodel

Het trechtermodel stelt dat de doelstelling, vraagstelling en deelvragen steeds nauwer geformu-leerd en specifieker moeten zijn (Van Kesteren, sheets SOP 2006/2007). Uit de figuur op de vol-gende pagina blijkt dat de probleemstelling van dit onderzoek voldoet aan deze eis.

[

Figuur 1.2 Het trechtermodel § 1.6 Conceptueel model

In het conceptueel model op de volgende pagina worden

In dit onderzoek wordt een afweging gemaakt tussen een inrichting van een accountantspraktijk met en zonder aansprakelijkheidsbeperking van accountants. Hiertoe wordt de kwaliteit van bei-de inrichtingen beoorbei-deeld. Hieraan ligt een aantal variabelen ten grondslag die in dit onbei-derzoek betrokken worden, te weten de effectiviteit voor gebruikers, de mate waarin het doel van een be-perking gerealiseerd wordt, de uniformiteit van aansprakelijkheidsbepalingen bij verschillende controles en over de landsgrenzen heen, en de tevredenheid van praktiserende accountants over een situatie met aansprakelijkheidsbeperking in vergelijking met de huidige situatie.

De huidige situatie wordt beoordeeld op vier vlakken, te weten de effectiviteit voor gebruikers, uniformiteit bij verschillende controles, uniformiteit over landsgrenzen en tevredenheid van praktiserende accountants Deloitte. De kwaliteit van de inrichting met aansprakelijkheidsbeper-king wordt naast deze vier variabelen, beoordeeld op de mate waarin het doel van de beperaansprakelijkheidsbeper-king bereikt wordt.

De effectiviteit voor gebruikers kan in een accountantspraktijk met aansprakelijkheidsbeperking hoger of lager liggen dan bij een accountantspraktijk zonder aansprakelijkheidsbeperking. De ef-fectiviteit wordt beoordeeld naar het nut van accountantscontrole voor de diverse gebruikers, volgens een aantal theorieën die het ontstaan van accountancy verklaart. Dit nut kan toe- of af-nemen na invoering van een aansprakelijkheidsbeperking.

Doelstelling: Doen van aanbeve-lingen omtrent aan- sprakelijkheids-beperking accoun-tantskantoren. Randvoorwaarden: - in vier maanden - zelfstandig onder-zoek - voldoet aan eisen

handleiding

Vraagstelling:

Op welke manier kan een aan-sprakelijkheidsbeperking van accountantskantoren geregeld

worden, en in hoeverre is dit een positieve dan wel negatie-ve ontwikkeling voor Deloitte

Accountants B.V.?

Deelvragen:

1. Hoe en waarom is accountancy ontstaan, ontwikkeld en ingericht?

2. Hoe gaat huidige praktijk om met aansprakelijkheden? 3. Hoe kan aansprakelijkheid kantoren beperkt worden? 4. In hoeverre is een beperking gunstig voor Deloitte, gezien externe fatoren?

5. In hoeverre is een beperking gunstig voor Deloitte, gezien externe fatoren?

6. Wat betekent een aansprakelijkheidsbeperking voor Deloit-te Accountants B.V.?

(5)

69 Figuur 1.3 Conceptueel model Uniformiteit bij verschillende controles duidt op de gelijkheid in kwaliteit, uitgedrukt in een ver-kregen zekerheidsniveau, van controles van verschillende organisaties. Worden bijvoorbeeld in de huidige praktijk bij de controle van een hele grote, complexe organisatie dezelfde soort en even veel werkzaamheden uitgevoerd als bij de controle van een kleiner, transparanter bedrijf? De vraag die in dit onderzoek van belang is, is of de uniformiteit bij de huidige inrichting groter of kleiner zou worden als gevolg het invoeren van een aansprakelijkheidsbeperking van accoun-tantskantoren.

Met uniformiteit over landsgrenzen wordt gedoeld op gelijkheid in de controleaanpak om tot een bepaalde conclusie te komen. Uniformiteit bevordert de vergelijkbaarheid van bedrijven in ver-schillende landen. De werkzaamheden in de controle worden gebaseerd op eisen die door wet- en regelgeving worden gesteld. Wanneer de wet- en regelgeving overal hetzelfde is, is er uni-formiteit over landsgrenzen. In dit onderzoek wordt gekeken naar de invloed van een aansprake-lijkheidsbeperking op de uniformiteit over landsgrenzen.

Een vierde beoordelingscriterium is de tevredenheid van praktiserende accountants. Dit betreft niet bijvoorbeeld hun tevredenheid over het werken bij Deloitte, maar hun tevredenheid ten aan-zien van de inrichting van de accountantsmarkt. Dit wordt geuit in het standpunt dat zij aanne-men ten aanzien van een eventuele aansprakelijkheidsbeperking, gebaseerd op hun tevredenheid ten aanzien van de huidige situatie en ten aanzien van de eventuele nieuwe situatie.

Met aansprakelijk -heidsbeperking

Zonder aansprakelijk -heidsbeperking Wijze van inrichting

accountantspraktijk Kwaliteit inrichting

zon-der aansprakelijkheids -beperking

Kwaliteit inrichting met aansprakelijkheids -beperking Uniformiteit bij verschillende controles Uniformiteit bij verschillende controles Uniformiteit over landsgren-zen Effectiviteit voor gebruikers Tevredenheid praktiserend accountants Mate van

reali-satie doel be-perking Tevredenheid praktiserend accountants Effectiviteit voor gebruikers Uniformiteit over landsgren-zen

(6)

70 De vijfde variabele is de mate waarin het doel van de aansprakelijkheidsbeperking gerealiseerd wordt. De in te voeren beperking dient om de Big Four te beschermen tegen catastrofale schade-claims. Hoe meer dit doel bereikt wordt door een beperking, hoe beter de kwaliteit van de inrich-ting.

In dit onderzoek staat de mutatie van deze variabelen centraal als gevolg van een eventuele aan-sprakelijkheidsbeperking van accountantskantoren.

§ 1.7 Begripsbepaling

Definiëring is nodig vanuit het oogpunt van consistentie, speelt een belangrijke rol in de begren-zing van een onderzoek en is van belang om duidelijk te maken wat precies onderzocht gaat worden (Verschuren, 1999:87). Voordat aan het onderzoek begonnen kan worden, moet dus dui-delijk zijn wat precies onderzocht wordt, wat verstaan wordt onder de begrippen die genoemd zijn in de probleemstelling.

De volgende concepten, die gebruikt zijn in de probleemstelling of in het conceptueel model, worden in deze paragraaf achtereenvolgens van een stipulatieve definitie voorzien: aansprake-lijkheid, aansprakelijkheidsbeperking, accountantscontrolerisico, catastrofale claim, Deloitte, Deloitte Accountants B.V., externe en interne factoren, gerelateerde betrokkenen, accountants-praktijk en wet- en regelgeving.

In de inleiding is Enron als voorbeeld aangehaald waarbij velen gedupeerd zijn als gevolg van gesjoemel met cijfers. Een accountant voegt zekerheid toe aan cijfers die organisaties publiceren. Hierop baseren gebruikers beslissingen om bijvoorbeeld in een organisatie te gaan werken. Wanneer vervolgens blijkt dat de accountant onterecht zekerheid heeft toegevoegd, zullen gedu-peerden de schade die ze hebben geleden als gevolg van beslissingen op basis van het oordeel van accountant, proberen op deze accountant te verhalen. Zij stellen hem aansprakelijk. Dat dit desastreuze gevolgen kan hebben blijkt uit de ondergang van Arthur Anderson als gevolg van de Enron affaire.

Er zijn twee vormen te onderscheiden voor de aansprakelijkheid van het accountantskantoor: • aansprakelijkheid tegenover derden, maatschappelijk verkeer en het beroep; de zogenaamde onrechtmatige daad;

• contractuele aansprakelijkheid; de zogenaamde wanprestatie.

