• No results found

A. den Doolaard, Dit is Venetië · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "A. den Doolaard, Dit is Venetië · dbnl"

Copied!
92
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dit is Venetië

A. den Doolaard

bron

A. den Doolaard, Dit is Venetië. Met foto's van Cas Oorthuys. Contact, Amsterdam / Antwerpen 1958

Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/dool001diti04_01/colofon.php

Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd

zijn.

(2)

2

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(3)

4

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(4)

5

[I]

HET MIRAKEL VAN VENETIË IS DE TRANSFORMATIE van modder tot marmer.

Er zijn op aarde honderden riviermondingen met modderbanken, die bij eb bovenkomen; doch er bestaat slechts één Venetië. Aan het uiterste einde van een droefgeestige, vormloze vlakte kronkelt de ongewisse grens tussen land, dat zijn vastheid heeft verloren, en water, dat nog geen zee kan heten (pag. 4). De getijden tekenen hun grillig spoor in vervloeiend zand en ondiep water, als woonoord schijnbaar enkel geschikt voor schelpdieren en zeearenden. Maar juist daar ontstond uit wilskracht en list, vroomheid en visie het kunstwerk Venetië. Deze schoonheid, uit water geschapen, is de nalatenschap aan de wereld van een zeestaat, die

eeuwenlang het oostelijk bekken van de Oude Wereldzee beheerste.

Venetië ontleent zijn naam aan de Illyrische volksstam der Veneten. Na de ineenstorting van het Westromeinse Rijk bouwden hun nazaten, vluchtend voor Hunnen en Goten, in de lagune hun paalwoningen, als wijkplaats wanneer er een nieuwe barbarenstorm opstak. In de zesde eeuw werd het volkje van vissers en zouthandelaren onderhorig aan Byzantium, dat zijn Italiaanse veroveringen vanuit Ravenna regeerde. Ravenna's kerken stonden model bij de bouw van de oudste lagunekerken: die van Torcello en Murano. Toen de Franken Noord-Italië veroverden, vluchtte het lagunevolk onder leiding van zijn hertog (dux of doge) naar het afgelegen eiland Rivo Alto (waarvan het latere Rialto is afgeleid). Maar in 811 erkende Karel de Grote te Aken de Byzantijnse suzereiniteit. Het eilandengebied keerde het feodale, trage Europa de rug toe en richtte de blik op het Oosten, op Byzantium, de zee en het avontuur.

Het avontuur begon met de diefstal van een heilige: in 828 smokkelden twee zeevaarders het gebeente van Sint-Marcus uit Alexandrië naar Venetië. Het embleem van San Marco, de gevleugelde leeuw met het evangelie in de klauw, werd het wapen van een snel groeiende zeestaat, die rond het jaar 1000 reeds de Adriatische Zee beheerste. Venetië steunde Byzantium tegen de Noormannen (1082) en liet zich betalen met de handelsvrijheid in een gebied, dat tot in Azië reikte. Hij bemiddelde (1177) bij de verzoening tussen keizer (Frederik Barbarossa) en paus (Alexander III), in ruil voor de handelsvrijheid in het Duitse Rijk. De kooplieden trokken handig profijt van de twee werelden, waartussen zij het scharnier vormden. De voormalige be-

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(5)

6

schermelingen van het machtige Byzantium werden eerst bondgenoten, toen rivalen en ten slotte overheersers.

In 1202 maakte de grote doge Enrico Dandolo op diplomatiekperfide wijze gebruik van het geldgebrek der Vlaamse en Franse kruisvaarders, die in Venetië vastzaten zonder de overtocht naar het Heilige Land te kunnen betalen. Hij leidde hen tegen het orthodoxe Constantinopel. Uit de rijke Byzantijnse buit behield Venetië de beste brokken: het knoopte een net van steunpunten over de Ionische en Egeïsche Zee.

Twee eeuwen later is het schijnbaar onmogelijke volbracht. Op een plek waar normalerwijze niemand zou willen bouwen, is een blinkende marmeren stad verrezen, rondom de uitbundigste kerk van Europa en de meest luxueuze paalwoning ter wereld:

de San Marco en het Dogenpaleis (pag. 7). Lagune en vloot beschermen een stad zonder muren, een unicum in Europa; de paleizen lijken niet op vestingen, maar op kantwerk. Schip na schip lost kruiden, edelstenen, tapijten, zijde, ivoor en gember;

ze varen weer uit, beladen met wijn, hout, glas en wapentuig.

De geschiedenis van Venetië in de volgende eeuwen werd een bijkans

ononderbroken strijd met oude en nieuwe vijanden, niet alleen om het koloniale rijk en de handelsmonopolies te verdedigen, maar ook om het gebied van de Serenissima, de Verheven Republiek, uit te breiden op het vasteland. In de vijftiende eeuw werkten alleen al in het Vlootarsenaal dertigduizend man. De Venetiaanse politici moesten simultaan spelen op te vele borden, en verloren de ene partij na de andere. Zelfs na de verovering van Constantinopel door de Turken behield Venetië de voordelige specerijenhandel via Egypte. Maar de ontdekking van de zeeweg naar Indië bracht de handel op de Oriënt om hals. De groeiende Turkse macht en de naijver der nieuwe grote Europese staten deed de staat van San Marco weer inkrimpen tot stad. In de achttiende eeuw is de Serenissima afgedaald tot een wufte stad van plezier. In 1797 veegt Napoleon de doge en zijn Grote Raad met één pinkbeweging van de politieke kaart.

Heden is het opnieuw de stad van plezier en verstrooiing. Venetië is vijftien eeuwen geleden ontstaan uit een vlucht voor de invallen der barbaren. Vandaag dankt het zijn bestaan aan een nieuwe en vreedzame versie van dit historische verschijnsel:

het internationaal zomertoerisme. Maar daarnaast blijft Venetië, zelf een kunstwerk, de stad van hoog kunstgenot.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(6)

7

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(7)

8-9

Uit de waterwoestijn van het Lido rijst een fata morgana van marmer: Venetië.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(8)

10

[II]

HET CANAL GRANDE, EEN S-VORMIGE WATERLOOP van vier kilometer lengte, deelt de stad in tweeën. Het wordt overwelfd door drie bruggen, en zijn oevers vormen één langgerekt decor van pakhuizen, kerken en paleizen. De nieuwe Franse gezant bij de Verheven Republiek, Philippe de Commynes, schreef in 1495 in zijn eerste rapport naar Parijs: ‘Het is, naar ik meen, de schoonste straat ter wereld, heerlijk omhuisd’.

Vandaag zijn vele paleizen in verval. Maar nog steeds is het Canal Grande een der schoonste triomfen van de menselijke wilskracht, die chaos omvormt tot kunst.

