• No results found

TECHNISCH RAPPORT PEIL.SCHRIJFVAARDIGHEID EINDE (SPECIAAL) BASISONDERWIJS 2018-2019 Utrecht, 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TECHNISCH RAPPORT PEIL.SCHRIJFVAARDIGHEID EINDE (SPECIAAL) BASISONDERWIJS 2018-2019 Utrecht, 2021"

Copied!
89
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TECHNISCH RAPPORT PEIL.SCHRIJFVAARDIGHEID EINDE (SPECIAAL) BASISONDERWIJS 2018-2019

Utrecht, 2021

(2)

Inhoud

1 Inleiding ... 3 1.1 Doel 3

1.2 Opzet en methode 4

2 Het schrijfonderwijs ... 6 2.1 Onderwijsbeleid 6

Databronnen 6 Werkwijze 6

2.2 Onderwijsaanbod en onderwijsleerproces 12 Databronnen 12

Werkwijze 12

2.3 Verschillen tussen leerkrachten van groep 6, 7 en 8 28 Significantietoetsing 28

2.4 Trend 2009-2019 45 Databronnen 45 Werkwijze 46

3 Attituden en achtergrondkenmerken ... 48 3.1 Databronnen 48

3.2 Werkwijze 48

Samengestelde variabelen 48 Significantietoetsing 48

4 Prestaties schrijfvaardigheid ... 57 4.1 Databronnen 57

4.2 Werkwijze 57

Beheersing beoordelingsaspecten 57 Trend 2009-2019 58

Representativiteit sbo-populatie 2009 59 Significantietoetsing 60

5 Verschillen tussen scholen en leerlingen ... 64 5.1 Databronnen en werkwijze 64

Meerniveaumodellen 68

6 Referenties ... 71 Bijlage I ... 72

(3)

1 Inleiding

Dit technisch rapport bevat de onderliggende analyses en bijbehorende tabellen bij de rapportage Peil.Schrijfvaardigheid einde (speciaal) basisonderwijs(Inspectie van het Onderwijs, 2021). Dit peilingsonderzoek is in opdracht van het Nationaal

Regieorgaan Onderwijsonderzoek en de Inspectie van het Onderwijs uitgevoerd door een consortium bestaande uit GION onderwijs/onderzoek, de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Utrecht, het Kohnstamm Instituut, Cito en de NHL

Hogeschool. Naast voorliggend technisch rapport is er een technisch rapport van het uitvoerend consortium (Ritzema et al., 2020), waarin de analyses met betrekking tot de steekproefkwaliteit, de instrumentkwaliteit en de beschrijvende analyses met betrekking tot de prestaties worden uiteengezet.

1.1 Doel

Het doel van de peiling Schrijfvaardigheid einde (s)bo was vast te stellen hoe vaardig leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs (bo) en het laatste leerjaar van leerlingen in het speciaal basisonderwijs (sbo) zijn op het gebied van

schrijfvaardigheid. Waar mogelijk worden leerlingprestaties vergeleken met prestaties gemeten in een vorige peiling naar schrijfvaardigheid in het bo

(Kuhlemeier et al., 2013) om te zien hoe de schrijfvaardigheid zich sinds 2009 heeft ontwikkeld. Daarnaast beschrijft het publieksrapport hoe het onderwijsleerproces voor schrijfvaardigheid er op de deelnemende scholen uitziet. Tot slot wordt gekeken naar de prestatieverschillen tussen leerlingen en scholen en naar hoe de prestaties samenhangen met de manier waarop scholen het onderwijsleerproces op het gebied van schrijven vormgeven.

Centraal uitgangspunt voor het peilingsonderzoek vormen de kerndoelen

‘Nederlands: schriftelijk onderwijs’. Deze kerndoelen schrijven voor waar het

onderwijs in schrijfvaardigheid zich op richt. Voor taal en rekenen zijn de kerndoelen verder uitgewerkt in het Referentiekader Taal en Rekenen (Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2010). Voor het einde van het bo en het sbo zijn het fundamentele niveau 1F en het streefniveau 1S van toepassing. Voor taal geldt 1S=2F. Het uiteindelijke instrumentarium voor het peilingsonderzoek is

samengesteld op basis van de referentieniveaus 1F en 2F en de nadere keuzes ten aanzien van de taken, tekstkenmerken en kenmerken van de taakuitvoering, zoals gespecificeerd in de domeinbeschrijving ‘Schrijfvaardigheid in het basisonderwijs’

(Hoogeveen, 2017).

De onderzoekvragen die het uitgangspunt vormen voor het publieksrapport zijn:

1. Hoeveel procent van de leerlingen einde basisonderwijs en schoolverlaters speciaal basisonderwijs beheerst de referentieniveaus (1F en 1S/2F) voor schrijfvaardigheid en wat is de vaardigheidsverdeling op de onderliggende schaal?

2. Hoe kan de prestatie van een leerling worden getypeerd als het gaat om de communicatieve effectiviteit, zoals blijkend uit de kenmerken van de taakuitvoering? Beschrijf de range van leerlingprestaties met specifieke aandacht voor de grenspunten <1F-1F en 1F-2F, de laagvaardige (de 10%

laagst scorende leerlingen), de gemiddelde en de hoogvaardige (de 10%

(4)

hoogst scorende leerlingen) leerlingen door middel van een selectie van voorbeeldprestaties uit leerlingproducten.

3. Welke verschillen in leerlingprestaties zijn er tussen leerlingen naar

algemene leerlingkenmerken zoals geslacht en thuistaal en domeinspecifieke leerlingkenmerken zoals schrijfattitude?

4. Welke verschillen in leerlingprestaties zijn er tussen leerlingen naar algemene leerkrachtkenmerken zoals geslacht type opleiding?

5. Hoe kunnen de deelnemende scholen worden getypeerd als het gaat om kenmerken van het onderwijsleerproces? En in hoeverre hangen verschillen in het onderwijsleerproces tussen scholen samen met verschillen in de leerlingprestaties?

6. Welke kenmerken van leerlingen, leerkrachten en onderwijsleerproces zijn in onderlinge samenhang mogelijke verklarende variabelen voor verschillen in leerlingprestaties en schoolprestaties?

7. Welke verschillen zijn er tussen de leerlingprestaties anno 2019 en de leerlingprestaties in het peilingsonderzoek schrijfvaardigheid van 2009?

De opbouw van dit technisch rapport volgt de hoofstukindeling van het

publieksrapport. We onderbouwen per hoofdstuk uit deel B (de Resultaten), de gegevens die we hebben gebruikt en onze werkwijze.

1.2 Opzet en methode

De gegevens die we in deze rapportage presenteren zijn verzameld bij een

steekproef van 95 basisscholen met 2432 groep 8-leerlingen en 38 sbo scholen met 900 schoolverlaters in het sbo.

Om de schrijfvaardigheid van deze leerlingen in kaart te brengen, zijn 12 schrijftaken afgenomen voor de 4 tekstsoorten uit het referentiekader, met ten minste 1 taak voor elk van de 4 tekstsoorten (1. correspondentie; 2. formulieren invullen, berichten, advertenties en aantekeningen; 3. verslagen, werkstukken, samenvattingen en artikelen; en 4. vrij schrijven - verhalen, gedichten, informatieve teksten). De schrijfprestaties in deze peiling moesten kunnen worden

geïnterpreteerd binnen het referentiekader voor schrijfvaardigheid. Daarom werden alle kenmerken van de taakuitvoering (samenhang; afstemming op doel;

afstemming op publiek; woordgebruik en woordenschat; spelling, interpunctie en grammatica; en leesbaarheid) meegenomen in de beoordeling, zoals geadviseerd in de domeinbeschrijving (Hoogeveen, 2017, p. 26). In het peilingsonderzoek zijn deze kenmerken van de taakuitvoering niet apart beoordeeld, maar als onderdeel van de domeinen opbouw, formulering en inhoud. Voor de beoordeling van de schrijftaken is net als in het peilingsonderzoek van 2009 een descriptieve schaal gebruikt. De schalen bevatten per taak verschillende beoordelingsaspecten op de gebieden opbouw, formulering en inhoud. De totaalscore van een leerling voor opbouw, formulering en inhoud samen bepaalde de effectiviteit van de tekst voor de doelgroep (de communicatieve effectiviteit). Per taak is meer dan 10% van de leerlingteksten dubbel beoordeeld om de overeenstemming tussen beoordelaars te meten. Na het beoordelen van de criteria over opbouw, formulering en inhoud werd een globale beoordeling van de kwaliteit van de tekst gegeven en werd de lengte van de tekst geschat. Ook spelling, interpunctie en grammatica werden beoordeeld, maar de beoordeling van deze aspecten maakte geen onderdeel uit van de

totaalscore voor schrijfvaardigheid.

