DE KWALITEIT VAN VVE IN DE
GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL IN 2012
Definitief
Utrecht, maart 2013
1 VVE in de gemeente Tytsjerksteradiel 7
1.1 Overzicht van de voor‐ en de vroegscholen in Tytsjerksteradiel 7 1.2 Lijst met de VVE‐documenten die de gemeente heeft aangeleverd 7 1.3 Het gemeentelijke VVE‐beleid 7
2 De oordelen over de voor‐ en de vroegscholen 11
2.1 Het bereik 11
2.2 Oordelen op de indicatoren van voor‐ en vroegscholen 11
3 Conclusies 16
Bijlage 1: de beantwoording van de digitale vragenlijst door de gemeente 17
Bijlage 2 De resultaten op de digitale vragenlijsten van de voor‐ en de vroegscholen 23
van het Rijk.
Na de bestandsopname wordt het inspectietoezicht op de kwaliteit van VVE
“signaalgestuurd” vorm gegeven. Dat houdt in dat periodiek afspraken met de gemeente gemaakt worden over de onderwerpen en de locaties waarop ‘VVE- toezicht’ zal worden gehouden.
De bevindingen uit dit rapport over de bestandsopname VVE kunnen daarvoor als uitgangspunt worden genomen.
De Hoofdinspecteur primair onderwijs, Dr. A. Jonk
Inleiding
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de
kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Tytsjerksteradiel. VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
In het rapport wordt allereerst de kwaliteit van het VVE-beleid op gemeentelijk niveau gewaardeerd. Dat is gebeurd in de vorm van een zelfrapportage (in lijn met artikel 12 van de Wet op het onderwijstoezicht) van de gemeente over haar VVE-beleid: zie hoofdstuk 1 en bijlage 1. De inspectie heeft deze zelfevaluatie geverifieerd.
Vervolgens worden in hoofdstuk 2 de oordelen van de inspectie over de bezochte locaties gepresenteerd. Dat gebeurt in de vorm van overzichtstabellen met daarin:
de oordelen van de inspectie over de bezochte locaties;
of de zelfbeoordelingen afwijken van de inspectieoordelen.
Na iedere overzichtstabel wordt een toelichting gegeven door de inspectie.
In bijlage 2 staat een overzicht van de antwoorden van de zelfevaluaties van de locaties weergegeven. Iedere bezochte locatie heeft een inspectierapport met de bevindingen ontvangen.
Hoofdstuk 3, tenslotte, bevat de conclusies over kwaliteit van VVE in deze gemeente.
Dit rapport gaat dus over de volgende onderwerpen:
1. De zelfrapportage van de gemeente over haar VVE-beleid en de verificatie daarvan door de inspectie.
2. De oordelen van de onderwijsinspectie over de voor- en de vroegscholen en de mate van overeenkomst met de oordelen uit de zelfevaluaties.
3. De conclusies van de onderwijsinspectie.
Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.
Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.
1 VVE in de gemeente Tytsjerksteradiel
De gemeente Tytsjerksteradiel heeft aan de hand van een digitale vragenlijst haar eigen VVE- beleid beoordeeld tegen de OKE-wet en het VVE-toezichtkader van de onderwijsinspectie, dat in de Staatscourant is gepubliceerd.
De digitale vragenlijst levert de volgende informatie:
Het overzicht met de voor- en de vroegscholen: zie paragraaf 1.1
De lijst met de VVE-documenten die de gemeente heeft aangeleverd: zie paragraaf 1.2
De zelfbeoordeling van VVE-context en –condities: zie paragraaf 1.3.
1.1 Overzicht van de voor- en de vroegscholen in Tytsjerksteradiel
In de gemeentelijke digitale vragenlijst is gevraagd naar een overzicht met de VVE- peuterspeelzalen en –kinderdagverblijven (dus: de voorscholen) en de bijbehorende vroegscholen (de VVE-basisscholen). Gemeenten bekostigen sinds 2006 niet langer de vroegscholen, waardoor ze nu vaak geen betrouwbaar beeld meer hebben van welke
vroegscholen er zijn. Daarom kan de onderwijsinspectie, in samenspraak met de gemeente en de schoolbesturen (en met gebruikmaking van de DUO-telgegevens per 1 oktober 2011 met het percentage gewichtenkinderen van 4 en 5 jaar), dat overzicht nader invullen: zie tabel 1.1.
Tabel 1.1: Overzicht van de voor- en vroegscholen in de gemeente Tytsjerksteradiel.
(Voor)scholen met een * hebben een digitale vragenlijst gekregen en (voor)scholen met ** zijn (ook) bezocht.
Voorschool:
peuterspeelzaal
Vroegschool:
Basisschool De Berneboat** ’t Partoer**
’t Wisseltje*
De Wyngert*
De Oerstek*
Toelichting: In Tytsjerksteradiel zijn geen VVE- kinderdagverblijven.
