1
Tussenevaluatie
Goudse Participatienota 2015-2018
2
Inhoud
Samenvatting en Leeswijzer... 3
Hoofdstuk 1. Inleiding ... 6
Hoofdstuk 2. Wie kan, werkt aan werk ... 8
2.1 Het resultaat ... 8
2.2 Programma Gouda aan de Slag ... 9
2.3 Programma Maatschappelijk Actief ... 11
2.4 Overige inzet ... 11
Hoofdstuk 3. Dienstverlening aan arbeidsbeperkten ... 13
3.1 Het resultaat ... 13
3.2 Beschermd werk ... 14
3.3 Beschut werk ... 16
3.3 Ingezette instrumenten ... 17
Hoofdstuk 4. Jongeren zijn de toekomst ... 18
5.1 Werkbedrijf ... 20
5.2 Werkgeversservicepunt (WSP) Midden-Holland ... 20
5.4 Samenwerking met sociaal team ... 21
Hoofdstuk 6. Budgetontwikkeling ... 22
6.1 Bestandsontwikkeling ... 22
6.2 Participatiebudget ... 23
Hoofdstuk 7. Klanttevredenheid ... 24
Bijlage 1. Overzicht raadsbesluiten ... 25
Bijlage 2. Wetswijzigingen ... 28
3
Samenvatting en Leeswijzer
Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden, waarmee een van de drie decentralisaties in het sociaal domein een feit is. Met deze decentralisatie is de gemeente ook verantwoordelijk voor de ondersteuning naar werk van inwoners met een arbeidsbeperking die voorheen via de Wajong of Wsw werden ondersteund. De Participatienota 2015-2018 geeft invulling aan het maatschappelijk beleid voor de bestaande en nieuwe doelgroep van de Participatiewet en is in april 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze tussenevaluatie geeft de stand van zaken na twee jaar uitvoering van de Participatiewet.
Belangrijkste conclusies
Instroom en uitstroom van bijstandsgerechtigden
− De ontwikkeling van de instroom van bijstandsgerechtigden komt overeen met het landelijk beeld.
De hoge instroom wordt voor een groot deel verklaard door de toenemende groep statushouders die de gemeente moet huisvesten en instroom van de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten.
− Qua uitstroom doet Gouda het goed in vergelijking met andere gemeenten. De uitstroom naar werk ligt in Gouda iets hoger dan gemiddeld.
− De toename in het bijstandsvolume wordt steeds kleiner. Dit heeft vooral te maken met een goed uitstroomresultaat.
Inzet op uitstroom naar regulier werk
− In 2015 en 2016 is een nieuw programma ontwikkeld voor de doelgroep die kan werken, gericht op uitstroom uit de uitkering (Programma Gouda aan de Slag). Inmiddels staat er een volwaardig programma. In 2016 zijn met dit programma 251 personen uitgestroomd naar werk (fulltime en parttime). Dit is een aanzienlijk deel van de totale uitstroom naar werk van 411 personen in 2016.
− Tussen april 2015 en december 2016 is de uitstroompremie in totaal 57 keer verstrekt. Ca. 45%
van de personen die er recht op hadden, heeft de premie aangevraagd.
− Bijstandsgerechtigden met een wens tot zelfstandig ondernemerschap worden hierin actief begeleid. Het gaat t/m 2016 om 14 bijstandsgerechtigden waarvan er 4 daadwerkelijk gestart zijn met hun onderneming.
Inzet op maatschappelijke participatie
− In 2015 en 2016 is een aanpak ontwikkeld voor de doelgroep die (nog) niet kunnen werken, gericht op het groepsgewijs stimuleren van maatschappelijke participatie (Maatschappelijk Actief).
− In 2015 en 2016 zijn geen formele besluiten genomen waarbij een tegenprestatie is opgelegd.
Beschermd werk
− In 2015 en 2016 zijn in totaal 50 garantiebanen voor Goudse inwoners gerealiseerd. Gemeente Gouda heeft zelf binnen de gemeentelijke organisatie 5 garantiebanen gerealiseerd.
− Alle personen met een Wsw-indicatie (80 personen, waarvan 32 met een bijstandsuitkering) zijn gescreend op mogelijkheden richting werk. Van deze groep zijn 10 personen toegeleid naar werk in de vorm van een garantiebaan.
− De nieuwe instroom van mensen met een arbeidsbeperking bestaat vooral uit jongeren afkomstig van het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO), Praktijkonderwijs (PrO) en Entreeonderwijs (Entree). Met deze scholen is een sluitende aanpak ontwikkeld die instroom in de uitkering voorkomt.
− In 2015 en 2016 is gebleken dat zowel grotere als kleinere werkgevers bereid zijn werkplekken beschikbaar te stellen voor arbeidsbeperkten in een breed scala aan sectoren.
− Belangrijk aandachtspunt bij de garantiebanen is dat het veelal gaat om tijdelijke contracten. Het is nog te vroeg om te kunnen beoordelen of deze tijdelijke contracten uit gaan monden in
4 duurzame dienstbetrekkingen. Er zijn vooralsnog geen signalen dat contracten voortijdig
beëindigd worden door werkgevers.
− De inzet van loonkostensubsidie op plaatsing van arbeidsbeperkten op werk blijkt lang niet altijd noodzakelijk. Dit is een meevaller voor de uitgaven uit het BUIG, waaruit de loonkostensubsidie bekostigd wordt.
Beschut werk
− In lijn met het Goudse participatiebeleid is ingezet op het zoveel mogelijk aan het werk helpen van arbeidsbeperkten via beschermd werk (Banenafspraak). Beschut werk is conform het
vastgestelde beleid uitgevoerd met een realisatie van 4 plekken, overeenkomstig het niveau dat landelijk is aangegeven voor een gemeente van deze omvang.
Jongeren
− De jeugdwerkloosheid in Gouda is gedaald van 458 werkloze jongeren in september 2014 tot 341 werkloze jongeren in september 2016.
Samenwerking met netwerkpartners
− Binnen het Werkbedrijf werkt Gouda samen met gemeenten Waddinxveen en
Krimpenerwaard, UWV en Promen om mensen met een arbeidsbeperking naar werk toe te leiden. Hiertoe zijn diverse activiteiten verricht: participatieprofielen van de doelgroep, kennissessie met werkgevers, werkafspraken met scholen, training jobcreation/jobcarving voor accountmanagers, promotie Boris Route in het onderwijs.
− Realisatie van een uniforme en eenduidige regionale werkgeversdienstverlening met de oprichting van het Werkgeversservicepunt (WSO) Midden-Holland.
− Actieve inzet op social return bij aanbestedingen van gemeente Gouda. Dit heeft geleid tot 21 geplaatste kandidaten in 2015 en 6 geplaatste kandidaten in 2016. Van de in 2016 afgeronde aanbestedingen zal het grootste aantal in 2017 ingevuld worden.
− Met ingang van 2015 is er een dekkend netwerk van sociale teams in de stad die zorgen voor integrale ondersteuning van mensen. Om de ruimte te geven aan maatwerkoplossingen die kunnen leiden tot inkomen uit werk is een regelvrij budget uit het Participatiebudget ter beschikking gesteld. In 2015 was dit budget nog relatief onbekend, in 2016 is goed gebruik gemaakt van dit budget.
Budgetontwikkeling
− De toename in het bijstandsvolume vertaalt zich in hogere uitkeringslasten in 2015 en 2016. Het BUIG-budget is niet toereikend. 2015 toont een tekort van –8%, de prognose voor 2016 is eveneens –8%.
− Het participatiebudget is nagenoeg volledig aangewend om klanten met een bijstandsuitkering richting werk te begeleiden.
− In aanvulling op het participatiebudget heeft de gemeente in 2015 en 2016 extra middelen verworven voor de begeleiding van de doelgroep Participatiewet. Het gaan dan om regionale middelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid, middelen voor het Werkbedrijf, ESF-subsidies en sectorfondsen SW.
5 Beleidsvoorstellen
Het huidige Goudse beleid is twee jaar operationeel. Op de belangrijkste punten zoals de uitvoering van beschermd – en beschut werk gaat de uitvoering goed. Natuurlijk kan het altijd beter. Naar aanleiding van deze evaluatie zal een aantal zaken in het staande beleid aangescherpt worden, te weten:
1. Aanpak maximale WW:
a. het inrichten van een gezamenlijke aanpak met het UWV om Goudse inwoners met een WW uitkering, die bijna het einde van hun WW periode zitten, stimuleren naar werk;
b. In 2017 zal verder worden onderzocht of het mogelijk is om al bij instroom in de WW
voorlichting te geven in het kader van een integrale aanpak en vroegsignalering /preventie van schulden.
2. De uitstroompremie wordt ambtshalve toegekend aan bijstandgerechtigden die aan de voorwaarden voldoet met terugwerkende kracht per 1 januari 2017.
3. In 2017 wordt een sociale coöperatie opgericht waarbinnen mensen met een uitkering die zelfstandig willen ondernemen ondernemende activiteiten kunnen verrichten.
4. Met het vervallen van de landelijke prioritaire groepen binnen beschermd werk, wordt geen nadere prioritering vastgelegd. Het uitgangspunt wordt maatwerk.
5. De Wsw-pgb begeleiding wordt geharmoniseerd en geïntegreerd in de re-integratieverordening;
6. Gezien de nieuwe wetgeving zijn gemeenten verplicht om beschut werk in te richten. Er wordt een nieuwe beleidslijn beschut werk voorgesteld.