Aan een kreek, omzoomd door modder, ontstond inderdaad de schoonste straat ter wereld. Men moet Venetië anders bezien dan de overige Italiaanse steden. Ginds is de ruimte gevangen in hoogte, breedte en diepte. Maar het geheim van Venetië's betovering is tweedimensionaal. De paleizen aan het Canal Grande vormen een lange reeks gobelins, opgehangen aan de wanden van een zaal, die geplaveid is met water en die de hemel tot dak heeft. Het zijn theatercoulissen, waartegen zich de eeuwen door het menselijk drama afspeelt. De derde dimensie is de tijd, die de gebeurtenissen der eeuwen naast elkaar plaatst, net zoals de paleizen uit de tijd van byzantinisme, gotiek, renaissance en barok naast elkaar staan als waren zij gelijktijdig gebouwd.

Want zo hevig werkt hier de historische werkelijkheid, dat alles gisteren schijnt gebeurd.

Voor het Palazzo Mocenigo stijgt een man met een duivels schoon gelaat uit een gondel. Een gemaskerde blonde vrouw schrijdt hem achterna. Het is gravin Giuccioli, de derde verovering van lord Byron in een Venetië, dat hem inspireert tot zijn Don Juan. Uit een gotisch venster in het Palazzo Giustinian leunt een man met een zwartfluwelen baret. Het is Wagner, die hier Tristan en Isolde ontwerpt. Langs de vensters van de Ca' d'Oro (pag. 11) danst een slank silhouet: de danseres Fanny Elssler, de geliefde van de hertog van Reichstadt. Naast het Palazzo Corner staat een fattig gekleed heer ongeduldig zijn snorpunten op te draaien: Gabriele d'Annunzio wacht op een gondel, die hem over moet varen naar het Palazzo Volkoff, waar zijn geliefde woont, Eleonora Duse.

Het Canal Grande is één groot schouwtoneel met duizend achterdoeken; en ieder, die in een gondel afdaalt, verliest zijn eigen wezen en wordt figurant in een spel, dat sinds eeuwen voortduurt.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(9)

11

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(10)

12

De koopman Marino Contarini liet zijn ‘Gouden Huis’ (Ca' d'Oro) tussen 1421 en 1440 bouwen en versieren door Matteo Raverti en Giovanni en Bartolomeo Bon. De bouwmeesters bedienden zich van de gotische elementen om decoratieve en chromatische effecten te bereiken. Deze koloristische architectuur grenst aan muziek. ‘Het oog glijdt over de vlakken gelijk de hand over een harp’ (Sergio Bettini).

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(11)

13

Het Canal Grande, gezien vanuit de waterportiek van Ca' d'Oro. Dit paleis werd gerestaureerd door baron Giorgio Franchetti, die het in 1916 aan de staat schonk als museum. Aan de overkant rechts het Palazzo Corner della Regina. Domenico Rossi bouwde het in 1724 in klassicistische stijl op de plaats, waar eind vijftiende eeuw het paleis stond van Caterina Cornaro, koningin van het eiland Cyprus, dat zij aan Venetië schonk. Geheel links het Palazzo già Morosini (vijftiende-eeuwse gotiek).

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(12)

14

Een Venetiaanse schone wacht op de veerman, die haar ongetwijfeld de behulpzame hand zal bieden bij het instappen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(13)

15

Aan het Canal Grande vindt men verschillende van deze overzetplaatsen (traghetti). Dit veer verbindt de in de morgenuren zeer pittoreske Pescheria (vismarkt) met het Campo di Santa Sofia. Op de voorgrond twee gondels met toeristen; op de achtergrond het gotische Palazzetto Foscari.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(14)

16

Een van de drukste punten van het Canal Grande is de vernauwing, die overspannen wordt door de Ponte di Rialto. Toen de vroegere houten brug ingestort was onder het gewicht van een volksmenigte, die de Regatta op het Canal Grande gadesloeg, bouwde de architect Antonio da Ponte de tegenwoordige stenen Rialto-brug (1588-92). Het bruggedek is in drieën verdeeld door twee rijen winkeltjes.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(15)

17

Wat is er heerlijker dan jong en verliefd te zijn en samen vanaf de Rialto-brug uit te staren over het spiegelend water van het Canal Grande, de schoonste waterstraat ter wereld?

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(16)

18

Een der mooiste punten van het Canal Grande is de bocht bij de uitmonding van de Rio Foscari (op de foto tussen de gondel en het stoombootje). Rechts daarvan het Palazzo Balbi (laat-renaissance, architect Alessio Vittoria, 1582-90). Links daarvan eerst het gotische Ca' Foscari (1428-37) en dan het vijftiende-eeuwse Palazzo Giustinian, waar Wagner in 1858 de tweede akte schreef van Tristan en Isolde.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(17)

19

Ter hoogte van de Ponte dell' Accademia ziet men (achtergrond midden) de uitmonding van het Canal Grande bij het oude douanegebouw, de Dogana di Mare (gebouwd 1676-82). Rechts daarvan de hoge koepel van de kerk, toegewijd aan Santa Maria della Salute. Op de voorgrond links het

vijftiende-eeuwse laatgotische Palazzo Cavalli (Franchetti), in 1890 grondig gerestaureerd. Thans is er een kredietbank gevestigd.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(18)

20

De merkwaardigste kerk aan het Canal Grande is de octogonale barokkerk Santa Maria della Salute, door de stad als dank aan de Madonna gewijd na de pestepidemie van 1630. Zij werd gebouwd tussen 1631 en 1681 door de Venetiaanse bouwmeester Baldassare Longhena. De stijl van het hoofdportaal staat nog sterk onder de invloed van Palladio. De sacristie bevat een van de beroemdste schilderijen van Tintoretto, De bruiloft te Kana.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(19)

21

Het Canal Grande mondt uit in het wijde Bassin van San Marco, met het Isola di San Giorgio. De kerk San Giorgio Maggiore, in 1565-80 herbouwd door Andrea Palladio, is fraaier van ligging dan van architectuur. De toepassing van Griekse tempelvormen op deze christelijke kerk met verhoogd middenschip is niet zeer geslaagd. Het interieur bevat een zestal waardevolle Tintoretto's. Vanaf de in 1791 gebouwde Campanile heeft men een wijd uitzicht over het Lido (achtergrond) en de lagune.