1.2 Lijst met de VVE-documenten die de gemeente heeft aangeleverd
Documentnaam Omschrijving
notitie wetsvoorstel OKÉ.doc In deze notitie die nog aangepast wordt staat het nog geldende beleid.
Onderwijsbeleidsplan 2012-2016
1.3 Het gemeentelijke VVE-beleid
In deze paragraaf worden de bevindingen van de inspectie over het gemeentelijk VVE-beleid weergegeven. Bijlage 1 bij dit rapport bevat de zelfevaluatie van de gemeente: vragen, antwoorden en beoordelingen van het gemeentelijke beleid, op de twee domeinen VVE- beleidscontext en de VVE-condities.
Per domein wordt weergegeven op welke punten de gemeente haar eigen beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’) als met (‘1’) afspraken en op welke punten de gemeente als een voorbeeld voor anderen gezien wordt (‘4’).
De inspectie baseert haar bevindingen op de uitkomsten van haar verificatie van de digitale zelfrapportage door middel van documentenanalyse, gesprekken met betrokkenen en informatie uit locatiebezoeken. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van de oordelen van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd.
HET GEMEENTELIJKE VVE-BELEID Oordeel
1a1 Definitie doelgroepkind 3
1a2 Bereik: het aantal kindplaatsen (peuters) 3
1a3 Toeleiding 3
1a4 Ouders 2
1a5 Integraal VVE-programma 3
1a6 Externe zorg 3
1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen 2
1a8 Doorgaande lijn 2
1a9 Resultaten 1
1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau 2
1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau 2
DE VVE-CONDITIES Oordeel
2a GGD-rapport 3
2b Gemeentelijk subsidiekader 3
Context
De VVE doelgroep in de gemeente Tytsjerksteradiel is klein (ongeveer 12 kinderen per
schooljaar). De betrokken instellingen hebben daarom het werk voor VVE veelal geïntegreerd in het reguliere beleid. Uitgangspunten van VVE, zoals een warme overdracht, worden voor alle kinderen toegepast.
Verificatie:
Aan de hand van de ingestuurde documenten, en in voorkomende gevallen ook in gesprekken met de betrokkenen in de gemeente, heeft de inspectie bovenstaande oordelen geverifieerd (zie ook bijlage 1). Dit levert het volgende beeld op:
Oordelen
1. Verbeterpunten met een afspraak.
1a9 Resultaten
Er zijn op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt met de schoolbesturen en houders van kinderopvang en peuterspeelzalen over de te behalen resultaten met VVE.
Na de invoering van de OKE-wet verwacht de inspectie dat op gemeentelijk niveau is bepaald wat de resultaten van VVE moeten zijn en hoe deze gemeten worden. In de zelfevaluatie van de gemeente kwam deze indicator ook als een verbeterpunt met een afspraak naar voren.
2. Verbeterpunten 1a4 Ouders
Op gemeentelijk niveau is nog geen analyse gemaakt van de ouderpopulatie van
Tytsjerksteradiel, waardoor onduidelijk is waar het VVE-ouderbeleid zich op moet richten.
1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen
De gemeente Tytsjerksteradiel heeft op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt op welke wijze de voor- en vroegscholen hun interne kwaliteitszorg monitoren. Uit de vragenlijsten en de locatiebezoeken blijkt dat voor de meeste scholen geldt dat ze wel een systeem van kwaliteitszorg hebben, maar dat VVE daarin niet apart wordt benoemd. Voor de voorscholen geldt dat de kwaliteitszorg nog in ontwikkeling is. Ook in de zelfevaluatie komt deze indicator als ontwikkelpunt naar voren.
1a8. Doorgaande lijn
Binnen de gemeente Tytsjerksteradiel zijn afspraken gemaakt over de warme overdracht van voor- naar vroegschool en het gebruikte VVE-programma in de verschillende dorpen. Er is geen gemeentelijk beleid over de afstemming van het pedagogisch en educatief handelen.
1b. VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau
De onderwijskundig beleidsmedewerker van de gemeente heeft regelmatig contact met de coördinator peuterspeelzalen. Er is geen VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau voor wat betreft de uitvoering van VVE. Dit is een ontwikkelpunt.
1c. Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau
In de gemeente Tytsjerksteradiel wordt op gemeentelijk niveau nog niet gewerkt aan het
systematisch evalueren en verbeteren van VVE. De gemeente geeft in haar zelfevaluatie ook aan dat dit een ontwikkelpunt is.
4. Voorbeelden voor anderen.
Op gemeentelijk niveau zijn er in de gemeente Tytsjerksteradiel op het gebied van VVE-beleid geen indicatoren als voorbeeld voor anderen beoordeeld.