7. Voortzetting regelvrij budget voor sociale teams om de mogelijkheid te bieden tot maatwerkoplossingen die kunnen leiden tot inkomen uit werk.
8. Het onderzoeken naar de mogelijkheid om het instrument detachering in te zetten op een bredere doelgroep om het structurele tekort van het BUIG te verminderen.
9. Acties voortkomend uit het klanttevredenheidsonderzoek Werk & Inkomen 2016, waaronder een aanvullend kwalitatief onderzoek, jaarlijks klanttevredenheidsonderzoek en praktijkmetingen.
6
Hoofdstuk 1. Inleiding
Aanleiding evaluatie
Op 1 januari 2015 trad de Participatiewet in werking, één van de drie decentralisaties binnen het sociaal domein. Met de komst van de Participatiewet werden gemeenten ook verantwoordelijk voor de ondersteuning naar werk van inwoners met een arbeidsbeperking die voorheen via de Wajong of Wsw werden ondersteund.
In april 2015 heeft uw gemeenteraad de Participatienota 2015-2018 ‘Samen aan de Slag’ vastgesteld.
De Participatienota geeft invulling aan het beleid rondom de Participatiewet en is een nadere uitwerking van de hoofdlijnen van het participatiebeleid zoals vastgesteld in de integrale beleidsnota sociaal domein ‘Iedereen doet mee’. In het besluit over de Participatienota heeft uw raad opgenomen dat er eind 2016 een tussenevaluatie plaats vindt. Uw raad vraagt hierbij specifiek aandacht voor de aanpak beschermd werk.
Opzet evaluatie
In deze evaluatie blikken we terug op de ontwikkelingen in 2015 en 2016. Daarnaast gaat de evaluatie in op de vraag in hoeverre het geformuleerde beleid bijdraagt aan de doelstellingen van de
Participatienota. Ook wordt kort aandacht besteed aan nieuwe wetgeving die sinds 1 januari 2015 van kracht is geworden.
De resultaten worden waar mogelijk ook kwantitatief onderbouwd. Daar waar dat nog onvoldoende mogelijk was, is gekozen voor een kwalitatieve analyse.
Deze tussenevaluatie is opgezet aan de hand van de vier speerpunten uit de Participatienota. In de bijlage is een overzicht geboden van de voortgang op de beslispunten uit het raadsbesluit over de Participatienota.
Ontwikkelingen
2015 was het eerste jaar van de decentralisatie en kan gezien worden als een aanloopjaar. We kregen te maken met de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten, nieuwe instrumenten zoals beschut werk, structurele loonkostensubsidie en loonwaardebepalingen. In 2015 heeft de nadruk dan ook vooral gelegen op het inrichten van nieuwe processen en werkwijzen, het oprichten van het Werk- en Ontwikkelcentrum en het versterken van de samenwerking met maatschappelijke partners en
werkgevers. Daarnaast zijn er vanuit het Rijk in 2015 en 2016 nog diverse beleidsaanpassingen geweest, naar aanleiding van concrete knelpunten en omissies.
Speerpunten Participatienota 2015-2018
De speerpunten van de Participatienota 2015-2018 zijn:
Wie kan, werkt aan werk
Een plek op de arbeidsmarkt voor arbeidsbeperkten
Jongeren zijn de toekomst
Samenwerken aan participatie
Met deze speerpunten draagt het participatiebeleid bij aan de invulling van de doelen uit de
Beleidsnota Sociaal Domein ‘Iedereen doet mee’, welke op 5 november 2014 is vastgesteld door de gemeenteraad. Specifiek gaat het om de volgende doelstellingen uit de Beleidsnota Sociaal Domein:
“Iedereen die kan werken, werkt naar vermogen of is actief voor de samenleving”
De gemeente Gouda streeft naar een inclusieve samenleving, waarin iedereen die kan werken, werkt naar vermogen of actief is voor de samenleving. Met het werkprogramma Gouda aan de Slag worden bijstandsgerechtigden die zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen zo veel mogelijk begeleid naar werk. Met het oog op de beperkte budgetten ligt de focus voor de inzet van middelen en capaciteit daarbij bij degene die een korte afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Voor diegenen voor
7 wie reguliere arbeid (nog) niet aan de orde is, wordt ingezet op het vergroten van de maatschappelijke participatie, beschermd werk en beschut werk.
“Kinderen en jongeren groeien gezond en veilig op en krijgen de kans zich te ontwikkelen”
Jongeren zijn de toekomst. De gemeente Gouda zet daarom in op de preventie van jeugdwerkloosheid en het realiseren van kansen voor jongeren.
Voor kwetsbare jongeren wordt ingezet op een sluitende aanpak van onderwijs naar arbeidsmarkt.
Voor jongeren die werkloos zijn (zowel met als zonder bijstandsuitkering) wordt ingezet op scholing en bemiddeling naar werk. Ook is er aandacht voor gezinnen met kinderen in de bijstand. We ontwikkelen speciale trajecten voor alleenstaande ouders om de stap naar reguliere arbeid voor hen mogelijk te maken.
“Mensen nemen in eerste instantie verantwoordelijkheid voor hun situatie en dragen zo veel mogelijk bij aan de oplossing van hun problemen en die van anderen”
Mensen zijn aanspreekbaar op de plichten die aan de uitkering verbonden zijn en als zij zich – naar vermogen - onvoldoende inspannen om weer zelfstandig in hun eigen levensonderhoud te voorzien zal de gemeente de verplichtingen handhaven. Budgetten zijn schaars en dienen ingezet te worden voor hen die het echt nodig hebben. We vinden het vanzelfsprekend dat een persoon met een uitkering iets terug doet voor de uitkering en actief is voor de samenleving. Daarom stimuleren we vrijwilligerswerk om iedereen bewust te maken dat hij/zij iets kan betekenen voor de Goudse samenleving.
8
Hoofdstuk 2. Wie kan, werkt aan werk
Het speerpunt Wie kan, werkt aan werk is de belangrijkste invulling van de doelstelling “Iedereen die kan werken, werkt naar vermogen of is actief voor de samenleving”. Met dit speerpunt wordt ingezet op het begeleiden van mensen naar werk zodanig dat zij niet langer meer afhankelijk zijn van een uitkering. Wie nog niet direct naar werk kan, kan als tussenstap zijn/haar maatschappelijke participatie verhogen en daarmee bijdragen aan de Goudse samenleving.
“De prioriteit van het participatiebeleid is het bevorderen van uitstroom naar werk zonder structurele ondersteuning. Gericht op een inclusieve samenleving waar iedereen werkt, werkt naar vermogen of actief is voor de samenleving”.
2.1 Het resultaat
Dit speerpunt beoogt inwoners zoveel mogelijk in hun eigen levensonderhoud te laten voorzien. Daar waar dit (nog) niet mogelijk is wordt een bijstandsuitkering verstrekt. Daarbij streven we er naar om zoveel mogelijk uit te komen met de middelen die we van het Rijk ontvangen voor de betaling van de uitkeringen.
Het uitkeringsbestand is geen statisch geheel. Jaarlijks stromen er veel mensen in- en uit de bijstandsuitkering. Instroom komt voor een groot deel vanuit de WW, maar ook mensen zonder een werkachtergrond melden zich aan de poort (bijv. bij scheiding). De uitstroom houdt verband met het verkrijgen van werk, maar ook door natuurlijk verloop is er veel uitstroom (overlijden, huwelijk, verhuizing).
Tabel 1: Totale in- en uitstroom gemeentelijke uitkering in 2015 en 2016
2015 2016
Totale instroom 864 722
Totale uitstroom 727 638
Instroom
De ontwikkeling van de instroom komt overeen met het landelijk beeld, al blijkt uit landelijke benchmark gegevens1 dat het instroompercentage in Gouda net iets hoger is dan gemiddeld in Nederland. De hoge instroomcijfers kunnen voor een groot deel verklaard worden door de
toenemende groep statushouders die de gemeente moet huisvesten (het CBS schat dat landelijk de helft van de nieuwe instroom bestaat uit statushouders). Daarnaast zorgt ook de nieuwe doelgroep (jonge) arbeidsbeperkten waar de gemeente met de invoering van de Participatiewet verantwoordelijk voor is geworden, voor een stijging in de instroomcijfers. Ten slotte ligt het aantal WW-ers in Gouda hoger dan gemiddeld. Dit geldt ook voor de doorstroom van het aantal WW-ers naar de bijstand.2 Uitstroom
De uitstroom van bijstandsgerechtigden wordt mede bepaald door de economische omstandigheden.
In de periode 2010-2014 daalde het aantal banen in Gouda een stuk forser dan in de rest van
Nederland. Terwijl het aantal banen landelijk vanaf 2015 weer (licht) toenam, daalde het aantal banen in Gouda in 2015 verder om in 2016 te stabiliseren.3
Ondanks deze factoren doet Gouda het in vergelijking met andere gemeenten goed qua uitstroom.
Ook de uitstroom naar werk ligt in Gouda iets hoger dan gemiddeld.
1 Divosa benchmark werk en inkomen, 2015 en 2016.
2 UWV, ‘Na de WW in de bijstand’, 2016.
3 In november 2016 bent u uitgebreid geïnformeerd over de ontwikkeling van de lokale (en regionale)
arbeidsmarktsituatie middels het raadsvoorstel Ontwikkelingen BUIG-budget 2016 en maatregelen tekortreductie.