Over de stad heen reikt de blik tot aan de verre Alpen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(20)

22

[III]

DE SAN MARCO EN HET DOGENPALEIS HOREN BIJ elkaar, hoe vreemd dit ook schijnen moge. De San Marco was de eeuwen door de kapel van het paleis, en pas in 1809 werd de ‘Gouden Basiliek’ de kathedraal van Venetië. De kunstminnaar, die de grote kerken der westerse christenheid kent, doet wellicht het best de San Marco niet allereerst als een kerk te bezien, maar als een uiterst decoratieve afsluiting van de overigens strengklassicistische Piazza; voorts als het rijk versierde schrijn van de stadsheilige, en ten slotte als een demonstratie van macht. Door San Marco te eren in vele stijlen en alle kleuren van de regenboog eerde Venetië zichzelf en zijn wereldrijk. Pas vanaf de Torre dell'Orologio of de Campanile ontdekt men het Byzantijns geïnspireerde grondplan: een gelijkarmig Grieks kruis, bekroond door vijf koepels. Vanaf de Piazza gezien, spelen ze verstoppertje achter de gevel van het atrium, die overladen is met laat-gotische motieven. Deze gotische decoratie had de niet-geslaagde bedoeling een harmonie tot stand te brengen tussen de San Marco en het Dogenpaleis. Dit is meesterlijk gecomponeerd in een zonnige, blijde gotiek, welke de noorderling, die zijn inheemse gotiek vereenzelvigt met een plechtig adagio, als een opgewekt scherzo in de oren klinkt.

Ondanks alle pogingen vloeken kerk en paleis met elkaar, zoals de religie van de Serenissima ook steeds vloekte met een politiek die bijvoorbeeld uit de vrome aandrift tot de kruistochten enkel macht, geld en grondbezit sloeg, en die steeds gebaseerd bleef op de brute uitspraak: ‘Siamo Veneziani poi Christiani’ (Eerst zijn we

Venetianen en dan pas christenen). Maar van binnen is de San Marco zeer veel rijker aan werkelijke kunst, vooral mozaïekkunst, dan het Dogenpaleis. De overdaad aan wand- en plafondschilderingen, die door beroemde schilders op bestelling vervaardigd zijn, en wellicht ook daardoor ontaarden in decoratie, maakt het paleisinterieur tot een enigszins beklemmend praalgraf der Venetiaanse macht.

Wonderlijk genoeg is de architecturale disharmonie van paleis en kerk volstrekt onbelangrijk, beschouwd in het gehele kader van Piazza en Piazzetta. De Piazza is en blijft de weidse en toch intieme feestzaal, waarin Venetië de wereld ontvangt. En de Piazzetta, met haar brede uitzicht op eilanden, wolken en water, is de volmaakte vestibule voor de stad, die een huwelijk sloot met de zee.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(21)

23

De triomf van de Venetiaanse architectuur is de oplossing van zware massa in lichte oppervlakte, met ritmische effecten van clair-obscur. Daardoor vormen Dogenpaleis, Campanile en ‘Libreria Vecchia’

(Oude Bibliotheek) een eenheid.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(22)

24-25

De Piazza di San Marco is een met marmer en trachiet geplaveide feestzaal. De arcaden en polyforiën van de Procuratie Vecchie (links) en de Procuratie Nuove (rechts) voeren de blik onweerstaanbaar naar de vierde wand van de zaal: de San Marco.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(23)

26

Tweemaal per dag, om negen en om twee uur, worden de duiven op stadskosten gevoerd. De Procuratie Vecchie (achtergrond) zijn in het begin van de zestiende eeuw in renaissancestijl herbouwd door de architecten Bergamasco, Bartolomeo Bon de jongere en Sansovino. Hier woonden oorspronkelijk de procuratoren, hoge staatsbeambten, die belast waren met de bouw en het beheer van de San Marco.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(24)

27

Venetië was het kind van Byzantium, en de grondvorm van de San Marco is Byzantijns. Latere generaties hebben de kerk onvermoeibaar overladen met nieuwe stijlelementen en steeds meer kleur.

In geheel Europa was het alleen Venetië, de zeestaat die het Nabije Oosten beheerste, dat rondom het gebeente van zijn stadsheilige een dergelijk monument kon opbouwen - tegelijk een typisch Venetiaans kleurenfeest en een pronksymbool van rijkdom en macht.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(25)

28

In elke Byzantijnse kerk was het atrium (de voorhal) gereserveerd voor nieuwe bekeerlingen, die nog niet gedoopt waren. Zo ook in de San Marco, waar de dertiende-eeuwse mozaïeken in het atrium bestemd waren tot aanschouwelijk onderricht in het Oude Testament. De taferelen van dit booggewelf beelden de zondvloed uit en de terugkeer van Noachs ark op aarde.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(26)

29

Op het doopvont in het Baptisterium staat een beeld van Johannes de Doper (1575), uitgevoerd door Segala naar een ontwerp van de grote architect Sansovino, wiens grafsteen voor het altaar ligt. De iconen van Sint-George en Sint-Theodoor (links en rechts van het altaar) zijn Byzantijns. In deze kapel bevinden zich de graftomben van de dogen Giovanni Soranzo en Andrea Dandolo (veertiende eeuw).

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(27)

30

Op de beroemde vier koperen paarden van de San Marco zijn nog sporen van het oorspronkelijke verguldsel te zien. Deze Griekse beeldhouwwerken uit de hellenistische periode werden door de Romeinen geroofd. Keizer Constantijn de Grote bracht ze van Rome naar Constantinopel, waar zij als versiering van het hippodroom op hun plaats waren. Na de plundering van het orthodoxe Constantinopel door de christelijke kruisvaarders (1204) behield Venetië ze als oorlogsbuit.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(28)

31

Dat de Piazza de mooiste salon van Europa is geworden, is te danken aan Napoleon. Op zijn bevel werd de kerk tegenover de San Marco in 1807 afgebroken en vervangen door de zogenaamde Ala Napoleonica, bekroond met beelden van Romeinse keizers. De beide verdiepingen zijn gebouwd in de stijl van de Procuratie Nuove (links), opgetrokken door de architecten Scamozzi (1584-1616) en Longhena (1640). De Procuratie Nuove zijn op hun beurt, wat stijl betreft, weer een voortzetting van Sansovino's Libreria Vecchia.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(29)

32

Na de stemmige Procuratie Vecchie kondigt de Torre dell'Orologio (Uurwerktoren) met zijn helle kleur en blinkend verguldsel als het ware de uitbundigheid van de San Marco aan. De klok wijst ook de zonnestand in de dierenriem aan, de maanfase en de datum. Op Hemelvaartsdag trekken de Drie Koningen, voorafgegaan door een engel met een bazuin, elk uur aan de Madonna voorbij. De Leeuw van San Marco kijkt toe en op het hoogste terras slaan de twee ‘Mori’ getrouw de uren.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(30)

33

De zeegevel van het Palazzo Ducale dateert deels uit het allereerste begin van de veertiende eeuw.

In 1340 werd begonnen met de bouw van de Grote Raadzaal, waarvan twee boogvensters uitzagen op de Piazzetta. De kleine zaal daarnaast (eerste boogvenster van rechts op de foto) werd ook nog in de veertiende eeuw voltooid. Ruskin bewijst, dat het overige deel van de gevel aan de Piazzetta gebouwd werd in de vijftiende eeuw (1424-42). Het balkon en de gebeeldhouwde vensteromlijsting zijn ontworpen door Sansovino (1537).