De wettelijke aansprakelijkheid is de minst voorspelbare. Hier kunnen onverwacht claims uit voortvloeien van gebruikers waar de accountant geen weet van had. (Deckers en Van Kollen-burg, 2002: 20)

Dit onderzoek gaat over het beperken van deze aansprakelijkheid. Aansprakelijkheidsbeperking van de accountantskantoren en hun accountants houdt in dat gebruikers eventueel opgelopen schade als gevolg van het vertrouwen op zijn oordeel niet of in beperkte mate kunnen verhalen op de accountant of zijn kantoor.

Het risico dat een accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring afgeeft, wordt accoun-tantscontrolerisico (ACR) genoemd. Dit wordt weergegeven in het risicoanalysemodel:

ACR = IR * ICR * DR6

(7)

71 Het risicoanalysemodel moet niet zozeer gezien worden als wiskundige formule, maar als denk-model: het accountantscontrole risico is een functie van het risico dat een organisatie loopt zon-der dat het beheersmaatregelen neemt, het risico op onjuistheden dat ondanks de interne beheer-sing van een organisatie aanwezig is, en het risico op onjuistheden ondanks controle van de ac-countant.

Wanneer als gevolg van het accountantscontrolerisico een claim wordt ingediend door een derde die van dermate omvang is, dat, wanneer hij toegekend wordt, de claim zou leiden tot de onder-gang van het aangeklaagde kantoor, wordt er gesproken van een catastrofale claim.

Wanneer in dit rapport gesproken wordt over Deloitte, wordt daarmee gedoeld op de accountan-cytak van Deloitte in Nederland, in het bijzonder de controlepraktijk (zie ook definiëring accoun-tantspraktijk). De naam Deloitte kan Deloitte Accountants B.V., Deloitte Accountants B.V. kan gelezen worden als Deloitte. Beide benamingen dekken hetzelfde.

De keuze tussen voor- of tegenstander van een aansprakelijkheidsbeperking wordt gemaakt op basis van in- en externe factoren, aangereikt door London Economics (2006). Een factor is hier extern wanneer het gericht is op partijen buiten de werking van de accountancy om. De externe factor die London Economics noemt is de invloed van aansprakelijkheidsbeperking op andere partijen dan de accountant zelf. Interne factoren staan in verband met de werking van de accoun-tancypraktijk, bijvoorbeeld met de inrichting ervan. De interne factoren volgens London Econo-mics zijn wat met de aansprakelijkheidsbeperking beoogd wordt, of de aansprakelijkheidsbeper-king gelijk moet zijn voor alle controles en de weraansprakelijkheidsbeper-king van aansprakelijkheidsbeperaansprakelijkheidsbeper-king met het oog op het risico van schadeclaims gerelateerd aan buitenlandse partijen. Hier is het standpunt van praktiserende accountants Deloitte aan toegevoegd. Deze factoren zijn in het conceptueel model vertaald naar de variabelen effectiviteit voor gebruikers (externe factor), mate van realisa-tie doel beperking, uniformiteit bij verschillende controles, uniformiteit over landsgrenzen, en tevredenheid praktiserende accountants.

Het achtste te definiëren concept is gerelateerde betrokkenen. Hiermee wordt gedoeld op partijen die op de één of andere manier beïnvloed worden door accountancy of accountancy beïnvloeden, die voor Deloitte Accountants B.V. van dermate belang zijn dat zij van invloed zijn op het standpunt van de organisatie ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking. Middels een stake-holdersbenadering (De Leeuw, 2001:30) wordt geïnventariseerd welke partijen betrokkenen zijn. Vervolgens wordt een selectie gemaakt van partijen die in dit onderzoek worden betrokken, aan-gezien het te verwachten is dat een onderzoek gericht op alle stakeholders te omvangrijk zal zijn gezien de randvoorwaarden waarbinnen het onderzoek uitgevoerd dient te worden.

Onder accountantspraktijk wordt het huidige gebruik van accountancy bedoeld met betrekking tot het toevoegen van assurance. Dit onderzoek betreft alleen werkzaamheden die gericht zijn op het toevoegen van zekerheid: controleopdrachten van jaarrekeningen overeenkomstig artikel 393 Boek 2 BW. Overige accountantswerkzaamheden, bijvoorbeeld samenstellingsopdrachten, val-len niet binnen het begrip accountantspraktijk, omdat de accountant hier geen zekerheid

Inherent risk = risico dat verantwoording materiële onjuistheden bevat, zonder dat deze is ontdekt door interne of

externe controle

Internal Control Risk = risico dat materiële onjuistheden niet door de interne controle worden gesignaleerd en gecorrigeerd

Detection Risk = risico dat een materiële onjuistheid niet door de externe controle wordt gesignaleerd en

(8)

72 voegt, en dus ook niet op een zekerheidstoevoeging aangesproken kan worden. Hetzelfde geldt voor de toepassing van het begrip accountancy.

In deze accountantspraktijk moeten de accountants zich houden aan bepaalde wet- en regelge-ving. In Nederland bestaat deze uit onder meer verordeningen (Verordening Gedragscode), richt-lijnen (COS), en wetten (Wet RA). Wat deze inhouden en wat ze zeggen over aansprakelijkheid van accountants wordt bij in hoofdstuk 4 en 5 behandeld.

§ 2

Onderzoekstechnisch ontwerp

In het onderzoekstechnisch ontwerp worden beslissingen genomen over waar, hoe en wanneer onderzocht wordt (Verschuren en Doorewaard, 2005:16). Er wordt bekeken wat er allemaal ge-daan moet worden om op de vragen uit de vraagstelling een adequaat antwoord te krijgen en hoe dit binnen redelijke tijd en met haalbare inspanning kan gebeuren (Verschuren en Doorewaard, 2005:111). Dit begint met het vaststellen van het soort onderzoeksmateriaal dat nodig is voor de beantwoording van onderzoeksvragen. Daarna wordt de onderzoeksstrategie vastgesteld, en ver-volgens een consistente planning voor het onderzoek. (Verschuren en Doorewaard, 2005:16) § 2.1 Onderzoeksmateriaal

Per onderzoeksdeelvraag zal hieronder aangegeven worden welk type informatie nodig is (data of kennis), waar deze informatie vandaan moet komen (de informatiebron) en op welke manier uit deze bron informatie gehaald wordt (ontsluiting). Daarna volgt een toelichting, waarin de me-thoden kort worden uitgelegd.

Deelvraag 1: Op welke manier en waarom is accountancy ontstaan en ontwikkeld tot de huidige praktijk, en op welke manier is deze huidige praktijk ingericht, met name met betrekking tot de aansprakelijkheid van accountantskantoren?

Bronnen Type

informa-tie

Ontsluiting Literatuur Geschiedenis

Ontstaanstheorieën Wet- en regelgeving

Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwali-tatieve inhoudsanalyse

Documenten Wet- en regelgeving Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwali-tatieve inhoudsanalyse

Bij de beantwoording van deze deelvraag wordt de ontstaansgeschiedenis aan de hand van litera-tuur hierover beschreven. Deze deelvraag gaat in op ontwikkelingen die accountancy heeft door-gemaakt, bijvoorbeeld met betrekking tot wet- en regelgeving. Hierbij wordt niet op elke ont-wikkeling tot in het kleinste detail ingegaan, maar in grote lijnen op de belangrijkste ontwikke-lingen die geleid hebben tot de hedendaagse accountantspraktijk, en ontwikkeontwikke-lingen die betrek-king hebben op aansprakelijkheid van accountants.

Ook wordt gebruik gemaakt van ontstaanstheorieën. Er zijn door diverse auteurs verschillende ontstaanstheorieën van het accountantsberoep beschreven, zoals de informatietheorie en de ver-zekeringstheorie. Deze gaan in op waarom accountancy is ontstaan, oftewel het nut van accoun-tancy. Literatuur m.b.t. ontstaanstheorieën van accountancy levert dus kennis op van het nut van accountancy, het waarom. Deze theorieën worden in dit onderzoeksrapport verklarende theorieën genoemd.

Het laatste deel van deze deelvraag betreft de inrichting van de huidige accountantspraktijk. Dit betreft wet- en regelgeving waar accountants zich bij hun werkzaamheden aan moeten houden.