9 Ons participatiebeleid focust zich primair op het ondersteunen van mensen naar werk. In tabel 2 is weergegeven hoeveel personen er in 2015 en 2016 met ondersteuning van de gemeente Gouda zijn uitgestroomd naar werk (fulltime en parttime).
Tabel 2: Resultaten ‘mensen aan het werk vanuit de uitkering’
2015 2016
Fulltime werk 245 234
Parttime werk 163 177
Totaal 408 411
Tot 2016 heeft gemeente Gouda de uitstroom naar werk afgeleid van inkomensgegevens
(volledige/gedeeltelijke uitstroom uit de uitkering). Hier zat een kleine foutenmarge in omdat andere redenen voor uitstroom (bijv. samenwonen, verhuizen, andere inkomsten dan uit werk) uitgefilterd moesten worden. Als verbeterslag hierop is gemeente Gouda vanaf 2016 overgegaan op registratie van de uitstroom naar werk zelf (in plaats van deze af te leiden van inkomenswijzigingen). Dit levert een meer betrouwbaar beeld op. Ook in de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein wordt vanaf 2016 gewerkt met cijfers die gebaseerd zijn op deze gewijzigde manier van registreren.
2.2 Programma Gouda aan de Slag
In 2015 is het Programma Gouda aan de Slag ingericht en van start gegaan. De nadruk ligt sterk op het bevorderen van uitstroom naar werk zonder structurele ondersteuning. Het Programma Gouda aan de Slag bestaat uit drie componenten:
1. Werk- en Ontwikkelcentrum (WOC) 2. Bemiddeling op Maat
3. Slotoffensief
In onderstaand tabel worden de resultaten weergegeven van de drie componenten van het
Programma Gouda aan de slag. In 2016 zijn – in totaal - 251 personen via het Programma Gouda aan de Slag uitgestroomd van uitkeringsgerechtigden naar werk (fulltime en parttime). Een aanzienlijk deel van de totale uitstroom naar werk in 2016 (411 in totaal, zie tabel 2), wordt dus gerealiseerd met het Programma Gouda aan de Slag.
Tabel 3: Resultaten Programma Gouda aan de Slag 2016 Uitstroom naar (parttime) werk Werk en Ontwikkel Centrum (WOC) 63
Bemiddeling op Maat 158
Slotoffensief 30
Totaal 251
Ad 1. Werk- en Ontwikkelcentrum
Het Werk- en Ontwikkelcentrum (verder WOC) speelt een centrale rol in het nieuwe Participatiebeleid.
Bij het WOC ontvangen bijstandsgerechtigden die wel kunnen werken, maar nog niet direct, de ondersteuning om de stap naar de arbeidsmarkt te kunnen zetten. Sinds oktober 2015 is het WOC operationeel en fasegewijs ingericht. Eerst is gestart met de zogenaamde ‘aanzet-trainingen’, werkend vanuit de filosofie dat mensen zelf de regie hebben en houden. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van de beleidsnota sociaal domein ‘Iedereen doet mee’.
10 Vanaf april 2016 is er een samenwerkingsovereenkomst tussen Promen, Gouda en Waddinxveen voor het WOC. Daarnaast is aan het WOC twee dagen per week werk toegevoegd. Inmiddels staat een volwaardig programma (inclusief een lifestyle component) van 12 weken, waarbij vanaf het begin de focus ligt op de kortste weg naar werk en daadwerkelijk solliciteren.
De komende periode wordt het WOC verder versterkt met een nadruk op het optimaliseren van het inhoudelijke programma en het versterken van de samenwerking met het Werkgeversservicepunt Midden-Holland voor de bemiddeling van bijstandsgerechtigden. Daarnaast wordt uitgewerkt hoe het WOC ook kan worden ingezet voor dienstverlening voor inwoners met een arbeidsbeperking. Het WOC wordt op deze manier ontwikkeld tot een breed concept waarin doelgroepen die (nog) niet kunnen werken een gestructureerd programma aangeboden krijgen om hen voor te bereiden op een (reguliere) baan.
45-plussers
Voor 45-plussers is binnen het Werk en Ontwikkel Centrum een specifiek trainingsonderdeel
ontwikkeld, waarbij de kennis en ervaring van deze klanten wordt ingezet voor coaching aan anderen.
Daarnaast wordt er geïnvesteerd in de bemiddeling van 45-plussers richting werk. In 2016 werden 133 45-plussers begeleid richting werk (52 fulltime en 81 parttime).
Ad 2. Bemiddeling op Maat
Voor wie nog geen baan heeft gevonden na het WOC, wordt Bemiddeling op Maat ingezet. Deze aanpak richt zich op een persoonlijke één-op-één bemiddeling naar betaald werk.
Bij de aanpak Bemiddeling op Maat ligt de focus op de kortste weg naar werk. Voor de een is dat al direct na melding aan de poort aan de slag gaan in een baan via een uitzendbureau, voor de ander een vakgerichte training en 1 op 1 bemiddeling naar een baan.
In 2015 en 2016 is ervaring opgedaan met diverse aanpakken, waaruit de succesvolle elementen zijn benut voor het vormgeven van een Jobcenter waarin vraag en aanbod actief bij elkaar gebracht worden.
Ad 3. Slotoffensief
Voor diegenen die niet binnen een jaar succesvol zijn in het werkprogramma Gouda aan de Slag wordt een kort en intensief traject ingezet, om hun maatschappelijke participatie zoveel mogelijk te waarborgen, het zogenaamde Slotoffensief. De begeleiding vindt plaats vanuit het Jobcenter, waar de intensieve één-op-één aanpak soms net dat laatste duwtje in de rug kan zijn om iemand naar werk te begeleiden. Het Jobcenter biedt daarmee een passende aanpak voor meerdere doelgroepen: zowel voor personen die direct bij instroom in de bijstand aan het werk kunnen, als voor personen die na een jaar bijstand gebaat zijn bij een intensievere vorm van begeleiding.
Beleidsvoorstel 1: Aanpak max. WW
Naast het Programma Gouda aan de Slag voor bijstandsgerechtigden gaat de gemeente Gouda zich richten op WW-ers die bijna aan het einde van hun WW periode zitten. Dit gebeurt in samenwerking met het UWV. Deze gezamenlijke aanpak is er op gericht om personen te stimuleren om alles op alles te zetten om werk te vinden, zodat zij niet afhankelijk worden van een bijstandsuitkering. De aanpak richt zich op personen die nog circa 4 maanden recht hebben op WW.
Daarnaast zal in 2017 onderzocht worden of het mogelijk is al bij de instroom in de WW voorlichting te geven in het kader van een integrale aanpak en vroegsignalering/preventie van schulden.
11 2.3 Programma Maatschappelijk Actief
Het Programma Maatschappelijk Actief is er op gericht om de gemeentelijke doelgroep op een groepsgewijze manier te stimuleren om maatschappelijk actief te worden en mee te doen in de samenleving. Ook is er aandacht voor belemmeringen die participatie in de weg kunnen staan, zoals een gebrek aan digitale vaardigheden, onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal en
schuldenproblematiek. Om deze belemmeringen weg te nemen worden er diverse trainingen gegeven door de eigen medewerkers van de gemeente. Empowerment speelt binnen deze aanpak een
belangrijke rol. Door middel van een aantal groepsgewijze trainingen komen klanten erachter waar hun talenten liggen en worden ze enthousiast gemaakt om maatschappelijk actief te worden, c.q.
vrijwilligerswerk te gaan doen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met het Vrijwilligers Informatie Punt (VIP).
Vrijwilligersmarkt
In 2015 zijn twee Goudse Vrijwilligersmarkten gehouden waar ruim 70 vrijwilligersorganisaties zich presenteerden die op zoek zijn naar vrijwilligers. Deze vrijwilligersmarkt was gericht op alle Goudse inwoners. Voor een aantal inwoners met een uitkering was een voorbereidend programma opgezet om hen te informeren, motiveren en stimuleren om zelf stappen te zetten om vrijwilligerswerk te gaan doen. In totaal is de markt door 350 potentiële vrijwilligers bezocht, waarvan 30 werden begeleid vanuit het Programma Maatschappelijk Actief.
Naar aanleiding van de bijeenkomsten hebben van de 30 deelnemers twee deelnemers gedeeltelijk betaald werk gevonden in de vorm van een nul-urencontract, waardoor zij werknemersvaardigheden kunnen opdoen. Ook hebben 11 bijstandsgerechtigden een vrijwilligersfunctie gevonden. Daarnaast hebben 3 deelnemers nog vervolgcontact met een vrijwilligersorganisatie. Zes deelnemers gaan verder aan de slag met re-integratieactiviteiten binnen Bemiddeling Op Maat.
Tegenprestatie
In 2015 en 2016 zijn geen formele besluiten genomen waarbij een tegenprestatie is opgelegd.
Conform het door de raad vastgestelde beleid wordt het instrument tegenprestatie ingezet als klanten geen mantelzorgtaken hebben, niet al actief zijn als vrijwilliger en niet bereid te zijn om
vrijwilligerswerk te gaan verrichten. Voordat een tegenprestatie wordt opgelegd, krijgen klanten vier weken de gelegenheid om zelf met een voorstel voor vrijwilligerswerk of invulling van de
tegenprestatie te komen. In de praktijk is tot op heden gebleken dat deze werkwijze er niet toe heeft geleid dat een tegenprestatie is opgelegd.