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(31)

34

De Scala dei Giganti (Reuzentrap) ontleent haar naam aan de reusachtige standbeelden van Mars en Neptunus, die de Venetiaanse macht te land en ter zee symboliseren. Deze beelden zijn het werk van Sansovino. Met de bouw van de trap zelf is begonnen door Antonio Rizzo (1485); zij is voltooid door Pietro Lombardo. Boven aan de trap had de investituur van de nieuwgekozen dogen plaats.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(32)

35

De Sala del Maggior Consiglio (Zaal van de Grote Raad) meet vijfentwintig bij vierenvijftig meter.

De wetgevende vergadering bestond uit alle edelen boven de vijfenveertig jaar, die in het ‘Gouden Boek’ waren ingeschreven, en uit dertig jonge patriciërs. Rondom de muren loopt een fries met tweeënzeventig portretten van dogen, geschilderd door Tintoretto, die tevens de troonzijde versierde met het grootste schilderij van de wereld, Het paradijs (1587-90). Van de overige decorateurs dezer zaal zijn de bekendste Palma il Giovane, Veronese en Bassano.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(33)

36

De zeegevel van het Dogenpaleis is een voortreffelijk voorbeeld van de op kleur en ritme toegespitste Venetiaans-gotische architectuur. De zware zuilen van de portiek torsen een loggia, waarin de verticale motieven zich verfijnen en verdubbelen. De door licht omvloeide zuilen van de loggia eindigen in een speelse fries van vierbladige rozetten. Daarboven streeft de helle gevel ten hemel en het ritme der rozetten herhaalt zich in de ruitvormige versieringen van roze steen, die het witte marmer bijna gewichtloos doen schijnen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(34)

37

Na de grote brand van 1574 werden bij de restauratie van het Dogenpaleis de gevangenissen verplaatst naar de overzijde van de Rio di Palazzo. Zij werden met het Dogenpaleis verbonden door een brug (in 1597 gebouwd door Antonio da Ponte), die in de volksmond weldra de Ponte dei Sospiri (Brug der Zuchten) werd genoemd. De strenge, maar mooie renaissancegevel van het paleis aan de rio is gebouwd na de grote brand van 1479.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(35)

38

Aan de Molo, tegenover de Piazzetta, worden gondels verhuurd, en hier is altijd wel een oude voormalige gondelier te vinden, die nu als ‘ganzer’ (afhouder) zijn karige loon verdient. De pikhaak, waarmee hij de gondels tegen de kademuur trekt, is het teken van zijn waardigheid.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(36)

39

De twee granieten kolommen, die de Piazzetta afsluiten, zijn oorlogsbuit uit Tyrus (1127). Zij torsen een Perzische leeuw en het standbeeld van de vroegere stadsheilige, Sint-Theodoor, die op een draak staat. Zij vormen de triomfantelijke finale van de architecturale symfonie van de zingende steen rondom Piazza en Piazzetta. Hier eindigt het kunstwerk Venetië; achter deze zuilen breken water en hemel wijd open.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(37)

40

[IV]

DE GONDELS GLIJDEN SIERLIJK ALS ZWARTE ZWA-nen over Venetië's wateren. Stoombootjes en watertaxi's vallen hen aan met venijnige boeggolven, die tevens de fundamenten der paleizen ondermijnen; maar toch zal de gondel even lang blijven bestaan als de stad, die in dit schone vaartuig haar alom gekend symbool vindt.

Het oudste bekende document dat over gondels spreekt, een vergunning van doge Vitale Falier, dateert van 1094. De middeleeuwse gondels waren plomper dan de tegenwoordige. Ze eindigden van voren en van achteren in een onversierde snebbe.

De kleur was doorgaans donkerbruin, met binnenwerk van lichter tint, zoals men goed kan waarnemen op de schilderijen van Vittore Carpaccio. De vrachtgondels waren even stoer en dikbuikig als tegenwoordig. Samen met Venetië's stijgende macht ontwikkelde zich de ‘bissona’, de met rijk beeldhouwwerk en verguldsel versierde luxegondel, die door een groter aantal roeiers, tot twaalf toe, werd

voortgedreven. De ‘bucentori’, het praalvaartuig der dogen, had zelfs achtenveertig roeiers. Gaandeweg nam de luxe der gondels, toebehorend aan rijke Venetiaanse families, zo toe, dat het staatsbestuur in de achttiende eeuw beperkende bepalingen uitvaardigde. De enige geoorloofde kleur was sindsdien het satijnachtig zwart, dat ook nog heden zijn vreemde bekoring houdt. In de achttiende eeuw kreeg de gondel ook haar uiteindelijke elegante vorm. Op de schilderijen van Canaletto en Guardi ziet men voor het eerst het blank-metalen boegornament, dat de vorm van een hellebaard heeft.

De normale gondel is elf meter lang en één meter veertig breed. Ze heeft geen kiel, is onsymmetrisch gebouwd en bezit een grote stabiliteit. Het is een kunst om haar te bouwen en een even grote kunst om haar te manoeuvreren met een lange roeispaan, die tegelijk als roer dient. Ze is een robuust gebruiksvoorwerp, maar tegelijk ziet zij er, dank zij haar ranke sierlijkheid en voorname wijze van

voortbewegen, uit als een aristocrate, die in zwart satijn gekleed gaat, omdat zij rouwt om haar rijk en roemruchtig verleden. Want eens droeg zij gemaskerde edelvrouwen naar marmeren paleizen; thans is zij gedwongen om der wille van den brode toeristen te vervoeren.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(38)

41

De ‘forcola’ van de gondel is ingewikkeld van kromming, om de roeispaan in alle mogelijke standen te kunnen steunen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(39)

42

Fraaie voorplechtversiering van een gondel in achttiende-eeuwse stijl. De Leeuw van San Marco keert de naakte dochteren van Nereus voorzichtigheidshalve de rug toe.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(40)

43

Als geheimzinnige voorwereldlijke dieren rijzen de achterplechten der gondels uit het mistige water van de lagune. Wellicht is de wingerdrank, die de voorste gondel versiert, een verre herinnering aan het behekste schip van Dionysos, waarvan het hout uitbotte als een druivelaar.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(41)

44

Eens zal Venetië een verzonken stad zijn onder een roerloze waterspiegel, waarover lege gondels drijven rondom een enkel verdord blad.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(42)

45

Geluidloos weven de gondels hun vluchtige patronen op de blinkende grond van het eeuwige water.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(43)

46

De gondel als veerboot. Op de achtergrond links het zeventiende-eeuwse Palazzo Michiel dalle Colonne en geheel rechts Ca' da Mosto, waarvan de benedenverdieping, die uit de dertiende eeuw dateert, in Byzantijnse stijl is gebouwd.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(44)