Naast deze vaardigheidsmeting vulden de leerlingen een vragenlijst in. De vragen gingen over de (taal)achtergrond van de leerlingen, schrijven op de mobiele telefoon, wat en hoe vaak een leerling in zijn vrije tijd schrijft, de attitude ten

(5)

opzichte van schrijven, schrijfplezier en de beleving van de eigen schrijfvaardigheid.

Ook de leerkrachten van de 95 deelnemende bo-scholen en 38 deelnemende sbo- scholen vulden een vragenlijst in over het schrijfonderwijs en een aantal relevante achtergrondkenmerken. Tevens vulden de schoolleiders van 67 bo-scholen en 24 sbo-scholen een vragenlijst in over het taalbeleid op school, aandacht voor aspecten van het schrijfonderwijs op school en de visie op schrijfonderwijs.

Tenslotte is een verdiepend onderzoek gedaan bij 85 bo-scholen en 22 sbo-scholen.

Op deze scholen zijn 70 lessen schrijfvaardigheid geobserveerd in de groepen 8 van 58 bo-scholen en 30 lessen schrijfvaardigheid in het laatste leerjaar van 21 sbo- scholen om na te gaan welke (leerkracht)activiteiten in de schrijflessen

plaatsvonden. Ook zijn interviews met de leerkrachten en leerlingen gehouden.

Samen met de gegevens uit de vragenlijstenis dit verdiepend onderzoek gebruikt om een beeld te schetsen van het onderwijs op het gebied van schrijfvaardigheid.

Uitgebreidere informatie over de opzet van de steekproef, de werving van de deelnemende scholen, de verdeling van de leerlingen en scholen naar

achtergrondkenmerken en de representativiteit van de deelnemende scholen en leerlingen is opgenomen in het technisch rapport van het uitvoerend consortium (Ritzema et al., 2020).

Tabel 1.3.a Overzicht van scholen, leerkrachten en leerlingen in bo en sbo waarvan gegevens over het zijn geanalyseerd

BO

Scholen Leerkrachten Leerlingen groep 6 groep

7 groep 8

Vragenlijsten 67 91 95 126 2432

Interviewdata 85 - - 99 199

Observaties 58 - - 70 -

Schrijfvaardigheidsscores 2432

SBO

Scholen Leerkrachten laatste leerjaar Leerlingen

Vragenlijsten 24 67 900

Interviewdata 22 36 72

Observaties 21 30 -

Schrijfvaardigheidsscores 887

(6)

2 Het schrijfonderwijs

2.1 Onderwijsbeleid Databronnen

In deze paragraaf staan de tabellen en figuren die ten grondslag liggen aan de beschrijving van het schoolbeleid (paragraaf 1.1 van het publieksrapport) voor schrijfvaardigheid op de representatieve set van basisscholen (bo) en scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) die deelnamen aan het peilingsonderzoek (hoofdstuk 1 in het publieksrapport). We hebben deze gegevens opgehaald via de

schoolleidersvragenlijst en de leerkrachtinterviews (respons in Tabel 1.3a). Bij elke tabel staat aangegeven op welke vraag uit deze vragenlijst de gegevens betrekking hebben.

De volgende aspecten van het schoolbeleid kwamen in de schoolleidersvragenlijst aan de orde:

• Taalbeleid (14 items)

• Taalcoördinator (1 item)

• Schoolbrede aandacht voor schrijfonderwijs (10 items)

• Visie op schrijfonderwijs (7 items)

In aanvulling op de schoolleidersvragenlijst zijn in de interviews met leerkrachten vragen gesteld over de visie, hoe zij die visie in de praktijk brengen, de leerdoelen en de doorgaande leerlijn voor schrijfonderwijs.

Werkwijze

De uitkomsten zijn afzonderlijk voor de sectoren bo en sbo weergegeven, omdat het onderwijs in bo mogelijk anders is ingericht dan in het sbo.

De beschrijvingen in het hoofdstuk betreffen overwegend frequentieverdelingen. In een aantal gevallen zijn er nieuwe variabelen samengesteld. Hieronder lichten we toe welke nieuwe variabelen er samengesteld zijn. Vervolgens rapporteren we de significantietoetsingen. In de meeste gevallen gaat het hierbij om het toetsen van de significantie van het verschil tussen bo en sbo.

Samengestelde variabelen

In het hoofdstuk is gerapporteerd over een aantal samengestelde variabelen. De samenstelling daarvan wordt beschreven in hoofdstuk 5.7 van het technisch rapport van het consortium (TR consortium). Het gaat om de schaal ‘wegwerken

achterstanden’ (TR consortium: Taalbeleid gericht op het wegwerken van taalachterstanden bij (anderstalige) leerlingen), ‘rijk/breed taalaanbod’ (TR consortium: Taalbeleid gericht op rijk/breed taalaanbod voor alle leerlingen),

‘schoolbrede facilitering’ (TR consortium: Focus brede facilitering van het

schrijfonderwijs). De score op deze schalen is gebaseerd op de som van de scores op afzonderlijke items. In dit rapport en het publieksrapport hebben wij ervoor gekozen gemiddelde somscores te rapporteren en de scores te laten starten vanaf 0 omdat de scores zo makkelijker te interpreteren zijn.

(7)

Significantietoetsing

Voor het bepalen de significantie van verschillen tussen bo en sbo bij variabelen met meerdere antwoordcategorieën is eerst een controle uitgevoerd op de verwachtte waarden van de kruistabel. Komen daarin cellen voor met minder dan 5

waarnemingen is gekozen voor het uitvoeren van de Fisher exact test, voor het bepalen van de p-waarde. Zo niet, dan is een chikwadraattoets gedaan. Met T- toetsen is de significantie bepaald tussen bo en sbo bij continue variabelen.

De significantietoetsen in deze paragraaf hebben betrekking op paragraaf 1.1 van het publieksrapport.

Tabel 2.1.2a Uitkomsten van chikwadraattoets aanwezigheid taal-/leescoördinator (schoolvragenlijst)

Taalcoördinator

Startvraag. Ik vul deze vragenlijst in als…

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde

Ja 29 8 0,89(1) 0,37

Nee 66 30

NB. De aanwezigheid van een taal-/leescoördinator op school is deels afgeleid van de functie van de respondent die de schoolvragenlijst invulde

(taalcoördinator of taalspecialist). Daarnaast is gebruikgemaakt van informatie op de schoolwebsite en in de schoolgids om te bepalen of een

school over een taal-/leescoördinator beschikt.

Tabel 2.1.2b Uitkomsten van Fisher’s exact toets aanwezigheid taalbeleid (schoolvragenlijst)

Taalbeleid op school

Vraag 1. In hoeverre is er op uw school sprake van taalbeleid?

n bo n sbo p-waarde Helemaal niet

15 2

0,09 We zijn bezig met het ontwikkelen

van taalbeleid

16 7 Er is taalbeleid, maar het staat nog

niet op papier

13 10 We hebben een expliciet

taalbeleidsplan 23 5

(8)

Tabel 2.1.2c Uitkomsten van T-toetsen schalen aandachtspunten taalbeleid (schoolvragenlijst)

Aandachtspunten taalbeleid

Vraag 2. In hoeverre zijn de volgende aandachtspunten van toepassing op het taalbeleid op uw school?