2.4 Overige inzet Uitstroompremie
In 2015 is de uitstroompremie ingevoerd en opgenomen in de Re-integratieverordening. De doelgroep van de uitstroompremie zijn bijstandsgerechtigden die na meer dan een jaar bijstandsafhankelijkheid weer aan het werk gaan. De premie is bedoeld om de onkosten in de eerste maanden van het werkzame leven te kunnen betalen en daarmee belemmeringen weg te nemen om een goede start te kunnen maken op de arbeidsmarkt. Hierbij kan worden gedacht aan: werkschoenen, reiskosten, passende kleding, kinderopvang etc.
Tussen april 2015 en december 2016 is de uitstroompremie in totaal 57 keer verstrekt. Circa 45% van de personen die er recht op hadden heeft de premie aangevraagd. Om de prikkel tot uitstroom te versterken, het gemakkelijker te maken voor de bijstandsgerechtigde en de werkprocessen efficiënter in te richten wordt voorgesteld om de uitstroompremie ambtshalve te gaan toekennen aan iedereen die aan de voorwaarden voldoet.
Beleidsvoorstel 2: Uitstroompremie ambtshalve toekennen
De uitstroompremie met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 ambtshalve te gaan toekennen aan iedereen die aan de voorwaarden voldoet. Hiertoe wordt de re-integratieverordening
aangepast.
12 Zelfstandig ondernemerschap
Bijstandsgerechtigden met een wens tot zelfstandig ondernemerschap worden actief begeleid om deze kans tot voorzien in levensonderhoud te benutten. Op dit moment worden zij begeleid door de gemeente in samenwerking met Stichting Stabij. Tot en met 2016 zijn 14 bijstandsgerechtigden begeleid door Stichting Stabij, waarvan er 4 daadwerkelijk zijn gestart met hun onderneming.
Met de transformatie in het sociaal domein en de wens tot het optimaal benutten van de eigen mogelijkheden wordt in 2017 een coöperatie opgericht om deze aanpak verder te versterken.
Beleidsvoorstel 3: Oprichting sociale coöperatie
Voor mensen met een uitkering die zelfstandig willen ondernemen wordt in 2017 een sociale coöperatie opgericht waarbinnen deze mensen ondernemende activiteiten kunnen verrichten onder de paraplu van de sociale coöperatie.
13
Hoofdstuk 3. Dienstverlening aan arbeidsbeperkten
Met de decentralisatie is de gemeente ook verantwoordelijk voor de ondersteuning naar werk van inwoners met een arbeidsbeperking. Gouda heeft in de Participatienota gekozen voor ondersteuning van deze doelgroep in de vorm van beschermd en beschut werk. Uitgangspunt is zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking in een reguliere arbeidsomgeving aan het werk te helpen.
Vooraf: het Rijk heeft na de invoering van de Participatiewet op diverse punten het Rijksbeleid bijgesteld. De belangrijkste zijn het invoeren van een uniforme no-risk polis voor alle betrokkenen, vereenvoudiging van een aantal procedures, en tot slot het verplichten van beschut werk per 1-1- 2017. Een overzicht hiervan is bijgevoegd in bijlage 2. Al deze wijzigingen hebben grote impact op de uitvoering, daar werkwijzen en procedures steeds moesten worden aangepast, en ook de
informatievoorziening richting onze doelgroep gewijzigd moest worden.
3.1 Het resultaat
Tabel 4: Aantal Goudse inwoners met arbeidsbeperking die werk hebben gekregen in 2015 en 2016
Gouds resultaat
De resultaten ten aanzien van arbeidsbeperkten laten zien dat de in Gouda ontwikkelde aanpak
‘beschermd werk’ succesvol is. In 2015 en 2016 zijn in totaal 50 garantiebanen voor Goudse inwoners gerealiseerd.
De gemeente Gouda heeft zelf binnen de gemeentelijke organisatie 5 garantiebanen gerealiseerd in 2015 en 2016. Eén persoon is aangenomen voor de administratie van het WOC en 4 personen zijn via Promen op een garantiebaan geplaatst in het Huis van de Stad (2 personen in het bedrijfsrestaurant en 2 personen in de schoonmaak). In 2017 en verder wordt bekeken of dit aantal verder kan worden uitgebreid.
De realisatie van beschut werk is conform het vastgestelde beleid uitgevoerd met een realisatie van 4 plekken. In 2015 zijn geen plekken gerealiseerd daar het beleidsuitgangspunt was dat eerst alle mogelijkheden voor een reguliere plaatsing zijn onderzocht voordat beschut werk zou worden overwogen.
Regionaal resultaat
De regio Midden-Holland heeft als arbeidsmarktregio een target meegekregen voor het aantal te realiseren garantiebanen. Voor 2015 en 2016 was de doelstelling om gezamenlijk 203 nieuwe garantiebanen te realiseren. Het gaat dan zowel om de doelgroep Wajong, die vanuit het UWV bemiddeld wordt, als de gemeentelijke doelgroep. Gouda heeft samen met de partners binnen het Werkbedrijf in regionaal verband afspraken gemaakt hoe de landelijke target voor het aantal garantiebanen kon worden behaald.
De cijfers tonen dat t/m 2016 in totaal ca. 230 nieuwe banen zijn gerealiseerd door de deelnemende partijen in het Werkbedrijf. De regionale target Midden-Holland van 203 banen is dus ruimschoots gerealiseerd.
2015 2016 Totaal
Beschermd werk 4 46 50
Beschut werk 0 4 4
Totaal 4 50 54
14 Het UWV brengt elk kwartaal een trendrapportage uit met het aantal gerealiseerde garantiebanen per regio vanaf de peildatum 1 januari 2013. Na vaststelling van het beleid is duidelijk geworden dat bij deze rapportage rekening wordt gehouden met tussentijdse uitval als gevolg van ondermeer de daling van Wsw-dienstverbanden en daling van het aantal Wajong-garantiebanen. Het bereiken van de AOW leeftijd, overlijden e.d. zijn belangrijke oorzaken. Rekening houdend met deze uitval is de netto
realisatie op 46 garantiebanen gekomen. Uit de trendrapportage blijkt dat de uitval vooral wordt veroorzaakt door uitval van de Wajong doelgroep en een daling van het aantal SW verbanden.
Uitval binnen de gemeentelijke doelgroep komt vooralsnog nauwelijks voor. De aanpak die Gouda heeft neergezet op het gebied van beschermd werk is daarmee succesvol te noemen, ook al zal op basis van de trendrapportage mogelijk het oordeel kunnen zijn dat er regionaal te weinig banen zijn gerealiseerd.
3.2 Beschermd werk Doelgroep
De raad heeft besloten - in eerste instantie - aan te sluiten bij de landelijke prioritair benoemde doelgroepen voor beschermd werk die een uitkering van de gemeente ontvangen4. Voor het gemeentelijk beleid betekende dat een focus om eerst bijstandsgerechtigde mensen met een Wsw- indicatie te begeleiden naar werk. Dit betrof 32 bijstandsgerechtigde personen op een totaal van 80 Wsw-geïndiceerden. Al deze mensen zijn gesproken en gescreend op mogelijkheden. Van deze groep zijn 10 personen toegeleid naar werk in de vorm van een garantiebaan.
De nieuwe instroom van mensen met een arbeidsbeperking bestaat voor het overgrote deel uit jongeren uit het VSO/Pro en Entreeonderwijs. Gouda heeft sinds 2015 veel geïnvesteerd in het opbouwen en uitbreiden van de contacten met het Pro/VSO en Entree onderwijs, waardoor nu een sluitende aanpak voor deze jongeren ontwikkeld is. Met alle Pro/VSO en Entree scholen in de regio vinden periodiek gesprekken plaats over leerlingen, die op korte termijn uitstromen of tussentijds dreigen uit te vallen. Bij deze gesprekken zijn de regiogemeenten en UWV ook aangehaakt. Voor leerlingen die niet verder (kunnen) leren en wel beschikken over arbeidsvermogen gaat de gemeente – in samenwerking met partners – vroegtijdig op zoek naar een passende arbeidsplaats. Dit voorkomt dat jongeren op termijn in de uitkering terecht komen. De gemeente werkt in deze aanpak samen met het WSP Midden-Holland (voor de werkgeversbenadering), het UWV, de scholen voor speciaal- en praktijkonderwijs in de regio, Promen en de sociale teams.
Doelgroepen vanaf 2017
Tot en met 2016 zijn door de overheid de prioritaire doelgroepen voor beschermd werk aangewezen.
Dit vervalt vanaf 2017.
De gemaakte beleidskeuzes ten aanzien van doelgroepen in de Participatienota blijft overeind, waarbij niet langer prioriteit wordt gegeven aan mensen met een Wsw-indicatie. Dat hoeft ook niet, daar deze mensen reeds allen zijn gescreend op de mogelijkheden voor een garantiebaan.
4 Prioritaire doelgroepen 2015 en 2016: Wajongers met arbeidsvermogen, personen per 31-12-2014 op wachtlijst Wsw Beleidsvoorstel 4: Maatwerk in plaats van prioritering met het vervallen van de landelijke prioritering beschermd werk
Met het per 2017 wegvallen van de landelijke prioritering op doelgroepen beschermd werk wordt dit vervangen door maatwerk. Jongeren blijven de belangrijkste doelgroep om te ondersteunen, daar de nieuwe instroom daar voor het overgrote deel vandaan komt. Wel zal de uitvoering – in samenwerking met de sociale teams – oog houden voor andere inwoners met een
arbeidsbeperking die een beroep op ondersteuning zullen doen naar werk.