47

De gondel als begrafeniskoets. Op de achtergrond het Palazzo Vendramin-Calergi, waar Wagner in 1883 stierf. Dit paleis geldt als een meesterwerk van de vijftiende-eeuwse architect Mauro Coducci, die de Lombardische renaissancestijl naar Venetië bracht.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(45)

48

Elk jaar wordt op de eerste zondag in september op het Canal Grande de traditionele historische Regatta gehouden. Dit evenement is niet enkel een sportwedstrijd, waarbij achtereenvolgens de

‘sestieri’ (gondels met vier roeiers), de ‘caorline’ (vrachtgondels met zes roeiers) en de ‘gondolini’

(racegondels met twee roeiers) elkaar de prijs betwisten over een parcours van zeven kilometer. Het is ook een volksfeest, waarbij de gondel, het zinnebeeld van de Venetiaanse traditie, de eigenlijke protagonist is.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(46)

49

De Regatta wordt geopend door een optocht van historische gondels, de ‘bissone’, geroeid door gondeliers in veelkleurige oude kostuums. Het verkeer op het Canal Grande is reeds vroegtijdig stopgezet en de boten langs de beide oevers zijn stampvol toeschouwers. Uit vele vensters hangen tapijten, gobelins en lappen brokaat. De palazzi vormen zodoende het grootse achterdoek voor het historische schouwspel der gondeliers, dat zich afspeelt op het goudglanzend toneel van het Canal Grande.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(47)

50

[V]

DWALEN DOOR VENETIE BETEKENT VOOR DE vreemdeling verdwalen. Wat elders een ongenoegen is, wordt hier een plezier. Het is bovendien de enige wijze om een stad te leren kennen, die wel een doolhof moest worden, omdat zij compact gebouwd werd langs grillige waterlopen. ‘De huizen moesten proberen aan hoogte te winnen wat hun aan breedte ontbrak’, schrijft Goethe. Voor stegen bleef niet meer breedte dan nodig was om de huizenrijen te scheiden, en daarom werd het water plein en wandelplaats. ‘De Venetiaan moest een nieuw soort wezen worden, zoals men trouwens Venetië alleen met zichzelf vergelijken kan’.

In een Italië, waar overal elders het aantal decibels door motorisch geknal tot een orkaan van lawaai wordt opgevoerd, is Venetië een eiland van rust. Zodra men het Canal Grande verlaat zwijgt het motorgeronk. Venetië is een der zeldzame steden op aarde waar de mens nog zorgeloos flaneren kan zonder zorg om ruggelings te worden vermoord door de al te schielijke haast dezer dagen. Het gondelen door de rio's, de waterstraten, is het glijden door eeuwen die overal verleden zijn, maar die in Venetië heden blijven. Stilletjes voortdrijvend ontmoet men soms plotseling het volmaakte decor van een laat-gotische paleisgevel (pag. 51); elders weer duikt men onder in lange tunnels, als ware de rio een karstrivier.

Eindeloos kan men de wandelingen variëren, door de ene nauwe calle (steeg) na de andere, boogbrug op, boogbrug af. Onder uw voeten ruisen de gondels door water, dat in de heetste dagen niet steeds stankvrij is. Weer sluit de smalle steeg u in; maar vroeg of laat mondt zij steeds uit op een plein, een campo. Deze campi zijn de longen der stad en in de verrassing hunner wijdheid is het goed rusten op een terras.

Zo zwervend ontdekt men Venetië's rijkdom en armoede. Een rijkdom aan kunst, die uitgestald staat in kerk na kerk; en een armoede, die vandaag nog even schril afsteekt tegen de weelde op en rondom Piazza en Piazzetta als in de eeuwen toen Venetië bestuurd werd door een rijke oligarchie. Maar overal wordt gelachen en gewerkt. Venetië is niet alleen museumstad, maar ook werkplaats. Deze combinatie van schoonheid, levendigheid en rust maakt Venetië tot een ideale vakantiestad, die per jaar door anderhalf miljoen vreemdelingen en driekwart miljoen Italianen wordt bezocht.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(48)

51

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(49)

52

Wanneer het in Venetië regent, dan stroomt het van de hemel; maar deze plasregen duurt zelden langer dan een paar uur. Doch zelfs deze regen kan vreemdelingen en Venetianen niet beletten om door de Merceria te blijven flaneren, Venetië's drukste en mooiste winkelstraat, die onder de Uurwerktoren uitkomt. Opvallend in Venetië is trouwens het grote aantal paraplu-magazijnen. De Italiaanse handwerkslieden hebben de damesparaplu weten om te toveren tot een elegant kunstwerk.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(50)

53

Een der drukste punten van Venetië is de marktwijk Erberia, die achter het westelijke einde van de Rialto-brug begint. Rechts ligt het oudste kerkje van Venetië, San Giacometto di Rialto. Het is herhaaldelijk verbouwd, maar de zuilen en kapitelen van het hoofdschip dateren nog uit de elfde eeuw.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(51)

54

Ook de nauwste en donkerste stegen monden altijd uit op de verrassende helheid en wijdte van een der dozijnen pleinen, campi genaamd, die Venetië rijk is. Dit is het Campo Francesco Morosini.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(52)

55

Eten aan de waterkant is een van de grootste genoegens die een vakantieganger zich indenken kan.

Bemiddelde toeristen gebruiken hun maaltijden op de weidse terrassen der luxehotels aan het Canal Grande. Maar ook wie het eenvoudige bemint kan uitstekend eten, met golfgeklots als gratis muzikale begeleiding, zoals hier aan de Rio delle Ostreghe.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(53)

56

Bij het toenemen der bevolking moest in Venetië met de bodem worden gewoekerd. Vandaar dat ook aan een nauwe calle (steeg) de huizen toch doorgaans drie of vier verdiepingen hebben.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(54)

57

In nauwe en bochtige rio's weerklinkt bij elke onoverzichtelijke hoek de waarschuwingsroep der gondeliers.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(55)

58

Een sottoportico (doorgang onder huizen) bij Santa Maria dei Miracoli. Deze kerk is een prachtig voorbeeld van de Lombardische renaissancestijl en onderscheidt zich door een polychrome marmerbekleding. De bouwmeesters zijn Pietro en Tullio Lombardo (1481-9).

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(56)

59

Als men door de Rio dei Medicanti vaart, krijgt men plotseling het gezicht op het Campo San Zanipolo, waarop de dominicanerkerk staat, die officieel Santi Giovanni e Paolo heet. De noordzijde van het plein wordt ingenomen door de Scuola Grande di San Marco (achtergrond rechts), op het einde van de vijftiende eeuw gebouwd door Pietro Lombardo en Mauro Coducci. Het perspectivische beeldhouwwerk gelijkvloers is van Tullio Lombardo. Deze zetel van een der zes filantropische broederschappen der Republiek is nu een hospitaal.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(57)

60

De gondelier heeft zijn gondel opgepoetst en uitgerust met de zondagse geel-wit geverfde riemen.