Gemiddelde

bo Gemiddelde

sbo n

bo n

sbo T(df) p- waarde Schaal wegwerken achterstanden

Leerlingen met achterstanden in het begrijpend lezen op weg helpen

3,35 3,50 34 14

Zorgen dat er altijd Nederlands gesproken wordt in de lessen

2,97 3,29 35 14 Afspraken maken

tussen

leerkrachten van alle groepen hoe ze anderstalige leerlingen helpen met hun

taalontwikkeling

2,49 2,43 35 14 Taalachterstanden

van anderstalige leerlingen wegwerken

2,46 2,79 35 14 Gebruik maken

van de voordelen van meertaligheid

van leerlingen 1,69 1,64 35 14 0,42(28) 0,68 Schaal rijk/breed taalaanbod

Bewaken van een goed taalaanbod en leesmateriaal in de lessen

3,69 3,71 35 14 Zorgen voor een

rijk aanbod aan boeken om leerlingen aan het lezen te krijgen

3,66 3,50 35 14 Zorgen dat er niet

alleen in de taallessen, maar

ook in andere 3,43 3,21 35 14

(9)

Aandachtspunten taalbeleid lessen aandacht

wordt gegeven aan de kwaliteit van het

taalgebruik van leerlingen

Zorgen voor goed onderwijs in woordenschat

3,40 3,64 35 14 Zorgen dat er

gedifferentieerd wordt in de lessen tussen leerlingen met

taalachterstanden en taalvaardige leerlingen

3,00 3,00 34 14 Zorgen voor

hoogwaardig

schrijfonderwijs 2,89 2,64 35 14 0,53 (29) 0,60

Items los van schalen Vroegtijdig

vreemde- taalonderwijs (Engels of Duits)

2,63 0,79 35 14 5,51

(30) <0,001**

Hoe om te gaan met leerlingen die dialect spreken of

Fries 0,97 1,00 35 14

-0,7

(21) 0,95

** p significant <0,05

NB. Alleen de antwoorden van de scholen die hadden aangegeven taalbeleid te hebben (al dan niet expliciet op papier) zijn meegenomen.

Tabel 2.1.2d Uitkomsten van T-toetsen schalen schoolbrede aandacht voor schrijfonderwijs (schoolvragenlijst)

Schoolbrede aandacht voor schrijfonderwijs

Vraag 3. In hoeverre is er schoolbreed aandacht voor het schrijfonderwijs op de volgende punten?

Gemiddelde

bo Gemiddelde

sbo n

bo n

sbo T(df) p- waarde Schaal schoolbrede facilitering

Het ontwikkelen van een eigen schoolvisie op schrijfvaardigheid en schrijfdidactiek

1,95 1,65 65 23

(10)

Het

professionaliseren van leerkrachten op het gebied van schrijfonderwijs

1,69 1,57 65 23 Het stimuleren

van leerkrachten om zelf materiaal te ontwikkelen voor

schrijfonderwijs

1,66 1,26 65 23 Het aanschaffen

van aanvullende materialen voor goed

schrijfonderwijs

1,83 1,52 65 23 Het verbinden van

schrijfonderwijs met het onderwijs in begrijpend lezen

2,18 1,96 65 23 Het verbinden van

schrijfonderwijs met het schrijven bij zaakvakken (WO,

geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkennis)

2,69 2,26 65 23

Het faciliteren van overleg tussen leerkrachten van alle groepen over hun aanpak van het

schrijfonderwijs 2,00 1,30 65 23

2,24

(51) 0,03**

Items los van schaal Het verzorgen van

een doorlopende leerlijn schrijven vanaf groep 3

2,86 2,57 65 23 1,50

(43) 0,14 Het systematisch

volgen van de leervorderingen van individuele leerlingen op het gebied van schrijfvaardigheid

2,14 1,61 65 23 2,21

(38) 0,03**

(11)

Het geven van extra tijd en aandacht aan de schrijfvaardigheid van leerlingen

vanaf groep 5 2,34 2,00 65 23 1,68

(44) 0,10

** p significant <0,05

Tabel 2.1.2e Uitkomsten van chikwadraattoetsen visie school op schrijfonderwijs (schoolvragenlijst)

Schoolvisie

Vraag 4. Geeft een van de volgende punten de visie van uw school op schrijfonderwijs goed weer?

n bo n

sbo Chi kwadraat (df)

p- waar de Schrijfonderwijs is

vooral gericht op correct schrijven van

woorden en zinnen nee 29 7

ja 36 16 0,89 (1) 0,35

Schrijfonderwijs is vooral gericht op het bereiken van doelen bij

de lezer nee 22 10

ja 43 13 0,33 (1) 0,75

Schrijfonderwijs moet leerlingen vooral bekend maken met veel verschillende soorten

teksten nee 12 4 - 1

ja 53 19

Schrijfonderwijs moet zich vooral richten op de schrijfprocessen van leerlingen (plannen en

reviseren) nee 16 12

ja 49 11 4,75

(1) 0,03*

Schrijfonderwijs moet uitgaan van

levensechte situaties waarin leerlingen zich

kunnen herkennen nee 10 3

ja 55 20 - 1

Schrijfonderwijs moet in direct verband staan met andere onderdelen van het taalonderwijs (lezen, grammatica, woordenschat, spreken

et cetera) nee 2 1

ja 63 22 - 1

(12)

Bij schrijfonderwijs moet veel aandacht zijn voor het schrijven met

tablet en/of computer nee 35 13

ja 30 10 0(1) 1

** p significant <0,05

NB. Indien geen chi kwadraat is weergegeven is een Fisher exact toets uitgevoerd.

2.2 Onderwijsaanbod en onderwijsleerproces Databronnen

In deze paragraaf staan de tabellen die ten grondslag liggen aan de beschrijving van het onderwijsaanbod (paragraaf 1.3 van het publieksrapport) en het

onderwijsleerproces (paragraaf 1.4 van het publieksrapport) voor schrijfvaardigheid op de representatieve set van basisscholen (bo) en scholen voor speciaal

basisonderwijs (sbo) die deelnamen aan het peilingsonderzoek (hoofdstuk 1 in het publieksrapport). We hebben deze gegevens opgehaald via de leerkrachtvragenlijst, de leerkrachtinterviews, de leerlinginterviews en de observatiegegevens. Voor de exacte deelnemersaantallen zie tabel 1.3a

De volgende aspecten van het onderwijsaanbod kwamen in de leerkrachtvragenlijst aan de orde:

• de onderwijstijd;

• de gehanteerde methoden en materialen;

• de frequentie van schrijfopdrachten en de soorten schrijfactiviteiten;

• de doelen waarop de nadruk ligt in het schrijfonderwijs;

• de integratie met andere vakken;

• de samenwerking;

• feedback en differentiatie binnen het schrijfonderwijs

Tijdens de leerkrachtinterviews zijn de leerkrachten (nader) bevraagd over hun visie op schrijfonderwijs en het aanbod op dit leergebied.

In de leerlinginterviews werden vragen gesteld over de schrijflessen op school, de ervaringen van de leerlingen met deze lessen en de wijze waarop zij te werk gaan tijdens het schrijven.

De observaties waren bedoeld om na te gaan welke (leerkracht)activiteiten in de schrijflessen plaatsvonden. De geobserveerde schrijflessen duurden in het bo gemiddeld 46 minuten en in het sbo gemiddeld 39 minuten.

Werkwijze

Ook in dit hoofdstuk zijn de items afzonderlijk voor de sectoren bo en sbo

weergegeven, omdat het onderwijs in bo mogelijk anders is ingericht dan in het sbo.

De beschrijvingen in het hoofdstuk betreffen overwegend frequentieverdelingen. In een aantal gevallen zijn er nieuwe variabelen samengesteld. Ook zijn er enkele verschillen tussen bo en sbo getoetst. Bovendien zijn de vragenlijsgegevens van de bo-leerkrachten van groep 8 vergeleken met de antwoorden van bo-leerkrachten van groep 6 en 7. De gegevens van de vorige peiling uit 2009 zijn -daar waar mogelijk- vergeleken met de huidige peiling.

(13)

Significantietoetsing

Voor het bepalen van significante verschillen tussen bo en sbo bij variabelen met meerdere antwoordcategorieën is eerst een check uitgevoerd op de verwachtte waarden van de kruistabel. Komen daarin cellen voor met minder dan 5

waarnemingen is gekozen voor het uitvoeren van de Fisher exact test, voor het bepalen van de p-waarde.

De gegevens van de interviews en observaties zijn vanwege de kwalitatieve aard van de gegevens niet getoetst op significantie. Voor de gegevens over de interviews en observaties verwijzen we naar de rapportage Peil.Schrijfvaardigheid einde (speciaal)basisonderwijs (Inspectie van het Onderwijs, 2021) en de technische rapportage van Ritzema et al. (2020).

ONDERWIJSAANBOD (1.3 publieksrapport)

De hieronder gepresenteerde tabellen verwijzen naar paragraaf 1.3 onderwijsaanbod van het publieksrapport.