Op de volgende punten heeft de inspectie de eigen oordelen van de gemeente in positieve zin aangepast:
1a1 Definitie doelgroepkind
In de nota voorschoolse educatie en peuterspeelzaalwerk en het onderwijsbeleidsplan 2012- 2016 staat aangegeven dat het opleidingsniveau van de ouders c.q. de gewichtenregeling uitgangspunt is bij het bepalen van de doelgroep. In de zelfevaluatie van de gemeente komt deze indicator als een ontwikkelpunt naar voren (oordeel 2). De inspectie beoordeelt de definitie van “doelgroepkind” als voldoende en heeft het oordeel aangepast (oordeel 3).
1a3 Toeleiding
De gemeente Tytsjerksteradiel heeft in de zelfevaluatie aangegeven dat ze geen uitgeschreven toeleidingsbeleid heeft en geen zicht heeft op de aard en omvang van het non-bereik. Een dergelijke situatie beschouwt de inspectie als ontwikkelpunt (oordeel 2). Echter, in de
aanvullende tekst meldt de gemeente dat het consultatiebureau betrokken is bij de toeleiding en dat in de praktijk alle peuters die in aanmerking komen voor VVE ook een VVE-peuterspeelzaal bezoeken en dat de gemeente hierover een namenlijst ontvangt. Dit betekent dat de gemeente in de praktijk voldoende zicht heeft op het non-bereik en dat de uitvoering van de
toeleidingsactiviteiten duidelijk is. Daarom heeft de inspectie het oordeel aangepast (oordeel 3).
2b Gemeentelijk subsidiekader
In de zelfevaluatie heeft de gemeente aangegeven dat zij in het subsidiekader, naast de overige wettelijke verplichtingen, heeft opgenomen dat de maximale groepsgrootte op de
peuterspeelzalen kleiner is (14) dan het wettelijk maximum van 16 peuters. De inspectie beoordeelt deze indicator als voldoende (oordeel 3).
2 De oordelen over de voor- en de vroegscholen
De voor- en vroegscholen uit het overzicht in paragraaf 1.1 hebben een digitale vragenlijst gekregen om zelf te rapporteren over de kwaliteit van VVE. De vragen zijn rechtstreeks
afkomstig uit het VVE-waarderingskader, met dien verstande dat sociaal-wenselijke antwoorden vermeden zijn ófwel door de formulering van de vragen, ófwel door bepaalde indicatoren (zoals de beoordeling van het pedagogisch klimaat en het educatief handelen) niet op te nemen in de vragenlijst.
Elke voor- en vroegschool heeft de eigen zelfrapportage teruggekregen, inclusief de bijbehorende oordelen.
Paragraaf 2.1 bevat informatie over het gerealiseerde bereik. In paragraaf 2.2 staan de inspectieoordelen op de aspecten ‘condities’, ‘ouders’, ‘proceskwaliteit’, ‘ontwikkeling, begeleiding en zorg’, ‘kwaliteitszorg’, ‘doorgaande lijn’, en ‘resultaten’.
2.1 Het bereik
In tabel 2.1 staat het aantal peuters op de verschillende voorscholen: peuterspeelzalen en kinderdagverblijven.
Tabel 2.1 Het aantal (doelgroep)peuters op de verschillende voorscholen: peuterspeelzalen en kinderdagverblijven.
VVE Peuterspeelzaal aantal peuters
waarvan doelgroep
't Wisseltje 23 0
De Berneboat 42 14
Volgens opgave van de VVE-locaties zitten er 14 doelgroeppeuters op de voorscholen.
2.2 Oordelen op de indicatoren van voor- en vroegscholen
Alle peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen met doelgroepkinderen in de gemeente hebben een digitale vragenlijst ontvangen. Deze is ingevuld en geretourneerd door alle locaties. In de vragenlijst heeft iedere locatie aangegeven hoe ze zichzelf beoordeelt op het gebied van VVE.
De inspectie heeft ter verificatie van de zelfevaluaties een aantal locaties met doelgroepkinderen bezocht.
een peuterspeelzaal
een vroegschool (groep 1 en 2 van basisschool).
De tabel uit paragraaf 1.1 laat zien of, en zo ja welke, voor- en vroegscholen met elkaar samenwerken. Het onderzoek bestond uit lesobservaties, gesprekken en documentenanalyse.
In onderstaande tabellen staan de oordelen van de inspectie op de locaties die bezocht zijn. In de laatste kolom wordt aangegeven of de inspectieoordelen overeenkomen (=), positiever zijn (+) of negatiever zijn (-) dan de antwoorden op de vragenlijst die aan alle voor- en
vroegscholen gestuurd zijn. Omdat het aantal bezochte locaties klein is, moet bij de indicatoren met een afwijkend inspectieoordeel op gemeentelijk niveau goed bezien worden of die afwijking komt omdat de bezochte locatie anders is dan de andere locaties of niet.