Hij heeft zijn beste witte pak aangetrokken, met gouden knopen, gele halsdoek en gele armband, want hij is op weg om een bruidspaar te halen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(58)

61

Venetië is nergens een doodse museumstad. Aan de Fondamenta dei Furlani kan men vruchten en groente kopen, en honderd passen verder vindt men het hoogste kunstgenot in de Scuola di San Giorgio degli Schiavoni (achtergrond rechts). Deze voormalige zetel der Dalmatische broederschap, waarvan de gevel vernieuwd werd door Giovanni de Zan, een leerling van Sansovino, bevat een unieke en al te zelden bezochte verzameling schilderijen van Vittore Carpaccio.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(59)

62

Toerist, weet ge waar dit plekje zich bevindt? Ergens vlak bij de Merceria, de drukke winkelstraat.

Maar wat komt het erop aan? Want net zoals bij de foto hiernaast...

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(60)

63

... was het de fotograaf allereerst te doen om de effecten in clair-obscur, waartoe ook het wasgoed aan de lijn meewerkt!

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(61)

64

[VI]

DE VENETIAANSE KUNST HEEFT DE EEUWEN DOOR één kenmerk behouden:

een bijna overmatige liefde voor kleur. De bewoners van Venetië keerden het sombere Europa generzijds de Alpen de rug toe en zochten hun avontuur en grootheid in de zonovergoten Adriatische, Ionische en Egeïsche zeeën en in de brandende Levant.

Zij werden trouwens geboren tussen een hemel en een watervlakte, die beide een spel zijn van voortdurend wisselende kleurwaarden. Ook daarom is de Venetiaanse architectuur de eeuwen door een spel met licht en kleur gebleven, terwijl de

Venetiaanse schilderkunst bijna doorlopend is blijven aarzelen tussen schilderij en decoratie. Het is daarom ook zinloos om de Venetiaanse kunst bijvoorbeeld te vergelijken met de Florentijnse; ook door dit primaat van de kleur is Venetië alleen met zichzelf te vergelijken.

De eerste grote Venetiaanse schilders, die op de grens staan van gotiek en

renaissance, beelden de stad uit in een techniek die een synthese is van lijn en kleur.

Het zijn Gentile Bellini, zijn broer Giovanni en de te weinig gewaardeerde Vittore Carpaccio. In het Cinquecento, de zestiende eeuw, breekt de kleur soeverein door.

Giorgione, de grote baanbreker, schildert geheel met kleur. De grootste leerling van deze lyricus is Titiaan. Zijn temperament neigt tot het sensuele en dramatische, en daarom zijn zijn ‘wereldse’ doeken grootser en oprechter dan zijn veelbewonderde altaarbeelden. Titiaans leerling, Tintoretto, is de reus der Venetiaanse schilderkunst.

Elk van zijn visionaire schilderijen is een worsteling om de ruimte te bedwingen, wat zijn dikwijls overdadig gebruik van kleur hem weer belet. Daarom zoekt hij een uitweg in een perspectivisch gewaagde mise-en-scène en in een dramatische opstelling van zijn personen, die hem tot de Cecil B. de Mille van de schilderkunst maken.

Veronese, met zijn briljante kleuren, neigt veel sterker tot het decoratieve en theatrale.

De achttiende eeuw ten slotte brengt twee grote schilders, die zich allereerst inspireren op Venetië zelf. Canaletto schept in zijn schilderijen een geweldige atmosferische ruimte, meer nog met kleur dan met perspectief. En Guardi is een musicus in kleur, die met een dansend penseel de magie schildert van het betoverende kunstwerk Venetië.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(62)

65

De groep, genaamd ‘De vier keizers’ (San Marco, zuidzijde), is uit porfier gehouwen. De herkomst is onzeker.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(63)

66

Dit detail van een der twee ‘Mori’ boven op de Uurwerktoren geeft uitstekend de natuurlijke opvatting der renaissancistische beeldhouwkunst weer.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(64)

67

Het ruiterstandbeeld van de condottiere Bartolomeo Colleoni op het Campo Santi Giovanni e Paolo geldt als het schoonste kunstwerk in dit genre. De Florentijnse beeldhouwer Verrocchio stierf tijdens het gieten (1488) en Alessio Leopardi voltooide beeld en piedestal. Dit kunstwerk is even opmerkelijk door zijn kundig verkregen evenwicht als door zijn kracht en door de karakterweergave van de woeste legeraanvoerder, die de Republiek jarenlang diende.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(65)

68

In de Accademia di Belle Arti, het voornaamste schilderijenmuseum van Venetië, hangen enige van de bekendste werken van Tintoretto. Met het schilderij links, ‘Het wonder van San Marco’, vestigde hij in 1548, op ongeveer dertigjarige leeftijd, zijn roem. Het is reeds een ‘tour de force’ in perspectief en verkorting. Tintoretto schilderde zijn ganse leven lang als een bezetene, dikwijls zonder er geld voor te vragen. Niet voor niets kreeg hij de bijnaam ‘Il Furioso’.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(66)

69

Een veel vromer en rustiger geest ademen de schilderijen van Gentile Bellini. Deze grote kunstenaar, die nog middeleeuws voelt, houdt zichzelf veel meer op de achtergrond. Op zijn meesterwerk De processie van het Heilig Kruis, gedateerd 1496, ziet men in de halfkoepels en lunetten van de San-Marcogevel de oorspronkelijke Byzantijnse mozaïeken in al hun gouden pracht. Later zijn ze helaas, op één na, vervangen door weinig fraaie moderner produkten.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(67)

70

Voor het hoogaltaar van de franciscanerkerk Santa Maria Gloriosa dei Frari schilderde Titiaan in 1518 zijn omvangrijke Hemelvaart. De bewondering die dit altaarstuk geniet wordt door vele echte Titiaan-bewonderaars overdreven geacht. Titiaan stierf in 1576 te Venetië tijdens een pestepidemie.

Hij, de prins der schilders, was de enige der zeventigduizend slachtoffers die met toestemming van het stadsbestuur in een kerk begraven werd. Pas in de negentiende eeuw werd in de Frari-kerk boven zijn graf een mausoleum opgericht.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(68)

71

De barokkerk San Moisè bezit een overladen gevel, gebouwd door Alessandro Tremignon (1668).