(9)

73 Met behulp van literatuur en documenten wordt een overzicht verkregen van de diverse regels, en wat deze in grote lijnen inhouden. Hierbij wordt in het bijzonder ingegaan op de wet- en re-gelgeving met betrekking tot de aansprakelijkheid van accountants.

Deelvraag 2: Op welke manier wordt bij Deloitte Accountants B.V. omgegaan met schade-claims?

Bronnen Type

informa-tie

Ontsluiting Documenten Regelingen m.b.t.

claims

Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwali-tatieve inhoudsanalyse

Personen Partner Kennis Individueel face-to-face interview Bij de beantwoording van deelvraag 2 wordt gebruik gemaakt van de informatiebronnen docu-menten en personen. In docudocu-menten van Deloitte is vastgelegd op welke manier omgegaan dient te worden met claims. Deze inhoudsanalyse dient tevens als voorbereiding op een interview met drs. D. Timmer RA, een partner in Amsterdam die claims waar Deloitte mee te maken krijgt af-handelt. Er wordt een individueel face-to-face interview gehouden.

Deelvraag 3: Op welke manieren kan aansprakelijkheidsbeperking van accountantskanto-ren ingericht worden?

Bronnen Type informatie Ontsluiting

Media Elektronische arti-kelen accountants-praktijk andere landen

Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwali-tatieve inhoudsanalyse

Documenten Wet- en regelge-ving

Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwali-tatieve inhoudsanalyse

Literatuur Theorieën inrich-ting accountants-praktijk

Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwali-tatieve inhoudsanalyse

Genoemde bronnen beogen alle drie op dezelfde manier hetzelfde doel, te weten kennis vergaren met betrekking tot de mogelijkheden om een accountantspraktijk met beperkte aansprakelijkheid vorm te geven. Middels kwalitatieve inhoudsanalyse, voorafgegaan door zoeksystemen om tot geschikte literatuur, media en documenten te komen, wordt deze kennis vergaard. Met betrek-king tot media kan hierbij gedacht worden aan (elektronische) krantenartikelen waarin de kwes-tie beperking van aansprakelijkheid besproken wordt, en een onderzoeksrapport van London Economics hierover. Literatuur en documenten betreffen vastleggingen met betrekking tot de in-richting van accountantspraktijk, in het bijzonder de aansprakelijkheid van accountants, bijvoor-beeld verschillende manieren waarop dit vastgelegd kan zijn in wet- en regelgeving.

Hierbij kunnen vergelijkingen gemaakt worden tussen verschillende landen, die op een bepaalde manier de aansprakelijkheid van accountants beperken.

(10)

74 Deelvraag 4: In hoeverre is aansprakelijkheidsbeperking met het oog op externe factoren een gunstige dan wel ongunstige ontwikkeling in de accountantspraktijk, be-keken van uit het perspectief van Deloitte, ten opzichte van de huidige inrich-ting?

Bronnen Type informatie Ontsluiting

Literatuur Stakeholderstheorie Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwalitatieve inhoudsanalyse Literatuur Verklarende theorieën Kennis Zoeksystemen, gevolgd door

kwalitatieve inhoudsanalyse Documenten Onderzoeksrapport

London Economics

Kennis Kwantitatieve inhoudsanalyse Personen Praktiserende

accoun-tants

Kennis Schriftelijke enquête

De externe factor waar deze deelvraag op duidt is de invloed van aansprakelijkheidsbeperking op andere partijen. De behandeling van deze factor begint met een inventarisatie van wie deze ande-re partijen zijn. Dit wordt gedaan aan de hand van de stakeholdersbenadering van De Leeuw (2000:30), die ingaat op wie wanneer stakeholders zijn. Met behulp van deze benadering worden de verschillende stakeholders geïdentificeerd, en wat hun belang is.

Om zeker te zijn dat er een volledige identificatie plaatsvindt, wordt een enquête afgenomen on-der praktiserende accountants van Deloitte.

Nadat de verschillende stakeholders zijn geïdentificeerd, wordt hieruit een selectie gemaakt van de partijen die in dit onderzoek betrokken worden. Praktiserende accountants Deloitte geven middels een vragenlijst aan met welke stakeholders Deloitte volgens hen rekening moet houden in haar oordeel. Vervolgens wordt aan de hand van de verklarende theorieën gekeken of het nut van accountancy als gevolg van een aansprakelijkheidsbeperking zal toe- of afnemen. Hieruit kan worden geconcludeerd of een aansprakelijkheidsbeperking rekening houdend met externe factoren en gunstige danwel ongunstige ontwikkeling voor Deloitte is.

De schriftelijke enquête wordt gekenmerkt door een hoge mate van voorstructurering (Verschu-ren en Doorewaard, 2005:130). Voordat de vragenlijst naar de respondenten wordt gestuurd dient goed te worden nagedacht wat met de enquête moet worden bereikt en aan wie hij gestuurd wordt. De enquête dient inzicht te geven in wie gerelateerde betrokkenen zijn. Hiertoe moeten de responsen geanalyseerd worden. De wijze van analyse is afhankelijk van het karakter van de on-derzoeksvraag en het meetniveau van de variabelen (Baarda en De Goede, 2001:288). De uit-komsten van de steekproef worden gegeneraliseerd tot de populatie. Middels frequentiebereke-ning worden de geïdentificeerde stakeholders gewogen. Gezien het ordinale meetniveau zijn tel-lingen, percentages en frequenties geschikte methoden. (Baarda en De Goede, 2001:294)

Deelvraag 5: In hoeverre is aansprakelijkheidsbeperking met het oog op interne factoren een gunstige dan wel ongunstige ontwikkeling in de accountantspraktijk, bekeken van uit het perspectief van Deloitte, ten opzichte van de huidige inrichting?

Bronnen Type informatie Ontsluiting

Documenten Onderzoeksrapport London Economics

(11)

75

Bronnen Type informatie Ontsluiting

Documenten Krantenartikelen Kennis Zoeksystemen, gevolgd door kwan-titatieve inhoudsanalyse

Personen Respondenten Data, kennis Schriftelijke enquête

Deelvraag vijf is vergelijkbaar met deelvraag 4, alleen worden nu niet de externe factoren onder-zocht, maar de interne. De interne factoren zijn het standpunt van praktiserende accountants ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking, het doel van de beperking en de mate waarin dit be-reikt wordt, of de beperking gelijk moet zijn voor alle controles en de werking van een aanspra-kelijkheidsbeperking met het oog op het risico van schadeclaims gerelateerd aan buitenlandse toepassingen.

Het standpunt van praktiserende accountants ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking wordt achterhaald middels een schriftelijke vragenlijst. Ook hier wordt de schriftelijke enquête geken-merkt door een hoge mate van voorstructurering (Verschuren en Doorewaard, 2005:130). Voor-dat de vragenlijst naar de respondenten wordt gestuurd dient goed te worden nagedacht wat met de enquête moet worden bereikt en aan wie hij gestuurd wordt. De populatie zal wederom te om-vangrijk om in zijn geheel te enquêteren. Daarom blijft de steekproef beperkt tot praktiserende accountants van supervisor niveau werkend bij Deloitte Groningen, Emmen of Leeuwarden. In deze enquête kunnen de respondenten hun eigen mening geven omtrent aansprakelijkheidsbe-perking. De responsen worden geanalyseerd middels frequentieberekening. Gezien het ordinale meetniveau zijn tellingen, percentages en frequenties geschikte methoden. (Baarda en De Goede, 2001:294)

De andere factoren zijn reeds uitvoerig behandeld in de media. Diverse deskundigen hebben hun oordeel en verwachtingen kenbaar gemaakt, gestaafd met onderzoek. De facturen worden op ba-sis van deze documenten, gesteld in het licht van Deloitte, behandeld.

Deelvraag 6: In hoeverre is het invoeren van aansprakelijkheidsbeperking van accoun-tantskantoren op grond van externe en interne factoren gerelateerd aan De-loitte Accountants B.V. een positieve dan wel negatieve ontwikkeling in de accountantspraktijk?