15 Voor regio Midden-Holland is de target voor het aantal garantiebanen voor 2017 gesteld op 360 (cumulatief vanaf 1 januari 2013). Door de wetswijzigingen (bijlage 2) is per 2017 het pakket ter ondersteuning van deze doelgroep fors uitgebreid waardoor werkgevers beter kunnen worden ondersteund in het realiseren van beschermd werk.
Werkgevers
In 2015 en 2016 is gebleken dat zowel grotere als kleinere werkgevers bereid zijn werkplekken beschikbaar te stellen voor arbeidsbeperkten. Dit blijkt onder meer uit het feit dat er ruim 200 mensen met een arbeidsbeperking in Midden-Holland begeleid zijn naar een garantiebaan in 2015/2016. De regionale invulling van garantiebanen vindt plaats in een breed scala aan sectoren, zoals de bouw, horeca, zakelijke dienstverlening, landbouw en supermarktwezen.
Uiteraard zijn er ook werkgevers die niet direct open staan voor de doelgroep van beschermd werk.
Vaak heeft dit te maken met beeldvorming en onbekendheid met de doelgroep. De gemeente Gouda zal de komende jaren daarom blijven inzetten op informatievoorziening en het verstevigen van contacten om de onbekendheid bij werkgevers weg te nemen en de beeldvorming op positieve wijze te beïnvloeden.
Een belangrijk aandachtspunt is dat het veelal gaat om tijdelijke contracten. Het is nog te vroeg om te kunnen beoordelen of deze tijdelijke contracten uiteindelijk uitmonden in duurzame dienstbetrekkingen of dat zij vroegtijdig beëindigd zullen worden door werkgevers. Voor wat betreft de Goudse klanten zijn er vooralsnog geen signalen dat contracten vroegtijdig beëindigd worden door werkgevers. Wel komt het in een enkel geval voor dat een cliënt er zelf voor kiest om niet verder te gaan op een werkplek, omdat bijvoorbeeld de werkzaamheden niet goed passen bij zijn/haar capaciteiten.
De gemeente blijft de ontwikkelingen op dit vlak monitoren.
Beschermd werk vanaf 2017
Voor 2017 wordt vooral ingezet op het optimaliseren van de werkgeversdienstverlening waaronder het bieden van optimale ondersteuning aan werkgevers zodat de (administratieve) drempels om
arbeidsbeperkten in dienst te nemen worden geminimaliseerd.
De gemeente streeft naar een samenhangende aanpak voor mensen met een arbeidsbeperking, ongeacht of zij ondersteuning ontvangen op grond van de Participatiewet of de Wsw. Daarom worden de voorwaarden voor werkgevers in de re-integratieverordening voor de doelgroep van de
Participatiewet en de voorwaarden in de Wsw-pgb regeling geharmoniseerd, voor zover mogelijk binnen de wettelijke kaders.
Een detacheringfaciliteit wordt momenteel ontwikkeld in samenspraak met Promen. Tot nu toe is het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking nog geen belemmerende factor gebleken.
Desalniettemin biedt het inrichten van deze faciliteit mogelijk wel kansen voor mensen met een arbeidsbeperking die tot op heden nog niet een baan bij een reguliere werkgever hebben kunnen verkrijgen.
Beleidsvoorstel 5: Wsw-pgb verordening harmoniseren
De Wsw-pgb verordening harmoniseren en integreren in de re-integratieverordening.
16 3.3 Beschut werk
De gemeente organiseert een voorziening beschut werk voor inwoners met een arbeidsbeperking waarbij het, vanwege de ernst van hun beperking, niet gelukt is om met ondersteuning uit de aanpak beschermd werk in een reguliere arbeidsomgeving aan het werk te gaan. Zolang het tekort op het BUIG voortduurt, is de omvang van de voorziening in 2015 en 2016 bevroren op het niveau dat landelijk is aangegeven voor het jaar 2015 voor een gemeente van onze omvang.
In lijn met het Goudse participatiebeleid is ingezet op het zo veel mogelijk aan het werk helpen van arbeidsbeperkten via beschermd werk. Voor een kleine groep mensen is de ondersteuning vanuit beschermd werk echter niet toereikend gebleken. In 2016 heeft Gouda daarom 4 personen op beschut werk geplaatst, overeenkomstig het niveau dat landelijk is aangegeven voor een gemeente van deze omvang. Omdat het BUIG in 2016 een tekort vertoonde, is het aantal van 4 niet verder uitgebreid. Vanaf eind 2016 is er minder terughoudend omgegaan met de aanvraag van adviezen beschut werk bij UWV met het oog op de op hande zijnde wetswijziging.
Gewijzigde wetgeving en beleid
In december 2016 is landelijk een wet aangenomen die gemeenten per 1 januari 2017 verplicht beschut werkplekken te organiseren. De reden hiervan is dat uit onderzoek van de Inspectie SZW is gebleken dat het aantal gerealiseerde beschut werkplekken sterk achterblijft bij de verwachtingen.
Jaarlijks wordt per gemeente een raming gemaakt van het aantal beschut werkplekken dat gerealiseerd dient te worden. Deze raming is gebaseerd op afspraken uit het Sociaal Akkoord, die inhielden dat bij de totstandkoming van de Participatiewet middelen aan gemeenten beschikbaar zijn gesteld oplopend naar structureel 30.000 werkplekken in 2048.
De nieuwe wetgeving omtrent beschut werk regelt ook dat inwoners zelf, zonder tussenkomst van de gemeente, een advies beschut werk kunnen aanvragen bij UWV. Voorheen kon alleen de gemeente iemand voordragen bij UWV. Ook schrijft de nieuwe wet voor dat gemeenten bij verordening vast moeten leggen welke voorzieningen zij inzet om werkzaamheden in het kader van beschut werk mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor voorzieningen die de gemeente inzet ter overbrugging van een wachtperiode totdat een beschut werkplek is gerealiseerd. Wanneer UWV een positief advies afgeeft, is de gemeente verplicht een beschut werkplek aan te bieden wanneer het aantal geraamde plekken voor dat jaar nog niet gerealiseerd is. Voor Gouda betekent deze wetgeving dat in 2017 19 plekken en in 2018 34 plekken moeten worden gerealiseerd.
Beleidsvoorstel 6: Nieuwe beleidslijn beschut werk
− Vasthouden aan het uitgangspunt rondom beschut werk om eerst (zoveel mogelijk) inwoners met een arbeidsbeperking te begeleiden naar beschermd werk. Pas als dat niet passend is, wordt een advies beschut werk actief als mogelijkheid overwogen.
− Realisatie van maximaal de aantallen beschut werkplekken die het Rijk aangeeft in de ministeriële regeling beschut werk 2017 en 2018 (geen additionele plekken).
− Mogelijk in te zetten voorzieningen om beschut werk mogelijk te maken: proefplaatsing, scholing, aanpassing werkplek en vervoersvoorziening, uitsplitsing, van taken, persoonlijke ondersteuning, no-risk polis, loonkostensubsidie.
− Mogelijk in te zetten voorzieningen bij een eventuele wachttijd totdat een beschut werkplek beschikbaar is: sociale activering, scholing, persoonlijke ondersteuning, maatwerkvoorzieningen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie zoals bedoeld in de Wmo,
schuldhulpverlening.
17 3.4 Ingezette instrumenten
Om de plaatsingen binnen beschermd werken en beschut werk te ondersteunen, worden diverse instrumenten voor de doelgroep ingezet: indicatie medisch urenbeperkt, proefplaatsingen, loonwaardebepalingen, loonkostensubsidie en jobcoaching.
Het blijkt dat de inzet van loonkostensubsidie lang niet altijd noodzakelijk is. Dit heeft meerdere oorzaken: in sommige gevallen blijkt de loonwaarde van een werknemer bijvoorbeeld hoog en in andere gevallen vindt een werkgever loonkostensubsidie niet nodig. De (vooralsnog) beperkte inzet van loonkostensubsidie is een meevaller voor de uitgaven uit het BUIG, waaruit de loonkostensubsidie bekostigd wordt. Door de beperkte inzet van het instrument loonkostensubsidie blijft het beroep op het BUIG beperkt terwijl er tegelijkertijd een besparing gerealiseerd wordt door het beëindigen van de uitkering door uitstroom naar werk.
No-riskpolis
Voor iedereen die in een beschermde of beschutte omgeving werkt is de no-riskpolis automatisch van toepassing. Met de no-riskpolis zijn werkgevers gedekt wanneer een medewerker uitvalt wegens ziekte. De no-riskpolis wordt door UWV verzorgd. Voor de uitvoering van de no-riskpolis voor gemeenten ontvangt UWV zelf rijksmiddelen.
5 Informatie uit Monitor Sociaal Domein Jaarrapport 2016
Instrumenten5 Aantallen
No-riskpolis 56
Indicatie medisch uren beperkt 41
Proefplaatsing 27
Loonwaardebepaling 21
Loonkostensubsidie 19
Jobcoaching 8
Becshut werk 4
18
Hoofdstuk 4. Jongeren zijn de toekomst
De gemeente Gouda zet al jaren in op de preventie en bestrijding van jeugdwerkloosheid voor
jongeren van 16 t/m 27 jaar. Dit doen wij in nauwe samenwerking met de partners zoals het onderwijs (Praktijkonderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs, MBO en basisonderwijs), werkgevers en het RMC.
