Vraag nr. 249 van 31 juli 1996
van de heer CARL DECALUWE
Gehandicapten uit andere regio's – Samenwer-kingsakkoord
Op dit ogenblik is er een principeakkoord over het opnemen van gehandicapten uit Wallonië in instel-lingen in Vlaanderen en omgekeerd.
Dit akkoord wordt echter niet uitgevoerd bij gebrek aan concrete regelgeving. Naar verluidt zou men vanuit Vlaanderen vooral vrezen voor one-v e n w i c h t , waardoor one-veel meer Franstaligen in Vlaamse instellingen terecht zouden komen dan omgekeerd.
1. Hoe komt het dat het principeakkoord tussen Wallonië en Vlaanderen nog niet wordt uitge-voerd ?
2. Zijn er op dit ogenblik duidelijke onevenwich-ten tussen Vlaanderen en Wallonië ? Zo ja,waar en hoe manifesteren die zich het duidelijkst ? Hoe denkt men daaraan een einde te kunnen maken ?
3. Wat moeten instellingen doen die op dit ogen-blik worden geconfronteerd met vragen vanuit een ander landsgedeelte ?
4. Wat heeft de minister reeds gedaan opdat een spoedige oplossing kan worden gevonden voor dit probleem, dat zich vooral voordoet in grens-regio's ?
Antwoord
De Vlaamse Gemeenschap en het Waals Gewest werkten tijdens de vorige zittingsperiode een samenwerkingsovereenkomst uit "overwegende de w i l . . . om aan de personen met een handicap de g e r e c h t v a a r d i g d e, gemotiveerde en door het bevoegd orgaan (met name het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap en l'Agence Wallonne pour l'Intégration des Per-sonnes Handicapées) als noodzaak erkende keuze te waarborgen, wat betreft de instellingen en dien-sten gemachtigd om hen prestaties te verstrekken". Dit basisprincipe werd verschillend geïnterpre-teerd door de Vlaamse Gemeenschap en het Wa a l s G e w e s t , zoals blijkt uit de memories van toelich-ting.
Een samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en Wallonië betreffende de tenlasteneming van de kosten van de opvang en van de sociale en profes-sionele integratie van personen met een handicap, vergt de goedkeuring bij decreet door beide gemeenschappen.
Dit akkoord heb ik aan de Vlaamse regering voor-gelegd op 27 september 1995, die echter een bijko-mend onderzoek wenselijk achtte vooraleer het over te maken aan de Raad van State voor advies. Uit dat onderzoek bleek dat het samenwerkingsak-koord meerdere tekortkomingen vertoont, w a a r o n-der een mogelijke discriminatie van gehandicapten uit beide gewesten bij de toelatingscriteria voor de beschutte werkplaatsen en de beroepsopleiding. Ook het "avis du Conseil d'Etat" van 12 oktober 1995 dat de Waalse regering over het voorontwerp van decreet had gevraagd, wees op fundamentele tekorten van het samenwerkingsakkoord.
Tevens bleek dat de individuele noodsituaties kun-nen worden opgelost naar analogie van de regelin-gen die nu reeds worden getroffen tussen V l a a n d e-ren en Nederland (of Wallonië en Frankrijk) en dat deze procedure ook voor Brussel kan worden toe-gepast (wat niet het geval was bij voorliggend samenwerkingsakkoord).
Momenteel heb ik een nieuwe nota voor de Vlaams regering klaar, waarbij nieuwe inzichten en oplossingen ter beslissing worden voorgelegd en waarbij ik een mandaat vraag om over het samen-werkingsakkoord met het Waals Gewest te mogen onderhandelen.
De erkende voorzieningen kennen de wettelijke voorwaarden en procedures die recht geven op bij-stand door het Vlaams Fo n d s. Voor bijkomende inlichtingen kunnen zij een beroep doen op de bevoegde provinciale afdeling van het V l a a m s Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.