In bijlage 2 staan de digitale zelfbeoordelingen op de vragenlijsten.
Het aantal oordelen per indicator kan verschillen, omdat op sommige locaties geen oordeel is gegeven.
Onder iedere tabel wordt een toelichting gegeven.
Tabel 2.2 De frequentie van oordelen van de door de inspectie bezochte voorscholen.
(In de rechterkolom staat of het inspectieoordeel positiever (+), gelijk (=) of negatiever (-) is dan het gemiddelde oordeel op de digitale vragenlijsten, voorzover de indicatoren in de digitale vragenlijst zijn meegenomen.)
CONDITIES 1 2 3 4 Verschil
bezoek – vragenlijst
A0.1 Recent en compleet GGD-rapport 1 =
A0.2 VE-basisvoorwaarden 1 +
A2 Groepsgrootte 1 +
A3 "Dubbele bezetting" 2 =
A4.1 Voldoende VVE-tijd per week 1 +
A5.2 Opgeleide leidsters 1 +
A5.3 Nederlands spreken 1 =
A5.4 VVE-geschoolde leidsters 1 1 +
A5.5 Jaarlijks opleidingsplan 1 =
Toelichting:
De inspectie oordeelt gelijk aan of positiever dan de locaties in de zelfevaluatie over de
voorwaarden voor VVE. Recentelijk zijn de VVE-locaties door de GGD bezocht en beoordeeld op de voorwaarden voor VVE. De inspectie heeft deze oordelen overgenomen.
OUDERS 1 2 3 4 Verschil
bezoek - vragenlijst
B1 Gericht ouderbeleid 2 =
B2 Vooraf info aan ouders 2 +
B3 Intake 2 =
B4 Thuis VVE-activiteiten 2 +
B5 VVE-participatie van ouders op school 2 + B6 Info ouders over ontwikkeling kind 2 -
B7 Thuistaal 2
Toelichting:
Op de locaties is sprake van voldoende informeel contact met de ouders. De ouders die de inspectie gesproken heeft, zijn tevreden over de wijze waarop peuterspeelzaal en school de ouderbetrokkenheid stimuleren.
Er is echter geen gericht ouderbeleid geformuleerd. Een ander aandachtspunt is om niet Nederlandstalige ouders ook passend te informeren.
KWALITEIT VAN DE UITVOERING
VAN VVE 1 2 3 4 Verschil
bezoek - vragenlijst
C1.1 Integraal programma 2 =
C1.2 Doelgerichte planning 2 -
C1.3 Aanbod taal 2
C1.4 Voldoende differentiatie 2
C2.1 Pedagogisch handelen 2
C2.2 Gedragsgrenzen stellen 2
C2.3 Sociale/persoonlijke vaardigheden 2
C2.4 Bevorderen autonomie kind 2
C2.5 Inrichting van de ruimte 2 +
C3.1 Afstemming leidsters 2
C3.2 Activiteiten taalontwikkeling 2
C3.3 Interactie bevorderen 2
C3.4 Betrokkenheid kinderen 2
C3.5 Aanpakgedrag 2
C3.6 Responsiviteit 2
C3.7 Afstemmen op ontwikkeling kind 2
Toelichting:
Aangezien de meeste indicatoren over de uitvoering van VVE niet in de vragenlijst staan, bevat deze tabel vooral oordelen van de inspecteur.
Het pedagogisch en educatief handelen van de leerkrachten en de leidsters is over het algemeen voldoende.
De talige component komt duidelijk herkenbaar naar voren, zowel in de activiteiten als in het zichtbaar maken van de ontluikende geletterdheid in de lokalen. Op het dit punt is de inspectie positiever dan de locaties in hun zelfevaluatie.Ontwikkelpunten zijn het werken met een doelgerichte planning en het afstemmen van de activiteiten op verschillen in de ontwikkeling tussen kinderen.
ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG
1 2 3 4 Verschil bezoek - vragenlijst
D1.1 Volgen ontwikkeling kinderen 2 =
D1.2 Planmatige begeleiding 2
D1.3 Evaluatie begeleiding 2 -
D1.4 Begeleiding taalontwikkeling 2
D2.1 Welke kinderen externe zorg nodig? 2 +
D2.2a Aanmelden voor externe zorg 2
D2.2b Overleg ouders over externe zorg 2 =
D2.3 Volgen van de externe zorg 2 =
Toelichting:
De ontwikkeling van de kinderen wordt op de locaties systematisch gevolgd en zo nodig wordt externe hulp ingeschakeld.