Daar waar jongeren tijdelijk een uitkering nodig hebben, zetten wij in op een zo snel mogelijke uitstroom naar school en/of werk.
Op 31 maart 2015 ondertekenden de wethouder sociale zaken en de wethouder onderwijs, samen met het UWV, de intentieverklaring Samen naar een werkende toekomst.
De belangrijkste activiteiten die zijn ondernomen:
jongeren zonder startkwalificatie zijn door een externe partij teruggeleid naar school en werk;
werkgevers zijn gestimuleerd om werkzoekende jongeren aan te nemen met behulp van de voucherregeling;
elke gemeente in de regio heeft een jongerenwerkcoach die jongeren met een uitkering begeleidde richting werk en/of school;
voor de regio Midden-Holland is door Gouda een werkcoach vanuit het Team Arbeidsbeperkten ingezet die jongeren met een arbeidsbeperking begeleidt richting werk;
trajecten (ook bij Promen) en trainingen zijn ingezet;
de samenwerking met uitzendbureaus is versterkt;
er is ingezet op het begeleiden van jongeren met multiproblematiek richting werk en/of school met behulp van twee gespecialiseerde jongerencoaches;
er is een plan van aanpak opgesteld (met een knelpuntenanalyse) dat in 2016 is uitgevoerd.
Deze acties hebben er mede toe geleid dat de jeugdwerkloosheid in Gouda gedaald is van 458 werkloze jongeren in september 2014 tot 341 werkloze jongeren in september 2016 (zie de grafiek hieronder).
Grafiek: Ontwikkeling jeugdwerkloosheid in Nederland, Midden-Holland en Gouda
19
20
Hoofdstuk 5. Samenwerken met netwerkpartners
Gemeente Gouda geeft haar participatiebeleid vorm in samenwerking met partners uit de regio en de stad. Samenwerken is cruciaal om te zorgen dat onze inwoners duurzaam in hun eigen
levensonderhoud kunnen voorzien.
5.1 Werkbedrijf
Binnen het Werkbedrijf werkt Gouda samen met de gemeenten Waddinxveen en Krimpenerwaard, UWV en Promen om mensen met een arbeidsbeperking naar werk toe te leiden. Daartoe zijn onder andere de volgende activiteiten uitgevoerd:
Van alle werkzoekenden is een participatieprofiel opgesteld, om zodoende op een uniforme wijze de competenties en ondersteuningsbehoefte van de werkzoekenden in beeld te brengen;
Er is een kennissessie Participatiewet en de banenafspraak geweest met werkgevers;
Er zijn werkafspraken gemaakt met het Voortgezet Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs (stageplekken omzetten in banen, warme overdracht) en met Gouda Onderneemt (inzet van netwerk);
De accountmanagers van het Werkgeversservicepunt hebben de training jobcreation/ jobcarving gevolgd. Het doel is werkgevers te adviseren rondom de mogelijkheden voor het creëren van banen voor arbeidsbeperkten;
De werkwijze volgens Boris (mensen opleiden met praktijkverklaringen) is in de regio gepromoot.
5.2 Werkgeversservicepunt (WSP) Midden-Holland
In 2015 is een regionaal werkgeversservicepunt opgericht, te weten het regionale
Werkgeversservicepunt (WSP) Midden-Holland. Binnen dit WSP werken het UWV, het Werkbedrijf Midden-Holland, Promen en de gemeenten Gouda, Waddinxveen en Krimpenerwaard samen om zoveel mogelijk mensen met een sociale uitkering naar werk te helpen.
Binnen de werkwijze van het WSP staan de vraag en ondersteuningsbehoefte van de werkgever centraal. Het WSP denkt mee met werkgevers om te zorgen dat het aanbod van kandidaten zo goed mogelijk aansluit op de personeelsvraag die de werkgever heeft. Er wordt hierbij gewerkt vanuit een uniforme en eenduidige werkgeversdienstverlening. Dit houdt in dat er in de gehele arbeidsmarktregio eenzelfde set aan instrumenten en regelingen beschikbaar is voor werkgevers en dat er één centraal aanspreekpunt of (digitaal) loket is, waar werkgevers terecht kunnen voor informatie en advies.
De huidige werkgeversdienstverlening wordt in 2017 en 2018 onder regie van het Werkbedrijf Midden- Holland verder doorontwikkeld. Het doel is om toe te werken naar een integrale
werkgeversbenadering, waarbij de vraag/behoefte van de werkgever centraal staat (reguliere vacatures, garantiebanen, stage/leerwerkplekken, vrijwilligersplekken etc.). Dit is breder dan de huidige dienstverlening. Daarnaast wordt geïnvesteerd in een ondersteunend systeem om vraag en aanbod nog beter met elkaar te matchen. Ook wordt meer ingezet op deskundigheidsbevordering bij medewerkers, met name op het gebied van werkgeversbenadering en matching. Ten slotte wordt bekeken of en op welke wijze de samenwerking met de uitzendbranche geïntensiveerd kan worden.
21 5.3 Social Return
In aanbestedingen van de gemeente Gouda wordt de clausule Social Return opgenomen: de gegunde partijen dienen een deel van de aanneemsom te investeren in het aan het werk krijgen van mensen uit de doelgroep van de gemeente of UWV. Tabel 6 geeft de resultaten in 2015 en 2016 weer. Belangrijk is om hierbij te vermelden dat van de in 2016 afgeronde aanbestedingen het grootste aantal
plaatsingen in 2017 ingevuld zal worden.
Tabel 6: Resultaten Social Return
Jaar 2015 2016
Aanbestedingen met SROI 6 5
Geplaatste kandidaten uit de doelgroep
21 6
5.4 Samenwerking met sociaal team
Met ingang van 2015 is er een dekkend netwerk van sociale teams in de stad die zorgen voor ondersteuning van mensen. Veel van de vragen van mensen betreffen materiële zaken, vragen rondom inkomen en/of schulden. Om het sociaal team ruimte te geven voor maatwerkoplossingen die kunnen leiden tot inkomen uit werk en niet in de eerste plaats de focus te hebben op inkomen uit een uitkering, is met de nota Iedereen doet mee besloten een budget uit het Participatiebudget ter beschikking te stellen. Dit budget wordt benut voor de bekostiging van interventies die zijn aangevraagd door het sociaal team ter ondersteuning naar werk.
In 2015 was de beschikbaarheid van dit budget nog relatief onbekend en waren de sociale teams nieuw in de stad. In 2016 is wel goed gebruik gemaakt van de mogelijkheden van dit regelvrije budget.
Daarom is het voorstel om dit budget in 2017 voort te zetten.
Beleidsvoorstel 7: Voortzetting regelvrij budget voor sociale teams Dit regelvrije budget is bedoeld om sociale teams de mogelijkheid te bieden tot
maatwerkoplossingen die kunnen leiden tot inkomen uit werk. Dit heeft in 2016 goede resultaten opgeleverd. Daarom wordt voorgesteld dit budget voort te zetten in 2017.
22
Hoofdstuk 6. Budgetontwikkeling
6.1 Bestandsontwikkeling
Het bijstandsvolume wordt enerzijds bepaald door de nieuwe instroom en anderzijds door het aantal klanten dat uitstroomt uit de bijstand. In tabel 7 is de ontwikkeling van het bijstandsvolume
weergegeven.
Tabel 7: Ontwikkeling netto instroom bijstand
Peilmoment 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 31-12-2016
Aantal 1.450 1.619 1.756 1.812
Toename - 169 137 56
Bijstandsvolume
Door toevoeging van de nieuwe doelgroep van arbeidsbeperkten zal het aantal bijstandsgerechtigden de komende jaren geleidelijk groeien. Dit beeld is ook terug te zien in de cijfers. Wel wordt de toename in het bijstandsvolume steeds kleiner. Dit heeft vooral te maken met een goed uitstroomresultaat (zie ook paragraaf 2.1). De ontwikkeling van het bijstandsvolume komt overeen met het landelijk beeld.
BUIG
De toename in het bijstandsvolume vertaalt zich in hogere uitkeringslasten in 2015 en 2016. In de tabel hieronder is weergegeven hoe de uitkeringslasten (BUIG) zich hebben ontwikkeld sinds 2014.
Tabel 8: Ontwikkeling BUIG
2014 2015 Prognose 2016
BUIG budget € 20.260.000 € 21.294.000 € 22.578.000 Netto
bijstandsuitgaven
€ 22.794.000 € 23.016.000 € 24.400.000
Absoluut tekort -€ 2.534.000 -€ 1.722.000 -€1.822.000
% Tekort -12,5% -8,0% - 8,0 %
De belangrijkste prioriteit binnen het participatiebeleid was en is het terugdringen van het aantal uitkeringen. In de Participatienota Samen aan de Slag zijn twee scenario’s doorgerekend: één met herstel van de arbeidsmarkt in 2015 en één met herstel in 2016. Het scenario van herstel in 2015 is bewaarheid waardoor de tekorten op de BUIG relatief gezien meevallen, maar in 2016 stagneren.
Om het tekort op het BUIG budget zo beperkt mogelijk te houden is vooral ingezet op mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt (Gouda aan de Slag).