Bronnen Type informatie Ontsluiting

Documenten Resultaten verdie-pingsfase

Kennis, data Analyse

Deze laatste deelvraag betreft de vertaalslag van de verdiepingsfase naar Deloitte Accountants B.V., om tot een eindoordeel over de kwestie aansprakelijkheidsbeperking te komen. Hiertoe worden de resultaten van de vragen uit de verdiepingsfase geanalyseerd.

Toelichting:

Inhoudsanalyse is een techniek voor het genereren van gegevens uit onder meer documenten en media. Het betreft een vertaling van de vragen uit de vraagstelling in concrete zaken waarop men bij het bestuderen van inhouden moet letten. Er is onderscheid tussen kwalitatieve en kwantita-tieve inhoudsanalyse. Bij een kwantitakwantita-tieve inhoudsanalyse is de onderzoeker vooral gericht op de vaststelling van het belang van bepaalde thema’s, uitspraken of benaderingen op grond van kwantitatieve indicaties. In een strikt kwalitatieve inhoudsanalyse gaat het om de reductie van de relevante informatie uit een grote hoeveelheid audiovisueel en tekstueel materiaal. (Verschuren en Doorewaard, 2005: 130) Beide soorten worden in dit onderzoek toegepast.

(12)

76 Inhoudsanalyse kan voorafgegaan worden door zoeksystemen, bijvoorbeeld bij deelvraag 1. Niet alle literatuur hoeft in zijn geheel doorgenomen te worden om tot kennis van het ontstaan en het nut van accountancy te komen. Door een zoeksysteem wordt het kaf van het koren gescheiden. Hierna wordt de inhoud van de meest relevante literatuur geanalyseerd. (Verschuren en Door-ewaard, 2005: 130)

Een face-to-face individueel interview is een semi-gestructureerd interview, waarbij aan een in-formant of deskundige direct vragen worden gesteld over de wijze waarop momenteel met scha-declaims bij Deloitte wordt omgegaan. (Verschuren en Doorewaard, 2005: 147)

Een schriftelijke enquête wordt gekenmerkt door een hoge mate van voorstructurering (Verschu-ren en Doorewaard, 2005:130). Binnen de populatie betrokkenen wordt een aselecte steekproef getrokken die representatief is voor de steekproef. Bij een aselecte steekproef worden de onder-zoekseenheden volstrekt willekeurig getrokken (Baarda en De Goede, 2001:150).

§ 2.2 Onderzoeksstrategieën

Een onderzoeksstrategie is het geheel van met elkaar samenhangende beslissingen over de wijze waarop het onderzoek uitgevoerd zal worden. Hiermee wordt met name gedoeld op het vergaren van relevant materiaal en de verwerking van dit materiaal tot antwoorden op de vragen uit de vraagstelling. (Verschuren en Doorewaard, 2005:147)

Dit onderzoek is te typeren als een kwalitatief-kwantitatieve, theorie toepassende, ideografische casestudy (Braster, 2000: 26-32). Een casestudy is een onderzoek waarbij geprobeerd wordt om een diepgaand inzicht te krijgen in één of enkele tijdruimtelijk begrensde objecten of processen (Verschuren en Doorewaard, 2005: 147). Het voornaamste kenmerk van een casestudy is dat er sprake is van een intensieve bestudering van een sociaal verschijnsel bij één of meerdere onder-zoekseenheden (Swanborn, 1996 in: Braster, 2000:21). In dit onderzoek wordt aansprakelijk-heidsbeperking bestudeerd met het oog op diverse betrokkenen.

In een kwantitatieve analyse staan cijfers centraal, terwijl het bij een kwalitatieve analyse gaat om de analyse van woorden (Braster, 2000:26). Met dit onderzoek wordt inzicht verkregen in het verschijnsel aansprakelijkheidsbeperking. Het begrijpen van de gevolgen ervan staat bij dit on-derzoek op de voorgrond. Dit geschiedt middels het bestuderen van theorieën en het in kaart brengen van de gevolgen van de beperking voor diverse betrokkenen. De kwalitatieve analyse helpt bij het wegen van deze gevolgen.

§ 2.3 Onderzoeksplanning

Voor het voltooien van dit onderzoek zijn ongeveer vier maanden beschikbaar. De eerste twee maanden zijn slechts twee dagen per week beschikbaar voor het onderzoek. De overige dagen worden besteed aan meewerken in de accountantspraktijk. De volgende activiteiten moeten in vier maanden worden verricht:

a) het maken van een onderzoeksontwerp b) het beantwoorden van deelvraag 1 c) het beantwoorden van deelvraag 2 d) het beantwoorden van deelvraag 3 e) het beantwoorden van deelvraag 4 f) het beantwoorden van deelvraag 5 g) het beantwoorden van deelvraag 6

h) het beantwoorden van de vraagstelling (conclusie) i) het schrijven van een afstudeerrapport

(13)

77 Op onderstaande tijdbalk is een globale planning van deze activiteiten te zien. Op de verticale as staan de activiteiten, en op de horizontale as de tijd in maanden. In bijlage 2 is een gedetailleerde planning opgenomen. A B C D E F G H I

Februari Maart April Mei Juni

(14)

78

Bijlage 2

Gedetailleerde planning onderzoeksactiviteiten

Februari Maart April

Wk 7 Wk 8 Wk 9 Wk 10 Wk 11 Wk 12 Wk 13 Wk 14 Wk 15

Werkzaamheden

Schrijven onderzoeksontwerp (A) - Maken conceptueel ontwerp

- Maken onderzoekstechnische ontwerp - Bespreken onderzoeksontwerp

Beantwoorden deelvraag 1 (B)

- Literatuur zoeken

- Bestuderen literatuur

- Documentenwet-enregelgevingzoeken

- Bestuderen documenten

- Schriftelijk beantwoorden deelvraag 1 - Bespreken rapport deelvraag 1

Beantwoorden deelvraag 2 (C)

- Documenten claimbehandeling zoeken - Bestuderen documenten

- Afspraak maken interview D. Timmer - Voorbereiden interview

- Houden interview - Verwerken interview

- Schriftelijk Beantwoorden deelvraag 2 - Bespreken rapport deelvraag 2

Beantwoorden deelvraag 3 (D)

- Vergarendocumentatieinrichtingelders

- Vergaren literatuur inrichting elders - Vergaren media inrichting elders - Bestuderen doc., lit, en media

(15)

79

April Mei Juni

Wk 16 Wk 17 Wk 18 Wk 19 Wk 20 Wk 21 Wk 22 Wk 23 Wk 24

Werkzaamheden

- Bespreken rapport deelvraag 3 Beantwoorden deelvraag 4 (E) - Bestuderen stakeholdersbenadering - Toepassen stakeholdersbenadering - Voorbereiden groepsinterview - Houden interview - Verwerken interview - Selecteren betrokkenen

- Schriftelijkbeantwoordenvraag 4

- Bespreken rapport deelvraag 4

Beantwoorden deelvraag 5 (F) - Opstellen enquêtes - Selecteren respondenten - Verspreiden enquêtes - Verzamelen enquêtes - Analyseren respons

- Schriftelijk beantwoorden vraag 5

- Bespreken rapport deelvraag 5

Beantwoorden deelvraag 6 (G)

- Trekken vanconclusiesobv verdieping

- Schriftelijk beantwoorden vraag 6

- Bespreken rapport deelvraag 6

Beantwoorden vraagstelling/conclusie Schrijven afstudeerrapport

(16)

80 Bijzonderheden

In de eerste periode (week 7 t/m 15) zijn twee dagen per week beschikbaar voor het afstudeeronderzoek. De overige dagen worden gevuld door meeloopactiviteiten.

Vrijdag week 14: Goede Vrijdag (6 april)

Maandag week 17: Vrijaf i.v.m. tentamen Auditing II (23 april)

Dinsdag week 17: Tentamen Auditing II (24 april)

Maandag week 18: Koninginnedag (30 april)

Donderdag week 20: Hemelvaartsdag (17 mei)

(17)

81

Bijlage 3

Beschrijving wet- en regelgeving in Nederland

In deze bijlage wordt uitgelegd wat de genoemde wet- en regelgeving inhoudt. Hierbij wordt on-derscheid gemaakt tussen regelgeving voor accountantskantoren en regelgeving voor accountants zelf.