Tabel 2.2.2a Uitkomsten van de t-test onderwijstijd (leerkrachtvragenlijst) Onderwijstijd

Vraag 3. Tijdsbesteding

gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 62,3

Sbo 68,81 -0,59 (84,609) 0,55

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2b Uitkomsten van chikwadraattoets frequentie schrijfopdrachten binnen het taalonderwijs (leerkrachtvragenlijst)

Frequentie schrijfopdrachten Vraag 4. Frequentie van schrijfopdrachten

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Vaker dan twee keer per

maand 49 23

2,99 0,39

Twee keer per maand 40 19

Een keer per maand 27 16

Minder dan een keer per maand

8 9

nooit 0 0

** p significant <0,05

(14)

Tabel 2.2.2c Uitkomsten van de chikwadraattoetsen nadruk op verschillende lesdoelen (leerkrachtvragenlijst)

Nadruk op verschillende lesdoelen Vraag 9. Doelen van uw schrijfonderwijs

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Lesdoelen antwoordmogelijkheden

Doel en publiek Helemaal van toepassing 12 6

7,54 0,11

Van toepassing 69 24

Een beetje van toepassing

36 29

Niet van toepassing 8 5 Helemaal niet van

toepassing

1 2

Schrijfaanpak Helemaal van toepassing 15 4

8,23 0,09

Van toepassing 71 31

Een beetje van toepassing

34 23

Niet van toepassing 6 6 Helemaal niet van

toepassing

0 2

Tekstsoorten Helemaal van toepassing 30 16

6,26 0,18

Van toepassing 73 39

Een beetje van toepassing

23 9

Niet van toepassing 0 2 Helemaal niet van

toepassing

0 1

Correct

taalgebruik Helemaal van toepassing

41 10

16,92 <0,001**

Van toepassing 68 18

Een beetje van toepassing

15 3

Niet van toepassing 1 2 Helemaal niet van

toepassing

0 0

** p significant <0,05

Interviews: Aan welke aspecten van schrijfvaardigheid besteedt u dit schooljaar de meeste aandacht?

Tabel 2.2.2d Percentage voor productaspecten en procesaspecten van schrijfvaardigheid (leerkrachtinterviews)

Vraag 4. Aan welke aspecten van schrijfvaardigheid besteedt u dit schooljaar de meeste aandacht?

Bo Sbo

n percentage n percentage

Nadruk op

product 44 44% 19 53%

Nadruk op proces 34 34% 6 17%

(15)

Tabel 2.2.2e Percentage van de genoemde elementen van productaspecten en procesaspecten (leerkrachtinterviews)

n bo Percentage n sbo Percentage

Nadruk schrijfproduct

Doel van de tekst nee 75 76% 32 89%

ja 24 24% 4 11%

Publiek van de tekst nee 85 86% 32 89%

ja 14 14% 4 11%

Tekstsoorten nee 68 69% 25 69%

ja 31 31% 11 31%

Tekstopbouw nee 62 63% 25 69%

ja 37 37% 11 31%

Correct taalgebruik nee 62 63% 27 75%

ja 37 37% 9 25%

Omvang tekst nee 98 99% 34 94%

ja 1 1% 2 6%

Lay-out nee 86 87% 33 92%

ja 13 13% 3 8%

Publiceren tekst nee 94 95% 35 97%

ja 5 5% 1 3%

Weet ik niet – ik volg

methode nee 90 91% 34 94%

ja 9 9% 2 6%

Anders nee 92 93% 25 69%

ja 7 7% 11 31%

Nadruk schrijfproces

Ideeën genereren nee 89 90% 32 89%

ja 10 10% 4 11%

Tekstplan maken nee 84 85% 34 94%

ja 15 15% 2 6%

Formuleren nee 93 94% 33 92%

ja 6 6% 3 8%

Feedback geven/krijgen nee 76 77% 35 97%

ja 23 23% 1 3%

Feedback verwerken nee 88 89% 35 97%

ja 11 11% 1 3%

Reviseren op inhoud nee 91 92% 32 89%

ja 8 8% 4 11%

Spelling en grammatica

verbeteren nee 65 66% 30 83%

ja 34 34% 6 17%

Schrijf strategieën nee 96 97% 32 89%

ja 3 3% 4 11%

Samen schrijven nee 96 97% 35 97%

ja 3 3% 1 3%

Weet niet - volg

methode nee 93 94% 36 100%

(16)

n bo Percentage n sbo Percentage

Anders nee 92 93% 32 89%

ja 7 7% 4 11%

Tabel 2.2.2f Uitkomsten van de chikwadraattoets methoden voor schrijfonderwijs (leerkrachtvragenlijst)

Onderwijsmethode

Vraag 2. Gehanteerde methode en materiaal

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Methoden

Taalactief 35 12

7,73 0,39

Staal 25 17

Taalopmaat 18 11

Combinatie methoden 12 6

Anders 11 8

Taalverhaal.nu 10 3

Taal in beeld 9 9

Geen methode 4 0

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2g Uitkomsten van de chikwadraattoets aanvullende leermiddelen en zelf ontwikkeld materiaal (leerkrachtvragenlijst)

Aanvullende leermiddelen

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde

Nee, alleen taalmethode 55 34 0,62 0,43

Ja 65 30

Zelf ontwikkeld materiaal

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde

Nee 58 44

7,48 0,006**

ja 64 19

** p significant <0,05

(17)

Tabel 2.2.2h Uitkomsten t-toets indexvariabele, soorten schrijfproducten (leerkracht vragenlijst)

Soorten teksten Vraag 5. Soorten teksten

gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 11,5 6,41(100,8) <0,001**

Sbo 9,08

Soorten doelen

Vraag 6. Schrijven met een doel

gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 4,53 4,11(93,37) <0,001**

Sbo 3,75

Soorten publiek

Vraag 7. Schrijven voor publiek

gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 3,97 5,77(103,33) <0,001**

Sbo 2,73

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2i Uitkomsten chikwadraattoets soorten schrijfproducten (leerkrachtvrage nlijst)

Soorten teksten n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Soorten teksten Frequentie

Spannend of grappig verhaal

Minimaal een keer

per maand 24 13

7,91 0,05**

Een keer per

kwartaal 82 39

Een keer per jaar 20 10

nooit 0 4

Verslag van activiteit of belevenis

Minimaal een keer per maand

25 15

9,70 0,02**

Een keer per kwartaal

76 30

Een keer per jaar 23 19

nooit 0 3

Vrij schrijven Minimaal een keer per maand

27 23

3,97 0,27 Een keer per

kwartaal

52 23

Een keer per jaar 30 15

nooit 14 5

Werkstuk Minimaal een keer per maand

19 2

11,77 0,008**

Een keer per kwartaal

40 20

Een keer per jaar 63 38

nooit 3 7

Gedicht Minimaal een keer per maand

3 4 10,93 0,01**

(18)

Soorten teksten Een keer per

kwartaal

69 24

Een keer per jaar 51 31

nooit 2 6

Betoog Minimaal een keer

per maand

11 6

10,16 0,02**

Een keer per kwartaal

49 15

Een keer per jaar 46 23

nooit 19 22

E-mail of webtekst Minimaal een keer per maand

11 6

11,40 0,01**

Een keer per kwartaal

43 20

Een keer per jaar 48 14

nooit 22 25

Persoonlijke brief Minimaal een keer per maand

5 1

5,87 0,118 Een keer per

kwartaal

45 15

Een keer per jaar 63 39

nooit 13 12

Uitleg over situatie of proces

Minimaal een keer per maand

7 9

20,89 <0,001**

Een keer per kwartaal

44 14

Een keer per jaar 49 13

nooit 25 30

Instructie of recept Minimaal een keer per maand

2 3

5,84 0,12 Een keer per

kwartaal

42 17

Een keer per jaar 67 31

nooit 15 15

Zakelijke brief Minimaal een keer per maand

3 1

43,48 <0,001**

Een keer per kwartaal

34 8

Een keer per jaar 74 21

nooit 14 37

Oproep of uitnodiging voor deelname activiteit

Minimaal een keer per maand

1 4

14,46 0,002**

Een keer per kwartaal

40 13

Een keer per jaar 64 27

nooit 19 22

Dialoog voor hoorspel of toneelstuk

Minimaal een keer per maand

4 1

25,77 <0,001**

Een keer per kwartaal

24 13

Een keer per jaar 69 16

nooit 26 37

(19)

Soorten teksten Ingezonden brief Minimaal een keer

per maand

0 0

20,29 <0,001**

Een keer per kwartaal

25 5

Een keer per jaar 70 24

nooit 30 37

Soorten doelen n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Soorten doelen Frequentie