Een verbeterpunt is het planmatige geven van hulp op de school of peuterspeelzaal zelf.
KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL
1 2 3 4 Verschil bezoek - vragenlijst
E1 VVE-coördinatie binnen school 2 -
E2 VVE evalueren 2 -
E3 Opbrengsten evalueren 1 1 =
E4 Verbetermaatregelen 2 -
E5 VVE borgen 2 =
E6 VVE in kwaliteitszorg binnen school 1 -
Toelichting:
De kwaliteitszorg op de locaties is in ontwikkeling. De locaties kijken echter positiever naar de meeste kwaliteitszorgaspecten dan de inspectie. Alleen de school evalueert de resultaten van de leerlingen. Op de peuterspeelzaal is nog geen systeem van kwaliteitszorg in gebruik; op de school is dat wel het geval, maar VVE neemt daarin geen specifieke plaats in.
DOORGAANDE LIJN 1 2 3 4 Verschil bezoek - vragenlijst F1 VVE-coördinatie tussen voor-vroeg 2 -
F2 Doorstroom naar vroegschool 1 =
F3 Warme overdracht 2 +
F4 Afstemming aanbod 2 =
F5 Afstemming ped/educ handelen 2 =
F6 Afstemming over ouders 2 =
F7 Afstemming begeleiding/zorg 2 =
Toelichting:
De doorgaande lijn tussen voor- en vroegscholen in de gemeente Tytsjerksteradiel is een aandachtspunt. Over de VVE-coördinatie oordeelt de inspectie negatiever dan de locaties in de zelfevaluatie. Op de bezochte locaties is niet duidelijk wie aanspreekbaar is op de coördinatie tussen voor- en vroegschool.
Op de bezochte locaties wordt wel gezorgd voor een warme overdracht; afstemming van aanbod, pedagogisch en educatief handelen, ouderbeleid en interne begeleiding is nog een ontwikkelpunt.
OPBRENGSTEN VAN VVE 1 2 3 4 Verschil bezoek - vragenlijst
G1 VVE-resultaten meten
G2 Niveau VVE-resultaten
G3 Verlengde kleuterperiode 1 =
Toelichting:
Op gemeentelijk niveau zijn nog geen afspraken gemaakt over de resultaten van VVE. De inspectie onthoudt zich daarom op dit punt van een oordeel.
3 Conclusies
De inspectie heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, gekeken naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in deze gemeente.
Bij het oordeel over de kwaliteit van het gemeentelijk beleid heeft de inspectie in eerste instantie gebruik gemaakt van de zelfevaluatie van de gemeente. Door middel van
documentenanalyse, gesprekken en locatiebezoeken heeft de inspectie de oordelen van de gemeente geverifieerd.
De oordelen van de bezochte locaties laten het volgende beeld zien:
VVE op gemeenteniveau
De gemeente Tytsjerksteradiel heeft in het Onderwijsbeleidsplan 2012-2016 en de nota
Voorschoolse Educatie en Peuterspeelzaalwerk in Tytsjerksteradiel vastgelegd op welke wijze zij vorm geeft aan voor- en vroegschoolse educatie.
Punten die om nadere uitwerking vragen zijn:
Maken van een analyse van de ouderpopulatie en op grond daarvan beleid maken voor ouderactiviteiten die passen bij de kenmerken en behoeften van de ouderpopulatie;
Afspraken maken over de wijze waarop de voor- en vroegscholen hun interne kwaliteitszorg monitoren;
Afspraken maken over het werken aan een doorgaande lijn in pedagogisch en educatief handelen, communicatie met ouders en zorg en begeleiding op de verschillende locaties;
Afspraken maken over de coördinatie van de uitvoering van VVE op de locaties;
Afspraken maken over de evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau.
VVE op locatieniveau
De kwaliteit van VVE is op de locaties over het algemeen voldoende. Daarnaast zijn er nog ontwikkelpunten:
Ouderbeleid
Het opstellen van een gericht ouderbeleid waarbij op basis van een analyse van de ouderpopulatie doelen geformuleerd worden.
Educatief handelen
- Werken met een doelgerichte planning;
- Rekening houden met verschillen tussen kinderen.
Zorg
- Concreet formuleren van doelen en activiteiten voor zorgkinderen.
Kwaliteitszorg
- Planmatig werken aan kwaliteitsverbetering.
Doorgaande lijn
- In overleg met voor- en vroegscholen afstemmen van aanbod, pedagogisch en educatief handelen, ouderbeleid en zorg en begeleiding.