Volgens de meeste kunstkenners zijn de San Moisè en de Santa Maria Zobenigo slechte voorbeelden van de barokke stijl. Ruskin hekelt zeer scherp de weinig vrome persoonsverheerlijking van de stichter der kerk, Vincenzo Fini, wiens buste boven de middelste deur staat, terwijl een inscriptie op het piedestal zijn deugden breed uitmeet.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(69)

72

In Venetië wemelt het van de antiekzaakjes, waar men de fraaie zeepaardjes kopen kan die de gondels versieren, oude lantaarns, ingelegde dozen, vervallen waaiers, guitige engeltjes, met of zonder bazuinen, fluiten en harpen en min of meer gelukte schilderijen, dikwijls geïnspireerd op de Venetiaanse motieven van Canaletto en Guardi.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(70)

73

Op de altijd drukke Campo San Bartolomeo, dicht bij de Rialtobrug, staat een geestig standbeeld van Antonio del Zotto (1883). Het stelt Goldoni (1709-93) voor, de Venetiaanse Molière, die leven en bedrijf van zijn vaderstad in rake komedies uitbeeldde.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(71)

74

[VII]

DE EILANDEN IN DE LAGUNE VAN VENETIË WORden minder bezocht dan de stad zelf. Een uitzondering vormt het Lido, de langgerekte slagboom tussen lagune en zee. Eens was het een eenzaam strand, waar Byron paardreed en Goethe

schelpdieren en zeldzame planten zocht. Thans is het een van de modernste

strandbaden van Europa: het internationale snobisme viert er zijn korte triomfen en in de speelzalen van het Casino zet zich de gokwoede voort van een stad, die sinds eeuwen beroemd was om haar ‘ridotti’.

Wanneer men in het hoogseizoen in de Merceria, Venetië's winkelstraat, over de hoofden kan lopen en op de Piazza San Marco de toeristen de duiven bijna gaan verdringen, is het tijd voor een tocht door de lagune. Van Venetië's noordelijke oeverstraat, de Fundamente Nuove, vaart men via het kerkhofeiland San Michele naar het glaseiland Murano met zijn beroemde museum. Onder de rook der

glasblazerijen ligt een der oudste kerken uit de lagune, de basiliek van Santa Maria e Donato, die uit de zevende eeuw dateert. In de apsis glanst een Byzantijns

madonnamozaïek, dat sommige kunstkenners nog hoger schatten dan het beroemdste mozaïek van de lagune: de Madonna in de kathedraal van Torcello.

Torcello is een zwijgend eiland, waar men de wingerdranken hoort ritselen in de wind. Eens had het twintigduizend inwoners, maar Venetië streefde het voorbij. De waterlopen slibden toe en de malariamug verjoeg de bevolking. De geweldige Byzantijnse kathedraal staat er vlak bij het stille water, als een schip dat eeuwen geleden voorgoed is gestrand.

Vanuit het levendige Burano, waar honderden vrouwen de Venetiaanse kant klossen, kan men per gondel het stille eiland San Francesco del Deserto bezoeken.

Volgens de legende heeft Sint-Franciscus van Assisi zelf een der cipressen geplant.

Wie de tijd heeft, vare ten slotte door het zuidelijke deel van de spiegelende lagune langs Alberoni en Pellestrina, waarbij men voortdurend het uitzicht heeft op de bewolkte Alpenketen (pag. 75), naar Chioggia, de grote vissershaven. Nadat men in Venetië bijna te veel hoge kunst heeft bewonderd, kan men in de kathedraal van Chioggia zijn oog verfrissen aan de volkskunst van naïef geschilderde ex-voto's, geschonken door dankbare vissers na redding uit zeegevaar.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(72)

75

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(73)

76

Een weinig aarde tussen water en hemel, enkele huizen, twee grote kerken: dat is vandaag het eiland Torcello. De toeslibbing van een rivier en de malaria ontvolkten een machtige handelsstad, die de

‘moeder’ van Venetië was. De kathedraal (links) met haar hoge middenschip dateert uit 639. Zij werd gemodelleerd op de kerken van Ravenna. De Byzantijnse inspiratie is even duidelijk in de achthoekige kerk uit de elfde eeuw (rechts), die toegewijd was aan Santa Fosca, martelares uit Ravenna.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(74)

77

De kathedraal van Torcello was toegewijd aan de Moeder Gods. In de halfkoepel van de centrale apsis, nauwkeurig in de as van het middenschip, verheffen haar gestalte en de figuur van het zegenende Jezuskind zich in eenzame glorie tegen een stralende achtergrond van goudmozaïek. Dit goud verbeeldt in de symboliek van de Byzantijnse iconografie de onveranderlijke eeuwigheid.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(75)

78

Altijd hangt boven het eiland Murano een rookwolk, uitgespuwd door de schoorstenen der

glasblazerijen. Wegens brandgevaar voor de stad werden de glas- en mozaïekindustrie in de dertiende eeuw van Venetië overgebracht naar Murano. Na een grote bloei in de zestiende en zeventiende eeuw begon de glasindustrie te kwijnen, maar thans is zij weer herleefd. In de gloeiende glashutten wordt de taaie, doorzichtige materie verhit, waaruit de glasblazers nog steeds virtuoze kunstwerken vormen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(76)

79

Het zijn niet enkel de blinkende en rinkelende lichtkronen van kristal, de kleurige harlekijns en elegante vrouwenfiguurtjes, de sprookjesdieren en verfijnde drinkglazen, die de glasindustrie van Murano wereldberoemd hebben gemaakt. Er worden in Murano ook produkten van moderner vormgeving geblazen, die zich aanpassen aan de nieuwe binnenhuisarchitectuur.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(77)

80

Wat Murano voor het glas is, dat is het eilandje Burano voor het kantwerk. Deze industrie bloeide vanzelfsprekend in de vergane eeuwen, toen het ‘pointe de Venise’ de kostuums van rijken en edelen versierde. Thans werkt Burano voornamelijk ten behoeve van het vreemdelingenverkeer. Daarom wordt er nog een ander handwerk beoefend: het min of meer kunstzinnig versieren van vitrage.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(78)

81

In de uiterste zuidelijke hoek van de lagune ligt Chioggia, de grootste vissershaven van heel Italië.

Deze pittoreske stad wordt door bezoekers van Venetië zelden bezocht. Maar de wegblijvers hebben ongelijk. Alleen reeds de boottocht van Venetië naar Chioggia is een wonderlijke vaart door een spiegelende wereld, die nergens anders op aarde haar tegenbeeld vindt.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(79)

82

De toeristen zijn daarentegen niet weg te slaan van het Lido, dat zijn beroemde naam geschonken heeft aan vele soortgelijke gelegenheden in Europa. Tijdens de zomermaanden zijn de stoomboten naar het Lido steeds afgestampt vol. De welgestelde Italiaanse jeugd heeft een grote liefde voor dit moderne strandbad, en de honderden badhutten bij de grote luxehotels herbergen een publiek, dat zich veroorloven kan zich door de lagune uitsluitend per watertaxi te verplaatsen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(80)

83

Het snobistische element is dus op het Lido geenszins afwezig. Het moderne Venetië verwierf zich daarnaast een culturele verdienste door op het Lido een jaarlijks filmfestival te organiseren, dat sinds 1929 het grote publiek ontvankelijk gemaakt heeft voor de film als kunstuiting. Een serie premières lokt elk jaar eind augustus een schare van regisseurs, critici en filmsterren van de eerste tot de zevende grootte naar het Lido.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(81)