Lezer amuseren Minimaal een keer per maand

13 7

22,47 <0,001**

Een keer per kwartaal

82 28

Een keer per jaar 28 18

nooit 2 13

Lezer informeren door iets te beschrijven

Minimaal een keer per maand

22 8

8,43 0,04**

Een keer per kwartaal

63 29

Een keer per jaar 37 22

nooit 3 8

Niet gespecificeerd Minimaal een keer per maand

22 14

3,72 0,29 Een keer per

kwartaal

50 18

Een keer per jaar 25 19

nooit 25 13

Lezer overtuigen Minimaal een keer per maand

11 4

9,07 0,028**

Een keer per kwartaal

50 16

Een keer per jaar 46 28

nooit 17 19

Lezer aanwijzingen geven om iets uit te voeren

Minimaal een keer per maand

2 3

11,08 0,011**

Een keer per kwartaal

47 13

Een keer per jaar 59 32

nooit 17 19

Verzoek doen aan lezer

Minimaal een keer

per maand 2 2

8,96 0,029**

Een keer per

kwartaal 35 11

Een keer per jaar 65 29

nooit 23 24

Soorten publiek

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Soorten publiek Frequentie

14,11 0,003**

Bekende leeftijdsgenoten

Minimaal een keer per maand

35 9

(20)

Soorten teksten Een keer per

kwartaal

60 29

Een keer per jaar 27 19

nooit 2 8

Niet gespecificeerd Minimaal een keer per maand

21 10

4,24 0,24 Een keer per

kwartaal

36 13

Een keer per jaar 32 18

nooit 30 25

Bekende volwassenen

Minimaal een keer per maand

2 2

4,61 0,20 Een keer per

kwartaal

53 18

Een keer per jaar 53 36

nooit 16 10

Onbekende leeftijdsgenoten

Minimaal een keer per maand

5 1

15,3 0,002**

Een keer per kwartaal

38 11

Een keer per jaar 47 17

Nooit 33 36

Onbekende volwassenen

Minimaal een keer per maand

4 0

28,54 <0,001**

Een keer per kwartaal

36 7

Een keer per jaar 50 15

nooit 33 43

Vertegenwoordigers van officiële

instanties

Minimaal een keer per maand

1 0

32,19 <0,001**

Een keer per kwartaal

20 2

Een keer per jaar 59 12

nooit 45 56

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2j Uitkomsten van de t-test kennis van schrijfprocessen (leerkrachtvragenl ijst)

Vraag 17. Kennis van schrijfprocessen gemiddelde t-

waarde(df) p-waarde

BO 3,02 1.93

(120,57) 0,056***

SBO 2,84

** p significant <0,05

(21)

Tabel 2.2.2k Uitkomsten chikwadraattoets kennis van teksten en schrijfprocessen (le erkrachtvragenlijst)

Vraag 16. Kennis van teksten n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Kennis over gebruiken van leestekens en hoofdletters

Een keer per maand of meer

104 52

1,70 0,41 Een keer per

kwartaal

19 12

Een enkele keer 1 2

nooit 0 0

Kennis over tekstsoorten

Een keer per maand of meer

80 44

0,99 0,72 Een keer per

kwartaal

37 20

Een enkele keer 8 2

nooit 0 0

Kennis over woordgebruik

Een keer per maand of meer

63 35

1,98 0,54 Een keer per

kwartaal

50 22

Een enkele keer 12 7

nooit 1 2

Kennis over formulering van zinnen

Een keer per maand of meer

51 32

2,16 0,58 Een keer per

kwartaal

57 24

Een enkele keer 16 10

nooit 1 0

Vraag 17. Kennis van schrijfprocessen n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Informatie verzamelen

Een keer per maand of meer

49 33

3,30 0,39 Een keer per

kwartaal

54 22

Een enkele keer 20 11

nooit 2 0

Goede zinnen maken

Een keer per maand of meer

47 33

3,26 0,31 Een keer per

kwartaal

58 24

Een enkele keer 20 8

nooit 1 1

Tekst herzien Een keer per

maand of meer 43 14

9,84 0,02**

Een keer per

kwartaal 54 24

Een enkele keer 26 22

nooit 3 6

(22)

Vraag 16. Kennis van teksten Plan maken Een keer per

maand of meer

34 14

1,98 0,62 Een keer per

kwartaal

52 31

Een enkele keer 33 22

nooit 5 1

Verwerken van feedback

Een keer per maand of meer

38 14

11,87 0,007**

Een keer per kwartaal

44 16

Een enkele keer 39 25

nooit 5 11

Publieksgericht maken van een tekst

Een keer per maand of meer

30 7

17,00 <0,001**

Een keer per kwartaal

48 21

Een enkele keer 39 22

nooit 7 16

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2l Uitkomsten chikwadraattoets integratie van schrijfonderwijs in andere v akken dan taalonderwijs (leerkrachtvragenlijst)

Integratie van schrijven in andere vakken dan taalonderwijs

Vraag 4. Frequentie van schrijfopdrachten binnen andere vakken dan taalonderwijs

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Vaker dan twee keer per

maand

42 16

7,49 0,10

Twee keer per maand 28 11

Een keer per maand 35 19

Minder dan een keer per maand

21 20

nooit 0 1

** p significant <0,05

(23)

Tabel 2.2.2m Uitkomsten chikwadraattoets schrijven om te leren (leerkrachtvragenli jst)

Schrijven om te leren

Vraag 8. Schrijven ten dienste van het leren n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde type kennis Frequentie

Kennis op doen Minstens een keer per maand

43 18

5,74 0,13 Een keer per

kwartaal

65 33

Een keer per jaar 16 11

nooit 1 4

Samenvatten Minstens een keer per maand

81 30

7,67 0,053 Een keer per

kwartaal

37 29

Een keer per jaar 5 6

nooit 2 2

Aantekeningen maken

Minstens een keer per maand

57 27

1,55 0,67 Een keer per

kwartaal

46 22

Een keer per jaar 14 11

nooit 9 6

** p significant <0,05

ONDERWIJSLEERPROCES (1.4 publieksrapport)

Tabel 2.2.2n Uitkomsten chikwadraattoets transcriptiemedium (leerkrachtvragenlijst)

Vraag 11. Transcriptiemedium

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Minstens een keer per maand

83 30

13,53 0,0036**

Een keer per kwartaal 29 22

Een keer per jaar 10 6

nooit 3 9

** p significant <0,05

(24)

Tabel 2.2.2o Uitkomsten van de t-test gemiddelde leeractiviteiten van leerkrachten (leerkrachtvragenlijst)

Schrijfaanpak

Gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 3,14

1,48 (121,54) 0,14

Sbo 3,00

Revisie

Gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 2,92

4,37 (102,67) <0,001**

Sbo 2,38

Leren van anderen

Gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 2,49

0,73 (124,09) 0,47

Sbo 2,41

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2p Uitkomsten van de chikwadraattoetsen leeractiviteiten van leerkrachten (leerkrachtvragenlijst)

Vraag 13. Leeractiviteiten n bo n sbo Chi

kwadra at

p-waarde leeractiviteit Frequentie

Schrijfaanpak

Schrijven aan de hand van concreet leerdoel

Minstens een keer per maand

56 22

8,13 0,04**

Een keer per kwartaal

53 26

Een keer per jaar 13 17

nooit 3 1

Prewriting:

informatie verzamelen

Minstens een keer per maand

56 25

1,86 0,56 Een keer per

kwartaal

47 25

Een keer per jaar 18 13

nooit 3 3

Modelleren schrijfaanpak door leerkracht

Minstens een keer per maand

38 29

4,44 0,20 Een keer per

kwartaal

54 26

Een keer per jaar 29 9

nooit 3 2

Prewriting: plan maken

Minstens een keer per maand

40 11

7,52 0,057 Een keer per

kwartaal

58 31

Een keer per jaar 18 13

nooit 10 11

Revisie

Eerste versie herlezen

Minstens een keer per maand

62 14

20,39 <0,001**

Een keer per kwartaal

49 32

Een keer per jaar 12 8

(25)