Bijlage 1: De beantwoording van de digitale vragenlijst door de gemeente
HET GEMEENTELIJKE VVE-BELEID Ant-
woord
Oordeel
1a1 Definitie doelgroepkind
Hanteert uw gemeente een definitie van wat een doelgroeppeuter is? Ja 3 - Of de peuter (later) een zgn. leerlinggewicht (0,3 of 1,2) heeft Ja - Of de peuter een taal- en/of een ontwikkelingsachterstand heeft
(bijvoorbeeld volgens het consultatiebureau)
Ja - Of de peuter is ingeschreven op een voorschool (een peuterspeelzaal of
een kinderdagverblijf dat VVE-geld krijgt van de gemeente)
Nee - Of tijdens de ‘wenperiode’ op de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf
blijkt dat kind een taal- en/of ontwikkelingsachterstand heeft.
Ja Hanteert uw gemeente een definitie van wat een doelgroepkleuter is? Nee 2 Heeft u een document waarin de definitie van de doelgroeppeuters is
beschreven?
Ja
Heeft u een document waarin de definitie van de doelgroepkleuters is beschreven?
Nee
1a2 Bereik: het aantal kindplaatsen (peuters)
Weet u voor hoeveel peuters u VVE-plaatsen dient te creëren uit de onderwijsachterstandgelden van het rijk?
Ja Voor hoeveel peuters diende u VVE-plaatsen te creëren per 1 augustus
2011?
23 Voor hoeveel peuters heeft u VVE-plaatsen gecreëerd per 1 augustus
2011?
42 Weet u hoeveel doelgroeppeuters er in uw gemeente zijn per 1 augustus
2011, uitgaande van uw eigen doelgroepdefinitie (als u die heeft)?
Ja Hoeveel doelgroeppeuters zijn er in uw gemeente per 1 augustus 2011? 16
Hoeveel van deze doelgroeppeuters hebben VVE gehad? 16 Heeft u een document waarin het bereik van de doelgroepkleuters is
beschreven?
Nee
1a3 Toeleiding
Heeft u een document waarin is beschreven hoe het toeleidingstraject van de doelgroeppeuters naar de voorschool eruit ziet?
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven uit welke stappen dat traject bestaat?
Op het consultatie bureau wordt een intake gedaan, ouders van doelgroeppeuters worden sterk geadviseerd hun peuter naar de psz te laten gaan. Dit wordt later herhaald en er wordt geïnformeerd of peuters gaan. De gemeente krijgt een lijst met namen en redenen waarom een peuter recht op VVE heeft. Vandaar dat ik deze documenten hier niet bij voeg. De groep is hier zo klein dat we ze gewoon tellen.Er zijn geen ouders die VVE weigeren.
Is er een dekkend bestand van waaruit de doelgroeppeuters kunnen worden geïdentificeerd? (zoals het Integraal Dossier JGZ [ID-JGZ])
Ja 3 Heeft uw gemeente zicht op de aard en de omvang van het non-bereik,
d.w.z. welke ouders hun kinderen niet naar VVE laten gaan terwijl het wel doelgroeppeuters zijn?
Nee 2
1a4 Ouders
Gericht ouderbeleid: Is er sprake van een analyse van de ouderpopulatie, waardoor duidelijk wordt waar het VVE-ouderbeleid zich op moet richten?
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat die analyse inhoudt?
Wordt in het ouderbeleid expliciet uitgewerkt dat zoveel mogelijk ouders worden bereikt?
Nee Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid om zoveel mogelijk
ouders te bereiken inhoudt?
Worden de ouders vóórdat hun doelgroepkind naar de voorschool gaat adequaat geïnformeerd over het doel en de werkwijze van VVE en de voorschool?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid om de ouders te informeren inhoudt?
De ouders worden geïnformeerd op het consultatiebureau en door de psz.
Is er sprake van een vastgestelde intakeprocedure van de doelgroepkinderen?
Nee 2
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat die intake inhoudt?
Ouders worden door de sociaal verpleegkundige en/of de tutor geïnformeerd.
Is er gemeentelijk beleid om ouders te stimuleren thuis VVE-activiteiten met hun kind te doen?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
De peuterspeelzalen gebruiken Piramide en/of Puk en Ko. De ouderactiviteiten die daarbij horen worden gebruikt.
Is er gemeentelijk beleid om ouders te stimuleren op de voor(- en
vroeg)school VVE-activiteiten met hun kind te doen?
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Is er gemeentelijk beleid om ouders te informeren over de ontwikkeling van het kind?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Voor alle peuters wordt een peutervolgsysteem gebruikt dat met de ouders besproken wordt.Evenals de toetsresulaten van Piramide.
Is er gemeentelijk beleid om rekening te houden met de thuistaal van de doelgroepkinderen?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Ja
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
1a5 Integraal VVE-programma
Is er gemeentelijk beleid over het te hanteren VVE-programma in de voorschool?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Gezamenlijk is gekozen voor een methode die bij de psz en de school past.