84

Soms wordt zelfs de verwendste filmspeelster moe van de autogrammenjagers en dan zoekt zij een toevlucht bij haar antieke collega - de hardstenen sfinx zonder geheimen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(82)

85

Maar de jonge filmster, die het nog van publiciteit hebben moet, laat zich gaarne beloeren door het gloeiend oog der televisielampen.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(83)

86

[VIII]

VENETIAANSE NACHTEN: EEN KUS IN EEN GONDEL, zoet van de illusie dat liefde, ontbloeid tegen de achtergrond der eeuwen, eeuwig duren zal. Beeldhouwwerk dat onbeweeglijk staat te dromen en in het spookachtig licht van schijnwerpers menselijker wordt dan mensengestalte. Een roep over het water, die ineens zangmelodie wordt. Lichtstaarten, die de diepte der kanalen zoeken en plotseling omhoogschieten als vuurpijlen. Watergeklots, dat plechtig aanzwelt tot symfonische muziek. Met uitzondering van de Regatta bereiken de grote Venetiaanse feesten hun hoogtepunt bij avond. Op de derde zondag van de julimaand viert Venetië het feest van de Verlosser. Toen een langdurige pestepidemie uitgewoed was, liet de stad uit dankbaarheid in 1579 op het eiland Guidecca door Palladio een votiefkerk bouwen, toegewijd aan ‘Il Redentore’. Het eigenlijke feest valt op de vooravond. Guirlanden van lampions spiegelen zich in het water, waarop honderden feestelijk verlichte boten drijven. Etend en drinkend wachten de feestvaarders op het knallende vuurwerk, dat de nachthemel verlicht met surrealistische vormen en kleuren.

Op de derde zondag van augustus wordt het ‘Fresco Notturno’ gevierd, dat het Canal Grande omtovert tot een kilometerslange muziekzaal met drijvend orkest. Het is de gewoonte geworden, dat reisbureaus tijdens de drukste weken van het

hoogseizoen een chanteuse achter een microfoon zetten op een klein, maar hel verlicht vlot, waar de gondels gevuld met toeristen dan omheen zwerven. Deze imitatie van de barokke ‘galleggiante’ is niet bepaald fraai. De werkelijke muziekliefhebber prefereert de wereldberoemde Venetiaanse festivals. Dan spelen in het theater La Fenice, in de binnenhof van het Dogenpaleis en soms in de zalen en binnenhoven der schoonste paleizen de beste orkesten van Europa.

Maar elk dwalen door Venetië bij nacht is een feest - als men tenminste, na het aanschouwen van de luxe in de Merceria (pag. 87), de ogen sluit voor de armoede, die als een grauwe kat door de stegen sluipt. Want Venetië is de stad der vertroetelde duiven en verwaarloosde katten, de stad der vunzige woonkrotten en pronkende paleizen. En nimmer doet de pronk van deze paleizen zo onthutsend aan als bij avond, wanneer schijnwerpers hun gevels in hetzelfde spookachtige licht zetten dat

Giorgiones Onweer tot een onsterfelijk meesterstuk maakt.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(84)

87

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(85)

88-89

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(86)

90

Op de derde zondag van augustus viert Venetië zijn fantastisch muziekfeest, genaamd ‘Fresco Notturno’. In de avondkoelte zet zich een drijvend podium in beweging, dat zangers, zangeressen en musici verbergt onder een vlammende koepel op lichtende zuilen. Langzaam glijdt de ‘galleggiante’

over het Canal Grande, omstuwd en gevolgd door zoveel honderden gondels, dat er geen water meer te zien is...

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(87)

91

... zodat de gehele vloot, bestippeld met kleurige lampions, voort schijnt te drijven op golven van muziek, langs paleizen en onder bruggen door, die versierd zijn met gloeiende guirlanden. Hier vaart de vloot onder de Accademia-brug door.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(88)

92

De trekkingen van de Italiaanse staatsloterij hebben altijd plaats in een der grote steden van het land.

Venetië zou Venetië niet zijn, wanneer het zijn beurt niet benutte voor een lichtfeest op de Piazza, dat de San Marco omtovert in een surrealistisch bouwwerk. In de pauzes tussen de trekkingen speelt natuurlijk een goed orkest.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(89)

93

Want Venetië is een muziekstad, die zich beroemen kan op een jaarlijks festival, waarop de nieuwste scheppingen van moderne componisten worden uitgevoerd naast klassieke stukken van Venetianen uit vroeger eeuwen. Nooit wordt moderne muziek aan een zo harde proef onderworpen als bij een uitvoering in stijlvolle architecturale ruimten, zoals de Cortile van het Dogenpaleis.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(90)

94

Had ooit een heerser schoner woning dan de doge in zijn paleis der zee?

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(91)

95

De macht der Serenissima kwam en verging, maar groter en bestendiger dan haar politieke macht is de macht van haar schoonheid.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

(92)

96

Boven de Porta della Carta, in laat-gotische stijl gebouwd door Bartolomeo en Giovanni Bon (1438-42) knielt doge Francesco Foscari (1423-1457) voor de Leeuw van San Marco. Deze groep is een negentiende-eeuwse kopie van het origineel, dat bij de volksrevolutie van 1797 werd vernield.

A. den Doolaard, Dit is Venetië

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar deze keuze is alleen mogelijk vanuit de enige kracht, die sterker is dan de atoomkracht: de verborgen kracht in de menselijke ziel, die elk mens influistert, dat eerbied voor

De verticale zuilen worden gedragen door horizontale zuilen, die als consoles dienstdoen en in de muren zijn ingemetseld.. den Doolaard, Dit

De helft van het huidige Joegoslavië verdween voor eeuwen onder het stuifzand der historie; maar elke nieuwe generatie bracht haar woeste woudlopers voort, die de Turken belaagden

Jan van Vredenburch, was samen met de hoofdcommissaris en een inspecteur van de Haagse politie naar Brussel gereisd. Bij de regeling van de zaak met ELR was hij echter niet

A. den Doolaard, Prinsen, priesters en paria's. Reizen door India en Thailand.. ming ‘baksjiesj’ draagt) het slingerende éénmanspaadje wees naar de brug: een glibberige balk dwars

Pendant ce même temps, le tsar Ferdinand dit ‘Le Félon’, entraînait à nouveau, dès 1915, la Bulgarie dans une lutte fratricide, et non seulement cette fois contre les Serbes,

In Nikšić, dat zijn ouderwets karakter deels heeft behouden ondanks de grote staalfabriek in de onmiddellijke omgeving, kan men alweer overnachten in een zeer goed nieuw hotel,

Voor het eerste kwart van de vijftiende eeuw ontbreken concrete cijfers maar rond 1475 leverden de heerlijkheden Aarschot, Bergen op Zoom, Breda, Gaasbeek en Grimbergen,