Helaas laat het perspectief voor het BUIG voor de komende jaren zien dat ondanks alle inspanningen dit niet toereikend is en er een structureel verschil tussen inkomsten van het Rijk en uitgaven voor de uitkeringen zal blijven. Ook de verplichte invoering van beschut werk versterkt het negatieve
perspectief.
Daarom wil de gemeente onderzoeken in hoeverre het op grotere schaal (groeps)detacheren met gedeeltelijke compensatie van de loonkosten een mogelijkheid biedt om structureel het tekort te verminderen. Het gaat dan niet alleen om de doelgroep met een arbeidsbeperking die opgenomen is in het doelgroepregister (Banenafspraak), maar ook om:
23
− de bredere doelgroep met een arbeidsbeperking waarvoor loonkostensubsidie mogelijk is; en
− inwoners met een uitkering die niet arbeidsbeperkt zijn, maar wel al geruime tijd niet aan de slag komen met de ondersteuning naar werk die de gemeente nu biedt.
Ondersteunend hieraan is dat per 1 januari 2017 de Praktijkroute is ingevoerd: wanneer uit een gevalideerde loonwaardemeting blijkt dat er sprake is van verminderde loonwaarde, kan men zonder beoordeling door UWV opgenomen worden in het doelgroepregister. Hiermee komt de betreffende persoon in aanmerking voor de aan het doelgroepregister gekoppelde no-riskpolis en mobiliteitsbonus die het aantrekkelijk maken voor werkgevers de persoon in dienst te nemen.
Om verdringing te voorkomen, zal daarbij sprake moeten zijn van een arbeidsovereenkomst in het kader van een detachering die een opstap kan bieden naar een regulier dienstverband. Het college wil graag aan de slag met het opstellen van een businesscase en het verkennen van de kaders voor een dergelijke aanpak. Aanpakken in andere gemeenten die reeds hiermee ervaring hebben opgedaan zullen daarbij worden betrokken.
6.2 Participatiebudget
In de tabel hieronder is weergegeven wat Gouda voor 2015 en 2016 begroot heeft voor re-integratie en hoeveel de uitgaven bedroegen (voor 2016 betreft het een prognose). Hieruit blijkt dat de
beschikbare re-integratiemiddelen nagenoeg volledig zijn aangewend om klanten met een bijstandsuitkering richting werk te begeleiden.
Tabel 9: Participatiebudget
2015 2016
Begroot € 2,80 miljoen € 2,80 miljoen
Uitgaven € 2,67 miljoen € 2,80 miljoen (prognose)
In aanvulling op deze middelen heeft de gemeente in 2015 en 2016 extra middelen verworven en ingezet voor de begeleiding van de doelgroep Participatiewet. Het gaat om de volgende regionale middelen:
Middelen ter bestrijding van Jeugdwerkloosheid: € 200.000 voor de periode 2015-2016;
Middelen voor het Werkbedrijf: € 1 miljoen voor de periode 2014-2016;
ESF subsidies, op basis van cofinanciering: in 2015 is € 260.800 ontvangen aan subsidiegelden;
de ESF periode voor 2016 liep tot eind oktober 2016 (maximaal te ontvangen bedrag is € 554.400);
Sectorfondsen SW: € 293.877 voor de periode 2015-2016 (op basis van cofinanciering).
Bovenstaande middelen worden in de arbeidsmarktregio Midden-Holland besteed (Bodegraven- Reeuwijk, Waddinxveen, Krimpenerwaard en Gouda). Dit gebeurt op basis van deelplannen met als doel om (arbeidsbeperkte) jongeren en kandidaten vanuit de Participatiewet te empoweren en toe te leiden naar werk en/of school.
Beleidsvoorstel 8: Detacheringsfaciliteit
Het onderzoeken van de mogelijkheid om het instrument detachering in te zetten op een bredere doelgroep om het structurele tekort van het BUIG te verminderen. Daartoe in 2017 een businesscase opstellen, de benodigde voorwaarden verkennen en een voorstel doen aan de gemeenteraad.
24
Hoofdstuk 7. Klanttevredenheid
In september en oktober 2016 is onder de klanten van afdeling Werk en Inkomen een
klanttevredenheidsonderzoek verricht. Het Klanttevredenheidsonderzoek Werk & Inkomen ( verder Kto W&I) is een onderzoek naar de beleving van bijstandsklanten. Hierin worden de reacties van de klanten van Gouda afgezet tegen de landelijke referentiegroep.
De klanten in Gouda geven voor de dienstverlening gemiddeld een 6,9, landelijk ligt dit cijfer op 7,2.
Klanten zijn vooral tevreden over de informatievoorziening en bereikbaarheid, de snelheid waarmee een re-integratietraject wordt gestart en het uiteindelijke resultaat van het traject. Wat minder tevreden zijn ze over de informatievoorziening over andere regelingen. De werkcoaches en consulenten worden beoordeeld met resp. een 6,7 en een 6,9. Dit is gelijk aan het landelijke beeld.
Verbeterpunten
Het ‘rekening houden met de situatie van de klant’ is het door respondenten meest genoemde verbeterpunt. Ook het wisselen van klantmanagers beschouwen klanten als negatief. Door het wisselen van klantmanagers ervaren klanten dat ze vaak opnieuw hun persoonlijke situatie moeten uitleggen, wat als ‘vervelend’ tot ‘zeer vervelend’ wordt omschreven. Andere verbeterpunten, aangedragen door klanten, zijn de ‘telefonische bereikbaarheid’ en ‘begrip en respect van de medewerkers’. Het is echter goed te beseffen dat veel respondenten erg tevreden zijn met de dienstverlening van de afdeling Werk en Inkomen.
Het Klanttevredenheidsonderzoek Werk & Inkomen 2016 toont een gemiddelde beoordeling van de dienstverlening aan met 6,9 als een rapportcijfer.
Modernisering Sociale Dienst Gouda
De gemeente heeft in haar actieprogramma ook de modernisering van de sociale dienst
aangekondigd. Er komt een vernieuwde sociale dienst met behoud van de poortwachtersfunctie, waarbij méér dan nu het accent komt te liggen op eigen verantwoordelijkheid en benutting van
talenten van uitkeringsgerechtigden, alles ter bevordering van de uitstroom. Ook zetten we meer in op een samenhangende aanpak (o.a. tussen de beleidsdomeinen economie, werk, inkomen, veiligheid en statushouders) en professioneel en modern klantcontact.
Beleidsvoorstel 9: Acties voortkomend uit het klanttevredenheidsonderzoek
− een – binnen afzienbare tijd – aanvullend kwalitatief onderzoek dat meer inzicht biedt in relaties, verbanden en redenen;
− frequenter onderzoek in de vorm van een jaarlijks klanttevredenheidsonderzoek;
− het inbouwen van klanttevredenheidsmetingen in de dagelijkse uitvoering, waarmee de klanttevredenheid gemonitord wordt en de op basis hieruit voortkomende signalen als acties kunnen worden uitgezet;
− een gerichte inzet op de verbetering van de relatief lage algemene waardering voor het re- integratietraject;
− verbinding van de klanttevredenheid met de modernisering van de sociale dienst als zijnde meetinstrument en input voor verbetering.
25
Bijlage 1. Overzicht raadsbesluiten
Hieronder volgt een overzicht van de voortgang op de besluiten die de gemeenteraad heeft genomen bij het vaststellen van de Participatienota Samen aan de Slag 2015-2018.
Besluit Raad
De prioriteit van het participatiebeleid is het bevorderen van uitstroom naar werk zonder structurele ondersteuning. Gericht op een inclusieve samenleving waar iedereen werkt, werkt naar vermogen of actief is voor de samenleving. Voor iedereen die kan werken, wordt in 2015 het werkprogramma Gouda aan de Slag ontwikkeld en ingericht. Voor diegenen die niet binnen een jaar succesvol zijn in dit werkprogramma wordt een kort en intensief traject ingezet, om hun maatschappelijke participatie zoveel mogelijk te waarborgen.
Voortgang
In 2015 is gestart met het Programma Gouda aan de Slag, gericht op uitstroom naar werk zonder structurele ondersteuning. Gouda aan de Slag omvat het Werk en Ontwikkelcentrum,
Bemiddeling op Maat en een slotoffensief.
Voor personen die (nog) niet kunnen werken is het Programma Maatschappelijk Actief ingericht, om de maatschappelijke participatie te vergroten. De eerste resultaten van het programma zijn positief.
In 2017 wordt Gouda aan de Slag verder doorontwikkeld om de effectiviteit te vergroten.
Ook wordt ingezet op verdere stimulering van ondernemerschap vanuit de uitkering en wordt ingezet op preventie van instroom vanuit de WW.
Besluit Raad
Het college van B&W zet het beschikbare Participatiebudget in voor de doelgroep als genoemd in de Participatiewet en benut optimaal de mogelijkheden om extra middelen ter beschikking te krijgen (zoals ESF).
Voortgang
In 2015 en 2016 (prognose) is het
Participatiebudget nagenoeg volledig ingezet voor de doelgroep. Daarnaast heeft het college in 2015 en 2016 diverse extra middelen verworven ten behoeve van de doelgroep, zoals ESF subsidies, sectorfonds SW, middelen ter bestrijding van Jeugdwerkloosheid en middelen ten behoeve van het Werkbedrijf.