Piramide en Puk
Is er gemeentelijk beleid over het te hanteren kind- of leerlingvolgsysteem in de voor- en/of vroegschool?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
De VVE peuterspeelzalen gebruiken het volgsysteem van Piramide.
1a6 Externe zorg
Is er gemeentelijk beleid over de (externe) zorg voor peuters die meer nodig hebben dan VVE?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
In onze gemeente zijn de peuterspeelzalen partner van het CJG. Wanneer er meer aan de hand is wordt de Verwijsindex risicokinderen ingevuld en na een match een plan van aanpak gemaakt. Ook kunnen de leidsters altijd een beroep doen op de orthopedagoog van de JGZ.
1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen Zijn er gemeentelijke afspraken over de manier waarop de voor- en
vroegscholen hun interne kwaliteitszorg uitvoeren?
Nee 2
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
1a8 Doorgaande lijn
Is er gemeentelijk beleid over de VVE-coördinatie tussen de voor- en de vroegschool?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Wij hanteren in de gemeente een warme overdracht tussen psz en basisschool. Peuter- en kleuterleidsters die VVE geven hebben regelmatig overleg met elkaar.
Is er gemeentelijk beleid om zoveel mogelijk kinderen door te laten stromen van de voorschool naar een vroegschool?
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Is er gemeentelijk beleid over de zgn. ‘warme overdracht’ van de voorschool naar de vroegschool?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Per dorp is dat op de eigen manier geregeld. We hebben één psz organisatie en op de LEA zijn afspraken gemaakt dat een warme overdracht plaats vindt.
Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van het aanbod van de voor- en de vroegschool op elkaar?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
psz en scholen waaraan leerlingen geleverd gaan worden hebben in overleg met elkaar de methode gekozen.
Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van pedagogisch-educatief handelen van de voor- en de vroegschool op elkaar?
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van het ouderbeleid van de voor- en de vroegschool op elkaar?
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van interne begeleiding en de zorg van de voor- en de vroegschool op elkaar?
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?
1a9 Resultaten
Zijn er gemeentelijke afspraken met de schoolbesturen over de te bereiken resultaten met VVE?
Nee 1 Kunt u hieronder kort beschrijven wat die resultaatafspraken zijn? (Een
voorbeeld: Minder dan 25% van de doelgroepkinderen scoort op D- of E- niveau bij de Cito-toetsen Taal voor kleuters en Ordenen)
1a10 Nadere VVE-afspraken op gemeentelijk niveau
Zijn er nadere gemeentelijke afspraken over de voorscholen? Dus
‘bovenop’ de wettelijke eisen.
Nee Kunt u hieronder kort beschrijven wat die nadere afspraken over de
voorscholen zijn?
Zijn er nadere gemeentelijke afspraken over de vroegscholen? Bijvoorbeeld in LEA-verband.
Nee Kunt u hieronder kort beschrijven wat die nadere afspraken over de
vroegscholen zijn?
1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau
Is er VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau wat betreft de aansturing van VVE? (Stuurgroep, LEA, e.d.)
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Kunt u hieronder kort beschrijven hoe die VVE-aansturing op gemeentelijk niveau er uit ziet?
de onderwijskundig beleidsmedewerker heeft regelmatig contact met de coördinator peuterspeelzalen. Van daaruit wordt aangestuurd met
terugkoppeling naar de LEA
Is er VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau wat betreft de uitvoering van VVE? (bijv. in de werkgroep VVE, of zoiets)
Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven hoe die coördinatie van de VVE-
uitvoering er uit ziet?
1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau Wordt VVE op gemeentelijk niveau systematisch geëvalueerd en
verbeterd? (via een (VVE)monitor, gemeentelijk VVE-evaluaties, VVE- beleidsplannen, en dergelijke?)
Nee 2
Kunt u hieronder kort beschrijven hoe die systematisch evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau er uit ziet?
DE VVE-CONDITIES Ant-
woord
Oordeel
2a GGD-rapport
Heeft u afspraken met de GGD dat zij bij het beoordelen van de
kinderdagverblijven óók de voorschoolse educatie (het zgn. 8e domein) beoordelen?
Nee
Is u bekend vanaf welke datum de GGD ook het 8e domein meeneemt in haar beoordeling van de kinderdagverblijven?
Nee Wat is die datum?
Heeft u afspraken met de GGD dat zij bij het beoordelen van de peuterspeelzalen óók de voorschoolse educatie (het zgn. 8e domein) beoordelen?
Ja 3
Is dat in een document te lezen? Nee
Is u bekend vanaf welke datum de GGD ook het 8e domein meeneemt in haar beoordeling van de peuterspeelzalen?