Regelgeving voor accountantskantoren

Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) en Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta) Vanaf 1 oktober 2006 zijn de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) en het Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta) van kracht geworden. Het doel van de Wta is het vertrouwen van het publiek in de accountantsverklaring te handhaven / herwinnen. Hiertoe moeten de vakbe-kwaamheid en de onafhankelijkheid van de individuele accountant gewaarborgd blijven. Ook moet een accountantsorganisatie haar onafhankelijkheid aan kunnen tonen en dient zij te be-schikken over een goed werkend systeem van kwaliteitsbeheersing.

De Wta stelt accountantsorganisaties wettelijk verplicht te voldoen aan normen zoals die zijn vastgelegd in de Wta. Dit betreft onder meer integere bedrijfsvoering, onafhankelijkheid van de accountantsorganisatie en transparantie van de accountantsorganisatie. Dit waren reeds bestaan-de normen, welke nu wettelijk vastgelegd zijn. Wanneer bestaan-de organisatie aan bestaan-deze normen voldoet krijgt hij een vergunning, welke hij nodig heeft om wettelijke controles te mogen verrichten. Geen vergunning betekent dat er geen wettelijke controles (meer) mogen worden verricht. (www.accountantsonline.nl(2))

Een tweede belangrijk element van de Wta is de introductie van onafhankelijk publiek toezicht op de accountants die wettelijke controles uitvoeren. Het toezichthoudende orgaan is de Autori-teit Financiële Markten (AFM). De AFM kan accountantsorganisaties of accountants (laten) aan-spreken op hun gedragingen. (http://www.minfin.nl)

Het Besluit toezicht accountantsverklaring (Bta) is een nadere uitwerking van de Wta. De nor-men die in de Wta staan worden gedetailleerder beschreven. De Wta biedt het raamwerk, het Bta de invulling hiervan. Het is een Algemene Maatregel van Bestuur.

Verordening accountantsorganisaties (VAO)

Vanaf 1 januari 2007 is de Verordening accountantsorganisaties (VAO) van kracht geworden. Hij geldt voor accountantsorganisaties in de zin van de Wta, dat wil zeggen vergunninghouders die wettelijke controles mogen uitvoeren. De VAO is algemeen bindend voor accountantsorgani-saties.

De VAO behandelt drie onderwerpen, te weten het stelsel van kwaliteitsbeheersing, onafhanke-lijkheid en integere bedrijfsvoering. Het stelsel van kwaliteitsbeheersing is gebaseerd op het kwaliteitsbeleid van de organisatie. Het betreft onder meer het personeelsbeleid, de uitvoering van de wettelijke controle en het aanvaarden en voortzetten van de relatie met een controlecliënt en van een specifieke opdracht. Met betrekking tot onafhankelijkheid wordt bijvoorbeeld inge-gaan op de samenloop met overige diensten en de mate van vertrouwdheid. (NIVRA, 2006 (1)) Regelgeving voor individuele accountants

Wet op de registeraccountants (Wet RA)

De Wet op de Registeraccountants (Wet RA) is ingevoerd in 1962. In de loop der tijd is een aan-tal aanpassingen gemaakt, en momenteel is de Wet RA 2006 van kracht. De Wet RA regelt in een aantal titels het volgende:

(18)

82 • De Orde van registeraccountants, welke zich bezig houdt met onder meer het bevorderen van een goede beroepsuitoefening door de RA’s, het zorgdragen voor de eer van stand van RA’s en het (doen) verzorgen van een opleiding tot het theoretisch gedeelte van het accountants-examen;

• Tuchtrechtspraak: Om het vertrouwen in de dienstverlening van accountants te rechtvaardi-gen moeten RA’s ter verantwoording geroepen kunnen worden. De tuchtrechtspraak is in handen van onafhankelijke colleges, te weten de Raad van Tucht en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. De Wet RA regelt de tuchtrechtelijke maatregelen die genomen kun-nen worden, en de daarbij behorende procedures;

• Titel III van de Wet RA regelt zaken met betrekking tot het accountantsregister, zoals de wij-ze van inschrijving, de inschrijvingseisen en het beheer van het register;

• De vierde titel van Wet RA betreft het accountantsexamen. Dit examen bestaat uit een theo-retisch gedeelte en een praktisch gedeelte, bestaande uit een driejarige praktijkstage;

• Verklaring van vakbekwaamheid; • Overgangs- en slotbepalingen. (Deckers en Van Kollenburg, 2002:42)

Verordening Gedragscode (VGC)/ Gedrag- en Beroepsregels (GBR)

Met ingang van 1 januari 2007 is de Verordening Gedragscode (VGC) in werking getreden. Hij is de opvolger van de Gedrags- en Beroepsregels uit 1994 (GBR), en is opgesteld door het NI-VRA. De GBR dienden drie functies, welke nu overgenomen zijn door de VGC. In de eerste plaats zijn ze bedoeld om richting te geven aan het optreden van accountants in uiteenlopende functies die ze vervullen, bijvoorbeeld als openbaar accountant of intern accountant, om een goede beroepsuitoefening te bevorderen. De tweede functie betreft voorlichting aan derden. De VGC / GBR geven aan wat opdrachtgevers en publiek van accountants mogen verwachten. In de derde plaats bieden de VGC / GBR een belangrijke grondslag voor de oordeelsvorming van de tuchtrechter. (Schilder et al., 2002:29)

De VGC gaat uit van vijf principes, welke van toepassing zijn op alle registeraccountants. Het algemene uitgangspunt van de VGC is dat een RA alert moet zijn op bedreigingen van de vijf principes en eventuele bedreigingen wegnemen of mitigeren. De vijf principes zijn:

• Integriteit: een RA moet eerlijk en oprecht optreden;

• Objectiviteit: een professioneel of zakelijk oordeel van een RA mag niet beïnvloed worden door een vooroordeel, belangentegenstelling of ongepaste beïnvloeding van een derde. De VGC verwijst hier naar de Nadere Voorschriften inzake Onafhankelijkheid van de Openbaar Accountant (NVOOA);

• Deskundigheid en zorgvuldigheid: de deskundigheid en vaardigheid van een RA moeten op het niveau zijn dat vereist is om aan een cliënt of werkgever adequate professionele diensten te kunnen leveren. Hiertoe moet de RA bijvoorbeeld voldoende investeren in kennis en er-voor zorgen dat hij er-voor elke opdracht kan beschikken over een team met voldoende tijd en expertise. Dit is uitgewerkt in de Nadere Voorschriften Permanente Educatie;

• Geheimhouding: een RA mag vertrouwelijke informatie die hij bij zijn beroepsmatig hande-len heeft verkregen niet gebruiken om zichzelf of een derde te bevoordehande-len;

• Professioneel gedrag: een RA moet zich houden aan de voor hem relevante wet- en regelge-ving en dient zich te onthouden van handelen dat het accountantsberoep in diskrediet brengt. Deze principes kunnen onder meer bedreigd worden door belangenverstrengeling, zelftoetsing en intimidatie.

(19)

83 De GBR zijn concentrisch opgebouwd. Dit houdt in dat bepaalde regels wel of niet van toepas-sing zijn op een accountantsgroep, afhankelijk van haar optreden. Dit is weergegeven in onder-staand figuur. (Deckers en Van Kollenburg, 2002:44)

Figuur 4.3 Concentrische opbouw GBR (Deckers en Van Kollenburg, 2002:44) De VGC kent bovenstaand onderscheid ook. Daarnaast worden de intern accountant, de over-heidsaccountant en de accountant in business onderscheiden.