Vraag 13. Leeractiviteiten

nooit 3 10

Herschrijven eerste versie tekst

Minstens een keer per maand

48 12

20,08 <0,001**

Een keer per kwartaal

50 21

Een keer per jaar 22 19

nooit 6 14

Leerlingen

verwerken feedback

Minstens een keer per maand

38 15

10,96 0,01**

Een keer per kwartaal

56 22

Een keer per jaar 23 15

nooit 6 12

Verzorgen van tekst t.b.v publicatie voor publiek

Minstens een keer per maand

25 11

31,56 <0,001**

Een keer per kwartaal

62 12

Een keer per jaar 26 18

nooit 10 24

Leerlingen laten tekst lezen door beoogd publiek

Minstens een keer per maand

14 7

16,11 0,001**

Een keer per kwartaal

34 9 Een keer per jaar 49 18

nooit 26 32

Leren van anderen

Klassikaal bespreken van voorbeeldteksten

Minstens een keer per maand

46 21

3,20 0,36 Een keer per

kwartaal

52 31

Een keer per jaar 21 7

nooit 7 7

Klassikaal bespreken van leerlingteksten

Minstens een keer per maand

27 12

1,64 0,65 Een keer per

kwartaal

63 34

Een keer per jaar 23 9

nooit 13 10

Leerlingen modelleren schrijfproces voor elkaar

Minstens een keer per maand

4 5

8,10 0,03**

Een keer per kwartaal

17 8 Een keer per jaar 22 3

nooit 82 50

** p significant <0,05

(26)

Tabel 2.2.2q Uitkomsten van de chikwadraattoets schrijfopdrachten spreiden over meerdere lessen (leerkrachtvragenlijst)

Schrijfles gespreid over meerdere lessen Vraag 10. Schrijfopdrachten over meerdere lessen

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Altijd 17 5

12,55 0,0057*

Meestal 45 11

Soms 56 40

Nooit 8 10

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2r Uitkomst van de t-toets voor de gemiddelde samenwerking tijdens de s chrijfles (leerkrachtvragenlijst)

Vraag 12. Samenwerking

Gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

BO 2,94

4,40(109,88) <0,001**

SBO 2,36

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2s Uitkomst van de chikwadraattoetsen voor de onderdelen van samenwe rking tijdens de schrijfles (leerkrachtvragenlijst)

Samenwerking tijdens de schrijfles

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Peer feedback

Minstens een keer per maand

49 11

21,61 <0,001**

Een keer per kwartaal

50 28

Een keer per jaar 21 13

Nooit 5 15

Samen plannen van een tekst

Minstens een keer per maand

35 12

7,21 0,065 Een keer per

kwartaal

51 23

Een keer per jaar 23 13

Nooit 16 18

Samen reviseren

Minstens een keer per maand

31 8

24,75 <0,001**

Een keer per kwartaal

53 19

Een keer per jaar 28 13

Nooit 13 27

** p significant <0,05

(27)

Tabel 2.2.2t uitkomsten t-tests feedback onderdelen (leerkrachtvragenlijst) Feedback op inhoudsaspecten

Gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 2,99 0,48(108,6) 0,63

Sbo 2,93

Feedback op correctheidsaspecten

Gemiddelde t-waarde (df) p-waarde

Bo 3,40 -2,51(110,98) 0,01**

Sbo 3,16

** p significant <0,05

Tabel 2.2.2u Uitkomsten chikwadraattoetsen feedback (leerkrachtvragenlijst) Vraag 14. Feedback

Feedback op inhoudsaspecten

n bo n sbo Chi kwadraat p-waarde Frequentie

Feedback op opbouw tekst

Vaak 43 26

6,69 0,08

Meestal 58 21

Soms 25 16

nooit 0 2

Feedback op

samenhang tekst

Vaak 30 21

4,11 0,22

Meestal 64 24

Soms 28 18

nooit 3 3

Feedback op stijl

Vaak 28 14

9,00 0,37**

Meestal 51 26

Soms 46 19

nooit 1 6

Feedback op correctheidsaspecten

n bo n sbo Chi kwadraat p-waarde Feedback

op correct taalgebruik

Vaak 81 27

13,62 0,002**

Meestal 41 30

Soms 4 8

nooit 0 1

Feedback op spelling

Vaak 77 25

17,12 <0,001**

Meestal 36 18

Soms 12 20

nooit 1 2

Feedback op

handschrift

Vaak 47 33

4,03 0,23

Meestal 45 16

Soms 32 15

nooit 2 2

Feedback op leerdoelen***

n bo n sbo Chi kwadraat p-waarde

Vaak 11 17

10,41 0,018**

Meestal 64 28

Soms 44 17

nooit 7 4

** p significant <0,05

*** Feedback op leerdoelen is per abuis niet in het publieksrapport vermeld

(28)

Vraag 15. Beoordelingsmethoden

Tabel 2.2.2v uitkomsten van chikwadraattoetsen beoordelen (leerkrachtvragenlijst) Holistisch beoordelen

n bo n sbo Chi kwadraat p-waarde Frequentie

Holistisch beoordelen

Vaak 35 20

1,07 0,80

Meestal 74 35

Soms 14 10

nooit 3 1

Beoordelen op onderdelen van de tekst

Vaak 16 7

0,19 0,98

Meestal 35 18

Soms 57 31

nooit 18 9

Beoordelen aan de hand van rubrics

Vaak 6 2

3,74 0,29

Meestal 13 2

Soms 18 10

nooit 88 53

** p significant <0,05

Vraag 18. Differentiatie

Tabel 2.2.2w uitkomsten van de chikwadraattoetsen differentiatie (leerkrachtvragenl ijst)

Differentiatie

n bo n sbo Chi

kwadraat p-waarde Rekening houden

met verschillen bij beoordeling

Nee 17 14 1,38 0,24

ja 109 52

Zwakkere leerlingen begeleiden

Nee 40 14

1,89 O,17

ja 86 52

Zwakkere leerlingen meer tijd

Nee 46 21

2,24 0,63

ja 80 45

Verschillende schrijfopdrachten

Nee 96 42 2,78 0,1

ja 30 24

Anders Nee 107 57 0,003 0,96

ja 19 9

** p significant <0,05

2.3 Verschillen tussen leerkrachten van groep 6, 7 en 8

Significantietoetsing

Naast de leerkrachten van groep 8 hebben ook de leerkrachten van groepen 6 en 7 de vragenlijst ingevuld (zie voor exacte deelnemersaantallen tabel 1.3). Hieronder worden de verschillen tussen de antwoorden van de leerkrachten van groep 6 en 7 weergegeven in vergelijking met de leerkrachten van groep 8. (Zie voor de

gebruikte databronnen paragraaf 2.2.1).

(29)

ONDERWIJSAANBOD

(1.3 publieksrapport)

Tabel 2.3.1a Uitkomsten van de anova voor onderwijstijd (leerkracht vragenlijst) Onderwijstijd

Vraag 3. Tijdsbesteding

gemiddelde F-waarde (df) p-waarde

groep 6 70,7

Groep 7 63,4 1,06(300) 0,30

Groep 8 62,3

** p significant <0,05

Tabel 2.3.1b Uitkomsten van chikwadraattoets frequentie schrijfopdrachten (leerkracht vragenlijst)

Vraag 4. Frequentie schrijfopdrachten n groep 6 n groep 7 n groep 8 Chi

kwadraat p-waarde Vaker dan twee keer

per maand

36 43 49

3,16 0,80

Twee keer per maand 33 25 40

Een keer per maand 18 21 27

Minder dan een keer per maand

3 5 8

nooit 0 0 0

*Post hoc test met Bonferroni correctie p significant <0,05

** Chikwadraattoets p significant <0,05

Tabel 2.3.1c Uitkomsten chikwadraattoetsen nadruk op verschillende lesdoelen (leerkracht vragenlijst)

Nadruk op verschillende lesdoelen Vraag 9. Doelen van uw schrijfonderwijs

Doel en publiek n

groep 6 n

groep 7 n

groep 8 Chi

kwadraat p- waarde antwoordmogelijkheden

Helemaal van toepassing 9 11 12

2,98 0,93

Van toepassing 45 50 69

Een beetje van

toepassing 27 22 36

Niet van toepassing 8 9 8

Helemaal niet van toepassing

2 1 1

Schrijfaanpak Helemaal van toepassing 13 12 15

3,05 0,99

Van toepassing 50 53 71

Een beetje van toepassing

23 26 34

Niet van toepassing 3 4 6

Helemaal niet van toepassing

1 0 0

(30)

*Post hoc test met Bonferroni correctie p significant <0,05

** Chikwadraattoets p significant <0,05

Tabel 2.3.1d Uitkomsten van de chikwadraattoets methoden voor schrijfonderwijs (leerkracht vragenlijst)