Ja 3
Wat is die datum 28-12-
2011
2b Gemeentelijk subsidiekader
Is er een gemeentelijk VVE-subsidiekader voor de voorscholen (of een verordening, een beschikking, e.d.)
Ja 3
Staat daarin dat de maximale groepsgrootte 16 peuters per groep is? Nee 2
Wordt er een ander maximum gehanteerd? Ja
Wat is dan de maximale groepsgrootte? 14
Staat daarin dat er voor elke groep sprake moet zijn van een “dubbele bezetting”?
Ja 3 Wat is dat criterium?
Staat daarin dat er voor elke groep minimaal 10 uur VVE gegeven wordt? Ja 3 Wat is dat criterium?
Staat daarin dat de leidsters/beroepskrachten gekwalificeerd moeten zijn, d.w.z. dat ze minimaal MBO-3 niveau zijn?
Ja 3 Wat is dat criterium?
Staat daarin dat de leidsters/beroepskrachten voldoende geschoold moeten zijn voor VVE?
Ja 3
Wat zijn de scholingseisen in uw gemeente?
de leidsters moeten VVE gecertificeerd zijn. De tutoren en leidsters van VVE peuterspeelzalen worden geschoold voor het gebruik van Piramide.
Staat daarin dat er voor elke leidster/beroepskracht een opleidingsplan
moet zijn? (N.B. Het mag ook één plan zijn waarin per leidster het opleidingsplan staat.)
Ja 3
Wilt u een voorbeeld van zo’n plan mailen naar de onderwijsinspectie? Nee
Afsluitende toelichting
Hier kunt u een toelichting geven.
Tytsjerksteradiel is een plattelandsgemeente met 16 dorpen en een AZC. Wij krijgen middelen op basis van de AZC school. Schoolgewicht komt in onze andere dorpen niet voor (1 po school
heeft een gewicht van 1) Wat wij doen is de wet zo goed mogelijk vertalen naar maatwerk. Het is niet bekend hoeveel achterstandskinderen er in de kinderopvang zitten. De JGZ heeft geen ouders die hun kind dat recht heeft op VVE niet naar de peuterspeelzaal sturen.De lijntjes in onze gemeente zijn kort.
Bijlage 2: De resultaten op de digitale vragenlijsten van de voor- en de vroegscholen
CONDITIES 1 2 3 4
A0.1 Recent en compleet GGD-rapport 2
A0.2 VE-basisvoorwaarden 1 1
A2 Groepsgrootte 1 1
A3 "Dubbele bezetting" 1 3 1 A4.1 Voldoende VVE-tijd per week 2
A5.2 Opgeleide leidsters 1 1
A5.3 Nederlands spreken 2
A5.4 VVE-geschoolde leidsters 2 3
A5.5 Jaarlijks opleidingsplan 2
OUDERS 1 2 3 4
B1 Gericht ouderbeleid 5
B2 Vooraf info aan ouders 3 2
B3 Intake 1 4
B4 Thuis VVE-activiteiten 2 3
B5 VVE-participatie van ouders op school 3 2 B6 Info ouders over ontwikkeling kind 1 4
KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE
1 2 3 4
C1.1 Integraal programma 1 4
C1.2 Doelgerichte planning 2 3
C1.4a Opklimmende moeilijkheidsgraad 1 1
C1.4b Brede ontwikkeling 3
C1.4c Leeftijddifferentiatie 2 1 C1.4d Differentiatie ontwikkelingsniveau 1 2 C2.5 Inrichting van de ruimte 2 3
ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG
1 2 3 4 D1.1 Volgen ontwikkeling kinderen 1 4
D1.2a Planning hele groep 3 2
D1.2b Planning kleine groep
D1.2c Planning (zorg)leerlingen 4 1
D1.3 Evaluatie begeleiding 5
D2.1 Welke kinderen externe zorg nodig? 2 3 D2.2b Overleg ouders over externe zorg
D2.3 Volgen van de externe zorg 5
KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL
1 2 3 4 E1 VVE-coördinatie binnen school 2 3
E2 VVE evalueren 2 3
E3 Opbrengsten evalueren 2 3
E4 Verbetermaatregelen 2 3
E5 VVE borgen 4 1
E6 VVE in kwaliteitszorg binnen school 2 1
DOORGAANDE LIJN 1 2 3 4
F1 VVE-coördinatie tussen voor-vroeg 2 3 F2 Doorstroom naar vroegschool 1 1
F3 Warme overdracht 2 1
F4 Afstemming aanbod 4 1
F5 Afstemming ped/educ handelen 5
F6 Afstemming over ouders 5
F7 Afstemming begeleiding/zorg 4 1
OPBRENGSTEN VAN VVE 1 2 3 4
G1 VVE-resultaten meten 2 1
G2 Niveau VVE-resultaten 1 1
G3 Verlengde kleuterperiode 3