Andere afwijkingen van VGC ten opzicht van GBR zijn:

• De VGC kent alleen gedragsregels. De beroepsregels worden opgenomen in de Nadere Voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS);

• Fundamentele beginselen (integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, ge-heimhouding en professioneel gedrag) zijn volgens de VGC van toepassing op alle register-accountants;

• Onafhankelijkheid geldt volgens de VGC alleen voor assurance-diensten. Voor openbaar ac-countants die assurance-diensten verrichten betekent dit dat zij onafhankelijk dienen te zijn van de desbetreffende assurance-cliënt. Het accepteren van een resultaatafhankelijke belo-ning bij dergelijke opdrachten is niet aanvaardbaar. Voor non-assurance-opdrachten gelden deze verboden niet. Wel geldt dat de accountant te allen tijde objectief moet zijn. (NIVRA, 2007(1))

Controle en Overige Standaarden (COS)

De COS is de opvolger van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (RAC). In de loop van 2007 zal de COS omgezet worden in Nadere Voorschriften Controle- en overige standaarden (NV COS). Hierdoor krijgt de COS een meer verplichtend karakter.

De RAC wordt uitgegeven door het NIVRA. De richtlijnen beogen een accountantsberoep te ontwikkelen en te bevorderen dat in staat is diensten te verlenen van hoge kwaliteit ten behoeve van het algemeen belang. Ze zijn gebaseerd op de International Standards on Auditing (ISA’s) van de International Federation of Accountants (IFAC), vertaald naar de Nederlandse praktijk. De RAC moeten als uitgangspunt worden beschouwd bij de controle van jaarrekeningen en bij aan controle verwante opdrachten. (Deckers en Van Kollenburg, 2002:50)

De COS is grotendeels gelijk aan zijn voorloper RAC. Er is een aantal terminologische aanpas-singen van bestaande begrippen, en een aantal inhoudelijke wijzigingen. De belangrijkste inhou-delijke wijzigingen zijn:

• Het volgen van IFAC bij het optreden van subjectieve verhinderingen waarbij het verkla-ringenstelsel voldoende waarborgen biedt om deze situatie vaktechnisch adequaat op te lossen.

Regels voor als openbaar accountant optredende RA’s Regels voor als accountant optredende RA’s

(20)

84 • Het leggen van een koppeling met de Wta en het Bta in de Controlestandaard 240, "De verantwoordelijkheid van de accountant voor het onderkennen van het risico van fraude in het kader van de controle van financiële overzichten" waarbij meer het accent gelegd wordt op het handelen van de accountant tijdens verschillende stadia van fraude.

(http://www.nivra.nl/index.asp?/Dienstverlening/Boekhandel/Bestelling_HRA.htm) Burgerlijk Wetboek, boek 2, titel 9

Artikel 2:393 BW regelt dat uitsluitend RA’s en AA’s met volledige bevoegdheid wettelijk voorgeschreven controles mogen uitvoeren. In Titel 6 van Boek 2 BW zijn bepalingen opgeno-men over de jaarrekening en het jaarverslag, en de verklaring die een accountant daarbij afgeeft. (Deckers en Van Kollenburg, 2002:51)

Nadere Voorschriften

In figuur 4.1 worden de Nadere Voorschriften inzake Onafhankelijkheid en Permanente Educatie genoemd. De Nadere Voorschriften inzake Onafhankelijkheid van de Openbaar Accountant (NVOOA) zijn een nadere uitwerking van de Verordening Gedragscode registeraccountants (VGC). In de voorschriften worden de begrippen integriteit, objectiviteit en onafhankelijkheid besproken. Er wordt aandacht besteed aan factoren die deze concepten kunnen bedreigen, en waarborgen genoemd om deze bedreiging in de kiem te smoren. (NIVRA, 2007 (2))

De Nadere Voorschriften Permanente Educatie (PE) stelt dat iedere RA jaarlijks een minimum aantal PE-punten dient te halen. Onder permanente educatie wordt verstaan het ‘op een gestruc-tureerde manier, en voor de in artikel 5 genoemde registeraccountants (RA’s die niet werkzaam zijn als openbaar, intern of overheidsaccountant) tevens minder gestructureerde manier, onder-houden van kennis op het vakgebied en het bijonder-houden van ontwikkelingen op dit gebied’. (NI-VRA, 2006 (2))

Andere verordeningen

Verordeningen worden uitgeroepen door de Ledenvergaderingen van de beroepsorganisaties. De VGC zijn reeds genoemd. Andere belangrijke verordeningen betreffen fraudemelding en collegi-ale toetsing. De Verordening op de Collegicollegi-ale Toetsing is op 1 januari 1997 in werking getreden, en heeft tot doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening door RA’s te bevorderen. Hiertoe wordt ieder accountantskantoor periodiek onderworpen aan een collegiale toetsing. De kwaliteit van de diensten die door het kantoor zijn geleverd wordt beoordeeld. (Deckers en Van Kolenburg, 2002:33)

De Verordening op Fraudemelding regelt in welke situaties de openbaar accountant zijn opdracht dient te beëindigen. Het aanblijven bij een bepaalde fraudezaak kan schadelijk zijn voor de eer van stand van registeraccountants. Het beëindigen van de opdracht met wettelijke controleplicht, en de reden daarvoor moeten gemeld worden aan het Centraal Meldpunt. (NIVRA, 2005)

(21)

85

Bijlage 4

Vragenlijst bij afstudeeronderzoek naar aansprakelijkheidsbeperking

van accountants: selectie belanghebbenden

Geachte heer/mevrouw,

In het kader van de opleiding Accountancy & Controlling loop ik van 12 februari tot en met 8 juni een afstudeerstage bij Deloitte. Het onderwerp van mijn afstudeerproject is aansprakelijk-heidsbeperking van accountantskantoren. Momenteel is de discussie gaande of een (wettelijk vastgelegde) limitering van de aansprakelijkheid ingevoerd moet worden.

Met mijn onderzoek wil ik een beeld krijgen van de voor- en nadelen van deze ontwikkeling voor diverse betrokkenen, om tot een conclusie te komen of een eventuele limitering een gunsti-ge dan wel ongunstigunsti-ge ontwikkeling is voor Deloitte Accountants.

Hierbij wil ik graag uw hulp vragen, in de vorm van het invullen van deze enquête. Het doel van deze enquête is het maken van een selectie van de belangrijkste stakeholders voor Deloitte Ac-countants. Hier zal Deloitte rekening mee houden bij het standpunt dat zij inneemt ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking.

Deze enquête dient als input voor verder onderzoek, waarin de standpunten van de op basis van deze enquête geselecteerde stakeholders worden geïnventariseerd, zodat ik daar tijdens mijn on-derzoek rekening mee kan houden bij het standpunt ten aanzien van aansprakelijkheidsbeper-king.

Het invullen van deze vragenlijst zal ongeveer 15 minuten duren. Graag ontvang ik hem vóór vrijdag 11 mei 2007 van u retour via de mail (ltadema@deloitte.nl).

Bij voorbaat dank voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

(22)

86 Inventarisatie stakeholders accountantspraktijk

1. Wat is uw functie binnen Deloitte?

……… 2. Hoe lang bent u al werkzaam binnen deze functie?

……… 3. Hoe lang bent u al werkzaam in de accountantspraktijk?

………. 4. Onderstaand vindt u een lijst met door mij geïdentificeerde stakeholders van de

controleprak-tijk. Een stakeholder kan worden beschouwd als een belanghebbende van de jaarrekening-controle, bijvoorbeeld als opdrachtgever, gebruiker of regelgever. Wilt u in onderstaande ta-bel aangeven of u het er wel of niet mee eens bent dat de genoemde stakeholder een ta- belang-hebbende is, en indien oneens dit beargumenteren?

Groep Wel

belang

Geen

belang Toelichting Raad van Bestuur van de te

con-troleren organisatie

Raad van Commissarissen van de te controleren organisatie Aandeelhouders van de te con-troleren organisatie

(Potentiële) beleggers van de te controleren organisatie

Fiscus

Leveranciers van de te controle-ren organisatie

Personeel van de te controleren organisatie

Vreemd vermogensverschaffers (kredietinstellingen) van de te con-troleren organisatie

Praktiserende accountants van Deloitte (individueel)

Accountantskantoren (Deloitte als collectief)

Overheid

(23)

87 5. Welke stakeholders ontbreken in bovenstaande lijst?