Onderwijsmethode

Vraag 2. Gehanteerde methoden en materiaal n groep 6 n groep 7 n groep 8 Chi

kwadraat p-waarde Methoden

Taalactief 31 29 35

5,64 0,97

Staal 19 24 25

Taalopmaat 9 10 18

Combinatie methoden 10 8 12

Anders 5 5 11

Taalverhaal.nu 7 8 10

Taal in beeld 4 5 9

Geen methode 4 5 4

*Post hoc test met Bonferroni correctie p significant <0,05

** Chikwadraattoets p significant <0,05 Tekstsoorten Helemaal van toepassing 24 25 30

6,85 0,57

Van toepassing 48 56 73

Een beetje van toepassing

17 12 23

Niet van toepassing 1 2 0

Helemaal niet van toepassing

1 0 0

Correct taalgebruik Helemaal van toepassing 33 37 41

3,59 0,90

Van toepassing 44 45 68

Een beetje van toepassing

12 12 15

Niet van toepassing 1 0 1

Helemaal niet van toepassing

1 1 0

(31)

Tabel 2.3.1e Uitkomsten van de chikwadraattoets aanvullende leermiddelen en zelf o ntwikkeld materiaal (leerkracht vragenlijst)

Aanvullende leermiddelen n groep 6 n groep 7 n groep 8 Chi

kwadraat p-waarde Nee, alleen

taalmethode

42 37 55

0,95 0,62

Ja 43 51 65

Zelf ontwikkeld materiaal n groep 6 n groep 7 n groep 8 Chi

kwadraat p-waarde

Nee 52 57 58

4,50 0,11

ja 38 36 64

** p significant <0,05

Tabel 2.3.1f Uitkomsten van de anova index soorten schrijfproducten Tekstsoorten

Vraag 5. Soorten teksten

Gemiddelde F-waarde (df) p-waarde

Groep 6 10,1

6,16(283) 0,01*****

Groep 7 11,0

Groep 8 11,5

Soorten doelen

Vraag 6. Schrijven met een doel

Gemiddelde F-waarde (df) p-waarde

Groep 6 4,28

3,37(299) 0,07

Groep 7 4,63

Groep 8 4,53

Soorten publiek

Vraag 7. Schrijven voor publiek

Gemiddelde F-waarde (df) p-waarde

Groep 6 3,23

16,03(294) <0,001**

Groep 7 3,72

Groep 8 3,97

** p significant <0,05

***Dit significante verschil is per abuis niet in het publieksrapport vermeld

(32)

Tabel 2.3.1g Uitkomsten chikwadraattoetsen soorten teksten, soorten doelen en soorten publiek (leerkrachtvragenlijst)

Soorten teksten n groep

6 n groep

7 n groep 8 Chi kwadra at

p-waarde

Soorten teksten Frequenti e Spannend of

grappig verhaal

Minimaal een keer per maand

21 23 24

9,98 0,15 Een keer

per kwartaal

47 48 82

Een keer per jaar

22 21 20

nooit 0 2 0

Verslag van activiteit of belevenis

Minimaal een keer per maand

20 26 25

11,10 0,065 Een keer

per kwartaal

53 41 76

Een keer per jaar

16 28 23

nooit 1 0 0

Vrij schrijven Minimaal een keer per maand

22 21 27

5,92 0,43 Een keer

per kwartaal

41 32 52

Een keer per jaar

19 31 30

nooit 6 11 14

Werkstuk Minimaal een keer per maand

11 15 19

5,48 0,57 Een keer

per kwartaal

30 32 40

Een keer per jaar

44 47 63

nooit 6 1 3

Gedicht Minimaal

een keer per maand

5 9 3

12,81 0,53

(33)

Soorten teksten Een keer

per kwartaal

49 41 69

Een keer per jaar

37 39 51

nooit 0 5 2

Betoog Minimaal

een keer per maand

6 6 11

8,58 0,21 Een keer

per kwartaal

25 40 49

Een keer per jaar

36 39 46

nooit 21 10 19

E-mail of webtekst

Minimaal een keer per maand

5 13 11

9,61 0,14 Een keer

per kwartaal

23 26 43

Een keer per jaar

34 31 48

nooit 28 24 22

Persoonlijke brief Minimaal een keer per maand

2 7 5

6,48 0,39 Een keer

per kwartaal

24 35 45

Een keer per jaar

53 43 63

nooit 10 9 13

Uitleg over situatie of proces

Minimaal een keer per maand

7 9 7

6,62 0,36 Een keer

per kwartaal

20 28 44

Een keer per jaar

39 40 49

nooit 25 17 25

Instructie of recept

Minimaal een keer per maand

5 6 2

10,67 0,09 Een keer

per kwartaal

19 18 42

(34)

Soorten teksten Een keer

per jaar

57 57 67

nooit 9 14 15

Zakelijke brief Minimaal een keer per maand

1 0 3

27,25 <0,001**

Een keer per kwartaal

10 20 34

Een keer per jaar

44 50 74

nooit 35* 25 14*

Oproep of uitnodiging voor deelname activiteit

Minimaal een keer per maand

2 3 1

2,87 0,82 Een keer

per kwartaal

30 34 40

Een keer per jaar

42 46 64

nooit 16 12 19

Dialoog voor hoorspel of toneelstuk

Minimaal een keer per maand

4 1 4

5,60 0,47 Een keer

per kwartaal

18 23 24

Een keer per jaar

40 47 69

nooit 27 24 26

Ingezonden brief Minimaal een keer per maand

1 0 0

13,21 0,025**

Een keer per kwartaal

9 17 25

Een keer per jaar

39 45 70

nooit 38 33 30*

Soorten doelen n

groep 6 n

groep 7 n groep 8 Chi kwadra at

p-waarde

Soorten doelen Frequenti e Lezer amuseren Minimaal

een keer per maand

16 23 13

11,58 0,07

(35)

Soorten teksten Een keer

per kwartaal

48 52 82

Een keer per jaar

23 18 28

nooit 4 1 2

Lezer informeren door iets te beschrijven

Minimaal een keer per maand

15 23 22

4,72 0,56 Een keer

per kwartaal

44 50 63

Een keer per jaar

28 19 37

nooit 3 2 3

Niet

gespecificeerd

Minimaal een keer per maand

18 20 22

4,73 0,58 Een keer

per kwartaal

25 32 50

Een keer per jaar

23 17 25

nooit 12 24 25

Lezer overtuigen Minimaal een keer per maand

3 11 11

11,29 0,06 Een keer

per kwartaal

38 45 50

Een keer per jaar

34 31 46

nooit 16 5 17

Lezer aanwijzingen geven om iets uit te voeren

Minimaal een keer per maand

4 6 2

5,17 0,51 Een keer

per kwartaal

27 29 47

Een keer per jaar

49 49 59

nooit 11 11 17

Verzoek doen aan lezer

Minimaal een keer per maand

2 3 2

9,25 0,16 Een keer

per kwartaal

18 24 35

(36)

Soorten teksten Een keer

per jaar

40 47 65

nooit 31 18 23

Soorten publiek n

groep 6

n groep 7

n groep 8 Chi kwadra at

p-waarde

Soorten publiek Frequenti e

5,32 0,54 Bekende

leeftijdsgenoten

Minimaal een keer per maand

26 28 35

Een keer per kwartaal

42 48 60

Een keer per jaar

17 14 27

nooit 6 3 2

Niet

gespecificeerd

Minimaal een keer per maand

14 23 21

3,99 0,68 Een keer

per kwartaal

32 28 36

Een keer per jaar

18 20 32

nooit 24 24 30

Bekende volwassenen

Minimaal een keer per maand

3 6 2

5,55 0,50 Een keer

per kwartaal

34 33 53

Een keer per jaar

45 41 53

nooit 9 13 16

Onbekende leeftijdsgenoten

Minimaal een keer per maand

4 5 5

9,78 0,13 Een keer

per kwartaal

20 29 38

Een keer per jaar

26 34 47

Nooit 41 26 33

Onbekende volwassenen

Minimaal een keer per maand

1 4 4

15,5 0,02**

(37)

Soorten teksten Een keer

per kwartaal

17 21 36

Een keer per jaar

26 36 50

nooit 47* 32 33

Vertegenwoordig ers van officiële instanties

Minimaal een keer per maand

0 1 1

17,20 0,003**

Een keer per kwartaal

4 12 20

Een keer per jaar

30 38 59

nooit 56* 44 45

*Post hoc test met Bonferroni correctie p significant <0,05

** Chikwadraattoets p significant <0,05

Tabel 2.3.1h Uitkomsten van de anova van proceskennis (leerkrachtvragenlijst) Kennis van schrijfprocessen

gemiddelde F-

waarde(df) p-waarde

Groep 6 3,09

0,92(308) 0,34

Groep 7 3,17

Groep 8 3,02

** p significant <0,05

Tabel 2.3.1i Uitkomsten van de chikwadraattoetsen van proceskennis (leerkrachtvragenlijst)

