Vraag nr. 269 van 14 mei 1997
van mevrouw RIA VAN DEN HEUVEL
Geluidshinder luchtverkeer – Bevoegdheid – Maat-regelen
Volgens het nieuwe artikel 6, § 1, I I , eerste lid, 1 ° , van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, g e w i j-zigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993, zijn de gewesten vanaf 30 juli 1993 bevoegd voor "de bescherming van het leefmilieu, onder meer die van de bodem, de ondergrond, h e t water en de lucht tegen verontreiniging en aantas-t i n g, alsmede de saantas-trijd aantas-tegen de geluidshinder". U i aantas- t-zondering wordt echter gemaakt voor het vaststel-len van de productnormen (art. 6 , § 1, I I , t w e e d e l i d , 1 ° ) , wat federale bevoegdheid is. De uitvaardi-ging van emissienormen van vliegtuigen is dus federale bevoegdheid.
Ook in het arrest rond de luchthaven van Zaven-tem van 24 januari 1997 oordeelde de rechter onder andere dat de aanpak van de geluidsproble-matiek louter gewestelijke bevoegdheid is.
1. Wat is de exacte bevoegdheid van de minister met betrekking tot de hierboven vermelde "strijd tegen de geluidshinder"veroorzaakt door luchtverkeer, afkomstig van de nationale lucht-haven Brussel-Nationaal (lawaai geproduceerd door overvliegende toestellen boven het Vlaams Gewest) en de regionale luchthavens van Oos-tende en Deurne ?
2. Welke eventuele maatregelen zijn al genomen door de minister om op grond van zijn bevoegd-heid de geluidsproblematiek veroorzaakt door luchtverkeer aan te pakken ?
N.B. : Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimte-lijke Ordening
Antwoord
1. Het nemen van maatregelen in het kader van de strijd tegen de geluidshinder is een bevoegdheid die toekomt aan de gewesten. De gewesten zijn ook bevoegd wat de uitbating van de luchtha-ven en de openbare vliegvelden betreft, met uit-zondering van Brussel-Nationaal.
Wat de regionale luchthavens betreft (Deurne, Oostende) kan het Vlaams Gewest dus regelend
optreden om de geluidshinder door deze vlieg-velden veroorzaakt te bestrijden. N i e t t e m i n beschikt de federale overheid nog over bevoegdheden in aanverwante terreinen. Ve e l regelgeving is ook gebonden aan voorafgaande samenwerkingsvormen, zoals voor :
– de minimale technische veiligheidsnormen inzake het bouwen en onderhouden van luchthavens en vliegvelden ;
– het luchtverkeer op de regionale luchthavens en openbare vliegvelden, en de rechten die erop betrekking hebben ;
– de organisatie en de uitwerking van de vei-ligheid van het luchtverkeer op de regionale luchthavens en de openbare vliegvelden. Er kan dus niet voorbij worden gegaan aan de begrenzing van de bevoegdheden van de gewes-ten bij het opstellen van milieuhygiënische nor-men inzake geluidshinder.
Specifiek voor de luchthaven Brussel-Nationaal is het zeer moeilijk maatregelen met betrekking tot de geluidshinder uit te werken die niet zul-len ingrijpen op de technische uitbatingsaspec-ten. Er zijn dus reële grenzen aan de gewestelij-ke bevoegdheid.
2. Zowel bij het overleg met minister Daerden aangaande de luchthaven Zaventem, als in het intergewestelijk overleg betreffende de sprei-ding van het luchtverkeer, werd door mijn dien-sten steeds de nadruk gelegd op de bescherming van de bevolking, en dit op basis van de reëel ervaren geluidspieken, vooral tijdens de nacht. Tevens wordt de opportuniteit onderzocht om luchthavens op te nemen op de V l a r e m - i n d e-lingslijst van hinderlijke inrichtingen.
(Antwoord Eddy Baldewijns : Bulletin van Vra -gen en Antwoorden nr. 17 van 13 juni 1997, blz. 1617 – red.)