Groep Toelichting belang

6. Met welke stakeholders moet Deloitte rekening houden bij het standpunt dat zij inneemt ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking, en waarom?

Groep Wel rekening mee houden Geen rekening mee houden Toelichting

Raad van Bestuur van de te controleren organisatie

Raad van Commissarissen van de te controleren organisatie Aandeelhouders van de te con-troleren organisatie

(Potentiële) beleggers van de te controleren organisatie

Fiscus

Leveranciers van de te contro-leren organisatie

Personeel van de te controleren organisatie

Vreemd vermogensverschaffers (kredietinstellingen) van de te con-troleren organisatie

Praktiserende accountants van Deloitte (individueel)

(24)

88 Accountantskantoren (Deloitte als collectief) Overheid Beroepsorganisatie (NIVRA) Overige: ………….. …………. ………….. …………..

(25)

89

Bijlage 5

Vragenlijst bij afstudeeronderzoek naar aansprakelijkheidsbeperking

van accountantskantoren: standpunt vreemd vermogen verschaffers

ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking

Geachte heer/mevrouw,

In het kader van de masteropleiding Accountancy & Controlling doe ik een afstudeeronderzoek naar de mogelijkheid tot het wettelijk vaststellen van een aansprakelijkheidsbeperking van ac-countantskantoren. Momenteel is de discussie gaande of een limitering van de aansprakelijkheid ingevoerd moet worden.

Met mijn onderzoek wil ik een beeld krijgen van de voor- en nadelen van deze ontwikkeling voor diverse betrokkenen, om uiteindelijk tot een conclusie te komen of een eventuele limitering een gunstige dan wel ongunstige ontwikkeling is. Eén van deze groepen betrokkenen zijn vreemd vermogensverschaffers, bijvoorbeeld uw organisatie.

Om inzicht te krijgen in uw standpunt ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking van accoun-tantskantoren wil ik u vragen deze vragenlijst in te vullen. Tezamen met door vergelijkbare or-ganisaties ingevulde vragenlijsten, leidt dit tot een beeld van hoe vreemd vermogensverschaffers tegenover aansprakelijkheidsbeperking van accountantskantoren staan.

Het invullen van deze vragenlijst zal ongeveer 15 minuten duren. Graag ontvang ik hem vóór vrijdag 8 juni 2007 van u retour op onderstaand adres, of via de mail. Voor vragen ben ik te be-reiken op onderstaand telefoonnummer.

Bij voorbaat dank voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

L.J. Tadema Eelderstraat 2 9726 CV Groningen Tel: 06 - 4370 9202

(26)

90

Vragenlijst:

Standpunten vreemd vermogensverschaffers

inzake

aan-sprakelijkheidsbeperking

Algemene informatie

De vragenlijst is verdeeld in twee delen:

• In het eerste deel wordt ingegaan op de accountantspraktijk zoals die momenteel is inge-richt;

• In het tweede deel wordt een accountantspraktijk met wettelijke aansprakelijkheidsbeper-king van accountantskantoren behandeld.

Het primaire doel van de vragenlijst is het verkrijgen van een beeld van het standpunt dat vreemd vermogenverschaffers aannemen ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking van ac-countantskantoren.

Uw respons zal anoniem in het afstudeerverslag verwerkt wordt, tezamen met de responsen van andere vreemd vermogen verschaffers.

Uitleg gebruikte termen

Aansprakelijkheidsbeperking: een wettelijke regeling waarin de aansprakelijkheid van accoun-tantskantoren ten aanzien van schade van derden wordt beperkt op één van de volgende manie-ren;

- het instellen van een vaste bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan wor-den;

- het vaststellen van een bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan worden af-hankelijk van de omvang van de te controleren organisaties;

- het vaststellen van een bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan worden af-hankelijk van het honorarium dat de accountant ontvangt voor de controle;

- het vaststellen van een bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan worden af-hankelijk van de schade die toegerekend kan worden aan de accountant.

Derden: gebruikers van de jaarrekening, niet zijnde de accountant zelf of het te controleren be-drijf.

Big Four: de vier grootste mondiale accountantsorganisaties worden tezamen de Big Four ge-noemd. Dit zijn Deloitte Touche Tohmatsu, Ernst & Young, KPMG en PricewaterhouseCoopers. Catastrofale claims: dit zijn claims van derden die van zodanige omvang zijn, dat ze zullen lei-den tot de ondergang van één of meer accountantskantoren die tot de Big Four behoren.

(27)

91 Hoe staat u tegenover de huidige inrichting van de accountantspraktijk, geconcentreerd in vier grote kantoren (The Big Four: Ernst & Young, Deloitte, KPMG en PricewaterhouseCoopers)? (graag aanvinken waar u het mee eens bent, meerdere antwoorden mogelijk)

o

Het is te geconcentreerd, want:

de keuzevrijheid in een accountant is te beperkt voor multinationals.

de macht van de grote kantoren is te groot.

het belemmert kleinere bedrijven uit te groeien tot een organisatie vergelijkbaar met een Big Four organisatie.

anders, nl: …

o

Er is een goede spreiding, met de Big Four die de multinationals controleren, en kleinere accountantsorganisaties die zich met kleinere klanten bezighouden.

o

De Big Four kan inkrimpen tot een Big Three of zelfs Big Two, want:

dit zal geen schadelijke gevolgen hebben voor de markt. De overgebleven kantoren kunnen de wegvaller(s) absorberen zoals destijds bij de ondergang van Arthur An-derson is gebeurd.

zij behoeven geen aansprakelijkheidsbeperking om zich te beschermen tegen cata-strofale claims.

Anders, nl: …

o

De Big Four mag niet inkrimpen tot een Big Three of Big Two, want:

de keuzevrijheid van multinationals wordt dan te beperkt.

de macht van de grote kantoren wordt dan te groot.

het zal kleinere bedrijven belemmeren uit te groeien tot een organisatie vergelijk-baar met een Big Four organisatie.

Anders, nl: …

o

De hedendaagse accountantspraktijk wordt te veel beheerst door de praktijk zelf, voor-namelijk de Big Four. De overheid zou meer betrokken moeten zijn bij het reilen en zei-len binnen deze beroepsgroep.

o

Anders, nl: …

(28)

92 Hoeveel waarde hecht u aan accountantscontrole en de verklaring die daarbij afgegeven wordt:

o

Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag ga ik alleen hier op af.

o

Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag hecht ik hier veel waarde aan. Daar-naast ga ik af op …

o

Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag hecht ik hier geen waarde aan. Ik ga af op …

o

Anders, nl: …

Krijgt u in de praktijk te maken met schade met het oog op schuldenaren, die bijvoorbeeld hun lening niet aflossen, en zo ja, van welke omvang is die schade?

o

Ik heb nooit te maken met een dergelijke schade

o

Ik heb wel te maken met een dergelijke schade. De omvang hiervan loopt jaarlijks onge-veer op tot € …

Indien u schade lijdt met het oog op een schuldenaar, die bijvoorbeeld zijn lening niet aflost, op wie zult u dan de schade (proberen te) verhalen, in welke gevallen en waarom?

o

Op de schuldenaar zelf

indien …

omdat …

o

Op de accountant

indien …

omdat …

o

Op de accountant en de schuldenaar

indien …

omdat …

o

Anders, nl: …

indien …

omdat …

(29)

93 Welke invloed heeft aansprakelijkheidsbeperking op de kwaliteit van de controlewerkzaamheden van de accountant, en daarmee op het risico op onjuiste informatie van de kant van aanvragers van financiering / schuldenaren:

o

De kwaliteit zal verslechteren: daar de accountant niet of in mindere mate wordt aange-sproken op zijn fouten, zal hij minder zijn best gaan doen.

o

De beperking heeft geen gevolgen voor de kwaliteit. Deze wordt voldoende gewaarborgd door bijvoorbeeld wet- en regelgeving, toezichthouders en het in stand willen houden van een goede reputatie.

o

Het heeft geen gevolgen voor de kwaliteit. De beperking is gericht op kantoren, niet op de accountant zelf. Zij voelen zich derhalve niet persoonlijk beschermd.