Vraag 16. Kennis van teksten n

Groep 6

n Groep 7

n Groep 8

Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Kennis over gebruiken van leestekens en hoofdletters

Een keer per maand of meer

80 79 104

1,56 0,87 Een keer

per kwartaal

11 15 19

Een enkele keer

0 1 1

nooit 0 0 0

Kennis over tekstsoorten

Een keer per maand of meer

60 66 80

2,92 0,57 Een keer

per kwartaal

21 22 37

Een enkele keer

10 7 8

(38)

Vraag 16. Kennis van teksten

nooit 0 0 0

Kennis over woordgebruik

Een keer per maand of meer

47 59 63

8,09 0,18 Een keer

per kwartaal

30 23 50

Een enkele keer

13 12 12

nooit 0 0 1

Kennis over formulering van zinnen

Een keer per maand of meer

42 49 51

12,13 0,05**

Een keer per kwartaal

26 36 57

Een enkele keer

10 6 16

nooit 2 4 1

Vraag 17. Kennis van schrijfprocessen n

groep 6

n groep 7

n Groep 8

Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Informatie verzamelen

Een keer per maand of meer

36 45 49

4,69 0,75 Een keer

per kwartaal

39 38 54

Een enkele keer

15 20 20

nooit 0 0 2

Goede zinnen maken

Een keer per maand of meer

45 47 47

10,08 0,10 Een keer

per kwartaal

27 35 58

Een enkele keer

16 10 20

nooit 1 3 1

Tekst herzien Een keer per maand of meer

36 36 43

5,74 0,45 Een keer

per kwartaal

36 46 54

Een enkele keer

15 13 26

nooit 3 0 3

(39)

Vraag 16. Kennis van teksten Plan maken Een keer

per maand of meer

33 35 34

8,06 0,24 Een keer

per kwartaal

36 43 52

Een enkele keer

15 13 33

nooit 5 3 5

Verwerken van feedback

Een keer per maand of meer

22 36 38

13,40 0,037**

Een keer per kwartaal

43 42 44

Een enkele keer

20 12* 39

nooit 5 5 5

Publieksgericht maken van een tekst

Een keer per maand of meer

14 21 30

3,70 0,72 Een keer

per kwartaal

42 40 48

Een enkele keer

28 24 39

nooit 6 7 7

*Post hoc test met Bonferroni correctie p significant <0,05

** Chikwadraattoets p significant <0,05

Tabel 2.3.1j Uitkomsten chikwadraattoets integratie van schrijfonderwijs in andere v akken dan taalonderwijs (leerkrachtvragenlijst)

Integratie van schrijven in andere vakken dan taalonderwijs Vraag 4. Frequentie van schrijfopdrachten

n groep 6 n groep 7 n groep 8 Chi

kwadraat p-waarde Vaker dan twee keer

per maand

30 41 42

10,8 0,21

Twee keer per maand 13 14 28

Een keer per maand 32 20 35

Minder dan een keer per maand

15 20 21

nooit 1 0 0

*Post hoc test met Bonferroni correctie p significant <0,05

** Chikwadraattoets p significant <0,05

(40)

Tabel 2.3.1k Uitkomsten chikwadraattoets schrijven om te leren (leerkrachtvragenlij st)

Schrijven om te leren

Vraag 8. Schrijven ten dienste van het leren n

groep 6

n groep 7

n groep 8

Chi

kwadraat p-waarde type kennis Frequentie

Kennis op doen Minstens een keer per maand

34 39 43

14,8 0,02**

Een keer per kwartaal

30 43 65

Een keer per jaar

23* 11 16

nooit 4 2 1

Samenvatten Minstens een keer per maand

38* 71* 81

26,48 <0,001**

Een keer per kwartaal

40* 18* 37 Een keer per

jaar

10 4 5

nooit 3 0 2

Aantekeningen maken

Minstens een keer per maand

29 43 57

14,32 0,026**

Een keer per kwartaal

27 32 46

Een keer per jaar

17 10 14

nooit 18* 9 9

*Post hoc test met Bonferroni correctie p significant <0,05

** Chikwadraattoets p significant <0,05

ONDERWIJSLEERPROCES (1.4 publieksrapport)

Tabel 2.3.1l Uitkomsten chikwadraattoets transcriptiemedium (leerkrachtvragenlijst) Vraag 11. Transcriptiemedium

n groep 6 n groep 7 n groep 8 Chi

kwadraat p-waarde Frequentie

Minstens een keer per maand

43 52 83

13,59 0,045*****

Een keer per kwartaal

29 33 29

Een keer per jaar 8 6 10

nooit 9 3 3

** Chikwadraattoets p significant <0,05

***Post hoc test met Bonferroni correctie gaf geen significante verschillen

(41)

Tabel 2.3.1m Uitkomsten van de anova leeractiviteiten van leerkrachten (leerkrachtvragenlijst)

Schrijfaanpak

Gemiddelde F-waarde (df) p-waarde

Groep 6 3,24

1,59(306) 0,21

Groep 7 3,23

Groep 8 3,14

Revisie

Gemiddelde F-waarde (df) p-waarde

Groep 6 2,86

Groep 7 3,07 0,21(303) 0,65

Groep 8 2,92

Leren van anderen

Gemiddelde F-waarde (df) p-waarde

Groep 6 2,54

Groep 7 2,71

0,61(309) 0,44

Groep 8 2,49

** p significant <0,05

Tabel 2.3.1n Uitkomsten van de chikwadraattoetsen leeractiviteiten van leerkrachten (leerkrachtvragenlijst)

Vraag 13. Leeractiviteiten n

Groe p 6

n Groe p 7

n Groe p 8

Chi kwadra at

p-waarde leeractiviteit Frequentie

Schrijfaanpak

Schrijven aan de hand van concreet leerdoel

Minstens een keer per maand

50 47

56

4,37 0,65 Een keer per

kwartaal

32 35 53

Een keer per jaar 5 7 13

nooit 2 4 3

Prewriting:

informatie verzamelen

Minstens een keer per maand

43 49 56

4,21 0,66 Een keer per

kwartaal 33 34 47

Een keer per jaar 11 9 18

nooit 0 3 3

Modelleren schrijfaanpak door leerkracht

Minstens een keer per maand

35 34 38

4,65 0,60 Een keer per

kwartaal

38 40 54

Een keer per jaar 13 15 29

nooit 2 4 3

Prewriting: plan maken

Minstens een keer per maand

35 37 40

7,33 0,29 Een keer per

kwartaal

26 38 58

Een keer per jaar 15 13 18

nooit 11 6 10

Re visEerste versie herlezen

Minstens een keer per maand

46 52 62 5,81 0,53

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze domeinbeschrijving worden daarnaast nog “nadere specificaties ten aanzien van de setting” (p. Hierbij wordt onder andere ingegaan op het schrijfproces, meer specifiek op

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op verschillen tussen leerlingen en scholen op de totale score voor bewegingsvaardigheid en op de totaalscores voor de verschillende onderdelen.

Als de bijstand terecht als gezinsbijstand is verstrekt, maar de belanghebbende toch de verplichtingen, bedoeld in artikel 17 van de Participatiewet, of artikel 30c, tweede en

In de inventarisatie worden enkel risico’s meegenomen die nog niet gedekt zijn door een andere maatregel (want dan is het immers geen risico meer).. Een voorbeeld van een risico

Wat betreft de toetsen voor het sbo zijn er, net zoals bij de toetsen voor spelling, twee niveaus onderscheiden: enerzijds waren er toetsen, gericht op leerlingen die in

De AFM heeft van Geldlenen een productieoverzicht ontvangen over de periode 1 januari 2011 tot en met 5 april 2012, waarin onder meer op klantniveau (kredietcontract) is

bemiddeling op het gebied van krediet slechts door de aanbieder mag worden betaald, dat voor additionele verzekeringskosten bedrijfskosten worden gemaakt en dat daarvoor een

Omdat de AFM aan de heer Meter een boete oplegt voor het feitelijk leiding geven aan de overtreding van artikel 2:60, eerste lid, Wft door Inpetto, moet de AFM het