Besluit Raad
De gemeente Gouda vindt het vanzelfsprekend dat mensen met een uitkering actief zijn naar vermogen voor de samenleving. We schaffen daarom de vrijwilligers- en mantelzorgpremie voor uitkeringsgerechtigden af, voeren een uitstroompremie in om werken aantrekkelijk te maken en voeren generiek beleid voor de ondersteuning van vrijwilligers en
mantelzorgers.
Voortgang
De vrijwilligerspremie en mantelzorgpremie zijn afgeschaft. Om de prikkel van werk te versterken, verstrekt Gouda vanaf 1 april 2015 een
uitstroompremie aan personen die na meer dan een jaar bijstandsafhankelijkheid alsnog
uitstromen naar werk. Ca. 45% van de personen die recht hadden op de uitstroompremie, heeft de premie aangevraagd.
Vooral om de prikkel tot uitstroom verder te versterken wordt de uitstroompremie vanaf 2017 ambtshalve toegekend. Dit heeft geleid tot aanpassing van de Re-integratieverordening hierop.
26 Besluit Raad
Het college gaat actief aan de slag met het toeleiden van mensen met een
arbeidsbeperking naar werk in een reguliere arbeidsomgeving. Om werkgevers en
werknemers te ondersteunen zet de gemeente met de aanpak 'beschermd werk' diverse instrumenten in om werkgevers en werknemers hierbij te ondersteunen.
Voortgang
In 2015 en 2016 heeft Gouda 50 inwoners met een arbeidsbeperking begeleid richting een garantiebaan. Hierbij zijn instrumenten ingezet als loonkostensubsidie, jobcoaching en de no-risk polis. De inzet van loonkostensubsidie blijkt niet altijd noodzakelijk.
De nieuwe instroom van mensen met een arbeidsbeperking bestaat vooral uit
schoolverlaters afkomstig van het VSO/PrO en Entree onderwijs. Met de scholen is een sluitende aanpak ontwikkeld.
Besluit Raad
Het college focust in de aanpak beschermd werk tot en met 2016 op personen uit de landelijk benoemde prioritaire groepen die een uitkering van de gemeente ontvangen. Op eigen initiatief kunnen ook niet-uitkeringsgerechtigden en mensen uit de niet-prioritaire doelgroep in aanmerking komen voor begeleiding naar werk.
Voortgang
De prioritaire doelgroep met een bijstandsuitkering bestaat in Gouda uit 32 personen die op 31-12- 2014 op de wachtlijst Wsw stonden. Iedereen is gescreend op arbeidsmogelijkheden en Gouda heeft 10 personen begeleid richting een
garantiebaan. In de praktijk heeft Gouda ook veel personen buiten de prioritaire groepen begeleid richting een garantiebaan.
Met het vervallen van de landelijke prioritering beschermd werk wordt plaatsgemaakt voor maatwerk.
Besluit Raad
Bij alle personen die de gemeente gaat
begeleiden zal worden bezien wat een passend aanbod is om de ondersteuning concreet vorm te geven. Bij het bepalen van een passend aanbod zal met het oog op een succesvolle plaatsing op werk meewegen: de motivatie, de verwachte verdiencapaciteit, de plaatsbaarheid op een werkplek, de verwachte duurzaamheid van een plaatsing en het verwachte effect van het vinden van werk op de persoonlijke situatie.
Waar nodig zullen bij dit aanbod ook de mogelijkheden voor een voortraject worden meegewogen, zoals een voorbereidend re - integratietraject gericht op het opdoen van werkritme en werknemersvaardigheden en (arbeidsmatige) dagbesteding.
Voortgang
Maatwerk staat centraal in de begeleiding van bijstandsgerechtigden naar werk door gemeente Gouda. Zowel bij de doelgroep arbeidsbeperkten als bij de overige bijstandsgerechtigden (zoals in de aanpak Bemiddeling op Maat). Voor elk individu wordt bepaald wat de persoonlijke ondersteuningsbehoefte is. Daarnaast ligt in de aanpak sterk de nadruk op empowerment en het versterken van het zelfvertrouwen en de eigen kracht. Voor personen die niet direct aan de slag kunnen wordt een voortraject ingezet, zoals een werkervaringsplaats of sociale activering.
27 Besluit Raad
Het college organiseert een voorziening beschut werk voor inwoners met een arbeidsbeperking waarbij het vanwege de ernst van hun
beperking niet gelukt is om met ondersteuning uit de aanpak beschermd werk in een reguliere arbeidsomgeving aan het werk te gaan. Zolang het tekort op het BUIG voortduurt, bevriezen we de omvang van de voorziening tot het niveau tot landelijk wordt aangegeven voor het jaar 2015 voor een gemeente van onze omvang.
Voortgang
Gouda heeft in 2016 vier beschut werkplekken georganiseerd, gelijk aan het niveau dat landelijk wordt aangegeven voor een gemeente van onze omvang. Gezien nieuwe wetgeving die gemeenten per 2017 verplicht beschut werk in te richten, wordt het volume van beschut werk vanaf 2017 uitgebreid conform de jaarlijkse raming van het Rijk en is een nieuwe beleidslijn beschut werk opgesteld. Dit heeft geleid tot aanpassing van de Re-integratieverordening.
Besluit Raad
Eind 2016 voert het college een tussenevaluatie uit over het Participatiebeleid, met specifieke aandacht voor de aanpak beschermd werk. In deze evaluatie wordt expliciet meegenomen of werkgevers daadwerkelijk werkplekken voor mensen met een arbeidsbeperking creëren en er niet onevenredig veel contracten vroegtijdig worden beëindigd en in hoeverre inlenende werkgevers genegen zijn om de gedetacheerde werknemers over te nemen in eigen dienst. Zo nodig volgt bijstelling van het beleid, expliciet ten aanzien van de noodzaak van vaste
arbeidscontracten bij de organisatie die door de gemeente wordt gevraagd om het instrument detachering uit de re-integratieverordening uit te voeren.
Voortgang
Werkgevers zijn bereid om banen beschikbaar te stellen voor personen met een arbeidsbeperking.
Dit blijkt uit het feit dat Gouda 50 Goudse
inwoners heeft begeleid richting een garantiebaan in 2015 en 2016. Vooralsnog lijkt het er niet op dat contracten vroegtijdig beëindigd worden. Wel is het zo dat er vaak sprake is van meerdere
tijdelijke contracten. Of deze uiteindelijk resulteren in een vast dienstverband zal in 2017 en verder moeten blijken. Hetzelfde geldt voor het
instrument detacheren. Detacheringen worden nog beperkt ingezet, waardoor het nog niet mogelijk is om zuiver te kunnen oordelen over de effectiviteit ervan. Gouda blijft deze onderdelen daarom monitoren.
28
Bijlage 2. Wetswijzigingen
In 2016 en 2017 is een aantal wijzigingen doorgevoerd binnen de Participatiewet, met als doel om het realiseren van garantiebanen voor arbeidsbeperkten te bespoedigen. Het gaat vooral om het
harmoniseren en stroomlijnen van bestaande maatregelen voor de gehele doelgroep banenafspraak, waardoor het verschil in ondersteuning voor de gemeentelijke doelgroep, de doelgroep van het UWV en nuggers geminimaliseerd wordt. Daarnaast is de Wet Taaleis per 1 januari 2016 ingevoerd.
Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste wijzigingen van de Participatiewet:
Per 1 januari 2016:
Een uniforme no-risk polis voor de gehele doelgroep banenafspraak en personen die beschut werken, uitgevoerd door het UWV;
Een uniforme premiekorting (fiscaal voordeel voor de werkgever) voor de gehele doelgroep banenafspraak en personen met scholingsbelemmeringen.
Wet taaleis. Deze wet verplicht elke bijstandsgerechtigde om zich in te spannen om de Nederlandse taal voldoende te beheersen (minimaal op niveau 1 F).
Per 1 mei 2016:
Rechtstreeks opnemen van leerlingen vanuit het Pro/VSO in het doelgroepenregister (met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015).
Per 1 januari 2017:
Openstellen van de ‘praktijkroute’: personen van wie op de werkplek blijkt dat zij niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen (op basis van een gevalideerde loonwaardemeting) worden opgenomen in het doelgroepenregister;
Rechtstreeks opnemen van leerlingen vanuit het Praktijkonderwijs in het doelgroepenregister.
Per 1 februari 2017:
Flexibele termijnen voor loonwaardebepalingen. De loonwaarde hoeft niet langer jaarlijks (of driejaarlijks in het geval van beschut werk) opnieuw bepaald te worden, maar kan worden afgestemd op het ontwikkelperspectief van de werknemer;
De mogelijkheid om een forfaitaire loonkostensubsidie van 50% in te zetten gedurende maximaal de eerste 6 maanden van het dienstverband. Gemeenten konden al per 4 juli 2016 anticiperen op deze maatregel. Gouda verstrekt de forfaitaire loonkostensubsidie sinds oktober 2016;
Loonkostensubsidie voor schoolverlaters vanuit het Pro/VSO en de entreeopleiding MBO die al werken. Ook op deze maatregel konden gemeenten al per 4 juli 2016 anticiperen.
Een aantal van deze wetswijzigingen, zoals de uniforme no-riskpolis en de forfaitaire
loonkostensubsidie, zijn van invloed op de Re-integratieverordening en/of Re-integratieregeling. De Wet taaleis is van invloed op de Afstemmingsverordening.