o

De kwaliteit zal verbeteren: juist om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de accountant niet te verliezen, wordt er extra gehamerd op de kwaliteit van de controle.

o

Anders, nl: …

Hoe denkt u over het wettelijk instellen van een aansprakelijkheidsbeperking van accountants-kantoren:

o

Dit is een gunstige ontwikkeling, omdat het The Big Four beschermt tegen catastrofale schadeclaims, zodat de gezonde werking van de accountantspraktijk gewaarborgd blijft.

o

Het is onnodig de aansprakelijkheid van accountantskantoren nog meer te beperken. Wanneer de accountant gewoon zijn werk goed doet, zal hij ook geen last krijgen van ca-tastrofale claims.

o

Dit is een ongunstige ontwikkeling: het zal ten koste gaan van de kwaliteit van de contro-le, omdat de accountant minder gestimuleerd wordt zijn werk goed te verrichten. Fouten worden hem toch slechts beperkt aangerekend.

o

Aansprakelijkheidsbeperking heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van de controle. De kwaliteit wordt voldoende gewaarborgd door bijvoorbeeld wet- en regelgeving, toezicht-houders en het in stand willen houden van reputatie.

o

Aansprakelijkheid van accountantskantoren hoeft niet (verder) beperkt te worden. Bij het werk hoort het lopen van het risico van claims; hiervoor worden zij betaald.

o

Anders, nl: …

DEEL II Inrichting accountantspraktijk met wettelijke aansprakelijkheidsbeper-king accountantskantoren

(30)

94 Hoeveel waarde denkt u te hechten aan accountantscontrole en de verklaring die daarbij afgege-ven wordt, wanneer de accountant niet of gedeeltelijk aansprakelijk gesteld kan worden voor zijn werk?:

o

Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag ga ik alleen hier op af.

o

Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag hecht ik hier veel waarde aan. Daar-naast ga ik af op …

o

Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag hecht ik hier geen waarde aan. Ik ga af op …

o

Anders, nl: …

Onderstaande vraag hoeft alleen beantwoord te worden indien in deel I van de vragenlijst aange-geven is dat u te kampen krijgt met schade.

Indien de aansprakelijkheid van accountants wettelijk beperkt wordt, heeft dit dan gevolgen voor de aansprakelijkstelling om deze schade te verhalen:

o

Nee, ik blijf schade verhalen op de schuldenaar. Het wel of niet beperken van aansprake-lijkheid is een kwestie die irrelevant is voor mij.

o

Ja, de verandering is als volgt: …

Indien u vragen of opmerkingen heeft met betrekking tot deze vragenlijst, kunt u deze in onder-staande box kwijt.

(31)

95

Bijlage 6

Vragenlijst bij afstudeeronderzoek naar aansprakelijkheidsbeperking

van accountants: standpunt praktiserende accountants Deloitte ten

aanzien van aansprakelijkheidsbeperking

Geachte heer/mevrouw,

In het kader van de masteropleiding Accountancy & Controlling doe ik een afstudeeronderzoek naar het wettelijk vaststellen van een aansprakelijkheidsbeperking van accountantskantoren. Momenteel is de discussie gaande of een limitering van de aansprakelijkheid ingevoerd moet worden.

Met mijn onderzoek wil ik een beeld krijgen van de voor- en nadelen van deze ontwikkeling voor diverse betrokkenen, om tot een conclusie te komen of een eventuele limitering een gunsti-ge dan wel ongunstigunsti-ge ontwikkeling is voor Deloitte.

Uit een vragenlijst die ik een paar weken geleden heb afgenomen onder medewerkers van De-loitte, is gekomen dat de praktiserende accountants van Deloitte één van de groepen betrokkenen is waar Deloitte rekening mee dient te houden bij het standpunt dat zij inneemt.

Om inzicht te krijgen in uw standpunt ten aanzien van aansprakelijkheidsbeperking van accoun-tantskantoren wil ik u vragen deze vragenlijst in te vullen. Tezamen met door collegae ingevulde vragenlijsten, leidt dit tot een beeld van hoe praktiserende accountants van Deloitte tegenover aansprakelijkheidsbeperking van accountantskantoren staan. Deze accountants representeren het kantoor.

Het invullen van deze vragenlijst zal ongeveer 15 minuten duren. Graag ontvang ik hem vóór vrijdag 8 juni 2007 van u retour via de mail (ltadema@deloitte.nl).

Bij voorbaat dank voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

(32)

96

Vragenlijst:

Standpunt praktiserende accountants van Deloitte

inzake

aansprakelijkheidsbeperking

Algemene informatie

De vragenlijst is verdeeld in drie delen:

• Het eerste deel betreft informatie over de respondent;

• In het tweede deel wordt ingegaan op de accountantspraktijk zoals die momenteel is inge-richt;

• Het derde deel behandelt een accountantspraktijk met wettelijke aansprakelijkheidsbe-perking van accountantskantoren.

In het tweede en derde deel van de vragenlijst, wordt steeds eerst de vraag gesteld, en een aantal antwoordmogelijkheden gegeven. Vervolgens kunt u het nummer van het antwoord waar u het mee eens bent invullen in de antwoordlinie onderaan de vraag, eventueel met toelichting.

Uw respons zal anoniem in het afstudeerverslag verwerkt wordt, tezamen met de responsen van andere praktiserende accountants van Deloitte.

Uitleg van in de vragenlijst gebruikte termen

Aansprakelijkheidsbeperking: een wettelijke regeling waarin de aansprakelijkheid van accoun-tantskantoren ten aanzien van schade van derden wordt beperkt. Dit kan vormgegeven worden op één van de volgende manieren:

- het instellen van een vaste bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan wor-den;

- het vaststellen van een bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan worden af-hankelijk van de omvang van de te controleren organisaties;

- het vaststellen van een bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan worden af-hankelijk van het honorarium dat de accountant ontvangt voor de controle;

- het vaststellen van een bovengrens tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan worden af-hankelijk van de schade die toegerekend kan worden aan de accountant.

Bovengrens: een maximaal bedrag tot waar de accountant aansprakelijk gesteld kan worden. Derden: gebruikers van de jaarrekening, niet zijnde de accountant zelf of het te controleren be-drijf.

Big Four: de vier grootste mondiale accountantsorganisaties worden tezamen de Big Four ge-noemd. Dit zijn Deloitte & Touche Tohmatsu, Ernst & Young, KPMG en PricewaterhouseCoo-pers.

Catastrofale claims: dit zijn claims van derden die van dermate omvang zijn, dat ze zullen leiden tot de ondergang van één of meer accountantskantoren die tot de Big Four behoren.

(33)

97 1. Wat is uw functie binnen Deloitte?

……… 2. Hoe lang bent u al werkzaam binnen deze functie?

……… 3. Hoe lang bent u al werkzaam in de accountancypraktijk?

……… DEEL I De respondent

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer de springstok rechtop staat en niet wordt belast, bevindt de zuiger zich onder in de cilinder zoals in figuur 11.. figuur 10 figuur 11

Geef je eindantwoord in

Geef aan onder welke omstandigheid het mogelijk is de tijdonafhankelijke Schr¨ odingerver- gelijking nogmaals te separeren in een radi¨ eel deel en een hoekafhankelijk deel Ψ(r, θ, φ)

Het model moet gehanteerd kunnen worden binnen de dagelijkse gang van zaken bij Rabo Amsterdam. In ons specifieke geval betekent dat ook dat het aangereikte instrumentarium, van

Indien consument X de discrepantie tussen de brandequity van de variant in promo en de varianten in zijn consideration set klein genoeg acht zal hij een intentieprikkel hebben om

2p 8 Noem twee kenmerken die hij van deze bouwstijl overneemt én geef aan hoe hij ze op andere wijze verwerkt.. Bij elke nieuwe presentatie van Tour wordt er onder aan de toren

3p 8 Bespreek drie manieren waarop de architect voor variatie heeft gezorgd.. Een krant schreef: "De inwoners van Zaandam vinden het prachtig, maar in architectenkringen zijn

[r]